Deze Wikiwijs is ontworpen om het thuisonderwijs meer kracht bij te zetten maar kan evengoed gebruikt worden tijdens een fysieke les op school.
Voor wie is deze les ontworpen?
De les is gemaakt voor studenten aan de lerarenopleiding Gezondheidszorg en welzijn en is een onderdeel van de Kennisbasis Gezondheidszorg en Welzijn.
Wat komt er tijdens deze les aan bod?
Tijdens deze les wordt de student voobereidt op het herkennen en kunnen benoemen van de verschillende werkvelden en beroepen die passen bij de gezondheidszorg en welzijn in Nederland.
De leerdoelen sluiten aan bij de eindtermen die worden getoetst in de Kennisbasis Gezondheidszorg en Welzijn. De leerdoelen sluiten eveneens aan op de eindkwalificaties die horen bij de Landelijke Kennistoets (LKT).
Hoelang neemt deze les qua tijd in beslag?
De lestijd van deze Wikiwijs bedraagt ongeveer 60 minuten.
Belangrijk om te weten:
Na deze les is dit onderwerp in zijn geheel behandeld. Belangrijk is dat de student alle stappen van deze e-learning doorloopt.
De Wikiwijs is opgebouwd in vier hoofdstukken:
Sectoren in de zorg.
Behandelingsniveaus in de zorg.
Verschillende werkvelden binnen de zorg.
Beroepen binnen de gezondheidszorg en welzijn.
Na ieder hoofdstuk volgen opdrachten. De opdrachten zijn gebaseerd op het repeteren van de theoretische stof alsmede om de verwerking van de theoretische stof te stimuleren.
De rode draad in deze e-learning zijn de zogenaamde 'groene woorden', deze woorden zijn belangrijke begrippen voor de student om te onthouden.
Er is gekozen om opdrachten te ontwikkelen die steeds aansluiten bij het hoofdstuk en waarmee steeds de verdieping in wordt gegaan. De student kan op de opdrachten reflecteren. Er wordt na en-of tijdens de opdracht feedback gegeven aan de student.
Verschillende werkvormen:
In de e-learning wordt de student doorgestuurd naar de opdrachten middels een link. De link verwijst naar een ander platform zoals 'Lesson-up' en 'Educaplay'. Daarnaast is er ook gebruik gemaakt van meerkeuze vragen/ tools die Wikiwijs zelf aanbiedt.
De student kan deze Wikiwijs helemaal zelfstandig maken.
Vragen of problemen?
Wanneer er problemen mochten zijn met het open van de links vraag ik u contact op te nemen met oeben.e@2college.nl .
Naslagwerk:
Aan het einde van deze Wikiwijs vindt de student een bestand (groene woorden) waarin begrippen en de betekenis van deze begrippen staan uitgeschreven. Het is makkelijk en waardevol voor de student om dit bestand te downloaden zodat er naslagwerk beschikbaar is.
Introductie
Deze Wikiwijs is gemaakt door een student van de lerarenopleiding Gezondheidszorg en welzijn aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN).
Deze les is een voorbereiding op de Kennisbasis Gezondheidszorg en Welzijn en op de Landelijke Kennistoets. Er is gekozen om één onderwerp uit de Kennisbasis Gezondheidszorg en Welzijn uit te lichten. Dit onderwerp vormt de titel en daarmee de inhoud van deze les.
Tijdens deze les word je meegenomen in het web van de gezondheidszorg en welzijn in Nederland. Hoe is deze opgebouwd en welke werkvelden en beroepen zijn hieraan verbonden? Op deze en vele andere vragen ga je deze les een antwoord krijgen. Gedurende de les kom je 'groene woorden' tegen. Dit zijn belangrijke begrippen. De 'groene woorden' vormen de rode draad door deze Wikiwijs. Aan het einde van deze Wikiwijs wordt je kennis van de betekenis van deze begrippen, als afsluiting op de proef gesteld.
De Wikiwijs is het basisformat voor deze les. Gedurende deze les word je door middel van links doorgestuurd naar andere websites om daar een digitale tool te maken. Vervolgens keer je steeds in deze Wikiwijs terug.
Veel succes bij het maken van deze e-learning!
Doel van de les
Aan het einde van deze les:
Weet je wat de verschillende sectoren in de zorg zijn en wat deze inhouden.
Kan je een onderscheid maken tussen de verschillende behandelingsniveaus; nuldelijns- eerstelijns- en tweedelijnszorg.
Weet je welke werkvelden er zijn en in welk beroep je binnen welk werkveld werkzaam kan zijn.
Kan je uitleggen wat medische-, paramedische- en gezondheidsberoepen zijn.
Weet je wat een groot aantal beroepen inhouden en ook aan welke sector, welk behandelingsniveau en welk werkveld die beroepen gekoppeld kunnen worden.
