Deze wikiwijs gaat je het komende jaar helpen bij het ontwikkelen van je loopbaancompetenties. Hiervoor ga je aan de slag met verschillende opdrachten. De SLB docent geeft aan wanneer je hiermee aan de slag gaat.
Onder het kopje Inleiding zie je wat je moet doen en waarom er een Loopbaanportfolio is.
Onder het kopje Planning zie je wat je wanneer klaar moet hebben
Daaronder zie je verschillen kopjes met opdrachten die je gaat maken.
Instructies
Voor het samenstellen van je loopbaanportfolio begin je met het aanmaken van een verslag
Dit doe je digitaal
Zorg ervoor dat je het verslag weer terug kan vinden (zet hem bv in de cloud op Sharepoint/Alfa connect)
In dit verslag ga je verschillende bestanden/documenten verzamelen, zo groeit je verslag gedurende dit jaar. 2x per jaar lever je het verslag in (dat doe je via TEAMS) op 31 december en op 30 juni.
Verantwoording Loopbaanportfolio
Het loopbaanportfolio is een persoonlijk dossier. Het portfolio is een belangrijk hulpmiddel tijdens je hele opleiding. Het is een werkdossier; een map die je voortdurend bij moet houden.
Met dit portfolio krijg je inzicht in:
je kwaliteiten (waar je goed in bent),
je mogelijkheden (wat je nog kunt leren),
je waarden (wat je belangrijk vindt) en
je motieven (waarom je iets belangrijk vindt).
Dit is van belang voor je eigen loopbaan. Hierdoor kun je later bewuster kiezen voor werk dat bij je past of voor een geschikte vervolgopleiding.
Het portfolio heeft drie functies:
Het portfolio is een belangrijk hulpmiddel om het leren te kunnen sturen, o.a. met de onderdelen POP en PAP.
Het portfolio is een belangrijk hulpmiddel om je eigen leerresultaten te verzamelen.
Het portfolio is een belangrijk hulpmiddel om anderen te laten zien wat je kunt.
Met het portfolio kun je voldoen aan de exameneisen voor Loopbaan
(zie hiervoor het examenplan in je onderwijs- en examenregeling).
Daarvoor moet je aan onderstaande onderdelen van Loopbaan hebben voldaan:
Capaciteitenreflectie (reflectie = nadenken over jezelf).
Wat kan ik al en wat kan ik nog niet?
Motievenreflectie.
Wat wil ik en wat vind ik belangrijk?
Werkexploratie: onderzoek naar werk en verandering van baan. Dit kan betekenen:
Werkoriëntatie: Welk werk past het beste bij mij en met welke baan heb ik de beste loopbaankansen?
Opleidingsoriëntatie: welke (vervolg)opleidingen kan en wil ik nog doen?
4. Loopbaansturing: Wat kan ik doen om mijn loopbaan te plannen en te veranderen?
5. Netwerken: contacten opbouwen en onderhouden.
Planning
Leerjaar 1
Dit is klaar op 31 december 2020
De opdracht: verslag maken
De opdracht: CV
De opdracht: Kernkwadrant
POP en PAP 1
Dit is klaar op 30 juni 2021
De opdracht: Intervisie
De opdracht: Motievenonderzoek
POP en PAP 2
De opdracht: Afsluitende opdracht
Een goed en mooi verslag maken
Het maken van een goed verslag is best een klus. Je bent nu begonnen met de opleiding en het is handig om dit volgens een bepaalde methode te doen. Onder dit kopje vind je manieren om een verslag te schrijven. Ook krijg je uitleg hoe je digitaal met WORD een goed document kan maken.
Hoe is een verslag opgebouwd en wat schrijf je waar?
Voor het maken van een goed verslag ga je ervan uit dat het er mooi en goed uitziet. Maar wat moet er nu allemaal in een verslag staan. Hieronder zie je een korte opsomming van de onderdelen.
