In de 17e eeuw was de Republiek het rijkste land in Europa. De 17e eeuw was voor de Nederlanders een gouden eeuw, een lange bloeiperiode. Deze eeuw wordt in Nederland daarom 'de Gouden Eeuw' genoemd. De Gouden Eeuw was een bloeiperiode voor de Republiek op het gebied van handel, wetenschap en kunst. Maar ook de politieke en militaire macht zorgde voor een vooraanstaande posititie van de Republiek in de wereld. Een tijd waarin de Nederlanders mee gaan doen met de Europese expansie en een groeiende wereldconomie hier het gevolg van is.
- hoe koning Lodewijk XIV het Franse gebied uitbreidde en zijn macht in Frankrijk vergrootte.
- hoe de Engelse koning minder machtig werd.
- hoe Nederland werd bestuurd.
- hoe de economie bloeide in Nederland in de 17e eeuw.
- hoe Nederlandse steden groeiden.
- hoe regels voor oorlogen ontstonden.
- hoe Nederland oorlog voerde met omringde landen.
- hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw
- hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden.
- hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden.
- hoe de welvaart in Nederland leidde tot een bloeiende cultuur.
- welke religieuze vrijheid er was in Nederland.
- welke migranten zich in Nederland vestigden en waarom.
- hoe wetenschappers anders gingen werken in de 17e eeuw.
- hoe wetenschap praktisch werd toegepast.
- hoe de landbouwgrond in Nederland werd uitgebreid.
Wat ga ik doen?
Je gaat kijken hoever jij al bent met leren. Denk je, na de instaptoets ik heb nog wat theorie nodig, dan kun je de informatie teksten per paragraaf lezen. Je kunt er ook voor kiezen om de kennisclip te bekijken. Wanneer de theorie van hoofdstuk 3 weer een beetje terug gekomen is, kan je aan de slag met oefeningen. Weet je van jezelf dat je niet zo goed bent in geschiedenis, doe dan een oefening uit het kopje 'Extra oefenen'. Denk jij dat je redelijk goed bent in geschiedenis, doe dan een oefening uit het kopje 'Oefenen'. Wanneer je van jezelf weet dat je goed bent in het vak geschiedenis, dan kan je een opdracht maken bij het kopje 'Extra uitdaging'.
Ben je nou echt even klaar met alle oefeningen, opdrachten, teksten maak dan de woordzoeker bij het kopje 'Even iets leuks'.
Je hoeft niet alles in één les af te hebben, dus doe rustig aan en lees alles goed. Beter een opdracht minder, dan alles afgerond, maar vervolgens niks geleerd.
Herhaling leerstof
3.1 Machthebbers in Europa
Koning Lodewijk XIV breidde Frankrijk uit door veroveringen. Hij wilde onbeperkte macht. Hij beperkte de macht van edelen, bouwde een groot leger op en schafte de rechten van hugenoten af.
De Nederlandse stadhouder Willem III werd koning van Engeland. Engelse koningen moesten voortaan toestemming van het parlement hebben voor belangrijke besluiten.
De Republiek bestond uit zeven zelfstandige gewesten die samenwerkten in de Staten-Generaal. De Republiek was een oligarchie, bestuurd door regenten. De stadhouders uit het Huis van Oranje hadden vrij veel macht, maar de samenwerking met regenten verliep niet altijd goed.
Begrippen:
Absolutisme = regeringssysteem waarin de vorst onbeperkte macht heeft.
Hugenoot = Franse calvinist.
Minister = hoogste dienaar van een staat, lid van een regering.
Oligarchie = regering can een kleine groep.
Regent = bestuurder
Stadhouder = 1: vertegenwoordiger van de vorst in een gewest. 2: in de Republiek de hoogste regent in dienst van de gewesten, onder meer als opperbevelhebber.
Tijd van regenten en vorsten = zesde tijdvak (1600-1700)
De 17e eeuw was de Nederlandse Gouden Eeuw, met een bloeiende handel, nijverheid en landbouw.
Handelaren hadden de leiding in de economie. Nederland was het centrum van het internationale handelskapitalisme.
