Rivieren

Rivieren

Welkom

Vandaag gaan we het hebben over rivieren en zijn natuurlijke waterstromen. Bij deze les leren we over de aard en de oorsprong van de rivier en kunnen we aan het einde van de les uitleggen wat een rivier inhoudt en waar je naar moet kijken.

Bekijk de video, deze geeft alvast een uitleg wat rivieren zijn.

Lesdoelen:

  • Aan het einde van de les kan de leerling uitleggen welke soorten rivieren er zijn
  • De leerling kan aan het einde van de les het verschil uitleggen tussen het debiet en het regiem
  • De leerling weet wat het NAP is aan het einde van de les, en kan uitleggen wat dit is
  • De leerling kan aan het einde van de les het verhang berekenen
  • De leerling kan de functies van dijken omschrijven en weet waarvoor de dijken dienen
  • De leerling kan uitleggen wat de loop van de rivier is

Soorten rivieren

Lesmateriaal

De loop van de rivier

Vlechtende rivier
Vlechtende rivier
Meanderende rivier
Meanderende rivier

Bovenloop

De bovenloop van de rivier is vanaf de bron het eerste deel van de rivier. Dit is het deel waar kleinere beekjes stromen tot één grote rivier. De rivier stroomt hier snel, waardoor de rivier een groot eroderend vermogen heeft en veel sediment meeneemt. 

Middenloop

De middenloop van een rivier is ook wel het middelste gedeelte van de rivier. Er bevindt zich hier een evenwicht plaats tussen erosie en sedimentatie. In dit gedeelte worden er twee verschijningsvormen onderscheiden:

  1. Een vlechtende rivier
  2. Een meanderende rivier

Benedenloop

De benedenloop van de rivier is vanaf de bron gezien het laatste gedeelte van de rivier. Kenmerkend voor de benedenloop is het kleine verhang en de monding in de zee. Het sediment dat is meegenomen door de rivier wordt hier vaak neergelegd. De rivier in de benedenloop splitst zich vaak nog in meerdere takken, hierdoor ontstaat er een delta.

Opbouw van de Rijn

Soorten rivieren

Een rivier is een waterstroom die op een natuurlijke wijze is ontstaan. Sommige rivieren zijn gekanaliseerd, of is een kanaal in de loop van tijd steeds meer een eigen weg gaan volgen. De IJssel is bijvoorbeeld een zijrivier van de Rijn.

Wij kennen drie soorten rivieren, deze worden onderverdeeld in de oorsprong van het water dat de rivier voedt.

  1. Regenrivier
  2. Gletsjerrivier of smeltwaterrivier
  3. Gemengde rivier

 

Regenrivier

Een regenrivier is een rivier die volledig wordt gevoed door regen- en/of grondwater. Kenmerkend voor dit type rivier is dat de waterstanden sterk kunnen wisselen (variëren).

Gletsjerrivier of smeltwaterrivier

Een gletsjerrivier is een rivier die volledig wordt gevoed door het smeltwater van gletsjers. 

Gemengde rivier

Een gemengde rivier is een rivier waarvan de voeding bestaat uit smeltwater en regenwater. In de bovenloop wordt de rivier voornamelijk gevoed met smeltwater, terwijl in de benedenloop de rivier gevoed wordt met regenwater.

Regenrivier
Regenrivier
Gletsjer rivier
Gletsjer rivier
Gemengde rivier
Gemengde rivier

Debiet en regiem

Debiet

Het debiet is de gemiddelde afvoer water van een rivier per tijdseenheid.Oftewel de hoeveelheid water dat per seconde de zee instroomt. De hoeveelheid water wordt vaak in kubieke meter gemeten. Eén kubieke meter is 1000 liter.

Regiem

Het regiem is de schommeling in de afvoer van water per jaar. Een onregelmatig regiem kent veel schommelingen en kan ontstaan door een onstabiel klimaat in de bovenloop. Een regelmatig regiem is stabiel en kent weinig tot geen pieken en dalen.

Voorbeelden

Een rivier in de woestijn heeft een klein debiet (niet veel water afvoer), maar een groot regiem (door het verschil in droge tijd en regenbuien groot is).

Een tropisch regenwoud heeft vaak een groot debiet (de amazone), maar een klein regiem (omdat er vaak net zo veel regen valt).

 

Debiet en regiem

Verval en verhang

Rivieren stromen naar zee, maar de ene rivier stroomt harder dan de andere rivier. Dit heeft te maken met het verval en de verhang van een rivier. 

Het verval is het hoogteverschil tussen twee plekken waar de rivier tussen stroomt. Dit wordt bijvoorbeeld aangegeven door het hoogteverschil tussen de oorsprong (waar de rivier begint) en de monding van de rivier (waar de rivier eindigt in zee).

Als we het verval van de rivier weten, dan kan het verhang worden berekend. Het verhang is de relatieve hoogteverschil van de rivier. Vaak wordt dit gemeten in m/km of cm/km.

Het verval bereken je door het verval door de afstand te delen tussen de twee plekken waar je het verval van hebt genomen. 