Stappenplan, hoe maak je een goed verslag
1. De voorbereiding
Kies, indien dat kan, een onderwerp dat je interesseert. Dat zorgt namelijk voor (meer) motivatie en mogelijk weet je er al het een en ander over. Na het bepalen van het onderwerp ga je informatie opzoeken. Er zijn diverse bronnen beschikbaar: internet (let er dan wel op dat je betrouwbare bronnen gebruikt!), boeken, kranten, tijdschriften, of personen die wat van het onderwerp af weten. Lees de verkregen informatie goed door en beslis welke informatie relevant is voor jouw onderwerp.
2. Maak een goede indeling van de hoofdstukken
Zoek uit welke informatie bij elkaar hoort en bundel het in losse hoofdstukken.
3. Schrijf het verslag
Zorg dat je de informatie in je eigen woorden opschrijft. De onderdelen die aan bod moeten komen, zijn: a. Titelpagina: de voorkant van het verslag. Op je titelpagina zet je doorgaans de titel van het verslag, je naam, klas, docent, inleverdatum en eventueel een mooie afbeelding van het onderwerp. b. Inhoudsopgave: in de inhoudsopgave staat vermeld uit welke onderdelen het verslag bestaat en op welke bladzijden deze onderdelen te vinden zijn. c. Inleiding: in de inleiding vertel je wat er in het verslag besproken wordt. d. Hoofdstukken: hierin staat alle informatie over het onderwerp besproken. Per hoofdstuk wordt een deelonderwerp behandeld. Elk hoofdstuk is weer in alinea’s verdeeld om het overzichtelijk te maken. e. Slot: meestal is dit de conclusie of samenvatting. Het kan ook zo zijn dat je je eigen mening over het onderwerp moet geven of dat je terugblikt op het schrijven van het verslag. Wat heb je er van geleerd? f. Bronvermelding: een overzicht van alle boeken, internetpagina’s, krant- en tijdschriftartikelen die je hebt gebruikt g. Bijlagen (eventueel): indien je bijlagen hebt, plak je deze achterin het document. Denk aan uitwerkingen, grafieken, schema’s, etc.
4. Zorg ervoor dat je verslag er goed uit ziet
Bedenk een goede titel en zorg voor een mooie titelpagina. Werk je verslag daarnaast in het net uit en voeg afbeeldingen toe.
5. Controle!
Laat iemand anders het verslag nogmaals doornemen op inhoudelijke en taalfouten.
6. Printen
Als je helemaal tevreden bent over het resultaat, kun je het verslag printen (maar dat hoeft niet!!!) en in een mapje stoppen. Het is slim om het verslag te bundelen, omdat dit verzorgd overkomt.
Voor een mooie layout zijn er een heleboel handige knopjes die ervoor zorgen dat wat je hebt bedacht ook zo eruit blijft zien. Als je de titels van je verslag voorziet van een "KOP" kun je later eenvoudig een inhoudsopgave maken.
Als je elk hoofdstuk op een nieuwe pagina laat beginnen door CTRL-Enter te gebruiken (beide knoppen tegelijkertijd indrukken) blijft het volgende hoofdstuk altijd op een nieuwe pagina laten beginnen, ook als je later nog een heel stuk in het vorige hoofdstuk moet schrijven.
Om te leren hoe je een verslag moet maken, kun je beginnen met het maken de portfolio in een mooi verslag zoals eerder uitgelegd. Een onderdeel van de portfolio is bv de POP en PAP, maar ook je CV, het motivenonderzoek etc. Maak ook gebruik van de tips en truukjes die genoemd worden.
Hieronder is een bestand toegevoegd wat je als basis kan gebruiken voor je verslag.