Gezondheidszorg in Nederland
‘De zorg’ is met 88 miljard euro, of wel 15% van het Bruto Binnenlands Product (BBP), een belangrijk onderdeel van de Nederlandse economie. In de sector Gezondheidszorg en Welzijn werken ca. 1,2 miljoen mensen, bij zeer diverse organisaties als zorgboerderijen, verpleeghuizen, ziekenhuizen, universitair medische centra, et cetera.
De sector Gezondheidszorg en Welzijn is tevens een sector die volop in beweging is. We worden in Nederland steeds ouder, de vraag naar zorg neemt toe, terwijl het aanbod van gekwalificeerd personeel afneemt en de betaalbaarheid (en dus de budgetten) onder druk staan. Kortom, een maatschappelijke uitdaging.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport heeft een indeling gemaakt binnen het terrein van de gezondheidszorg en heeft het onderverdeeld in de sectoren van de gezondheidszorg:
Cure
Care
GGZ / maatschappelijke zorg
Preventieve / publieke gezondheidszorg
De zorgsector binnen Nederland bestaat uit alle aanbieders van zorg gericht op genezing of langdurige verzorging. Binnen deze sectoren houden veel verschillende soorten zorgverleners zich bezig met het gezond houden en maken van de mens.
De sector gezondheidszorg en welzijn kan op verschillende manieren worden ingedeeld. Enkele relevante begrippen zijn: cure, care en preventie en eerstelijns- en tweedelijnszorg.
Op de volgende pagina's wordt betekenis gegeven aan deze begrippen.
De curatieve zorg (cure)richt zich op het herstel van het lichaam of de geest oftewel: heeft als doel de client beter te maken, te genezen.
Curatief komt van het Engelse woord cure, dat 'genezing' betekent. Deze vorm van zorg is meestal kortdurend. Een verpleegkundige in het ziekenhuis verpleegt bijvoorbeeld een client na het ondergaan van een hartoperatie. De verpleegkundige zorgt er samen met haar collega's voor dat de client zo goed mogelijk wordt geholpen bij zijn herstel, met zo min mogelijk complicaties.
De caresector (care), is zorg die langer dan één jaar duurt en die bedoeld is voor mensen met een handicap, chronisch zieken en ouderen die professionele zorg en/of begeleiding nodig hebben in hun dagelijks leven. Geen genezing als primair doel.
In tegenstelling tot de curatieve zorg heeft 'care' niet genezing als primair doel. Het woord care betekent 'zorg'.
Een voorbeeld:
Een verpleegkundige in een woonzorgcentrum verpleegt een oudere cliënt met dementie. Het doel is niet om de dementie te genezen, dat is niet mogelijk; het doel is de kwaliteit van leven en de zelfstandigheid van de client zo hoog mogelijk te houden. Carezorg wordt verleend bij bijvoorbeeld:
een aandoening in de hersenen, mede als gevolg van ouderdom
een beperking, verstandelijk en/of fysiek
een psychische stoornis, waarbij langer dan drie jaar verblijf in een instantie vereist is.
Wanneer krijgt een cliënt te maken met 'cure' en/of 'care' hangt dus af van zijn problemen. Mensen met problemen die kunnen worden verholpen , zien we terug in de curatieve zorg. Mensen van wie de problemen niet kunnen worden verholpen, zien we terug in de caresector.
Mensen die zorg en begeleiding nodig hebben bij psychische problemen en stoornissen worden door de geestelijke gezondheidszorg opgevangen.
De GGZis de verzamelnaam voor alle gezondheidszorgactiviteiten die gericht zijn op preventie en behandeling van psychische stoornissen.
De zorg kan bestaan uit het geven van voorlichting, ambulante begeleiding, transmurale hulp en opname.
Stel:
een zorgvrager lijdt aan schizofrenie. Binnen de GGZ wordt er samen met de client gewerkt aan een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven te geven door intramurale behandeling of transmurale begeleiding.
(Intramuraal betekent dat de zorg meer dan 24 uur achter elkaar plaatsvindt in een ziekenhuis of in een zorginstelling als voorbeeld. Transmurale zorg is een dynamische vorm van zorg, waarbij zorg wordt aangeboden door meerdere zorgvreleners. Bijvoorbeeld thuiszorg en de zorg van een huisarts en polikliniek).
Een psychiater zal de zorgvrager medicatie voorschrijven, psychiatrisch verpleegkundigen en sociaal werkers zullen de client leren om te gaan met zijn ziekte. Verpleegkundigen in de GGZ werken vaak in een psycho-medisch centrum, bij een RIAGG, een ambulante GGZ of in de verslavingszorg.
Het doel van preventie is te zorgen dat mensen gezond blijven door hun gezondheid te bevorderen en te beschermen.
