M&M - EU & ME

M&M - EU & ME

Introductie

Over deze quest...

Wat is het belangrijkst voor je? Van strandjutten tot backpacken, surfen op het internet om de wereld te redden, leven in de Europese Unie biedt eindeloze mogelijkheden om te doen waar je van houdt - waar dat ook toe leidt. Als jonge burger kan de EU je alle middelen geven die je nodig hebt om jouw potentieel te ontsluiten en jouw inspiratie te laten ontbranden. Wie of waar je ook bent in de Europese Unie, het komt allemaal neer op #EUandME.

Tijdbesteding

Mate van vrijheid

Dit is een gecontroleerde quest. Je bepaalt zelf met wie, wanneer en waar je deze quest doet.  Het onderwerp, de vraagstelling en de leerstof zijn bepaald door de docent. De uitwerking bepaal je zelf.

Egodact Progress Monitor.

Met deze quest werk je aan onderstaande leerdoelen:

Welvaart en Groei; Europa

Ik kan omschrijven wat het betekent dat Nederland onderdeel uitmaakt van de EU.
Ik kan een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.
Ik kan de betekenis afkortingen EGKS, EEG, EG en EU beschrijven en weet in welke volgorde de organisaties zijn opgericht.
Ik kan minimaal 10 landen noemen die lid zijn van de EU en minimaal 2 Europese landen noemen die geen lid zijn van de EU.
Ik kan omschrijven wat wordt bedoeld met ‘de EU is een vrijhandelsgebied’ en uitleggen wat wordt bedoeld met 'vrij verkeer van personen' en 'vrij verkeer van producten' binnen de EU.
Ik kan een voordeel noemen van de invoering van de euro door een aantal EU-landen.
Ik kan met voorbeelden laten zien dat er tussen de landen van de EU (economische) verschillen zijn.
Ik kan, met voorbeelden, uitleggen waarom de samenwerking binnen de EU soms op weerstand stuit.

Goede Tijden Slechte Tijden; Wisselkoers

Ik kan uitleggen wat vreemde valuta zijn en drie voorbeelden van vreemde valuta noemen.
Ik kan het begrip wisselkoers omschrijven.
Ik kan de prijs van een product in een vreemde valuta omrekenen naar euro als je de wisselkoers weet (en omgekeerd).
Ik kan twee redenen noemen waarom het gemakkelijk is voor Nederlandse vakantiegangers om naar een euroland op vakantie te gaan.
Ik kan een reden noemen waarom het voor bedrijven handig is dat landen waar ze veel zaken mee doen ook meedoen met de euro.
Ik kan het begrip multinational duidelijk maken met een voorbeeld.

Goede Tijden Slechte Tijden; Tegen of met elkaar?

Ik kan omschrijven wat wordt bedoeld met internationale handel; ik gebruik daarbij de begrippen import en export.
Ik kan omschrijven wat wordt bedoeld met een open economie en uitleggen waarom Nederland een open economie heeft.
Ik kan, met voorbeelden, uitleggen wat wordt bedoeld met internationale concurrentie.
Ik kan uitleggen wat wordt bedoeld met protectionisme en een voorbeeld noemen van protectionisme en uitleggen waarom een land zo'n maatregel neemt.
Ik kan uitleggen wat wordt bedoeld met vrijhandel en een voordeel noemen van vrijhandel.
Ik kan drie terreinen noemen waarop de landen in de Europese Unie samenwerken.

Routeplanner

Planning

Tijd Onderdelen

1. Motivatiemotor

2. EU & ME

  • Seesaw: Motivatiemotor en jouw tussen producten uit EU & ME

3. Euro en andere valuta

4. Handel met het buitenland

Seesaw: Jouw opdrachten uit deze twee modules

5. Tegen of met elkaar? 

6. Show

  • Seesaw: Jouw opdrachten uit de module en de opdrachten uit de show

7. Terugkijker

  • Seesaw: terugkijker

 

Motivatiemotor

Passie uitoefenen

Naar een doel streven

Nieuwsgierigheid

Iets totaal nieuws leren

"Europa heeft mijn hart veroverd."   "Ik wil werken aan een sterker Europa." "Wat als we nog meer landen bij Europa brengen" "Ik wil weten wat de macht van Europa is."