Dit kan een groeidocument worden. Maak gebruik van wat je net hebt geleerd over hoofdstukken en paragrafen. een goede manier om dit verslag te structuren is door de POP en de PAP als hoofdstukken te gebruiken. Ook kun je de periodes gebruiken, je moet immers 4 POP en PAPS maken tijdens de opleiding. Kijk naar een voorbeeld hieronder
Verslag Portfolio (voorblad) met een plaatje
Inleiding (waarom maak je dit)
Hoofdstuk 1: CV
Hoofdstuk 2: Kernkwadranten
Hoofdstuk 3: POP en PAP
Hoofdtsuk 4: Motievenonderzoek
Hoofdstuk 5: Afsluitende opdracht
Een CV maken
Uitleg voor het maken van een CV
Curriculum Vitae betekent levensloop. Wanneer je solliciteert naar een baan dan stuur je naast je brief altijd je CV mee. Het CV beschrijft in het kort je persoonlijke gegevens, de opleidingen die je hebt gevolgd en je werkervaring. Voor je portfolio is het ook handig om je levensloop helder op papier te zetten, omdat het duidelijk maakt wat je tot nu toe hebt gedaan.
Tegenwoordig is het ook wel gebruikelijk om andere manieren om een CV aan een toekomstige werkgever aan te bieden. Denk aan een filmpje, een CV met foto's etc. Kijk hiervoor op internet voor voorbeelden.
Wat is de inhoud van je CV ?
Naam:
Voornamen:
Roepnaam:
Adres:
Woonplaats:
Telefoonnummer:
Mobiel:
E mail:
Geboortedatum:
Eventueel:
Geboorteplaats:
Nationaliteit:
Opleidingen / Cursussen
Onder dit kopje beschrijf je in het kort de opleidingen en cursussen die je hebt gevolgd. Je begint met de opleiding die je nu volgt en eindigt met de opleiding die het langst geleden is. Je kunt eventueel belangrijke vakken of projecten die je hebt gedaan noemen.
Stage / BPV ervaring
Hier beschrijf je je stagervaringen tot nu toe en welke werkzaamheden je verrichtte. Ook hier beschrijf je eerst de stage die je het meest recent hebt gedaan en eindigt met de stage die het langst geleden is.
Werkervaring
Hier beschrijf je al je werkervaringen tot nu toe. Je beschrijft welke functie je had en welke werkzaamheden je verrichtte. Je kunt deze gegevens aanvullen met informatie over vrijwilligerswerk of maatschappelijke stage.
Ook hier beschrijf je eerst het werk dat je het meest recent hebt gedaan of doet en eindigt met het werk dat het langst geleden is.
Overige gegevens: projecten, cursussen, hobby’s, enz.
Deze ruimte kan worden gebruikt voor aanvullende informatie. Heb je bijvoorbeeld hobby’s, bijzondere talenkennis of andere belangrijke zaken, schrijf deze dan hier op.
Opdracht: CV
Opdracht: Maak een mooie CV
1. Je gaat een CV maken.
Als je een geschreven document maakt, geef deze de naam "CV ". Maak je een filmpje, sla deze dan op bij een filmpjesdienst als Youtube of Vimeo. Zorg er wel voor dat je filmpje niet openbaar is, en dat alleen degen die de link van jou krijgt, het filmpje kan zien. Dit heet over het algemen "verborgen". Voor het aanmaken van een videokanaal of een video kun je onderstaande links bekijken:
Als je een alternatieve CV maakt, zet dan het online adres in je document en geef een korte beschrijving wat er te zien/te vinden is en geef dit document de naam "CV ".
2. Doe dit in je digitale map
3. Sla deze op in je map Loopbaanportfoliomap
Kernkwadranten
In je CV staat wie je bent en welke ervaring je hebt. Het zijn de harde gegevens van je beginsituatie. Maar er zijn meer gegevens die van belang zijn voor je opleiding en je loopbaan.
Je loopbaan kun je beschouwen als een reis die je gaat maken. De reis die je gaat maken moet bij jou passen. Het moet passen bij je wensen en je mogelijkheden. Dus het is belangrijk dat je hier goed over nadenkt. Een reis maken vraagt voorbereiding. Je moet afspraken maken.
Je moet organiseren en plannen. Je moet bepalen met wie je wilt reizen, waar je heen gaat (doel), wat je daar wilt gaan doen (activiteiten) in welke periode (tijd), met wie enz.
