Vandaag heb je een volledige les via jouw chromebook gehad. Je hebt jezelf begeleidt, door goed de de instructies te volgen en kopje voor kopje alles langs te gaan.
Je mag jezelf nu best een applausje geven, want dit is heel knap! Het zal je vast niet zijn ontgaan, maar in het filmpje en in de tekst die je hebt gelezen, waren enkele woorden dik gedrukt.
Hieronder is een lijstje met alle dik gedrukte woorden! Leer deze goed, want ze zijn belangrijk voor je uiteindelijke toets!
Grondwet: Document waarin is vastgelegd wat de rechten en plichten van burgers zijn en hoe het bestuur is geregeld.
Franse Revolutie: Grote, plotselinge verandering van de Franse samenleving en het bestuur, die begin in 1789
Girondijnen: Groep mensen tijdens de Franse Revolutie die veranderingen geleidelijk wilde doorvoeren en voorstander was van een Republiek. Girondijnen vonden dat de arme mensen geen kiesrecht moesten hebben. Ze kregen steun van de bourgeoisie.
Jacobijnen: Groep mensen tijdens de Franse Revolutie die snel grote veranderingen wilde. Jacobijnen vonden dat het gewone volk meer macht moest hebben en dat de grond onder de boeren verdeeld moest worden. Zij kwamen in 1793 onder leiding van Robespierre aan de macht.
Terreur: Periode in de Franse Revolutie (1793-1794) waarin een kleine groep radicalen alle macht had en deze behield door de Fransen met geweld angst aan te jagen.
Bourgeoisie: De rijke burgers. Ze vormden in Frankrijk in de 18e eeuw de bovenste laag van de derde stand. De bourgeoisie had vóór 1789 wel geld, maar geen macht
Wil je oefenen met de begrippen?
Hier is een woordzoeker!