Steden werden uitgebreid met woonwijken langs grachten.
Door de welvaart was Nederland ook militair sterk. Tijdens de oorlog met Spanje ontstonden in Nederland ideeën over volkenrecht en oorlogsrecht.
Na de oorlog met Spanje voerde Nederland oorlogen op zee tegen Engeland. In 1672 werd Nederland aangevallen door Engeland, Frankrijk, Münster en Keulen.
Begrippen:
Beurs = gebouw waar kooplieden handeldrijven.
Gouden eeuw = lange bloeiperiode.
Grachtengordel = deel van Amsterdam langs de grachten uit de 17e eeuw.
Handelskapitalisme = kapitalisme waarbij handelaren de leiding hadden in de economie.
Kapitalisme = economische systeem waarin mensen geld in bedrijven steken om winst te maken.
Oorlogsrecht = regels die gelden tijdens oorlogen.
Stapelplaats = plaats waar goederen in pakhuizen worden opgeslagen om vandaar te worden verhandeld.
Volkenrecht = regels die gelden tussen staten.
Werkgelegenheid = mogelijkheid voor betaald werk.
3.3 Europa en de wereld
In de 17e eeuw ontstond een wereldeconomie. Op de hele wereld kreeg vraag en aabod invloed op elkaar.
Europese handelscompagnieën stichtten handelsposten en kleine kolonies in Azië en kregen heerschappij over steeds meer gebieden. De VOC verzorgde handel in Azië en tussen Azië en Europa. Europeanen deden mee aan de slavenhandel en slavernij die al bestonden in Azië.
Naast Spanjaarden en Portugezen stichtten ook Engelse, Fransen en Nederlanders plantagekolonies in Amerika en handelsposten in Afrika. De WIC deed mee met de oorlog tegen Spanje en de driehoekshandel tussen Europa, Afrika en Amerika.
Begrippen:
Batavia = hoofdkwartier van de VOC op Java.
Compagnie = handelsbedrijf.
Factorij = handelspost met kantoren en pakhuizen.
Gouverneur-generaal = hoogste bestuurder.
Monopolie = alleenrecht.
VOC = Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Wereldeconomie = economische systeem van wereldwijde handelscontacten.
Werkgever = iemand die mensen tegen loon in dienst heeft.
Werknemer = iemand die in loondienst is bij een werkgever.
Door de bloeiende economie in Nederland waren burgers in steden rijker en machtiger dan in andere landen. Literatuut, bouwkunst en vooral schilderkunst kwamen tot grote bloei.
In Nederland was meer vrijheid dan in andere landen. Mensen mochten alles geloven, maar niet iedereeen mocht zijn geloof openlijk uitoefenen. Het gereformeerde geloof was de staatsgodsdienst.
Veel migranten kwamen naar Nederland. Uit Duitsland en Scandinavië kwamen werkzoekenden. Voor geloofsvervolging en oorlogsgeweld vluchtten prostestanten uit de zuidelijke Nederlanden en Frankrijk en joden uit Spanje, Portugal en Midden en Oost-Europa. Migranten leverden een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie.
Begrippen:
Emigreren = een land voorgoed verlaten.
Gedogen = toelaten
Gereformeerd = calvinistisch
Gewetensvrijheid = recht om te geloven wat je wilt.
Immigrant = iemand die verhuist vanuit een ander land.
Literatuur = verhalen en gedichten die bedoeld zijn als kunst.
In de 17e eeuw vond een wetenschappelijke revolutie plaats. Wetenschappers baseerden zich niet meer op oude ideeën; ze wilden de wereld begrijpen via systematische observeren, experimenteren en logisch redeneren.
Wetenschappelijke ontdekkingen werden praktisch toegepast en leidden tot nuttige uitvindingen. Daarom steunden regeringen de wetenschap.
In de 17e eeuw breidden Nederlanders hun landbouwgrond uit door de inpoldering van meren met behulp van windmolens.
Begrippen:
Academie = organisatie waar wetenschap wordt beoefend.
Energie = kracht waarmee je iets doet.
