Commerciële Calculaties - Sales gedeelte

Commerciële Calculaties - Sales gedeelte

Home

Welkom op de oefenpagina voor commerciële calculaties - deel 1 sales.

Deze pagina's worden regelmatig aangevuld met meer oefeningen en uitleg.

 

Leerdoelen

Met behulp van deze website werk je aan de volgende leerdoelen:

  • Je kunt de bruto-omzet berekenen.
  • Je kunt de netto-omzet berekenen.
  • Je kunt de consumentenprijs en consumentenomzet berekenen.
  • Je kunt de bruto verkoopprijs berekenen.
  • Je kunt de netto verkoopprijs berekenen.
  • Je kunt de brutowinstmarge in euro's en procenten berekenen.
  • Je kunt de brutowinstopslag in euro's en procenten berekenen.
  • Je kunt de brutowinst van een periode berekenen.
  • Je kunt het netto-resultaat van een periode berekenen.
  • Je kunt de fabricage kostprijs berekenen.
  • Je kunt de commerciële kostprijs berekenen.
  • Je kent de verschillende soorten kortingen (actiekorting, betalingskorting, bonuskorting, klantkorting, korting jaarbetaling, korting vooruitbetaling, kwantumkorting, staffelkorting).
  • Je kunt rekenen met de verschillende soorten kortingen.
  • Je kunt de bruto- en netto-facuutprijs berekenen. Materiaal volgt.
  • Je kunt de bruto- en netto offerteprijs berekenen.
  • Je kunt de totaalprijs van een factuur of offerte berekenen inclusief hoeveelheden, prijzen, verpakking, verzendkosten, kortingen, btw, betalingscondities, leveringscondities. Materiaal volgt.
  • Je kent de verschillende betalingscondities (betaling in termijnen, contant, direct bij levering, kosten krediet, kredietbeperking toeslag, onder rembours, op rekening, vooruitbetaling). Materiaal volgt.
  • Je kent de verschillende leveringscondities (af fabriek, af magazijn, franco). Materiaal volgt.
  • Je kunt berekeningen maken voor accountanalyses. Materiaal volgt.
  • Je kunt de uitkomsten van accountanalyses evalueren. Materiaal volgt.
  • Je kent vormen van accountanalyses zoals de klantpiramide van Curry of de ABC-analyse. Materiaal volgt.
  • Je kunt accounts vergelijken op omzet, kosten, winst, inkooppotentieel, koopfrequentie, retentie, betaalgedrag, service. Materiaal volgt.
  • Je kunt de retentie van een account berekenen. Materiaal volgt.
  • Je kunt de marges van een of meerdere accounts berekenen. Materiaal volgt.
  • Je kunt de marges van een of meerdere account analyseren. Materiaal volgt.
  • Je kunt het marktaandeel van een account berekenen. Materiaal volgt.
  • Je kunt het marktaandeel van een account evalueren. Materiaal volgt.
  • Je kunt veranderingen in het marktaandeel van een account berekenen. Materiaal volgt.
  • Je kunt de break-evenafzet berekenen.
  • Je kunt de break-evenomzet berekenen.
  • Je kunt winstgevendheid van een actie bepalen.
  • Je kunt de winstgevendheid van een of meerdere accounts bepalen. Materiaal volgt.
  • Je kunt klantwaarde (opbgrensten versus kosten gemaakt voor de klant) interpreteren. Materiaal volgt.
  • Je kent verschillende soorten grafieken, diagrammen en tabellen waaronder (meervoudig) staafdiagram, histogram, cirkeldiagram, lijndiagram.
  • Je kunt grafieken, diagrammen en tabellen analyseren en op basis hiervan conclusies trekken. Materiaal volgt.

 

Infographics

Op deze pagina kun je diverse infographics vinden met de leerstof van commerciële calculaties.

 

Uitleg video's

Break-evenafzet

Break-evenomzet

Consumentenprijs

Grafieken & tabellen

Kortingen & acties

Netto-factuurbedrag

Netto-offerteprijs

Netto-omzet

Prijsberekeningen

Begrippenlijst

ABC-analyse

Methode om producten of klanten in drie categorieën onder te verdelen, aflopend met producten/klanten die de meeste omzet opleveren naar producten/klanten die de minste omzet opleveren

Achterafvergoeding

Korting verstrekt door de leverancier bij een minimale afname gedurende een periode.

