Inleiding
Tijdens de lessen van medische vakken gaan jullie de anatomie en pathologie verkennen.
- De student legt in eigen woorden de begrippen anatomie, fysiologie en pathologie uit.
- De student benoemt 4 micro-organismen en hun kenmerken
- De student benoemt het verschil tussen een besmetting en infectie
- De student legt uit wat een kruisinfectie is en hoe dit voorkomen kan worden
- De student benoemt uit welke structuren een cel bestaat, hoe een cel is opgebouwd en wat de functie van een cel is
- De student onderscheid 4 soorten weefsels en hun functie
- De student omschrijft wat organen, orgaansystemen en hun functie zijn
- De student benoemt de anatomie en fysiologie van het spijsverteringsstelsel
- De student benoemt de drie lagen van de huid en de Latijnse benaming van het onderhuids bindweefsel
- De student benoemt de functies van huid en benoemt de functie van de huid m.b.t. de temperatuurregulatie
- De student benoemt verschillende soorten botten, gewrichten en hun functie
- De studenten benoemt het verschil tussen willekeurig en onwillekeurig spieren en noemt de belangrijkste skeletspieren
- De student benoemt de anatomie en fysiologie van de luchtwegen en de longen
planning overzicht
les 1 Inleiding Anatomie/fysiologie/pathologie
Lesdoelen
De student legt in eigen woorden uit:
-
Wat anatomie betekent.
-
Wat fysiologie betekent.
-
Wat pathologie betekent.
De student:
-
Benoemt 4 groepen micro- organismen.
-
Legt uit wat het verschil is tussen besmetting en infectie.
-
Legt uit wat een kruisinfectie is en hoe dit voorkomen kan worden.
De anatomie van de mens betsudeerd de bouw van het menselijke lichaam. Met anatomie wordt de studie van de bouw van inwendige en uitwendige structuren van organismen en de manier waarop deze structueren met elkaar verbonden zijn, bedoeld.
Fysiologie is de studie van de functies vande verschillende structuren in het lichaam
Pathologie is ziekteleer.
Powerpoint
Begrippen microbiologie
Besmetting en infectie
Afweersysteem
Werking van het immuunsysteem
Les 2 Cellen en weefsels en orgaansystemen
De student:
- Legt in eigen woorden uit wat een cel is.
- Beschrijft de bouw van een cel.
- Legt in eigen woorden uit hoe een cel werkt.
- Legt het doel van de celdeling uit.
- Noemt 5 verschillende soorten weefsels.
- Legt uit wat het verband is tussen een weefsel, een orgaan en een orgaanstelsel.
- Legt uit wat een orgaanstelsel is.
- Benoemt verschillende orgaanstelsels.
Beschrijft de functie van de verschillende orgaanstelsels
Padlet De Cel
Cellen en weefsels
Oefening orgaanstelsel
Kies het bijpassend orgaanstelsel bij het plaatje.
Oefentoets
Door de oefentoets te maken kan je kijken of je de leerdoelen van de les hebt behaald.
Wat is kruisbesmetting?
In feite is het begrip kruisbesmetting niet zo heel erg ingewikkeld. In de volksmond word het vaak uitgelegd als een bacterie van het ene voedingsmiddel naar het andere voedingsmiddel transporteren. Of wanneer u werkzaam in de zorgsector bent, een bacterie of infectie van patiënt A naar patiënt B transporteren. We kunnen dus concluderen dat kruisbesmetting het overbrengen van een product of persoon dat besmet is met een bepaalde infectie, virus of bacterie naar een product of persoon wat nog niet besmet was met deze ongewenste micro organismen. Om het geheel nog duidelijker te maken willen wij aan de hand van een kort filmpje van een huis, tuin en keuken situatie laten zien hoe snel kruisbesmetting tot stand komt
Kruisbesmetting voorkomen
voorkom kruisbesmetting
les 3 Spijsvertering en smaak/reuk/slikken.
Lesdoelen
De student:
-
Legt uit wat de ligging, functie en werking van het spijsverteringsstelsel en bijbehorende organen (mond, slokdarm, maag, lever, galblaas, dunne darm en dikke darm) is.
-
Benoemt de anatomie van de neus.
-
Legt uit hoe de reuk werkt.
-
Benoemt hoe de smaak tot stand komt.
Spijsvertering
zintuigen en smaak
Maak de quizzen en check of je de kennis beheerst.
Oefening spijsvertering en organen
Kennis quiz
les 4 huid, tast en temperatuurregulatie
Lesdoelen
De student:
- Benoemt de drie lagen van de huid en de Latijnse benaming van het onderhuid bindweefsel.
- Benoemt de functies van de huid.
- Legt uit hoe de tastzin werkt.
Benoemt de functie van de huid m.b.t. de temperatuurregulatie.
Zintuigen en huid
les 5 Bewegingsapparaat
Lesdoelen
De student:
- Beschrijft de functies van het skelet.
- Geeft aan waaruit bot bestaat.
- Legt uit welke factoren de botaanmaak remmen/bevorderen.
- Legt uit hoe de doorbloeding van het bot is.
- Noemt de verschillende soorten bot (pijpbeenderen, platte beenderen en onregelmatige beenderen).
- Legt uit waarvoor kraakbeen dient en waar het ligt.
- Noemt de onderdelen van een gewricht.
- Beschrijft de functie van het gewricht.
- Noemt de taken van de spieren.
- Noemt het verschil tussen willekeurig en onwillekeurig spieren.
- Noemt de belangrijkste skeletspieren.
Verteld wat er met de spiertonus bedoeld wordt.
skelet
Les 6 Ademhaling
De student:
- Noemt de anatomie en de functies van de bovenste- en onderste luchtwegen.
- Legt uit welke spieren er voor de in- en uitademing zorgen en wat dit doet met de druk in de borstkast.
- Legt in eigen woorden uit wat gasuitwisseling is en hoe dit tot stand komt.
Legt uit hoe de luchtzuivering in het ademhalingsstelsel werkt.
Les 10 Toets week
Herhaling/verdieping lesstof week 1 t/m 4
De toets zal in de vorm van meerkeuze en open vragen zijn. Er zal getoetst worden op kennis en inzicht.
In week 10 datum 01 februari 20201
