Hoofdstuk 3: Samen leven

Hoofdstuk 3: Samen leven

Introductie

Welkom op deze website over hoofdstuk 3!

 

Op de site kan je alle uitleg + filmpjes vinden van elke cursus.

Bij elke cursus staan er per onderwerp uitleg. Zoals jullie dat zouden krijgen tijdens een normale les. Bekijk de filmpjes want die vertellen belangrijke dingen die bij de cursus horen.

 

Daarnaast zijn er twee oefeningen over de begrippen en een oefentoets van hoofdstuk 3.

Met deze oefeningen en oefentoets kunnen jullie goed zelfstandig oefenen voor de eindtoets van hoofdstuk 3.

 

Ik hoop dat de site jullie kan helpen in de tijd dat jullie thuis moeten werken! Voor vragen kan je altijd een mailtje sturen.

 

Groet,

Mw. Kaya & Mr. Koevoet

Cursus 3.1 Kleurrijk Nederland

Doelen van de les

1. Ik kan uitleggen wat "kleurrijk Nederland" betekent
2. Ik kan uitleggen wat een multiculturele samenleving is
3. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een immigrant en emigrant
4. Ik kan uitleggen wat push- en pullfactoren zijn

Herkomst

Allochtonen of autochtonen?
Allochtonen of autochtonen?

Herkomst: waar jij of je ouders vandaan komen

Dus als je Surinaams (herkomst) bent,  is je herkomstland Suriname

 

In Nederland leven we in een multiculturele samenleving

  • een land waar veel culturen met elkaar samen leven

 

Een land waar allochtonen en autochtonen met elkaar wonen

Allochtoon = iemand die zelf niet in Nederland is geboren, of de ouders niet

Autochtoon = iemand die in Nederland is geboren en de ouders ook.

Nederlander

Nederlands paspoort en identiteitskaart
Nederlands paspoort en identiteitskaart

Wanneer ben je een Nederlander?

Wanneer je een Nederlands paspoort of identiteitskaart hebt, ben je een Nederlands burger.

 

Na de Tweede Wereldoorlog kwamen de gastarbeiders uit:

Spanje

Portugal

Marokko

Turkije

Italië

 

Dit waren arbeiders die in Nederland te gast waren, dus ze zouden na een tijdje weer terug gaan naar hun eigen land. Toch bleven veel van deze gastarbeiders in Nederland wonen en brachten ze later hun familie hierheen

Migranten

Een migrant is iemand die verhuist! Om wat voor redenen dan ook.

Emigrant = iemand die uit een land verhuist (jij verhuist bijvoorbeeld naar Spanje)

Immigrant = iemand die in een land komt wonen (Een Griekse familie komt in Nederland wonen)

 

Oorlog, natuurrampen en werkloosheid zijn

redenen om te vertrekken uit een land,  noem je pushfactoren

 

verhuizen voor een betere baan of om bij je familie te gaan wonen = pullfactoren

Cursus 3.2 De Romeinse samenleving

Doelen van de les

  1. Ik kan uitleggen hoe het Romeinse Rijk groeide
  2. Ik kan uitleggen hoe de Romeinen leefden (en hoe met andere volken)
  3. Ik kan uitleggen waarom de Grieken zo belangrijk werden
  4. Ik kan uitleggen hoe het Romeins rijk weer viel

De Romeinen en hun Goden

Limes: grenzen van het Romeins rijk, hier stonden soldaten om de grens te beschermen

•In Zuid-Nederland woonden de Galliërs

 

•Romeinen bouwden villa’s en badhuizen maar ook wegen

Romanisering: het overnemen van de Romeinse cultuur

Het Romeinse Rijk
Het Romeinse Rijk

Val van het Romeins Rijk

Bekijk het filmje!

 

Het Romeinse Rijk werd zwakker en ze werden aangevallen.

De Germanen woonden in Noord-Nederland en Duitsland, dus in de gebieden die de Romeinen niet hebben ingenomen. In Zuid-Nederland (dat wel door de Romeinen was ingenomen) woonden de Galliërs.