Actiekorting

Tijdelijke korting op een product

Af fabriek

(of loco)

Leveringsvoorwaarde waarbij alle transportkosten tot het afleveradres voor rekening komen van de klant.

Afnamebonus

Korting bij aankoop van een grote hoeveelheid.

Betaling direct bij levering

Betalingsvoorwaarde waarbij bij levering betaald wordt.

Betaling in termijnen

De klant mag in een aantal termijnen betalen.

Betalingscondities

(Of betalingsvoorwaarden)

Hoe, waar, wanneer en in welke valuta de klant moet betalen.

Bonuskorting

Korting verstrekt door de leverancier als er een minimale afname gedurende meestal één jaar is. Ook wel: achterafvergoeding of omzetbonus.

Break-evenafzet

(BEA) Afzet waarbij geen winst of verlies wordt gemaakt.

Break-evenomzet

(BEO) Omzet waarbij geen winst of verlies wordt gemaakt.

Break-evenpunt.

Punt waarbij geen winst of verlies wordt gemaakt.

Bruto-omzet

Omzet voor aftrek van kortingen.

Brutoverkoopprijs

Verkoopprijs voor aftrek van kortingen

Brutowinst

Verschil tussen de verkoopprijs exclusief btw en de inkoopprijs exclusief btw.

Brutowinstmarge

Brutowinst uitgedrukt in een percentage van de verkoopprijs of de omzet.

Brutowinstopslag

Brutowinst uitgedrukt in een percentage van de inkoopprijs of de inkoopwaarde van de omzet.

Brutowinstpercentage

Brutowinst uitgedrukt in een percentage

Btw

(Of omzetbelasting)

Belasting over de toegevoegde waarde.

Dit is de belasting op de verkoop van goederen of diensten.

Cirkeldiagram

Grafische weergave waarin de gegevens in sectoren in een cirkel in beeld worden gebracht.

Commerciële Kostprijs

Fabricagekostprijs + de verkoopkosten

Constante kosten

(Of vaste kosten)

Kosten die niet veranderen als de afzet verandert.

Consumentenomzet

Omzet inclusief btw.

Contant

De klant moet meteen betalen.

Contributiemarge

(Of dekkingsbijdrage)

Verschil tussen de verkoopprijs en de variabele kosten.

Detaillist

(Of retailer/winkelier)

Iemand die in de detailhandel werkzaam is.

Diagram

(Of grafiek)

Grafische weergave van gegevens of waarden.

Directe kosten

Kosten waarbij een rechtstreeks verband is met een bepaald product of een bepaalde productgroep.

Emballage

Het verpakken (van goederen) of de verpakking zelf

Fabricagekostprijs

De kosten die nodig zijn voor het fabriceren van een product.

Factuur

Rekening met daarop een omschrijving van de goederen of diensten die gekocht (verkocht) zijn, het verschuldigde btw-bedrag en het totaal bedrag dat betaald moet worden

Franco

Leveringsvoorwaarde waarbij alle transportkosten tot het afleveradres voor rekening komen van de leverancier.

Geroteerd staafdiagram

Horizontaal gepresenteerd staafdiagram

Grondstoffen

Stoffen waarvan een product gemaakt wordt.

Handelsonderneming

Koopt en verkoopt de producten met het doel winst te maken.

Histogram

(Of kolommendiagram)

Staafdiagram zonder ruimte tussen de staven.

Hulpstoffen

Maken het productieproces mogelijk, maar zijn niet terug te vinden in het product.

Indirecte kosten

Kosten waarbij er geen rechtstreeks verband is met een bepaald product of een bepaalde productgroep.

Industriële onderneming

Koopt en verwerkt grondstoffen en verkoopt dan de producten.

Inkoopfactuurprijs

Inkoopprijs inclusief btw.

Inkoopprijs

Prijs exclusief btw waarvoor goederen worden ingekocht.

Inkoopwaarde van de omzet

(IWO). Totaal van de inkooprijzen van alle verkochte producten in een bepaalde periode

Integrale kostprijs

Constante kosten per product + variabele kosten

Klantenpiramide van Curry

Geeft de verhouding weer tussen klanten en omzet. Hierbij genereren 20% van de klanten 80% van de omzet binnen een bedrijf.

Klantkorting

Korting die de leverancier met een specifieke klant afspreekt.