 

Zet in Seesaw welke van deze vier pijlers jou het meest motiveert om deze quest tot een goed einde te brengen en waarom. Plaats je blog in het mapje Economie.

Verderkijker

In deze quest bestuderen we de Europese Unie vanuit verschillende dimensies. We kijken naar deze bijzondere samenwerking tussen landen en de geschiedenis daarvan sinds het begin van de vorige eeuw.

Reis(blog)

Stap 0. Ontstaan van de EU

Karel de Grote als vader van Europa

Links zie je het Europa ten tijde van Karel de Grote en rechts de uitbreidingsgolven van de Europese Unie.

Bestudeer de volgende bronnen:

Maak tijdens het luisteren aantekeningen en houd daarbij de hoofdvraag in gedachten: 'Is het rijk van Karel de Grote te zien als de voorloper van de huidige Europese eenwording?'

Vorm je met behulp van het radioprogramma OVT een mening over de hoofdvraag en de probleemstelling: is het zinvol periodes uit de geschiedenis met elkaar te vergelijken? Oftewel: hoe krijgt een periode uit het verleden betekenis voor het heden?

In 1952 werd door zes landen de EGKS opgericht. Deze zes landen vormden in 1957 de Europese Economische Gemeenschap, de voorloper van de Europese Unie. Vanaf 1973 kwamen er om de paar jaar enkele landen bij. Het (voorlopig) laatste land dat toetrad tot de E.U. was Kroatië.
 

 

1. Bekijk het filmpje en beantwoord onderstaande vragen.

A. Waarom zochten Europese landen begin jaren ’50 meer samenwerking met elkaar?
B. De oprichting van de EGKS was de eerste stap in deze samenwerking. Waar staat EGKS voor?
C. Waarom was samenwerking in deze twee industrieproducten zo belangrijk?
D. Neem de 6 landen die de EGKS vormden.

 

EGKS wat is dat?

Ontstaan van Europa

2. Bekijk deze kaart en beantwoord onderstaande vragen.
 
A. In welk jaar zijn er tien landen tegelijk lid geworden van de Europese Unie?
B. Hoeveel landen waren er eind 2007 lid?
C. Wanneer werd Kroatië lid?
D. Hoeveel lidstaten telt de E.U. op dit moment?

Stap 1: Europeaan

Tussen de landen in Europa zijn in het verleden veel oorlogen geweest.
Daarom besloten zes Europese landen na de Tweede Wereldoorlog met elkaar te gaan samenwerken.
De leiders van deze landen zagen samenwerking als de beste manier om de vrede te bewaren.

Tegenwoordig zijn 27 landen verenigd in de Europese Unie.
We zijn dus niet alleen Nederlandse maar ook Europese burgers.

Geef in de volgende opdracht aan of je niet alleen Europeaan bent maar je je ook zo voelt.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Stap 2: Europese Unie

Vlaggen deelnemende landen
Europese Unie

Zes Europese landen richtten in 1952 de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) op.
Deze zes landen vormden in 1957 de Europese Gemeenschap, de voorloper van de Europese Unie (EU). Vanaf 1973 kwamen er om de paar jaar enkele landen bij.

Sinds 2013 heeft de EU 27 lidstaten. In juli 2013 is Kroatië (voorlopig het laatste) lid geworden en Verenigd Koninkrijk is per 31 januari 2020 uit de EU gestapt.

Bestudeer in de Kennisbank de twee pagina's over het ontstaan van de Europese Unie en bekijk de video in de Kennisbank.

Europese Unie

De vragen in de oefening gaan over de Europese Unie.

Stap 3: Europa of EU?

In het dagelijks spraakgebruik hebben we het vaak over Europa terwijl we in feite de Europese Unie (EU) bedoelen. Hetzelfde geldt voor iemand die zich een Europeaan noemt.

Hoe zit het nou? Is een Europeaan iemand die uit de EU komt en een Europees paspoort heeft? Of is het iemand die uit het werelddeel Europa komt?
Maar wat is dan iemand die uit Rusland of Turkije komt, landen die in twee werelddelen liggen?