Natuurwet = beschrijving van een regelmatig natuurverschijnsel.
Wetenschappelijke revolutie = doorbraak van een wetenschappelijke manier van denken in de 17e eeuw.
Deze kennisclip is een herhaling van de leerstof van hoofdstuk 3. Denk nu dus niet, dat dit het enige is wat je moet weten aan theorie. Jullie hebben alle theorie namelijk al een keer besproken tijdens de les, dus dit is een verkorte uitleg/herhaling van die lessen.
Het is een powerpoint met ingesproken tekst. Op elke dia wordt een paragraaf besproken, soms duurt de audio (ingesproken tekst) korter dan de dia, spoel de kennisclip dan gewoon even door.
Begin de kennisclip op 0.30 seconde, vanaf dat moment begint de ingesproken tekst.
Youtube
Ben jij niet zo goed in geschiedenis en heb je meer uitleg nodig over de theorie, dan is JORTgeschiedenis iets voor jou. In de hier onder gegevende video's legt hij de vier kenmerkende aspecten van tijdvak 6 uit. Hij zal soms iets dieper in de stof gaan, dan jij moet kennen. Maar hierdoor is het misschien voor jouw juist beter te begrijpen.
Even iets leuks!
Educaplay
Heb je even een pauze nodig tussen alle informatie en toetsen door, doe dan deze woordzoeker.
Extra oefenen
Quizlet - Begrippen trainer
Ben jij niet zo goed in geschiedenis, dan zijn dit opdrachten waarmee jij aan de slag kan!
Met deze Quizlet kun je de begrippen oefenen. Kies rechts onderin een leermethode.
Je kan voor de volgende leermethodes kiezen:
Leren; dit is een leermethode, waarbij je het juiste antwoord kunt kiezen uit vier antwoorden.
Combineren; dit is een soort kwartet. Je zoek het juist begrip bij de juiste betekenis.
Kaarten; dit zijn flashcards, waarmee je de begrippen kunt overhoren. Je krijgt het begrip te zien + te horen en wanneer je het antwoord wilt zien klik je op de kaart.
Speller; deze leermethode is NIET aan te raden.
Test; deze leermethode kun je gebruiken wanneer je zeker bent van je begrippen. Dit lijkt namelijk het meeste op een toets vorm.
Heb je veel moeite met de begrippen begin dan met leermethode 1: Leren en maak zo het rijtje af. Gaat het leren van de begrippen bij jou al aardig goed, kun je bijvoorbeeld beginnen bij leermethode 3: Kaarten. Wanneer je zeker bent van jezelf en je denkt dat je alle begrippen kent, doe dan leermethode 4: Test.
Oefenen
Oefening: Oefenopdrachten
Oefening: Oefenopdrachten
0%
Ben je gemiddeld goed in het vak geschiedenis, dan zijn deze opdrachten iets voor jou!
Teylers Museum – kunst, natuurhistorie en wetenschap in Haarlem. (z.d.). Geraadpleegd op 12 januari 2021, van https://www.teylersmuseum.nl/nl/collectie/gebouw-en-geschiedenis/bekende-personen/galileo-galilei
Tijdvak 6 Regenten en vorsten. (2019). [Illustratie]. Geraadpleegd van https://maken.wikiwijs.nl/125226/Tijdvak_6_Regenten_en_vorsten___HV2
Wikipedia-bijdragers. (2020a). Ceiling of the Painted Hall, detail of King William III [Schilderij]. Geraadpleegd van https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_en_Maria#/media/Bestand:William_and_Mary.jpg
Wikipedia-bijdragers. (2021). Portret van Isaac Newton (1642-1727) [Schilderij]. Geraadpleegd van https://nl.wikipedia.org/wiki/Isaac_Newton#/media/Bestand:GodfreyKneller-IsaacNewton-1689.jpg
Het arrangement Herhaling hoofdstuk 3 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Julia Gussenhoven
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-01-15 10:58:53
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Instaptoets hoofdstuk 3
Oefenopdrachten
Inleving en Gebondenheid aan tijd en plaats
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.