De Germanen en de Romeinen leefden jarenlang in vrede, maar toen het Romeins Rijk werd verdeeld. Zagen de Germanen hun kans om aan te vallen, want niet iedereen was blij met de Romeinen.

Julius Ceasar

De Grieken

Rond het jaar 500 v.C. kwamen er steeds meer steden in Griekenland. Dit waren bijvoorbeeld Athene (hoofdstad), Sparta en Argos.

 

De Romeinen vonden de Grieken heel slim en intelligent. De Grieken waren dichters, schrijvers, beeldhouwers en filosofen. Voor het eerst was er een volk die even slim (of misschien zelfs slimmer) dan de Romeinen zelf.

 

Daarom namen de Romeinen veel over van de Grieken, bijvoorbeeld de bouwstijl van hun gebouwen. Kijk naar het Colosseum naar de zuilen en bogen, die lijken heel erg op die van de Grieken! De Romeinen wouden eigenlijk zoveel mogelijk leren van de Grieken, waardoor ze Griekse slaven in huis namen. Met als doel dat die Griekse slaven hun kinderen alles goed konden leren.

Colosseum
Colosseum
Griekse bouwstijl
Griekse bouwstijl

Oefening 1

Cursus 3.3 Hoe werd het Christendom belangrijk?

Doelen van de les

1. Ik kan uitleggen waar het Jodendom en Christendom zijn ontstaan

2. Ik kan uitleggen hoe het Jodendom en Christendom anders waren dan de Romeinse cultuur

3. Ik kan uitleggen wat de oorzaak was van het verbieden van het Christendom

4. Ik kan uitleggen hoe keizer Constantijn zelf christen werd

Vruchtbare halve maan
Vruchtbare halve maan

Jodendom

Judea in het Romeinse Rijk
Judea in het Romeinse Rijk
  • De Romeinen hadden een land in het Midden-Oosten veroverd, dat land heette toen Judea
    • ​​Dit land (Judea) is nu Israel en Palestina

 

  • De mensen die in Judea woonden, heetten de Joden
    • De Joden waren anders dan de Romeinen, want zij geloofden maar in één God
    • De Romeinen geloofden niet in het Jodendom

​​

  • De Romeinen geloofden in meerdere goden
    • Bijvoorbeeld de God van gezondheid en de God van de liefde (Cupido)

 

  • Van de Romeinen mochten de Joden in hun eigen geloof blijven geloven. Alleen moesten de Joden wel de Romeinse keizer en Goden aanbidden.
  • De Joden wouden dit niet, want zij geloofden alleen in één God en niet in meerdere Goden.
  • Zij hoopten daarom dat er een bevrijder zou komen om de Romeinen weg te jagen.

Christendom

  • In Judea woonde ook Jezus Christus
    • Hij was een joodse man en reisde door Judea om mensen te vertellen over hoe ze moesten leven. Dit waren de regels van God.
    • Veel mensen in Judea geloofden Jezus en werden de eerste christenen
    • De christenen dachten dat Jezus hen zou redden van de Romeinen en werd daarom de verlosser genoemd

 

  • Christenen geloven dat Jezus de zoon van God is
    • Het geloof van de christenen heet het Christendom
    • De christenen zeiden dat als je volgens de regels van God leefde, je naar de hemel kon
    • Al deze regels staan in het heilige boek van de christenen: de Bijbel
    • Voorbeelden van regels: je mag niet stelen, vermoorden en liegen.
    • Ook verhalen over het leven van Jezus staan in de Bijbel

 

  • In de Bijbel staan ook de christelijke feestdagen en die worden nog steeds gevierd
    • Kerstmis:  25 en 26 december → geboorte van Jezus
    • Goede vrijdag → kruisiging (overlijden) van Jezus

Eerst populair en daarna verboden

Een kerk in Jeruzalem
Een kerk in Jeruzalem
  • Toen het Christendom opkwam werd het een populaire godsdienst, want.........
    • volgens de Bijbel en de christenen zijn alle mensen gelijk
    • zelfs de mensen die het minder goed hadden in het Romeins rijk: de slaven, armen en vrouwen