Ook heeft preventie tot doel ziekten en complicaties van ziekten te voorkomen of in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen. Er zijn grofweg vier indelingen van preventie in gebruik, namelijk naar: (1) doelgroep, (2) fase van de ziekte, (3) type maatregel en (4) methode van uitvoering.
Deze zijn hieronder achtereenvolgens beschreven. Preventieve maatregelen worden op verschillende locaties (settings) uitgevoerd, vooral in de zorg, op school, in de wijk en op de werkplek. Bij een integrale benadering richten preventiemaatregelen zich zowel op het gedrag van de personen als op de fysieke en sociale omgeving.
Publieke gezondheidszorg
De Wet publieke gezondheid regelt de organisatie van de openbare gezondheidszorg, de bestrijding van infectieziektecrises en de isolatie van personen/vervoermiddelen die internationaal gezondheidsgevaren kunnen opleveren. Ook regelt de wet de jeugd- en ouderengezondheidszorg. De Wet publieke gezondheid vervangt sinds 2008 de Infectieziektenwet, de Wet collectieve preventie volksgezondheid en de Quarantainewet.
Hierbij moet je denken aan het landelijk vaccinatieprogramma voor kinderen en ouderen door de GGD en aan reclames gericht op de gezondheid in opdracht van de RIVM.
Nu het eerste deel van de les erop zit, is het voornaam om te weten of je de theorie begrepen hebt. Door op de link hieronder te klikken ga je in een andere omgeving vragen beantwoorden over het eerste hoofdstuk.
De zorg in Nederland kan men op verschillende manieren indelen. Een indeling die niet zozeer gebaseerd is op de soort zorgactiviteiten, maar op de toegankelijkheid van de zorg, is de verdeling tussen nulde-, eerste- en tweedelijnszorg.
Elke lijn verleent eenzelfde soort zorg. Er werken dus in elke lijn zorgverleners die erg op elkaar lijken.
Op de volgende pagina's worden deze begrippen uitgelegd.
(TIP: klap alles onder dit onderwerp open in het inkse menu, alle behandelingsniveaus worden nu zichtbaar).
Nuldelijnszorg
De nuldelijnszorg is zorg die wordt verleend nog voordat mensen gezondheidsproblemen hebben, bijvoorbeeld op consultatiebureaus en op de GGD, maar ook zorg die wordt verleend door mantelzorgers of vrijwilligers.
Mocht iemand hulp nodig hebben, dan is het de bedoeling dat eerst in het eigen netwerk wordt gekeken of ondersteuning kan worden geboden.
Mantelzorg is een belangrijk informeel onderdeel van de zorg. We spreken hier van informele zorg omdat de zorg niet voortvloeit ui een professionele relatie maar uit een sociale relatie. Iemand met gezondheidsproblemen krijgt zorg of hulp van bijvoorbeeld een familielid of vriendin.
Mantelzorgers zijn dus mensen die langdurig onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit hun omgeving.
Mantelzorg kan variëren van huishoudelijke hulp tot lichamelijke verzorging en emotionele bijstand.
De eerstelijnszorg is de zorg waar mensen met klachten zonder verwijzing en op eigen initiatief naartoe kunnen stappen. Denk aan huisarts, tandarts, fysiotherapeut, verloskundige, psycholoog of maatschappelijk werker.
Binnen de eerstelijnszorg is de afgelopen jaren veel veranderd. Vroeger werd de huisarts vaak alleen geholpen door een administratief assistente of zijn echtgenote, die de rol van assistente op zich nam. Tegenwoordig wordt de eerstelijnszorg van de huisarts vaak verdeeld tussen huisarts, praktijkassistente, praktijkondersteuner en verpleegkundig specialist. Deze laatste heeft vaak de taak om de huisarts te ontlasten.
Volgens het NIVEL (2007) staat de gezondheidszorg voor grote maatschappelijke uitdagingen. De bevolking vergrijst en het aantal behandelmogelijkheden voor ziekten groeit. De zorgvraag zal toenemen en complexer worden. Hierdoor komt de gezondheidszorg onder druk te staan. Er zijn dan ook veel initiatieven gaande om met name de eerstelijnszorg te versterken. Bijvoorbeeld het creëren van meer gezondheidscentra en het stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen diverse disciplines.
De verloskundige zou bijvoorbeeld meer en beter kunnen samenwerken met de huisarts en met de afdeling gynaecologie van het ziekenhuis.
Meerkeuzevragen eerstelijnszorg
Tweedelijnszorg
De tweedelijnszorg is alleen toegankelijk voor een client na doorverwijzing door een zorgaanbieder uit de eerste lijn, meestal de huisarts. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een hartspecialist of een orthopeed.
De eerste lijn zorgt ervoor dat specialisten niet overspoeld raken met cliënten die eigenlijk niet bij hen thuis horen, en stuurt alleen de mensen door die ook daadwerkelijk dure, specialistische zorg nodig hebben.
