Lesdoelen
De student:
- Beschrijft de functies van het skelet.
- Geeft aan waaruit bot bestaat.
- Legt uit welke factoren de botaanmaak remmen/bevorderen.
- Legt uit hoe de doorbloeding van het bot is.
- Noemt de verschillende soorten bot (pijpbeenderen, platte beenderen en onregelmatige beenderen).
- Legt uit waarvoor kraakbeen dient en waar het ligt.
- Noemt de onderdelen van een gewricht.
- Beschrijft de functie van het gewricht.
- Noemt de taken van de spieren.
- Noemt het verschil tussen willekeurig en onwillekeurig spieren.
- Noemt de belangrijkste skeletspieren.
Verteld wat er met de spiertonus bedoeld wordt.
skelet