Iedereen doet dit op zijn eigen manier.
Om de goede keuzes te kunnen maken voor je loopbaan is het goed om goed na te denken over je beginsituatie. Dit betekent nadenken over je:
Capaciteiten (Waar ben ik goed in en waar minder goed in?)
Motieven (Wat vind ik leuk/interessant/waardevol?)
Verwachtingen (wat verwacht ik van mijn toekomstige werk)
Iedereen heeft een persoonlijke leerstijl, dat wil zeggen: een manier van omgaan met leerstof en leeractiviteiten. Er zijn bijvoorbeeld mensen die het fijn vinden om te leren door veel vragen te stellen. Anderen zijn echte doeners, zij willen het liefst meteen met iets aan de slag. Het is een beschrijving van houdingen en gedragingen die bepalen wat iemands manier van leren is. Er blijken nogal wat verschillen te bestaan in de manier waarop mensen leerstof verwerken. Wanneer je weet hoe je leert kun je kijken of dit een handige manier is.
Soms is het oefenen in een andere stijl een goed idee omdat je dan betere resultaten haalt.
Bekende leerstijlentests zijn die van Kolb en Vermunt.
Opdracht Kernkwadranten
Bij deze opdracht kun je gebruik maken van de kernkwadranten die je eerder al hebt gemaakt. Als het goed is heb je deze al gemaakt.
Voeg dit bestand toe in je verslag.
Hieronder staat nog een online test voor kernkwaliteiten. je mag deze doen, dit is niet verplicht. Dit geldt ook voor de andere testen.
Onderzoek de kernkwaliteiten van Ofman. Doe dit via deze link
In de onderstaande link wordt je naar een test geleid. Maak deze test. Je krijgt de uitslag in je mail. Deze mail sla je op in je Loopbaanportfolio map.
Je kan dit doen door de inhoud van de test te kopiëren en te plakken in een bestand. Je geeft aan, na het maken van de test, dat je de antwoorden in je mailbox wilt krijgen van de antwoorden die je hebt gegeven. Je krijgt dan een mail met een link. Je kunt dan opnieuw zien wat je hebt gedaan. Selecteer alles (door bv op Ctrl en A (tegelijkertijd)) te drukken. Daarna kun je de inhoud kopiëren en plakken in een bestand.
Sla deze op onder Studievaardigheidstest met de datum dat je die hebt gedaan. Deze test doe je in je opleiding 3x, 1 x aan het begin van de opleiding (periode 1). 1x halverwege periode 3 en 1x in periode 6. In periode 6 maak je een verslag over de manier waarop je de afgelopen 1,5 jaar je hebt ontwikkeld in het leren. Waarin ben je gegroeid, wat kun je nog verbeteren en wat ga je zeker niet meer doen.
Binnen de opleiding en je BPV ben je bewust bezig met jouw persoonlijke leerontwikkeling als MVZ-er. Je ontwikkelt je op school, tijdens lessen en opdrachten, in samenwerking met anderen, tijdens je werk/stage en in gesprek met je BPV-begeleider, studieloopbaanbegeleider en docenten.
Om een goede MVZ-er te worden, zul je regelmatig even in de spiegel moeten kijken.
Dit heet reflecteren: terugdenken en overzien, nadenken over jouw aanpak, jouw manier van handelen of reageren, jouw rol tijdens het samenwerken en uitvoeren van activiteiten, jouw manier van studeren en plannen, enzovoort.
Leerdoelen
Een leerdoel is: ‘Een doel die je jezelf stelt en waaruit je leert’.
Binnen de opleiding is een leerdoel gericht op:
het ontwikkelen van een professionele beroepshouding
het verwerven van vaardigheden & kennis
persoonlijke ontwikkeling.
Formuleer drie leerdoelen voor de komende periode van 20 weken met behulp van de SMART-methode. Een kennisdoel, een vaardigheidsdoel en een beroepshoudingsdoel.