 

  • Er kwamen steeds meer mensen die het Christendom en Jezus gingen volgen.
  • Om samen te komen en te bidden werden er kerken gebouwd
    • De kerk werd het gebedshuis van de christenen

  • De Romeinen vonden dit maar niks en wouden hun eigen cultuur en Goden houden
  • Van de Romeinen moesten de christenen ook hun keizer als een God aanbidden
    • hier kwam veel ruzie over want de christenen wouden dit niet

 

  • In 249 besloot de keizer van het Romeins rijk het Christendom te verbieden, omdat de christenen niet de Romeinse cultuur, keizer en Goden wouden accepteren!
    • De christenen werden een bedreiging voor het Romeins rijk

 

  • In de geschiedenis zijn er dingen gebeurt waarvan iedereen weet dat er een reden voor is geweest.
  • Die reden noemen we een oorzaak → elke oorzaak heeft zijn gevolg (dus wat er na de oorzaak gebeurt)
    • Dat de christenen niet de Romeinse keizer willen aanbidden = oorzaak (reden)
    • Dat de Romeinse keizer het Christendom verbied = gevolg (gebeurtenis door de oorzaak)

Keizer Constantijn

Bekijk het filmpje over de Romeinse keizer Constantijn!

Cursus 3.4 Omgaan met verschillen

Doelen van de les

1. Ik kan uitleggen wat cultuur is

 

2. Ik kan uitleggen wat symbolen, helden en rituelen zijn

 

3. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen normen en waarden

 

4. Ik kan uitleggen hoe mensen in Nederland van elkaar verschillen maar ook overeenkomen

Cultuur

Marokkaans eten
Marokkaans eten
  • Alles wat je dagelijks doet, wat jij vindt en maakt → hoort bij jouw eigen cultuur

 

  • Cultuur = hoe een groepje mensen leven
  1. Godsdienst die zij volgen
  2. Kleren die ze dragen
  3. Eten
  4. Taal die ze spreken

Helden en symbolen

◦In sommige culturen zijn er woorden, tekens of voorwerpen die een speciale betekenis hebben,

◦Deze noem je symbolen

 

◦De Nederlandse vlag en Koningsdag zijn bijvoorbeeld symbolen van de Nederlandse cultuur

 

◦Ook zijn er personen die erg belangrijk zijn in culturen → Willem van Oranje

- Omdat ze bijvoorbeeld vroeger als een held werden gezien

 

◦Als er iets wordt gedaan dat hoort bij de Nederlandse cultuur omdat het belangrijk is voor de cultuur → noem je rituelen

◦Een ritueel is bijvoorbeeld dat wij de verjaardag van de Koning vieren, Koningsdag

◦Of dat je de Nederlandse vlag ophangt als je je middelbare school diploma hebt gehaald

Normen, waarden en respect

Bekijk het filmpje over normen en waarde!

Verschillen en overeenkomsten

Multicultureel
Multicultureel

◦In Nederland leven wij in een multiculturele samenleving

◦Samenleving met veel culturen die samen met elkaar leven 

 

◦Er zijn veel verschillen tussen culturen

◦In de Nederlandse cultuur gaan bejaarden naar een bejaardentehuis, dat is de norm

 

◦Maar………

◦In andere culturen in Nederland zorgen de familieleden voor hun ouderen, dat is hun norm

 

◦Er zijn ook overeenkomsten → iedereen spreekt Nederlands en heeft respect voor iemand anders zijn cultuur en afkomst!

Oefening 2

Oefentoets

  • Het arrangement Hoofdstuk 3: Samen leven is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Nafiye Kaya Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-02-23 21:00:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VSO;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    plein m kgt en bb

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=i8dC46L6wLU&t=15s
    https://www.youtube.com/watch?v=i8dC46L6wLU&t=15s
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Hoofdstuk 3

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.