Leereenheid 6

Leereenheid 6

Homepage

Deze website is een opdracht voor de opleiding Gespecialiseerd Pedagogisch Medewerken op het Friesland College in Heerenveen. Wij, Simone, Wilma en Monique, hebben hiervoor verschillende onderwerpen kort omschreven zoals de 21st Century Skills en de daarbijbehorende ontwikkelingsaspecten maar ook digitale geletterdheid, wat activerend leren inhoud, het belang van programmeren en hebben we een eigen onderwerp uitgezocht. We hebben hierbij ook een koppeling gemaakt met onze BPV plaats.

Het doel van deze opdracht is om zelf te leren hoe we een informatieve website kunnen maken zodat we in de toekomst de kinderen waarmee we gaan werken te begeleiden in een digitale wereld.

21st century skills

De 21st century skills, of 21e eeuwse vaardigheden zijn in de huidige maatschappij erg belangrijk. Het zijn competenties die kinderen nodig hebben om met de huidige, en nog steeds veranderende, maatschappij succesvol te kunnen zijn in de toekomst. Doordat de maatschappij steeds meer gedigitaliseerd wordt en er veel technologie bestaat is hiervan het gevolg dat steeds meer mensenwerk wordt gedaan door machines. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van computers en ICT waardoor het werk hierin dus veranderd. Tegenwoordig hebben kinderen dus ook de 21e eeuwse vaardigheden nodig om hierop voorbereid te zijn. Het is daarbij belangrijk dat deze vaardigheden een plek krijgen in het onderwijs en kinderopvang.

Er zijn 11 competenties gekoppeld aan het 21e eeuwse vaardigheden. Deze competenties, zoals ook het model hiernaast, zijn de volgende:

  • Communiceren.
  • Computational thinking.
  • Creatief denken.
  • ICT - basisvaardigheden.
  • Informatie vaardigheden.
  • Kritisch denken.
  • Media wijsheid.
  • Probleem oplossen.
  • Samenwerken.
  • Sociale & culturele vaardigheden.
  • Zelfregulering.

De ontwikkelingsaspecten die we aan deze 21st century skills zullen toepassen zijn:

  • Lichamelijke ontwikkeling: Hoe je lichaam groeit en hoe het verandert.
  • Motorische ontwikkeling: Alles wat te maken heeft met bewegen en het daarbij gebruiken van je zintuigen.
  • Cognitieve ontwikkeling: De ontwikkeling van het brein en naar de manier waarop mensen leren, denken en begrijpen.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling: Gaat over gevoelsleven en de sociale omgang met elkaar.
  • Seksuele ontwikkeling: Gaat over lustbevrediging en seksuele gevoelens. --> Sensuele ontwikkeling.

Communiceren

We kunnen niet niet communiceren. Communiceren is een basisvaardigheid. Bewust en onbewust versturen en ontvangen we boodschappen.

Om effectief en efficiënt mogelijk te communiceren moet je:

  • Doelgericht een boodschap overbrengen en begrijpen.
  • Moet je met verschillende communicatieve situaties en partners om kunnen gaan.
  • Verschillende communicactiemiddelen gebruiken.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Sociaal-emotionele ontwikkeling.

Computational thinking

Computational thinking is het inzetten van digitale tools om een probleem op te lossen op een creatieve en praktische manier. Het probleem moet op een manier worden (her)geformuleerd waardoor het mogelijk is om het op te lossen met computertechnologie.

Computational thinking is iets anders dan leren programmeren of denken als een computer. Je moet het probleem op een logische manier benaderen en oplossen met computertechnologie.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.

Creatief denken

Creatief denken is een vaardigheid waarbij we nieuwe en/of ongebruikelijke, maar wel bruikbare, ideeën voor bestaande onderwerpen kunnen vinden. Hierbij horen:

  • Het kennen en hanteren van creatieve technieken.
  • Het denken buiten gebaande paden.
  • Nieuwe samenhangen kunnen zien.
  • Het durven nemen van (verantwoorde) risico's.
  • Fouten kunnen zien als leermogelijkheden.
  • Een ondernemende en onderzoekende houding.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.