Een huisarts is echter niet degene die bepaalt in welk ziekenhuis de client geholpen gaat worden. De cliënt heeft hier inspraak in en kan de behandelaar en het ziekenhuis kiezen waar de eigen voorkeur naar uitgaat; mits de zorgverzekeraar van de client een contract heeft met het desbetreffende ziekenhuis.
Verpleegkundigen die werkzaam zijn in het ziekenhuis kunnen een belangrijke schakel zijn tussen de client en de zorgproffesional en ze kunnen monitoren of iedere client wel de juiste zorg krijgt. Dit is het werk van een transferverpleegkundige.
De transferverpleegkundige zal moeten inventariseren hoe de thuissituatie is en welke zorg na het ontslag uit het ziekenhuis nodig zal zijn. Het werk van de transferverpleegkundige valt onder de Transmurale Zorgbrug.
De Transmurale Zorgbrug slaat een brug tussen professionals in ziekenhuizen en professionals in de eerstelijnszorg.
Het werk van de (transfer)verpleegkundigen is heel belangrijk om de overgang tussen tweedelijns- en eerstelijnszorg op een goede manier te laten verlopen. Zo blijkt ook uit cijfers.
De transferverpleegkundige licht alle noodzakelijke partijen in de eerste lijn in, zoals huisarts, thuiszorg of fysiotherapeut. De verpleegkundige neemt contact op met de diverse zorgverleners en zorgt voor afstemming van de behandelingswijze. Dan weet de huisarts dat de client een fysiotherapeut bezoekt en is de thuiszorg ervan op de hoogte dat een client bijvoorbeeld zelf niet kan tillen.
De afbeelding hieronder laat een samenvatting zien van de verschillende behandelingsniveaus.
In de eerste twee hoofdstukken heb je geleerd hoe de zorg in Nederland is opgebouwd. In het volgende hoofdstuk wordt uitgelegd welke werkvelden er zijn binnen de Nederlandse gezondheidzorg in Nederland. Elk werkveld wordt kort benoemd en ook welke beroepen er passen binnen deze werkvelden. Soms zijn er beroepen die in meerdere werkvelden voorkomen. Je hebt ook geleerd wat eerstelijnszorg inhoudt.
In dit hoofdstuk komt naar voren dat 'eerstelijnszorg' zowel een behandelniveau als een werkveld is. Dezelfde term die je vanuit verschillende kanten kan belichten.
Als je werkt in de verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) dan werk je voornamelijk met ouderen.
Omdat de meeste mensen tegenwoordig zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen, moeten vele van hen daarbij worden ondersteund en moet er zorg geleverd worden die past bij hun wensen en behoeften.
Wanneer iemand niet meer zelfstandig thuis kan wonen, verhuist diegene naar een verpleeghuis voor specialistische zorg. Dit gebeurt op het moment dat lichamelijke en/of geestelijke klachten te zwaar worden.
Beroepen behorend bij het werkveld VVT zijn onder meer:
specialist
ouderengeneeskunde
psycholoog
(wijk)verpleegkundige
verzorgende
helpende
Gehandicaptenzorg
De gehandicaptenzorg is gericht op mensen met een lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke beperking (of een combinatie).
Elke beperking vraagt om een andere manier van ondersteuning en zorg. Binnen de gehandicaptenzorg worden mensen geholpen om zoveel mogelijk een leven te leiden dat past bij wat hun wensen. En bij wat ze nog zelf kunnen. Vanuit deze rol is het belangrijk de clienten zoveel mogelijk te ondersteunen.
Beroepen die horen bij de gehandicaptenzorg zijn onder meer:
(ambulant) begeleider
gedragsdeskundige
ergo- of fysiotherapeut
logopedist
Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
De Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) is er voor mensen met (ernstige) psychische problemen of psychiatrische stoornissen. Je kunt hierbij denken overspannenheid, trauma’s, angst- en stemmingsproblemen, persoonlijkheidsproblemen of verslaving. Mensen die in de GGZ werkzaam zijn, helpen andere mensen de draad van hun leven weer op te pakken. Deze zorgvragers worden op weg geholpen naar een betere toekomst.
Beroepen die passen bij het werkveld van de GGZ zijn onder meer:
psycholoog
sociaalpsychiatrisch verpleegkundige
maatschappelijk werker
Jeugdzorg
Binnen de jeugdzorg worden in verschillende functies kinderen en jongeren geholpen bij problemen. Ze worden geholpen uit te groeien tot gezonde en evenwichtige volwassen. Het kind of de jongere worden ondersteunt en in sommige gevallen het hele gezin.
Als kinderen/jongeren niet meer thuis wonen, maar in een instelling, worden zij begeleidt op basis van het behandelplan in hun ontwikkeling en zelfstandigheid.
