Voordat we gaan beginnen gaan we eerst even kijken wat jullie nog weten over de Grieken. Klik op onderstaande link en schrijf minimaal 3 dingen op waar jij aan moet denken bij deze paragraaf: Strijd of Sporten. Let op! Er zijn geen foute antwoorden. Meneer Gombert is benieuwd naar wat jullie al weten.
Kennisclip
Hier kan je een kennisclip bekijken. De kennisclip gaat over paragraaf 2.4 en je kunt het zo vaak bekijken als je wilt! Hier wordt in het kort verteld waar de les overgaat. Als je deze gekeken hebt kan je het volgende kopje gaan en ga je aan de slag met de stof.
Belangrijk! Je moet de kennisclip echt kijken! Anders mis je belangrijke informatie en kan je niet verder.
Kennisclip paragraaf 2.4
Lekker leren
Zoals je in het filmpje hebt geleerd hadden de Grieken oorlog met Perzië. Nadat de Grieken met een veel kleiner leger, de Perzen hadden verslagen bij het stadje Marathon, wilden de Perzen des te liever de Grieken verslaan. In 480 v.C. vielen de Perzen het mooie Griekenland weer binnen. Dit keer met meer succes. De Atheners werden verslagen en alleen door een uiterste poging van samenwerking tussen de andere Griekse stadstaten konden de Perzen worden verslagen voor eens en altijd. In 479 v.C. vertrokken de Perzen uit Griekenland om vervolgens nooit meer terug te komen.
Het Perzische Rijk
Alexander de Grote
Heel veel jaren later werden de rollen omgedraaid. Een Griekse koning, Alexander de Grote, viel samen met zijn grote leger de Perzen aan. In 334 v.C. wonnen de Grieken bij de Slag van Isso en konden zo het hele Perzische rijk veroveren. Dit deed Alexander met een leger van wel 50.000 man!
Omdat de Grieken nu over een heel groot rijk heersten, kon de Griekse cultuur zich makkelijk verspreiden. Er werden heel veel steden opgericht volgens het idee van de Grieken. In Egypte en Azië kwamen er opeens steden met agora's (marktplein/politieke centrum) en Griekse tempels.
Alexander de Grote
Peloponnesische oorlog
De Grieken vochten onderling ook heel veel. De bekendste oorlog tussen de Griekse volken is die van Athen tegen Sparta, ook wel de Peloponnesische oorlog genoemd.
Athene werd na de oorlog tegen Perzië het centrum van de Griekse wereld en cultuur. Dit vonden niet alle Griekse stadstaten even leuk. Athene wilde zich namelijk overal mee bemoeien en kwam altijd zo arrogant over!
Zoals jullie al eerder geleerd hebben had Athene een democratie. Het volk besliste over verschillende zaken zoals oorlog en belastingen. Athene probeerde deze bestuursvorm bij de andere stadstaten op te dringen. Zij moesten er alleen niks van weten en probeerde niet te luisteren naar Athene. Dit vond Athene op den duur weer vervelend worden en daarom ging zij de ongehoorzame, kleinere stadstaten straffen.
In 431 v.C. krijgen Athene en de stadstaat Megara ruzie. De ruzie ging over een handelsverbond en Athene wilde dat Megara hier uit verbannen werd. Megara kreeg steun van Sparta, een andere hele sterke stadstaat.
Sparta en Athene hadden altijd al een hekel aan elkaar en het conflict tussen Athene en Megara gaf Sparta de ideale mogelijkheid om een oorlog te beginnen. Sparta was een militaire staat. Dit betekent dat het leger een hele grote rol speelde in de samenleving, dit zorgde ervoor dat Sparta dus een heel sterk leger had.
Athene wist dat Sparta een heel sterk leger had en sloot daarom allemaal bondgenootschappen af. Dit betekent dat Athene afspraken maakten met ander stadstaten om samen tegen Sparta te vechten. Sparta deed dit natuurlijk ook. Zo brak er een oorlog uit die uiteindelijk bijna 30 jaar lang zou duren. Sparta won de oorlog en beval Athene om haar muren te slopen en de democratie op te geven. Athene is deze nederlaag nooit meer te boven gekomen.
Jullie hebben net de stukjes tekst bij het kopje Strijden super goed doorgelezen en bestudeerd. Nu gaan jullie hier een hele leuke quiz overmaken via Socrative.
Wat ga je doen?
Je gaat naar Socrative. Vervolgens tik je de room-name in. Dit is: GOMBERT6852.