Kijk o.a. naar je samenvatting van de 360 graden feedback en je verslag van het voortgangsgesprek op de BPV (denk ook aan uitwerkingen van je opdrachten/examens en de werkprocessen).
Bedenk iets wat je wilt leren / wat je je eigen wilt maken / wat jij wilt bereiken.
Je kunt de volgende hulpvragen gebruiken:
Probeer elk doel zo concreet en duidelijk mogelijk in één zin te formuleren
Check of jouw leerdoelen ‘SMART’ genoeg zijn, maak gebruik van onderstaande vragen:
Specifiek Wat wil ik precies kunnen/ behalen/ laten zien
en in welke situatie? Formuleer zo concreet mogelijk.
Meetbaar Waaraan kun je zien dat je je doel hebt behaald?
Acceptabel Past het leerdoel bij mij? En bij mij werkplek?
Realistisch Is het haalbaar wat ik wil bereiken?
TijdgebondenBinnen welke tijd wil ik het leerdoel uiterlijk bereikt hebben?
Reflectie
Reflecteren blijft een belangrijke vaardigheid en daarom zul je dit geregeld moeten doen: reflecteren op de uitvoering van opdrachten/examens, op werk/stage, maar ook na het voeren van een voortgangsgesprek op je BPV.
Pak je persoonlijke leerdoelen van de afgelopen periode erbij.
Beschrijf per persoonlijk leerdoel hoe je hieraan hebt gewerkt en met welk resultaat.
Leerdoel is behaald: leg uit hoe je aan het leerdoel gewerkt hebt de afgelopen periode en waarom jij vindt dat het doel behaald is.
Leerdoel is niet behaald: leg uit waardoor het leerdoel (nog) niet behaald is en hoe je de afgelopen periode aan het leerdoel hebt gewerkt.
leg uit of: je je leerdoel mee neemt naar de komende periode, moet je het leerdoel aanpassen of ‘parkeer’ je het leerdoel eerst.
Intervisie en STARR
Tijdens de lesdagen wordt 1x per 6 weken een intervisiemoment georganiseerd. Ter voorbereiding van deze bijeenkomsten moet je een STARR reflectie van een praktijksituatie. Deze neem je mee in de intervisie.
STARR
De STARR's die je maakt ter voorbereiding van de intervisie, neem je op in je verslag.
Hieronder zie je de uitleg van de STARR
Reflectie
STARR
Situatie
wat is de situatie?
wat gebeurde er?
wat was de aanleiding?
wie waren erbij betrokken?
waar speelde het zich af?
wanneer?
Taak
wat is je taak?
wat was je rol?
wat wilde je bereiken?
wat werd van je verwacht?
wat verwachtte je van de situatie?
wat vond je wat er moest gebeuren?
Actie
wat hoorde/zei/deed/voelde je?
hoe pakte je het aan?
hoe werd er op je gereageerd?
wat zei/dacht/voelde men volgens jou?
wat hoorde/voelde/zei/deed je toen?
Resultaat
wat was het resultaat?
hoe liep het af?
hoe reageerden de anderen op het resultaat?
Reflectie
hoe vond je dat je het deed?
was je tevreden met de resultaten?
wat is de essentie van wat je hebt geleerd?
wat zal je de volgende keer eventueel anders doen?
wat heb je daarvoor nodig?
wat kun je hiermee in andere situaties?
aan welk werkproces heb je in deze situatie gewerkt en waar blijkt dat uit?
Motievenonderzoek
Uitleg motievenonderzoek
Hieronder word beschreven hoe je kan onderzoeken wat je zoal wilt bereiken tijdens je opleiding. Hierdoor kun je nu en later beter nadenken over je loopbaanwensen
Je motivatie geeft aan waarom je eigenlijk aan de opleiding bent begonnen en hoe je tegen de opleiding en toekomstig werk aankijkt. Wat wil je met de opleiding bereiken en wat wil je ervoor doen? Je motivatie voor de opleiding beschrijf je in ongeveer een half A4.
Je motivatie kan tijdens je loopbaan veranderen.