Beroepen waarin je kunt werken binnen de jeugdzorg zijn onder meer:
jeugdwerker
gezinshuisouder
ambulant hulpverlener
pedagogisch medewerker
Kinderopvang
Kinderopvang is een breed begrip. De opvang vindt onder meer plaats bij de peuteropvang, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, bij gastouders, bij kinder- en jongerenwerk, buurtwerk, jeugdzorg en het (basis)onderwijs. De kinderopvang staat geheel in het teken van het de hele dag bezig zijn met de verzorging en begeleiding van kinderen.
Beroepen binnen de kinderopvang zijn onder meer:
pedagogisch medewerker
vestigingsmanager
Kraamzorg
Kraamzorg is de zorg die wordt verleend voor, tijdens en na de bevalling aan een kersverse moeder en haar gezin. De verloskundige wordt geassisteert tijdens een thuisbevalling door de kraamzorg en leert daarna de moeder en haar partner de baby te verzorgen.
Er wordt onder meer advies en voorlichting gegeven over borstvoeding en goede hygiëne.
Kraamzorg wordt tot ongeveer acht dagen na de bevalling gegeven. Daarna kan het gezin het - dankzij de kraamverzorgende - alleen af.
Beroepen waarin je binnen de kraamzorg kunt werken zijn onder meer:
kraamverzorger in het ziekenhuis op de afdeling verloskunde
kraamverorger op de kraamafdeling van het ziekenhuis
kraamverzorger bij een thuiszorgorganisatie
Eerstelijnszorg
Wanneer iemand zorg nodig heeft, dan komt diegene in de meeste gevallen in contact met de eerstelijnszorg.
Denk aan de huisarts of de tandarts, waarvoor geen verwijzing nodig is.
Met een functie in de eerstelijnszorg wordt voornamelijk zelfstandig gewerkt. Vaak als onderdeel van een klein tot middelgroot team waar regelmatig werkoverleggen met collegazorgverleners plaatsvinden.
Beroepen passend bij het werkveld eerstelijnszorg zijn onder meer:
apotheker-, tandarts- of doktersassistent
huisarts
praktijkondersteuner
fysiotherapeut
diëtist
Revalidatie zorg
Soms hebben mensen revalidatiezorg nodig om. Dit is zorg dat hen helpt te herstellen van bijvoorbeeld een ziekte of een ziekenhuisopname.
Revalidatiezorg wordt daarnaast ingezet om te voorkomen dat mensen te maken krijgen met mogelijke lichamelijke problemen. Binnen de revalidatiezorg worden patiënten geholpen het leven weer op te pakken. Zoveel mogelijk als ze dat gewend waren en met acceptatie van een eventuele beperking.
Beroepen die passen bij het werkveld revalidatiezorg zijn onder meer:
ergotherapeut
fysiotherapeut
orthopedagoog
verpleegkundige
bewegingsagoog
prothese- en orthesemaker
revalidatiearts
Ziekenhuis
In het ziekenhuis komen vooral patiënten die tijdelijk maar ook regelmatig specialistische zorg nodig hebben.
Ze worden meestal doorwezen door een andere zorgverlener, onder wie de huisarts of ze worden met spoed binnengebracht. Werken in het ziekenhuis is dynamisch en de contacten met de patiënten zijn vaak van korte duur. Binnen een ziekenhuis wordt er dag en nacht zorg verleend.
Beroepen die passen bij het werkveld ziekenhuis zijn onder meer:
specialist
anesthesiemedewerker
operatieassistent
verpleegkundige
medisch secretaresse
Welzijnssector
Werken in de welzijnssector varieert van werken met kinderen en jongeren tot werken met vluchtelingen, drugsverslaafden of daklozen. Maatschappelijk werk richt zich op mensen met uiteenlopende problemen, zoals schuldhulpverlening. Kortom, in de welzijnssector worden mensen opgevangen en zo goed mogelijk geholpen hun problemen op te lossen. Hiervoor worden bijvoorbeeld activiteiten op in buurthuizen en jongerencentra opgezet, maar worden mensen ook persoonlijk begeleidt.
Beroepen die horen bij de welzijnssector zijn onder meer:
sociaal werker
maatschappelijk werker
verslavingsarts
Opdracht 2 Werkvelden in de zorg
De opdracht die volgt is een opdracht waarbij je verschillende beroepen aan het werkveld wat hierbij hoort moet koppelen. Er is in deze opdracht steeds maar één antwoord mogelijk...
De beroepen die uit te oefenen zijn binnen de gezondheidszorg en welzijn kan je onderverdelen in medische, paramedische en verpleegkundige en verzorgende beroepen. En zo ook onder cure & care en nuldelijns-, eerstelijns- en tweedelijnszorg.
In het volgende hoofdstuk wordt ieder beroep afzonderlijk benoemd en uitgelicht. Je krijgt een duidelijk beeld van wat ieder beroep inhoudt en ook waarin het beroep moet worden onderverdeeld binnen de kaders die per hoofdstuk in deze les zijn behandeld:
Bij welke sector hoort het beroep: cure of care, GGZ of preventie/publiekezorg of bij meerdere sectoren?
