kruisingsschema's

Dominant Een eigenschap is dominant als je maar 1 gen nodig hebt om de eigenschap te krijgen.

Recessief Een eigenschap is recessief als je twee genen nodig hebt om de eigenschap te krijgen.

Homozygote Het organisme heeft twee genen voor deze eigenschap.

Heterozygote Het organisme heeft één gen voor de dominante en één gen voor de recessieve eigenschap.

 

Tip voor het examen-> Als je de vraag krijgt: Wat is heterozygote? Schrijf dan niet op Aa of grote letter en een kleine letter. Dit is hoe je noteert dat iemand heterozygote is maar niet wat het is. Als mens heb je namelijk genen en geen grote en kleine letters.  Hier krijg je dus geen punten voor. Leer de definitie hierboven uit je hoofd en schrijf dat op.

 

F nakomelingen

F1 zijn de eerste nakomelingen, F2 de nakomelingen erna. Stel we gaan ‘fokken’ met je opa en oma. Dan zijn je opa en oma F0, je ouders F1, en ben jij F2. Jou kinderen worden F3.

spoedcursus kruisingsschema's maken https://youtu.be/258KtfzN0aM