Korting jaarbetaling

Korting die de leverancier geeft als een klant per jaar vooruitbetaalt.

Korting voor contant

Korting bij onmiddellijke betaling.

Korting vooruitbetaling

Korting die de leverancier geeft als de klant betaalt voordat hij de producten heeft.

Kostprijs

Totaalbedrag van alle kosten, en indien van toepassing, ook de inkoopprijs die aan een product wordt toegerekend.

Kwantumkorting

Korting bij afname van een grote hoeveelheid.

Leverancierskrediet

Goederen bij de leverancier pas later betalen door op rekening in te kopen.

Levering onder rembours

Leveringsvoorwaarde waarbij de klant de producten aan de vervoerder betaalt bij aflevering.

Lijndiagram

Grafiek waarin door middel van een of meerdere lijnen de ontwikkeling van een bepaald gegeven in de tijd wordt weergegeven.

Marktaandeel

Verhouding tussen de eigen afzet of omzet ten opzichte van die van de totale markt in een bepaalde periode.

Netto-inkoopprijs

Inkoopprijs exclusief btw met aftrek van alle kortingen

Netto-omzet

Omzet die overblijft nadat de kortingen zijn verrekend.

Nettoverkoopprijs

Verkoopprijs na aftrek van kortingen

Nettoverkoopprijs

Verkoopprijs exclusief btw met aftrek van alle kortingen

Nettowinst

Brutowinst minus exploitatiekosten.

Niet-Franco

Leveringsvoorwaarde waarbij de leverancier levert op het afgesproken adres en de vrachtkosten in rekening brengt.

Offerte

Een voorstel, aanbod of aanbieding in prijs voor een product of diens

Omzet

Aantal geleverde producten x de verkoopprijs exclusief btw.

Omzetbonus

Korting verstrekt door de leverancier als er een minimale afname gedurende meestal één jaar is. Ook wel: achterafvergoeding of bonuskorting

Onder rembours

Betaling bij aflevering

Op rekening

Betalingsconditie waarbij afgesproken wordt na hoeveel dagen de klant betaalt.

Opslagpercentage

Percentage waarmee de directe kosten verhoogd worden als vergoeding voor de indirecte kosten.

Prijsconditie

Ook wel leveringscondities genoemd, condities, die aangeven, welke kosten in den gecontracteerden prijs begrepen zijn

Rabat

Standaardkorting die een leverancier geeft.

Retentie

Het behouden van klanten (herhalingsaankopen).

Samengesteld staafdiagram

Staafdiagram waarbij in een staaf meerdere verschijnselen staan.

Staafdiagram.

Grafische weergave waarbij elk verschijnsel weergegeven wordt door een staaf. De lengte van de staaf staat voor de grootte van het verschijnsel.

Staffelkorting

Korting die oploopt naarmate er meer producten worden afgenomen

Tabel

Matrix, opgebouwd uit kolommen en rijen, bedoeld om gegevens overzichtelijk te presenteren.

Target

Doelstelling

Te verrekenen btw

(Of af te dragen btw)

Verschil tussen te betalen btw en te vorderen btw.

Transactiewinst

Verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs

Variabele kosten

Kosten die toenemen of afnemen als de omzet of afzet verandert.

Veiligheidsmarge

Hoeveel de omzet kan dalen voordat het bedrijf verlies draait.

Verhoudingsgetal

Getal dat de relatie weergeeft tussen twee grootheden.

Verkoopkosten

(of marketingkosten)

Kosten die gemaakt worden om een product te verkopen.

Verkoopprijs

Prijs waarvoor een product aangeboden wordt exclusief btw.

Verkoopresultaat

Verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs.

Vlakdiagram

In een vlakdiagram worden verhoudingen en veranderingen weergegeven door middel van een oppervlakte.

Voorbelasting

Btw die een ondernemer aan leveranciers heeft betaald. Deze is terug te vorderen bij de belastingdienst.

Vooruitbetaling

Betalingsvoorwaarde waarbij de klant de producten betaalt voordat deze geleverd worden.

