De student:
Legt uit wat de ligging, functie en werking van het spijsverteringsstelsel en bijbehorende organen (mond, slokdarm, maag, lever, galblaas, dunne darm en dikke darm) is.
Benoemt de anatomie van de neus.
Legt uit hoe de reuk werkt.
Benoemt hoe de smaak tot stand komt.
Maak de quizzen en check of je de kennis beheerst.