Daarom moet je tenminste één keer per jaar je motivatie kritisch bekijken en eventueel bijstellen of aanvullen.
Opdracht motievenonderzoek
In het verslag wat je al aan het maken bent kun je ook een hoofdstuk Motievenonderzoek opnemen.
Schrijf hierin je motieven (ongeveer 1/2 A4), noem dit hoofdstuk Motivatie.
Werk de vragen uit zoals ze hieronder staan en verwerk die in een apart hoofdstuk (Verwachtingen) in je verslag.
In dit hoofdstuk beschrijf je welke verwachtingen jij hebt ten aanzien van de begeleiding door je studieloopbaanbegeleider, je werkbegeleider en eventueel praktijkopleider in de BPV, en anderen die betrokken zijn bij je leerproces.
Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van jezelf?
Wat denk je dat anderen van jou verwachten?
Denk aan:
* Hoe ga je om met afspraken?
* Hoe bewaak je je rol van student/ stagiaire/ werknemer?
* Hoe ga je om met collega’s / medestudenten?
* Hoe komt je beroepshouding in de praktijk tot uiting?
* Hoe is de wijze van communiceren met elkaar?
* Hoe en wanneer ga je de opleidingsopdrachten / BPV opdrachten aanleveren en bespreken?
Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van de begeleiding door de coach/ BPV docent? Wat denk je dat zij van jou verwachten?
Denk aan:
*het aanleveren van POP/ PAP
*het aanleveren van verslagen
*wijze van begeleiden
*voortgangs- en beoordelingsgesprekken
Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van je werkbegeleiding in de BPV?
Wat denk je dat hun verwachtingen zijn?
Denk aan:
*welke stijl van begeleiden vind je prettig?
*met welke frequentie werk je samen met de werkbegeleider?
*wat is de inhoud van de begeleidingsgesprekken?
*op welke wijze wil je feedback ontvangen en geven?
*met wie en welke frequentie wil je je leerproces evalueren?
Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van de afdeling op de stage / leer- werkplek?
Wat denk je dat zij van jou verwachten?
Denk aan:
*dienstrooster
*zorgbranche
Welke afspraken heb je met je studieloopbaanbegeleider, je werkbegeleider en anderen gemaakt?
Afsluitende opdracht
De afsluitende opdracht is een presentatie. Je gaat aan het einde van de opleiding voor je medestudenten, werkbegeleiders, praktijkopleiders en docenten een korte prestatie geven over je eigen ontwikkeling als MVZ.
Je hebt aan het begin van deze opleiding een routekaart gemaakt en die heb je nu bijna afgerond. Je hebt vast omwegen en binnenbochten genomen. Neem het publiek mee in jou reis naar je diploma.
Presentatie
Je maakt een aantrekkelijke korte presentatie voor je publiek.
in de presentatie neem je ons mee in jou persoonlijke routeplanner en vertel je over je talenten die je hebt ontwikkeld en welke aandachtspunten er nog zijn. Het uitgangspunt is dat je je presenteert als een beginnend MVZ-er of ViG.
Waar moet de presentatie aan voldoen?
- maximaal 7 minuten
- doe het op jou manier
- jij staat centraal
- geef antwoord op de vraag: wat maakt jou een goede MVZ-er of ViG
Let op: de vorm is vrij. Powerpoint mag, een fimpje mag, interactie met publiek mag, een geschreven verslag mag etc. Als het maar aantrekkelijk is voor jou en je publiek.
Het arrangement Loopbaanportfolio Gronings BBL Gilde MVZ is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
In dit portfolio ga je aan de slag met verschillende opdrachten en verplichte onderdelen van het portfolio. Hierbij moet worden gedacht aan het maken van een POP, een PAP, je leerstijlen ontdekken, het maken van verslagen etc.
In dit portfolio ga je aan de slag met verschillende opdrachten en verplichte onderdelen van het portfolio. Hierbij moet worden gedacht aan het maken van een POP, een PAP, je leerstijlen ontdekken, het maken van verslagen etc.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.