Bij welk behandelingsniveau hoort het beroep?
Binnen welk werkveld past het beroep?
In dit hoofdstuk komt een nieuwe en laatste verdeling aan bod en tevens ook de laatste, namelijk de verdeling tussen:
Medische beroepen
Paramedische beroepen
Gezondheidsberoepen
Medische beroepen
Onder de medische beroepen vallen o.a. de volgende beroepen:
Huisarts:
Eerstelijns zorg, zowel cure als care. Gericht op de behandeling en preventie van veelvoorkomende, met name medische problemen.
Werkveld: Eerstelijnszorg
Tandarts:
Eerstelijns zorg, zowel cure als care. Gericht op de behandeling en preventie van gebitsproblemen.
Werkveld: Eerstelijnszorg
Apotheker:
Eerste- en tweedelijnszorg zowel cure als care. Ziekenhuisapothekers zijn er voor opgenomen patiënten in de ziekenhuizen, openbare apothekers zijn voor iedereen toegankelijk. Apothekers geven advies, controle op gebruik door patiënten, inkoop van medicijnen, magistrale receptuur (bereiding medicijnen).
Werkveld: Eerstelijnszorg
Verloskundige:
Eerstelijnszorg. Met name care. Gericht op de begeleiding van zwangerschap en bevalling. Vanaf het begin van de zwangerschap tot en met de bevalling en kraambed begeleidt een verloskundige de zwangere vrouw. (prenatale-, natale- en postnatale zorg).
Onder de gezondheidsberoepen verstaan we de volgende beroepen:
Pedagoog:
Tweedelijnszorg. Cure en care. Gericht op de ondersteuning van het kind, ouder en het beleid. Een pedagoog geeft veelal voorlichting en ondersteunt bij opvoeding- en ontwikkelingsvragen.
Werkveld: Revalidatiezorg
Psychiaters:
Tweedelijnszorg. Cure. Gericht op de medische behandeling van psychische problemen.
Werkveld: Geestelijke gezondheidszorg / GGZ
Maatschappelijk werker:
Eerstelijnszorg. Zowel cure als care. Gericht op de begeleiding van mensen met psychosociale problemen.
Tweedelijnszorg. Cure en care. Activiteitenbegeleider is een beroep in de medische dienstverlening dat bestaat uit het aanbieden van activiteiten aan heel veel verschillende doelgroepen, meestal in een activiteitencentrum of als onderdeel van een activiteitentherapie.
Eerstelijnszorg. Cure en care. Gericht op verbetering van kwaliteit van leven, veelal als de medische wereld geen afdoende resultaat kan geven. Te denken valt aan acupunctuur, homeopathie en biofeedback.
Werkveld: Eerstelijnszorg
Psychotherapeut:
Tweedelijnszorg. Zowel cure als care. Gericht op het diagnosticeren en psychologisch behandelen van psychische problemen.
Intensieve hulp bij ernstige psychiatrische stoornissen.
Werkveld: Geestelijke gezondheidszorg / GGZ
Gezondheidszorgpsycholoog:
Tweedelijnszorg. Cure. Gezondheidspsycholoog is de titel voor een universitair geschoolde psycholoog. De GZ-Psycholoog verricht psychologisch onderzoek en geeft psychologische behandelingen bij problemen in de levenssfeer en psychische gevolgen van lichamelijke ziekten of invaliditeit.
Overal werkzaam in: verpleeghuizen, revalidatie-, gehandicapten- en jeugdhulpverlening.
Binnen de fysiotherapie mag fysiotherapeut als verzamelnaam genomen worden. Deze kan echter ook nog onderverdeeld worden..
Fysiotherapeut:
Eerstelijnszorg. Zowel cure als care. Gericht op de behandeling en preventie van motorische problemen. Is de expert in houding en beweging. Hij helpt je bij het voorkomen, verhelpen of verminderen van je lichamelijke klachten en zorgt ervoor dat je weer optimaal kunt bewegen.
Tweedelijnszorg. Cure en care. Een oedeemfysiotherapeut is een behandelaar die zich richt op het verminderen van abnormale vochtophoping in het lichaam.
Werkveld: Revalidatiezorg, Ziekenhuis
Bekkenfysiotherapeut:
Tweedelijnszorg. Cure en care. De bekkenfysiotherapeut is gespecialiseerd in het onderzoeken van klachten in het buik, lage rug, bekken en bekkenbodemgebied.
Werkveld: Revalidatiezorg
Kinderfysiotherapeut:
Tweedelijnszorg. Cure en care. De kinderfysiotherapeut heeft zich gespecialiseerd in het bewegingsapparaat van kinderen in ontwikkeling en de daarbij mogelijke afwijkingen en adequate behandelvormen.