Vaak kun je ook lezen: 'Je bent een Europaan als je je een Europeaan voelt.'
Maar wat is kenmerkend voor een Europeaan? Wat bindt de Europese burgers?

Misschien kunnen we kijken welk televisieprogramma door honderden miljoenen Europeanen elk jaar in mei bekeken wordt. Dan hebben we het natuurlijk over het Eurovisie Songfestival.

Maak de volgende opdracht. Je bekijkt daarin de volgende topografische kaarten en beantwoord er vragen over.

  1. Europa geografisch
  2. De landen van de Europese Unie
  3. De deelnemers aan het Eurovisie Songfestival (blauw)

Stap 4: Vrij verkeer

Europees Parlementsgebouw Brussel

Bekijk deze video van Schooltv over de voordelen van de Europese Unie.
De vragen die je daarna gaat beantwoorden gaan over deze video.

Stap 5: Wel of niet in de EU

Afgesproken is dat elk land dat lid wil worden van de Europese Unie (EU) aan de volgende eisen moet voldoen:

  • Het moet een democratisch landsbestuur hebben.
  • Het moet de mensenrechten handhaven (en bijvoorbeeld de doodstraf afschaffen).
  • Het moet zijn wetten en regels aanpassen aan die van de andere lidstaten van de EU.

Toch zijn sommige EU-burgers tegen lidmaatschap van deze landen, terwijl de landen wel aan de eisen voldoen. Ook zijn er een aantal Europese landen die wel aan deze voorwaarden voldoen waarbij juist de burgers van dat land geen lid willen worden. Hoe zit dat?

Kandidaat-lidstaten Albanië en Servië zijn arm vergeleken met de lidstaten van de EU. Sommige burgers zitten niet te wachten op (nog meer) armoede in de EU en wijzen daarom het lidmaatschap van deze landen af.
Aan de andere kant is elke uitbreiding tot nu toe goed voor de EU: meer mensen en een grotere markt maken de Europese Unie als geheel steeds welvarender.

Ook vinden sommige EU-burgers kandidaat-lidstaat Turkije er niet in passen omdat het voor het grootste deel in Azië ligt, omdat de meeste burgers in het land islamitisch zijn en omdat de democratie en de mensenrechten in het land onder druk staan. De EU-burgers vinden de Turkse cultuur te veel verschillen van de West-Europese. Andere denken juist dat naarmate de EU meer vergrijst (de gemiddelde leeftijd ligt boven 40 jaar) dat toetreding van een ‘jong’ land als Turkije (gemiddelde leeftijd nog geen 30 jaar) misschien wel heel nuttig is.

Sinds 2010 willen veel EU-burgers dat Griekenland uit de EU vertrekt. Dit omdat de regering van dat land zich niet aan de regels van de EU zou hebben gehouden.

Noorwegen en Zwitserland zijn geen lid van de Europese Unie (EU) en liggen in Europa naast landen die wel lid zijn van de EU. De burgers van deze landen willen geen lid zijn van de EU.

Begin jaren 70 van de vorige eeuw konden Noorwegen, Denemarken, Verenigd Koninkrijk en Ierland lid worden van de EU. De Noorse regering liet haar burgers op 26 september 1972 hierover stemmen. De meeste Noren stemden tegen. Ook in 1994 stemden de meeste Noorse burgers tegen toetreding tot de EU.

Zwitsers voelen er ook weinig voor om toe te treden tot de EU. Dit land heeft een lange traditie van neutraliteit. Dat wil zeggen: Zwitserland heeft van oudsher geprobeerd zich zo weinig mogelijk te bemoeien met oorlogen die andere landen tegen elkaar voeren. Zo wil het land oorlog buiten zijn grenzen houden. Om die reden sluit Zwitserland zich liever niet aan bij bonden van landen, dus ook niet bij de EU.
Het Verenigd Koninkrijk heeft de Europese Unie verlaten op 31 januari 2020.

Maak nu de volgende oefening over toetreding en democratie van EU-landen.

Zie stap 3 voor de kaart van de landen van het Eurovisie Songfestival!