Hoe ga je dit doen?
In je eentje achter je laptop of computer.
Hulp?
Je maakt eerst de quiz zonder de tekst erbij te houden. Gaat dit goed, dan kan je verder gaan. Als het niet zo goed ging kan je de tekst nog een keer lezen en/of die erbij houden.
Tijd?
Tussen de 5 en 10 minuten.
Klaar?
Als je klaar bent kan je verder gaan met de les.
Nu kun je de quiz maken. Heb je vragen over het inloggen, vraag het aan de docent of je buurman of buurvrouw. Heb je een vraag over de quiz zelf? Vraag dit dan aan je docent.
Goden
In de Kennisclip hebben jullie geleerd dat sportwedstrijden/evenementen heel belangrijk waren voor de Grieken. In de volgende stukken tekst gaan we hier nog meer over leren en gaan we een aantal oefen vragen beantwoorden.
In het Oude Griekenland geloofde de Grieken in meerdere Goden. Dit noem je polytheïsme (geloof in meerdere goden). Het geloof speelde een hele grote rol in het leven van de Grieken, ze hadden dan ook heel veel goden. Bij veel activiteiten die de Grieken op een dagelijkse basis moesten uitvoeren kwamen deze goden terug. Ging je naar de markt om te handelen? Dan ging je eerst iets offeren aan de god Hermes, god van de handel.
Je kan heel veel dingen offeren. Dieren, planten en zelfs spullen. Als je iets offert dan geef je het op een rituele manier aan de goden om hen blij te maken. Goden zijn namelijk net als mensen en hebben veel emoties. Ze kunnen boos zijn, verdrietig of juist blij. Het was belangrijk voor de Grieken om de goden tevreden te houden, je wilde niet dat de goden boos op je waren.
Een andere manier om de goden blij te maken was door sport wedstrijden voor hun te organiseren. Omdat de goden net als mensen zijn vonden zij het heel leuk om naar de sportende mensen te kijken.
Een van de eerste grote georganiseerde sport evenementen vond plaats in Olympia. Om de vier jaar kwamen dan de beste sporters uit alle stadstaten bij een om zo de oppergod Zeus te eren. Dit sport evement is de Olympische Spelen gaan heten, naar het plaatsje waar het is ontstaan.
De sporten die beoefend werden worden tegenwoordig gezien als de klassieke sporten. Tijdens de eerste Olympische Spelen waren dit namelijk de belangrijkste onderdelen:
hardlopen
speerwerpen
discuswerpen (heel ver met een verzwaard bord gooien)
verspringen
boksen
worstelen
paarden- en strijdwagenraces
De winnaars van ieder onderdeel werden de rest van hun leven behandeld als filmsterren. Ze kregen standbeelden, gedichten en hoefden geen belasting meer te betalen. Eeuwige roem is dus iets wat de sporters van nu proberen te behalen op de Olympische Spelen, maar toen ook al.
Onder het kopje Strijden kon je lezen dat de Grieken best veel oorlog voerden. Met buitenlandse rijken maar ook met Griekse stadstaten. Toch kon het sporten doorgaan tijdens die oorlogen. Als er een Olympische Spelen werd georganiseerd dan laste de vechtende partijen namelijk een pauze in. Dit heet een wapenstilstand. Op deze manier konden alle sporters, toeschouwers en andere belangrijke mensen toch veilig afreizen naar het sport evenement.
Eindtoets
Het is tijd voor de eindtoets! Jullie hebben heel de paragraaf geleerd en geoefend. Nu is het tijd dat we gaan kijken hoe goed jullie de stof snappen.
Wist je dat? 1
Heb je de toets goed gemaakt en vindt je de lesstof heel erg leuk? Dan is hier extra informatie en oefenmateriaal te vinden! Oefenmateriaal zijn extra opdrachten om nog meer met de stof te oefenen. Het is goed voor jullie als jullie dit gaan maken. Zo leren jullie meer over de Grieken en oefen jullie nog meer met jullie Nederlands.
Strijden: extra weetjes!
De Griekse legers hadden een hele eigen manier van vechten. De manier waarop het leger zich verplaatsen op het slagveld was heel kenmerkend voor de Grieken. De soldaten stonden namelijk opgesteld in een Falanx formatie. De soldaten stonden schouder aan schouder naast elkaar op het slagveld. De soldaten hadden allemaal een groot rond schild, een helm, een zwaard en een hele lange speer. Verder hadden ze nog een klein harnas aan wat bestond uit scheenbeschermers, een borstplaat en armbeschermers. Dit soort soldaten noem je hoplieten, één soldaat noem je een hopliet.