Formules

Af te dragen btw

Te betalen btw – Te ontvangen btw

 

Break-evenafzet (BEA)

Totale kosten/ brutowinst per product

 

Break-evenomzet (BEO)

Totale kosten/ brutowinstpercentage x 100

 

Veiligheidsmarge

(Werkelijke omzet – Break-evenomzet)/ Werkelijke omzet x 100%

 

Brutowinst, inkoopprijs en verkoopprijs (schema)

Verkoopprijs               €…                  …%    

Brutowinst                   €…                  …%                 -

Inkoopprijs                  €…                  …%

 

Brutowinstmarge

Brutowinst/ verkoopprijs x 100%

 

Brutowinstopslag

Brutowinst/ inkoopprijs x 100%

 

Btw, consumentenprijs en verkoopprijs (schema)

Consumentenprijs      € …                 …%                

Btw                             € …                 …%                 -

Verkoopprijs               € …                 …%    

 

Commerciële kostprijs

Fabricagekostprijs + (Opslag) Verkoopkosten

 

Contributiemarge

Verkoopprijs – Variabele kosten

 

Fabricagekostprijs

Variabele kosten + Constante kosten per product

 

Nettoresultaat

Omzet                                                €...

Inkoopwaarde van de omzet             €…      -

Brutowinst                                          €…

Exploitatiekosten                                €…      -

Nettoresultaat                                     €…

 

Retentie

Herhalingsaankopen / orders x 100%

Oefeningen

Van inkoopprijs tot nettoresultaat

Brutowinstmarge en brutowinstopslag

De inkoopprijs is de prijs die de ondernemer betaalt voor een product aan de leverancier. De ondernemer rekent hierover een percentage voor de winst en dit noemen we de brutowinst. Wanneer je de inkoopprijs en de brutowinst bij elkaar optelt heb je prijs die de ondernemer minimaal voor zijn product wilt vragen, oftewel de verkoopprijs. Deze verkoopprijs is nog exclusief btw.

 

Verkoopprijs                      €…                         …%      

Brutowinst                         €…                         …%                       -

Inkoopprijs                         €…                         …%

Wanneer er wordt gesproken van brutowinst van de inkoopprijs (brutowinstopslag), dan stel je de inkoopprijs op 100%. De verkoopprijs is dan 100% + brutowinstpercentage.

 

Wanneer er wordt gesproken van brutowinst van de verkoopprijs (brutowinstmarge), stel je de verkoopprijs op 100%. De inkoopprijs is dan 100% - brutowinstpercentage.

Consumentenprijs en inkoopfactuurprijs

De btw (belasting toegevoegde waarde) is een omzetbelasting die wordt geheven over een product of dienst. Er zijn drie mogelijke btw tarieven:

  • Het hoge btw-tarief: 21%
    • Geldig voor de meeste producten/diensten uit de non-food sector.
  • Het lage btw-tarief: 9%
    • Een aantal producten/diensten vallen onder het lage tarief zoals: voedingsmiddelen, boeken, geneesmiddelen, diensten van kappers
  • Het nultarief: 0%
    • Voor een aantal producten/diensten hoeft geen btw betaald te worden zoals exportgoederen

Als je de prijs (verkoopprijs) die een ondernemer wilt ontvangen voor zijn product of dienst verhoogt met de btw kom je tot de prijs die de consument betaalt, oftewel de consumentenprijs.

 

Consumentenprijs           € …                       …%                      

Btw                                  € …                       …%                       -

Verkoopprijs                     € …                       …%      

 

Ditzelfde schema kan je gebruiken om van de inkoopprijs tot de inkoopfactuurprijs te komen. Verhoog je de inkoopprijs met de btw kom je tot de inkoopfactuurprijs.

Inkoopfactuurprijs             € …                       …%                      

Btw                                    € …                       …%                       -

Inkoopprijs                         € …                       …%      

 

Af te dragen btw

Een ondernemer moet de btw die hij ontvangt over zijn producten betalen aan de belastingdienst, de btw die hij zelf heeft betaald over de inkoopprijs kan hij terugvorderen. Wanneer je de te betalen btw verrekent met de terug te vorderen btw heb je de af te dragen btw berekend.

Af te dragen btw = te betalen btw – te ontvangen btw

Te betalen btw is de btw over de verkoopprijs en te ontvangen btw is de btw over de inkoopprijs

Kostprijs

Als je te maken hebt met kosten zijn er de variabele kosten (kosten die van de productie afhankelijk zijn) en constante kosten (kosten die even hoog blijven ongeacht hoeveel er wordt geproduceerd). De verkoopprijs vermindert met de variabele kosten noemen we de contributiemarge (of dekkingsbijdrage), dit is het bedrag dat overblijft om de constante kosten te dekken en winst te maken.