Stap 6: Meer of minder EU

Lees onderstaande tekst over voor- en nadelen van een lidmaatschap van de Europese Unie.

Meer of minder EU
Lidmaatschap van de Europese Unie (EU) heeft voordelen.
Denk bijvoorbeeld aan het vrije verkeer tussen de lidstaten: binnen de Unie mag je vrij reizen, wonen, werken en studeren.

De vrije handel is goed voor de economie: Nederland verdient veel aan de export van producten. Door samen te werken staan de landen er sterker voor.
Oplossingen vinden voor wereldproblemen zoals de klimaatverandering, conflicten en terrorisme gaat makkelijker als er meer landen met elkaar samenwerken.

Maar de Europese Unie roept ook weerstand op. Lidmaatschap kost geld en veel mensen willen niet dat er te veel besluiten op Europees niveau worden genomen.
Als er een lidstaat in de problemen komt, moet je dat samen oplossen. Dus toen Griekenland in 2009 met een enorme staatsschuld bleek te zitten, moesten de lidstaten gezamenlijk hier een oplossing voor vinden.

Meer of juist minder EU blijft onderwerp van gesprek. Veel burgers van het Verenigd Koninkrijk stemden in 2016 voor een Brexit: vertrek uit de EU. De Britten vonden dat het lidmaatschap te veel verplichtingen met zich meebrengt. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Europese Unie verlaten op 31 januari 2020.

Aan de andere kant willen andere lidstaten de samenwerking binnen de EU versterken. Zo besloot de EU in 2017 om juist nauwer samen te gaan werken op het gebied van defensie. Die samenwerking heeft de naam PESCO gekregen, oftewel Permanent Structured Cooperation (permanent gestructureerde samenwerking).


Beantwoord de volgende vragen in de opdracht.
Overleg met je docent of jullie een debat voeren over de standpunten.
Je kunt dan gebruikmaken van de tips in de gereedschapskist.

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Euro en andere valuta

Stap 0. De Euro

In een flink aantal EU-landen is de Euro de officiële munteenheid.

Bekijk de aflevering van SchoolTV over de Euro door te klikken op de afbeelding.

Je hebt al gezien dat je niet in alle landen van de EU met de euro kunt betalen.

En ook in landen buiten de EU hebben ze andere namen voor hun geld.

De verzamelnaam voor buitenlands geld is vreemde valuta.

Maak de volgende oefeningen.

Stap 1: Wisselkoers

De handel tussen Nederland en Amerika vind meestal plaats in dollars.

De prijs van één dollar in euro noem je de wisselkoers in euro.

Maak de oefeningen.
 

Stap 2: Verandering wisselkoers

De prijs die je voor één dollar betaalt, noem je de wisselkoers.

De wisselkoers is niet steeds gelijk. De wisselkoers kan per dag veranderen.

Als de koers van een munt stijgt, moet je meer betalen voor die munt.

Beantwoord de volgende vragen.

Stap 3: Koersrisico

Als Nederlandse bedrijven handelen met andere 'eurolanden' wordt alles betaald met euro's.

De bedrijven hebben dan niets te maken met wisselkoersen.

Handel Nederlandse bedrijven met 'niet-eurolanden' dan zijn er wel koersrisico's.

Maak de twee oefeningen.

Stap 4: Multinational

Een bedrijf met fabrieken in verschillende landen noem je een multinational.
Bekende Nederlandse multinationals zijn:

  • ABN-Amro,
  • Ahold,
  • Heineken,
  • Philips en
  • Shell.

Een multinational bouwt fabrieken in landen:

  • waar het maken van het product het goedkoopst is.
  • waar veel producten verkocht kunnen worden.

Beantwoord de volgende vragen.

Handel met het buitenland

Stap 1: Internationale handel

In verschillende landen worden verschillende producten gemaakt en verkocht.
Daarom is er handel tussen landen.
Je noemt dat internationale handel.

Welke producten een land voortbrengt, hangt onder andere af van:

  • de ligging van het land.
  • het klimaat in het land.
  • het opleidingsniveau van de inwoners van het land.

Beantwoord de volgende vragen.