Verhang en verval

NAP - Waterstanden

Wat is NAP?

Alle hoogtes op het gebied van water in Nederland worden gemeten ten opzichte van hetzelfde niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Een NAP-hoogte van 0 m is ongeveer gelijk aan het gemiddeld zeeniveau van de Noordzee. 

Waar gebruiken we het NAP voor?

Het NAP is onmisbaar voor de bescherming tegen overstromingen voor Nederland. Met behulp van dijken en andere waterkeringen wordt ons land droog gehouden. Daarom kijkt de rijkswaterstaat regelmatig of de dijken en waterkeringen hoog genoeg zijn ten opzichte van het NAP. Daarnaast wordt er ook gebruik gemaakt van de NAP voor waterbeheer, plannen van bouwwerkzaamheden en het bestuderen van bodembewegingen.

De peilmeetstation bij de IJsselkop
De peilmeetstation bij de IJsselkop

Dijken

Schets binnendijk
Schets binnendijk
Rivierdijk
Rivierdijk
Zeedijk
Zeedijk

Een dijk is een aangelegde verhoging die het achterliggende land beschermt tegen hoogwater en golven.

Er zijn verschillende soorten dijken in Nederland:

  1. Zeewaterkerende dijken
  2. Rivierwaterkerende dijken
  3. Binnenwaterkerende dijken

Winterdijk en zomerdijk

Een winterdijk is een dijk langs de rivier die bij hoge afvoeren van water door de rivier overstroming van omliggende gebieden voorkomt en de rivier in het stroomprofiel houdt. Anders dan de zomerdijk is de winterdijk hoog genoeg om de hoogst voorkomende waterstanden tegen te houden. Bij hoge afvoeren stroomt het water over de zomerdijken, waarbij de uiterwaarden vollopen.

Functies van dijken

  1. Een dijk is een waterkering
  2. De dijk is een drager van bebouwing
  3. De dijk is een verkeersdrager
  4. Drager van kabels en leidingen
  5. Drager van beplanting

Zomerdijk en winterdijk

Kennisclip loop van de rivieren

De loop van de rivier

Verdieping

Rivieren

Als een extra opdracht voor het vak gaan we kijken naar de loop van de Rijn. De Rijn is één van de langste rivieren met een lengte van 1324 km. De bovenloop, ookwel de bron, ligt in de Tomasee nabij de Zwitserse Oberalppas.

Maak eerst de opdrachten van de link in Google Earth, mocht dit niet lukken bekijk de filmpjes en vraag voor jezelf wat je ziet, waarom is dit hier en verklaar je antwoorden.

De Rijn van bron tot monding (Zwitserland)

De Rijn van bron tot monding (Duitsland)

Van bron tot monding

Dijken

Bekijk de video's voor extra verdieping over dijken, hoe zit een dijk in elkaar en hoe worden deze gebouwd?

Afsluitdijk

Kunnen dijken breken?

Water en land met een superstorm

Extra oefening

Begrippen oefening

Kruidwoord begrippen

Raad het begrip

Maken samenvatting

Samenvatting maken
Maak een samenvatting over de lesstof

Oefening lesstof vragen

Begrippen

De volgende begrippen komen er aan bod:

  • Regenrivier is een rivier die volledig wordt gevoed door regen- en/of grondwater.
  • Gletsjerrivier of smeltwater rivier is een rivier die volledig wordt gevoed door smeltwater van gletsjers.
  • Gemengde rivier is een rivier waarvan de voeding bestaat uit smeltwater en regenwater. In de bovenloop wordt deze gevoed met smeltwater, in de benedenloop met regenwater.
  • Debiet is de gemiddelde afvoer van een rivier per tijdseenheid de zee instroomt.
  • Regiem is de schommeling in de afvoer van water per jaar.
  • NAP is het Nederlands Amsterdams Peil, 0 meter is ongeveer gelijk aan het gemiddelde zeeniveau van de Noordzee.
  • Verval is het hoogteverschil tussen twee plekken waar de rivier tussen stroomt.
  • Verhang is de relatieve hoogteverschil van de rivier, vaak gemeten in m/km of cm/km.
  • Bovenloop is het eerste deel van de rivier vanaf de bron gezien
  • Benedenloop is het laatste gedeelte van de rivier waar de rivier uitmondt in zee.
  • Vlechtende rivier is een rivier die doormiddel van kanalen elkaar kruist en in elkaar overlopen.
  • Meanderende rivier is een rivier die loopt als een lus heen en weer. 

Eindtoets

Evaluatie

Deze les hebben we veel geleerd over de rivieren met veel belangrijke begrippen. Ik wil dat jullie deze week de eindtoets maken en de begrippen gaan overschrijven op kaartjes voor de voorbereiding op de toets.

De volgende les gaan we nog een keer terugkijken naar wat we deze week hebben geleerd, en bespreken we de toets en het huiswerk.

Bronnen

Afbeeldingen

Video

Soorten rivieren, Graaf Geo, https://www.youtube.com/watch?v=fuRsyAqspPw

Vragen