Toen het Christendom opkwam werd het een populaire godsdienst, want.........
volgens de Bijbel en de christenen zijn alle mensen gelijk
zelfs de mensen die het minder goed hadden in het Romeins rijk: de slaven, armen en vrouwen
Er kwamen steeds meer mensen die het Christendom en Jezus gingen volgen.
Om samen te komen en te bidden werden er kerken gebouwd
De kerk werd het gebedshuis van de christenen
De Romeinen vonden dit maar niks en wouden hun eigen cultuur en Goden houden
Van de Romeinen moesten de christenen ook hun keizer als een God aanbidden
hier kwam veel ruzie over want de christenen wouden dit niet
In 249 besloot de keizer van het Romeins rijk het Christendom te verbieden, omdat de christenen niet de Romeinse cultuur, keizer en Goden wouden accepteren!
De christenen werden een bedreiging voor het Romeins rijk
In de geschiedenis zijn er dingen gebeurt waarvan iedereen weet dat er een reden voor is geweest.
Die reden noemen we een oorzaak → elke oorzaak heeft zijn gevolg (dus wat er na de oorzaak gebeurt)
Dat de christenen niet de Romeinse keizer willen aanbidden = oorzaak (reden)
Dat de Romeinse keizer het Christendom verbied = gevolg (gebeurtenis door de oorzaak)