De Falanx-formatie bestond uit meerdere rijen met hoplieten. De eerste rij stonden allemaal klaar voor het gevecht met hun speer naar voren en hun schild voor hun lichaam. Zo'n speer was vaak wel 6 meter lang! De 5 rijen achter de eerste linie (ander woord voor rij) stonden ook allemaal met hun super lange speer recht naar voren gericht, zorgend dat ze niet hun collega soldaten raakten. Op deze manier was het heel moeilijk voor de vijand om door die muur van speren te komen.
Achter de eerste 6 linies met hoplieten stonden er nog een aantal linies te wachten. Zij stonden allemaal met hun speer omhoog, hiermee probeerde zij zichzelf en hun vrienden te beschermen tegen pijlen, stenen en alle andere gevaarlijke objecten die op hun afgevuurd werden.
Heb je de toets goed gemaakt en vindt je de lesstof heel erg leuk? Dan is hier extra informatie en oefenmateriaal te vinden! Oefenmateriaal zijn extra opdrachten om nog meer met de stof te oefenen. Het is goed voor jullie als jullie dit gaan maken. Zo leren jullie meer over de Grieken en oefen jullie nog meer met jullie Nederlands.
Griekse goden: extra weetjes!
Zoals jullie geleerd hebben zijn er heel veel griekse goden.
Dit zijn de belangrijkste:
Zeus, oppergod en god van de hemel en het weer
Poseidon, god van de zee en paarden
Hera, vrouw van Zeus en godin van het gezin en het huwelijk
Hades, god van de onderwereld en de rijkdom
Apollo, god van het licht, muziek en andere kunsten
Artemis, zus van Apollo en godin van de maan, de jacht en maagdelijkheid
Demeter, godin van de landbouw en de oogst
Hermes, god van de handel, reizigers, dieven en boodschapper
Athena, godin van de wijsheid, oorlogstacktieken en beschermster van kunstenaasr helden en Athene
Aphrodite, godin van de liefde, vruchtbaarheid en schoonheid
Dionysos, god van de wijn, landbouw, feesten en het theater
Hephaistos, god van de smeden, vuur en ambachten
Ares, god van de oorlog en krijgslust
Er bestaan nog veel meer goden en andere mythische wezens. Een mythisch wezen is een wezen/dier dat bedacht is. Het bestaat dus niet. Voorbeelden hiervan zijn Titanen, minotaurussen en centaurs.
De goden speelden een hele grote rol in het dagelijks leven van de Grieken. De goden waren de oorzaken van al het goede en al het kwade dat de mensen overkwam. Ook waren de goden de verklaring voor heel veel gebeurtenissen.
De mens zou bijvoorbeeld gemaakt zijn door en voor de goden. Het verhaal gaat dat de goden zich verveelden en oppergod Zeus verveelde zich nog wel het meest. Daarom zou hij opdracht hebben gegeven aan zijn goede vriend Prometheus om de mensen te maken. Prometheus ging dag en nacht aan de slag met klei en maakte daarvan de eerste mens.
Dit soort verhalen noem je mythes. Dit zijn verhalen over de Griekse goden, helden en allerlei andere wezens. Het doel van dit soort verhalen is het verklaren van allerlei gebeurtenissen. Het ontstaan van de mensen, de aarde en ga zo maar door.
Ik hoop dat jullie het een leuke les vonden! Als je nog een tip voor mij hebt, kan je het laten weten door via Mentimeter jouw feedback te geven. Vul de code in en ga aan de slag!
Bronnen
Hier verzamel ik al mijn bronnen. Zo kunnen jullie zien waar ik de plaatjes vandaan haal en sommige informatie. Zo kunnen jullie het ook altijd bekijken. Voor dat je gaat ontbijten, nadat je hebt ontbeten, voor en na je lunch, als je je verveelt en natuurlijk tijdens je avondeten.
Geugten, T., van der Geugten, T., & Raap, R. (2018). Geschiedeniswerkplaats. Noordhoff.
Fry, S. (2020). Mythos 2 - Helden (4de editie). Thomas Rap.
Websites:
De militaire samenleving van de polis Sparta. (2020, 9 oktober). IsGeschiedenis. https://isgeschiedenis.nl/nieuws/de-militaire-samenleving-van-de-polis-sparta
Het arrangement Grieken is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Gunnar Gombert
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-05-23 14:39:16
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Extra oefenen
Extra oefenen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.