Beginpagina
Beste leerlingen van 4 mavo,
Deze site is bedoeld om jullie met het onderwerp erfelijkheid door het examen heen te slepen. Ik heb jullie toetsen nagekeken en aan de hand van de fouten die gemaakt zijn heb ik de uitleg gemaakt. Niet iedereen heeft het inzicht in stambomen en zal dit ook krijgen. Maar je kan wel in iedergeval een goede voldoende halen voor dit onderdeel. Probeer positief te denken, goed de vragen lezen en dan kunnen jullie dit!
Het hoofdstuk erfelijkheid is opgedeeld in:
-Kennis. Dit zijn begrippen die je gewoon zelf kan stampen. Denk aan de begrippen reccesief of eigenschap. Als je dit leert heb je de basis erfelijkheid en al een derde goed van dit onderwerp.
-Kruisingstabellen. En dan bedoel ik alleen invullen. Je hoeft nog niet te weten hoe een stamboom werkt maar je moet wel een tabel kunnen invullen. Hieruit bestaat je dit onderwerp ook voor een derde.
-Stambomen. Dit is het onderdeel waar je vast op kan lopen. Maak je hier niet te druk om. Als je dit niet snapt zorg je dat je de eerst onderdelen wel kent dan heb je ook een voldoende.
Deze wikiwijs bestaat per onderdeel uit een stukje theorie en daarna een oefentoets. Als je een voldoende op de oefentoets hebt mag je naar het volgende onderdeel. De bedoeling is dat jullie een lesuur de tijd hebben. Kom je niet uit met de tijd werk dan verder in een huiswerkuur. Neem deze wikiwijs zeker ook nog een keer door voor je examen.
De volgende begrippen worden behandeld (leerdoelen):
Kennis: DNA, gen, genoom, genotype, fenotype, chromosomen, geslachtschromosomen, x chromosomale aandoening, intermediaire genen, mutatie, mitose, meiose.
Kruisingsschema's: dominant, recessief, homozygote, heterozygote, F nakomelingen, maken en aflezen van kruisingsschema's.
Uitleg stambomen, opbouw stambomen, aflezen stambomen, toepassen stambomen.
Succes met het oefenen.
kennis
uitleg erfelijkheid
DNA Een lange keten van genen waar erfelijke eigenschappen zijn opgeslagen.
Gen Een klein stukje DNA die staat voor één eigenschap.
Genoom Al het erfelijke materiaal bij elkaar.
Verschil geno- en fenotype
Genotype Erfelijke kenmerken opgeslagen in het DNA.
Fenotype Uiterlijke kenmerken, kan afkomstig zijn vanuit het DNA maar het kan ook door invloeden van buitenaf veranderen.
Stel je verft als bruinharige je haar zwart. Dan is je genotype bruin en je fenotype zwart.
Tip voor het examen-> Een bloem is rood (Genotype AA) en plant zich voort met een witte bloem (Genotype aa). Rood is dominant wat is het fenotype?
Wat ik heel veel zag op jullie toetsen is dat jullie dit kruisingstabel hadden gemaakt:

Vervolgens staat er als antwoord: Aa
Je hebt nu het genotype opgeschreven, en niet het fenotype waar naar gevraagd was. Dus je krijgt nul punten voor de vraag. Let daarom goed op of er gevraagd wordt naar het geno of fenotype. Schrijf dan op: de nakomelingen van de bloemen worden rood.
Chromosomen Een chromosoom is een opgerolde DNA streng met nog wat eiwitten om hem in vorm te houden. De mens heeft 23 paar chromosomen. Dus 46 chromosomen totaal!
Geslachtschromosomen Aan het laatste chromosomenpaar op een chromosomenkaart kan je zien of het een man of vrouw is.
X chromosomale aandoening
Het Y chromosoom is een stuk korter en bevat daarom ook een stuk minder genen, er ontbreken dus ook een aantal genen die voor een aandoening kunnen zorgen. Bij een X chromosomale aandoening komt het gen voor deze aandoening alleen voor op het X chromosoom.
Tip voor het examen-> De aandoening kleurenblindheid is X chromosomaal en recessief. Komt deze aandoening vaker bij mannen of bij vrouwen voor?
Omdat het een recessieve aandoening is moet je het gen in de meerderheid hebben om kleurenblind te worden. Vrouwen hebben twee keer een X chromosoom dus hebben ze het gen twee keer nodig.
Mannen hebben maar één X chromosoom. Hierdoor hoeven ze het gen dus ook maar 1 keer te hebben. Dus wie zijn er vaker kleurenblind mannen of vrouwen? Mannen!
De kans dat je 1 gen erft is namelijk groter dan dat je twee genen erft.
Intermediaire genen
Er bestaan ook intermediaire genen. Deze genen zijn even sterk. Denk maar aan huidskleur. Als een blanke vrouw en een donkere man een kind krijgen is deze bruin, een gemiddelde tint dus.
Tip voor het examen-> Een tulp is rood (RR) en wordt gekruist met een blauwe tulp (BB). Deze eigenschappen zijn intermediair. Wat is het fenotype en genotype van deze nakomelingen?
Als je rood en blauw mengt krijg je paars dus het fenotype is paars.
Je krijgt van elke tulp één letter dus het genotype is RB of BR.
Mutatie
Een fout in het DNA. Mutaties kunnen plotseling voorkomen en kunnen grote gevolgen hebben zoals een aandoening die is ontstaan. Vaak hebben mutaties geen (grote) gevolgen. Mutaties ontstaan tijdens de celdeling.
Tip voor het examen-> Er is een mutatie ontstaan in de eicel van een vrouw en een in een huidcel. Welke mutaties worden doorgegeven als de vrouw zwanger wordt? Alleen de mutatie in de eicel kan worden doorgegeven je plant je immers niet met je huid voor.
Toets: kennis oefentoets
Start
kruisingsschema's
Dominant Een eigenschap is dominant als je maar 1 gen nodig hebt om de eigenschap te krijgen.
Recessief Een eigenschap is recessief als je twee genen nodig hebt om de eigenschap te krijgen.
Homozygote Het organisme heeft twee genen voor deze eigenschap.
Heterozygote Het organisme heeft één gen voor de dominante en één gen voor de recessieve eigenschap.
Tip voor het examen-> Als je de vraag krijgt: Wat is heterozygote? Schrijf dan niet op Aa of grote letter en een kleine letter. Dit is hoe je noteert dat iemand heterozygote is maar niet wat het is. Als mens heb je namelijk genen en geen grote en kleine letters. Hier krijg je dus geen punten voor. Leer de definitie hierboven uit je hoofd en schrijf dat op.
F nakomelingen
F1 zijn de eerste nakomelingen, F2 de nakomelingen erna. Stel we gaan ‘fokken’ met je opa en oma. Dan zijn je opa en oma F0, je ouders F1, en ben jij F2. Jou kinderen worden F3.
spoedcursus kruisingsschema's maken
Test: kruisingen oefentoets
Start
stambomen
uitleg stambomen
Stambomen
Hieronder staat waar een stamboon precies uit opgebouwd is.


Als je een stamboom krijgt is het belangrijk dat je eerst invult wat je al weet.
Kijk eens naar de stamboom hierboven. De vraag gaat als volgt:
Sproeten zijn een recessieve eigenschap. Bekend is dat de vader heteroygote is voor de eigenschap. Wat is het genotype van de moeder?
Vul in wat je weet, het is een recessieve eigenschap en de persoon rechts onderin heeft het. Verzin een leuke letter en zet het genotype in de stamboom. aa Bijvoorbeeld. De vader is heterozygote zet hier dan Aa bij.
Nu ga je een kruisingsschema maken waar aa uitkomt. Omdat de andere dochter geen sproeten heeft en dit een dominante eigenschap is heeft zij het genotype Aa of AA.

Omdat we het genotype van de dochter met sproeten weten, weten we ook dat de moeder ook een gen voor sproeten heeft. Je erft namelijk 1 gen van je vader en 1 van je moeder.
Hieronder staan oefenopgaven voor het onderdeel stambomen:
Maak deze oefentoets als je denkt genoeg van het onderdeel stambomen te weten. Hiermee test je dus hoe ver je bent in het onderdeel stambomen van erfelijkheid.
Deze oefentoets maak je alleen en zonder te spieken. Als je niet uit een vraag komt vul je even iets in, nadat je klaar bent met de oefentoets kan ik je helpen met de vraag.
Voor de oefentoets heb je 10 min de tijd.
Als je klaar ben en een onvoldoende hebt kijk je nog een keer naar het onderdeel stambomen of vraag je hulp. Heb je een voldoende behaald dan kan je door naar de eindtoets.
https://padlet.com/fiannebakker46/zfyx8m0kgs112i5
eindtoets
eindtoets via google link
Dit is de eindtoets van de wikiwijs. Maak deze als de de rest van de wikiwijs behandeld hebt.
Je krijgt 10 minuten voor de toets. Als je klaar bent mag je wat voor jezelf doen.
Maak je deze in de les-> Antwoorden bespreken we volgende keer.
Maak je deze voor je examen-> Voor vragen mag je mij een mailtje sturen.
Feedback wikiwijs voor de docent.
Vul deze in. Ook als je niet de hele wikiwijs gemaakt heb.
auteursrechten
Afbeeldingsrechten:
kruisingsschema's en stambomen: eigen materiaal.
Kennisclip mitose vs meisose: eigen materiaal.
Foto paard: Eigen materiaal, paard is eigendom van Samarinde de Vlieger.
Kennisclip kruisingsschema's: eigen materiaal.
Foto zebravissen: Eigen materiaal, zebravissen eigendom van Martijn Bakker.
Foto axolotls: Eigen materiaal, axolotls eigendom van Fianne Bakker
Foto mitose: Biologiepagina.nl auteur onbekend, geen rechten aan ontleent.
Al het eigen materiaal op deze wikiwijs mag vrij gebruikt worden.