De tweedelijnszorg is alleen toegankelijk voor een client na doorverwijzing door een zorgaanbieder uit de eerste lijn, meestal de huisarts. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een hartspecialist of een orthopeed.
De eerste lijn zorgt ervoor dat specialisten niet overspoeld raken met cliënten die eigenlijk niet bij hen thuis horen, en stuurt alleen de mensen door die ook daadwerkelijk dure, specialistische zorg nodig hebben.
Een huisarts is echter niet degene die bepaalt in welk ziekenhuis de client geholpen gaat worden. De cliënt heeft hier inspraak in en kan de behandelaar en het ziekenhuis kiezen waar de eigen voorkeur naar uitgaat; mits de zorgverzekeraar van de client een contract heeft met het desbetreffende ziekenhuis.
Verpleegkundigen die werkzaam zijn in het ziekenhuis kunnen een belangrijke schakel zijn tussen de client en de zorgproffesional en ze kunnen monitoren of iedere client wel de juiste zorg krijgt. Dit is het werk van een transferverpleegkundige.
De transferverpleegkundige zal moeten inventariseren hoe de thuissituatie is en welke zorg na het ontslag uit het ziekenhuis nodig zal zijn. Het werk van de transferverpleegkundige valt onder de Transmurale Zorgbrug.
De Transmurale Zorgbrug slaat een brug tussen professionals in ziekenhuizen en professionals in de eerstelijnszorg.
Het werk van de (transfer)verpleegkundigen is heel belangrijk om de overgang tussen tweedelijns- en eerstelijnszorg op een goede manier te laten verlopen. Zo blijkt ook uit cijfers.
De transferverpleegkundige licht alle noodzakelijke partijen in de eerste lijn in, zoals huisarts, thuiszorg of fysiotherapeut. De verpleegkundige neemt contact op met de diverse zorgverleners en zorgt voor afstemming van de behandelingswijze. Dan weet de huisarts dat de client een fysiotherapeut bezoekt en is de thuiszorg ervan op de hoogte dat een client bijvoorbeeld zelf niet kan tillen.
De afbeelding hieronder laat een samenvatting zien van de verschillende behandelingsniveaus.