Houdt zich bezig met kinderen van 0-18 jaar.
Werkveld: Jeugdzorg, Revalidatiezorg, Ziekenhuis
Geriatrische fysiotherapeut:
Tweedelijnszorg. Cure en care. De geriatrische fysiotherapeut heeft zich gespecialiseerd in de zorg voor kwetsbare ouderen en cliënten / patiënten met een hoge (biologische) leeftijd, die te maken hebben met complexe gezondheidsproblemen. Bijvoorbeeld door beroerte, dementie, de ziekte van Parkinson of een gebroken heup.
Werkveld: Revalidatiezorg, Ziekenhuis
Oefentherapeuten:
Eerste- en tweedelijnszorg. Cure en care. Oefentherapie is een paramedische behandelmethode waarbij de oefentherapeut werkt vanuit de inzichten van Bess Mensendieck of Marie Cesar. Er wordt vooral gelet op houding en-of bewegingen en het verbeteren van deze door middel van oefening.
Hieronder wordt een onderverdeling gemaakt in de verschillende oefentherapeuten.
Podotherapeut:
Tweedelijnszorg. Cure en care.
Verzorgt voetklachten en klachten in het bewegingsapparaat als gevolg van niet goed functioneren van de voeten. Stand, afwijkingen, overbelasting, vermoeidheidsklachten, sport blessures, suikerziekte en reuma. Het maken van hulpstukken behoort ook tot de werkzaamheden.
Werkveld: Revalidatiezorg, Ziekenhuis
Ergotherapeut:
Tweedelijnszorg. Care. Helpt mensen die door lichamelijke of psychische klachten een tekortkoming van bepaalde dagelijkse handelingen hebben ontwikkeld. Bijvoorbeeld koken en wassen of het oefenen van dagelijkse activiteiten als een jas dichtknopen of een andere manier van uitvoeren aanleren.
Eerste- en tweedelijnszorg. Zowel cure als care. Een logopedist onderzoekt, adviseert en behandelt patiënten van alle leeftijden die problemen ervaren op het gebied van stem, spraak, taal, gehoor of slikken.
Spraak en taal ontwikkeling en problemen met slikken.
Werkveld: Gehandicaptenzorg
Diëtist:
Eerstelijnszorg. Care. Een diëtist geeft advies over voeding bij gezondheid of ziekte.
Werkveld: Eerstelijnszorg
Huidtherapeut:
Tweedelijnszorg. Cure. Zorgt voor behandeling van beschadigde huid bij brandwonden, littekens, acne, overbeharing of oedeem.
Werkveld: Revalidatiezorg
Mondhygiënist:
Eerstelijnszorg. Care. De taken die een mondhygiënist uitvoert zijn voornamelijk gericht op preventie – het voorkomen van tandvleesproblemen, cariës en erosie.
Mondonderzoek en eventueel maken röntgenfoto’s en gebitsafdrukken.
Voorlichting over het ontstaan van problemen en goede gebitsverzorging.
Uitvoeren gebitsreiniging waarbij plaque, aanslag en tandsteen worden verwijderd.
Preventiebehandelingen zoals aanbrengen van fluoride, aanbrengen laklaag of polijsten, mits bekwaam en bevoegd in opdracht van de arts verdoving geven en met aanvullende opleiding in opdracht van de arts, kleine gaatjes vullen.
Werkveld: Ziekenhuis, Revalidatiezorg
Orthoptist:
Tweedelijnszorg. Cure. Een orthoptist diagnosticeert en behandelt stoornissen in de samenwerking en ontwikkeling van de ogen.
Scheelzien, lui oog, brilafwijkingen en dubbel zien. Doet oogonderzoek en kan bril of lenzen aanmeten.
Werkveld: Revalidatiezorg, Ziekenhuis
Radiodiagnostisch laborant:
Tweedelijnszorg. Cure. Zijn voornamelijk werkzaam op de polikliniek radiologie en de Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis, maar kunnen ook werken bij gespecialiseerde radiodiagnostische centra. Verricht onderzoek naar ziek weefsel middels radiologie.
Werkveld: Ziekenhuis
Radiotherapeutisch laborant:
Tweedelijnszorg. Care. Een radiotherapeutisch Laborant maakt berekeningen, hanteert de apparatuur zorgt voor het afbakenen van het bestralingsgebied. Hij moet nauwkeurig kunnen werken, goed rekenen en technisch inzicht hebben.
Het theoretische gedeelte van deze les zit er nu op. Nu volgen drie opdrachten die verwijzen naar een andere website door middel van een link.
Dit zijn afsluitende opdrachten. Je kan hiermee jouw opgenomen kennis van de inhoud over het gehele onderwerp toetsen.
Succes!