De kostprijs van een product is de prijs die het kost om een product te maken en te verkopen. We onderscheiden de fabricagekostprijs (kosten om het product te maken) en de commerciële kostprijs (kosten om het product te maken plus de verkoopkosten per product). De variabele kosten per product kun je berekenen door de totaal variabele kosten te delen door de verwachte of werkelijke productie/afzet. De constante kosten per product kun je berekenen door de totaal constante kosten te delen door de normale productie/afzet.

De fabricagekostprijs bereken je op de volgende manier:

Fabricagekostprijs= Variabele kosten (V) + Constante kosten (C) per product

 

De commerciële kostprijs bereken je zo:

Commerciële kostprijs= Fabricagekostprijs + (Opslag) Verkoopkosten

 

De contributiemarge (of dekkingsbijdrage) bereken je met de volgende formule:

Contributiemarge= Verkoopprijs (P) – Variabele kosten (V)

Omzet, inkoopwaarde en nettoresultaat

Om het resultaat van een onderneming te bepalen moet je eerst weten wat de omzet is. De omzet van een onderneming is het aantal verkochte producten in een periode (de afzet) maal de verkoopprijs exclusief btw.

Omzet = afzet x verkoopprijs

 

Om te bepalen hoeveel (bruto)winst de onderneming heeft behaald haal je van de omzet de inkoopwaarde van de omzet af. De inkoopwaarde van de omzet is de inkoopprijs maal de afzet.

Inkoopwaarde van de omzet= afzet x inkoopprijs

Als je van de omzet vermindert met de inkoopwaarde van de omzet bereken je de brutowinst. Dit is de winst voor aftrek van de exploitatiekosten. Exploitatiekosten worden ook wel de bedrijfskosten genoemd, dus alle kosten die nodig zijn voor de bedrijfsuitvoering. Je kan bij exploitatiekosten bijvoorbeeld denken aan loonkosten, huur, afschrijvingen, rente, etc.

Wanneer je de brutowinst vermindert met de exploitatiekosten heb je het nettoresultaat. Hier kan dus ook een negatief bedrag uit komen.

Consumentenomzet                                              € …

Btw                                                                        € …        -

Omzet                                                                   €...

Inkoopwaarde van de omzet                                €…         -

Brutowinst                                                            €…

Exploitatiekosten                                                 €…         -

Nettoresultaat                                                      €…

 

Kortingen

Verschillende soorten korting

Bij inkoop en verkoop worden er vaak diverse afspraken gemaakt met de leverancier of afnemer. Een van de belangrijkste afspraken is hoeveel er betaald moet worden en hier speelt korting een rol. Sommige kortingen zijn vooraf bepaald en gelden voor iedereen en andere kortingen worden met specifieke leverancier of afnemer afgesproken.

Hieronder zie je een overzicht van de meest voorkomende kortingen

Vorm van korting

Uitleg

Actiekorting

Tijdelijke korting

Betalingskortingen

Korting als er binnen een bepaalde termijn betaald wordt.

Bonuskorting

Achterafkorting. Meestal gegeven bij een minimale afname gedurende een periode.

Klantkorting

Korting voor een specifieke klant.

Korting jaarbetaling

Korting wanneer de klant per jaar vooruitbetaalt.

Kortingen op gewicht

Een korting waarbij je het gewicht van de goederen vermindert met het gewicht van de verpakking.

Korting vooruitbetaling

Korting wanneer er vooruit betaald wordt.

Kwantumkorting

Korting wanneer de klant een grote hoeveelheid afneemt

Rabat

Standaardkorting

Staffelkorting

Korting die oploopt bij het afnemen van meer producten. Korting verloopt hierbij in stapjes (staffels).

Korting op gewicht

De meeste goederen worden verpakt. Dit verpakken gebeurt bijvoobeeld in kisten of op pallets en dit heeft gewicht. Bij het bepalen van het gewicht spreek je over brutogewicht (gewicht van de goederen plus de verpakking) en het nettogewicht (gewicht van de goederen zonder de verpakking).

Het gewicht van de verpakking zelf heet tarra. De tarra is de korting op het gewicht.

Casus Zaag Maar bv

 

Spelletjes