Stap 2: Import en export

In verschillende landen worden verschillende producten gemaakt en verkocht.
Daarom is er internationale handel: producten worden in het buitenland gekocht en aan het buiteland verkocht.

Het kopen van producten in het buitenland noem je invoeren of importeren.
Het verkopen aan het buitenland noem je uitvoeren of exporteren.

Maak de oefening.

Stap 3: Op vakantie

Veel Nederlanders gaan op vakantie naar het buitenland.
Op vakantie gaan is ook een voorbeeld van 'handelen met het buitenland'.

Beantwoord de volgende vraag.

Stap 4: Import of export?

Maak de volgende oefening.

Stap 5: Open of gesloten economie?

Nederland is een klein land met een open economie.
Dat wil zeggen dat Nederland veel handelt met het buitenland.

Het tegenovergestelde van een open economie is een gesloten economie.
Een land met een gesloten economie kan veel goederen en diensten zelf maken en handelt weinig met het buitenland.

Maak de oefening.

 

Stap 6: Verdienen aan handel met buitenland

Bij internationale handel hoort een goederenstroom en een geldstroom.

Als Nederland goederen exporteert, gaan er een goederen van Nederland naar het buitenland en geld van het buitenland naar Nederland.
Als Nederland goederen importeert, gaan er goederen van het buitenland naar Nederland en geld van Nederland naar het buitenland.

Beantwoord de vragen.

Tegen of met elkaar

Stap 1: Internationale concurrentie

Van veel producten zijn meerdere aanbieders.
Je hebt bijvoorbeeld heel veel verschillende aanbieders van telefoons of van fietsen. 
Bedrijven die hetzelfde product proberen te verkopen zijn elkaars concurrent.

Er zijn ook buitenlands bedrijven die hetzelfde product maken als een Nederlands bedrijven.
Je spreekt dan van internationale concurrentie.

Soms is het buitenlands bedrijf goedkoper dan het Nederlandse bedrijf.
Het buitenlandse bedrijf zal dan meer producten verkopen dan het Nederlandse bedrijf.
Je zegt: het buitenlandse bedrijf heeft een betere concurrentiepositie.

Maak de oefening.

Stap 2: Internationale concurrentie en werkloosheid

Maak de oefening. 

Stap 3: Protectionisme

Nederland kan maatregelen nemen om Nederlandse bedrijven te beschermen tegen concurrentie uit het buitenland.

Protectionisme is het beschermen van bedrijven tegen internationale concurrentie.
De import van buitenlandse producten kan worden tegengewerkt door:

  • Het heffen van invoerrechten.
    Een buitenlands bedrijf dat een product in Nederland wil verkopen, moet geld betalen aan de Nederlandse overheid.
  • Het stellen van hoge kwaliteitseisen.
    Een buitenlands product mag alleen in Nederland worden verkocht als het van zeer goede kwaliteit is.
  • Het vaststellen van een contingentering.
    Van een buitenlands product mogen er slechts een vastgesteld aantal in Nederland worden verkocht.

Beantwoord de vragen.

Stap 4: Europese Unie

Je spreek van vrijhandel tussen landen als er tussen die landen geen handelsbelemmeringen zijn.

Bestudeer uit de Kennisbank de derde bladzijde van het volgende onderdeel.

Tegen of met elkaar?


Beantwoord de volgende vragen.
Als je het antwoord niet in de kennisbank kunt vinden, zoek het dan op, bijvoorbeeld op internet.

Show

In deze stap maak je 3 samenvattingen en de toets 'Europa'.
Post in Seesaw de screenshots van de resultaten van deze vier opdrachten. 

Terugkijker

Plaats in Seesaw een reflective journal  met daarin antwoord op de volgende vragen:

  • Heeft je motivatiemotor gewerkt, waarom wel/niet?
  • Heb je gepresteerd op het niveau dat je voor ogen had?
  • Wat vond je moeilijk? Wat heb je toen gedaan?
  • Deze economie quest kent drie kernonderwerpen: Europa, wisselkoersen en internationale handel. Kun je deze drie onderwerpen nu omschrijven en er in een gesprek over meepraten?

  • Hoe ben je uitgekomen met de geplande tijd?