Opdracht 3 Matching game
Bij de volgende opdracht is het de bedoeling dat je steeds drie begrippen aan elkaar verbindt. Wanneer je op een begrip klikt dan verschijnt bovenin beeld een begrip wat past bij jouw gekozen begrip.
Het is de bedoeling dat je steeds twee begrippen uit het speelveld kiest die passen bij het begrip bovenaan de opdracht.
Tijdens deze les zijn veel groenewoorden naar voren gekomen. Deze woorden zijn de meest belangrijke begrippen uit deze les.
In de volgende opdracht wordt je kennis hierover getoetst. Door middel van een tool met open vragen kun je in je eigen woorden beschrijven wat een begrip betekent. Je krijgt feedback op jouw gegeven antwoord.
Onderaan deze Wikiwijs vind je in een bestand de complete begrippenlijst inclusief de antwoorden zodat je deze nog eens kan doornemen zonder heel de Wikiwijs opnieuw te moeten doorlopen.
Je bent aan het einde gekomen van deze Wikiwijs / e-learning. Als het goed is kan je nu:
De inhoud van de verschillende sectoren in de zorg benoemen.
Een onderscheid maken tussen de verschillende behandelingsniveaus; nuldelijns- eerstelijns- en tweedelijnszorg.
Benoemen welke werkvelden er zijn en in welk beroep je binnen welk werkveld werkzaam kunt zijn.
Uitleggen wat medische-, paramedische- en gezondheidsberoepen zijn.
Vertellen wat een groot aantal beroepen inhouden en ook aan welke sector, welk behandelingsniveau en welk werkveld die beroepen vervolgens gekoppeld kunnen worden.
Afbeelding 1. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://www.werkgevers.zorgpleinnoord.nl
Afbeelding 3. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://www.advocatie.nl/
Afbeelding 4. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van http://www.care-thuiszorg.nl/
Afbeelding 5. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://www.mijngezondheidsgids.nl/
Afbeelding 6. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://prodemos.nl/
Afbeelding 7. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://www.programmalangerthuis.nl/
Afbeelding 8. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van http://dspace.library.uu.nl/
Afbeelding 9. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://www.wedoenhetsamen.nu/ken-jij-je-doelgroep/
Afbeelding 10. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://www.paymentconsulting.be/
Afbeelding 11. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://www.brandsupply.be/
Afbeelding 12. (z.d.). [afbeelding]. Geraadpleegd van https://www.medischcontact.nl/Home.htm
Dijkstra, P., & Smeets, B. (2017). Inleiding tot de gezondheidszorg (2de editie). Amsterdam, Nederland: Pearson Benelux B.V.
Edumeijsch. (2020). Mens en zorg (3de editie, Vol. 2020). Alkmaar, Nedeland: Edumeijsch.
LessonUp info@lessonup.com. (z.d.). Online les geven. Geef digitaal lessen met het grootste gemak. Geraadpleegd op 19 december 2020, van https://www.lessonup.com/nl/
Matching Game: Matching game (Klas 3 - beroepen - begrippen). (2020, 23 december). Geraadpleegd op 19 december 2020, van https://www.educaplay.com/learning-resources/8000179-matching_game.html
Organisatie van de gezondheidszorg. (z.d.). Geraadpleegd op 20 december 2020, van https://onderwijsonline.han.nl/elearning/lesson/BNnMR9Eq
Preventie in Volksgezondheidenzorg.info | Wat is preventie? | Volksgezondheidenzorg.info. (z.d.). Geraadpleegd op 22 december 2020, van https://www.volksgezondheidenzorg.info/verantwoording/preventie-volksgezondheidenzorginfo/wat-preventie#node-wat-verstaan-we-onder-preventie
Waar kun je werken. (z.d.). Geraadpleegd op 19 december 2020, van https://www.zorgenwelzijnplein.nl/infopunt/werkvelden
Wet publieke gezondheid. (z.d.). Geraadpleegd op 19 december 2020, van https://www.rivm.nl/meldingsplicht-infectieziekten/wet-publieke-gezondheid
Zowelwerk. (z.d.). Geraadpleegd op 19 december 2020, van https://www.zowelwerk.nl/home
Het arrangement Beroepen en werkvelden binnen de sector G&W is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Evelien Oeben
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-12-29 20:35:58
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les is gemaakt voor HBO studenten aan de lerarenopleiding (deeltijd) Gezondheidszorg en welzijn aan de HAN. Deze wiki is gemaakt om studenten klaar te stomen voor de kennisbasis.
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Trefwoorden
han, kennisbasis, lerarenopleiding gzw, zorg en welzijn hbo
Deze les is gemaakt voor HBO studenten aan de lerarenopleiding (deeltijd) Gezondheidszorg en welzijn aan de HAN. Deze wiki is gemaakt om studenten klaar te stomen voor de kennisbasis.
leerling/student
han, kennisbasis, lerarenopleiding gzw, zorg en welzijn hbo
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.