ICT - basisvaardigheden

Digitale geletterdheid is het geheel van ICT-vaardigheden, mediawijsheid, informatievaardigheden en computational thinking.

ICT-basisvaardigheden zijn de kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en netwerken te begrijpen. Ook moet je kunnen omgaan met verschillende technologieën om de mogelijkheden, bediening en de beperkingen van technologie te kunnen begrijpen.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.

Informatie vaardigheden

Als je aan informatie wil komen moet je kunnen signaleren en analyseren. We moeten leren om relevante informatie te kunnen zoeken, te vinden en uit te werken. We moeten daarom de juiste zoekvragen stellen en formuleren.

Tegenwoordig staat er ook veel neppe informatie op internet. Daarom is het belangrijk om onderscheidt te maken tussen bruikbare en onbruikbare informatie.

Ontwikkelingaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.

Kritisch denken

Kritisch denken is een vaardigheid waarbij we zelfstandig weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen kunnen maken. Een belangrijke rol hierin zijn denkvaardigheden maar ook houdingsaspecten, reflectie en een zelfregulerend vermogen.

Denkvaardigheden zijn nodig om informatie te doorzien en op waarde te kunnen schatten, onjuistheden te kunnen signaleren en om een mening of visie te kunnen onderzoeken. Hierdoor hebben we het vermogen om ons eigen oordeel of standpunt te beargumenteren of een beslissing te kunnen maken.

Ook zijn denkvaardigheden verbonden met een kritische houding, waarin we het verlangen hebben om goed geïnformeerd te zijn, de neiging hebben om redenen en oorzaken te zoeken, ruimdenkendheid, respect voor standpunten van anderen hebben en de bereidheid om die standpunten mee te wegen.

Kritisch denken doen we erg bewust. Reflectie en een zelfregulerend vermogen zijn hierbij erg van belang. Een kritisch denker onderzoekt zijn eigen denkproces en stelt als dit nodig is zijn beslissing, opvatting of handeling bij.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling.

Media wijsheid

Mediawijsheid houdt in dat je bewust en kritische kijkt naar bepaalde digitale informatie die we kunnen vinden. Dat we rekening blijven houden met de privacy, veiligheid en maatschappelijke normen en waarden.

Ontwikkelingsacpecten:

  • Sociaal-emotionele ontwikkeling.

Probleem oplossen

Het kunnen (h)erkennen van een probleem en een daarvoor passend plan bedenken om het probleem op te lossen is probleemoplossend denken. Het gaat hierbij om:

  • Het kunnen signaleren, analyseren en definiëren van problemen.
  • Het kennen en hanteren van strategieën om met onbekende problemen om te gaan.
  • Het ontwikkelen, analyseren en selecteren van oplossingsstrategieën.
  • Het creëren van patronen en modellen en daarbij beslissingen kunnen nemen die goed beargumenteerd zijn.

Hierbij is het proces dat leidt tot het oplossen van een probleem belangrijker dan het vinden van de oplossing zelf. In dit proces wordt het probleem goed vastgesteld en kan er gebruik worden gemaakt van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden om tot een oplossing te kunnen komen.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.

Samenwerken

Samenwerken is samen met andere mensen een doel hebben en elkaar daarbij aanvullen en ondersteunen. Zo realiseer je samen een doel. Je leert tijdens samenwerken om:

  • Feedback te geven.
  • Geven en ontvangen.
  • Positieve en open houding.
  • Effectief communiceren.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling.

Sociale & culturele vaardigheden

Sociale en culturele vaardigheden houdt in dat je effectief kunt werken, leren en leven met mensen van verschillende sociale, etnische en culturele achtergronden.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling.

Zelfregulering

Zelfregulering houdt in dat je in staat bent om een proces of een taak doelgericht te kunnen uitvoeren en hierbij de verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor je eigen handelen.

Ontwikkelingsaspecten:

  • Cognitieve ontwikkeling.

Activerend leren

Activerend leren betekend dat je kinderen actief betrekt bij de stof die je ze wilt aanleren. Kennis blijft hierdoor beter hangen. De hersenen worden actief gestiimuleerd zodat de kinderen actief leren. Je kan hierbij verschillende werkvormen gebruiken die verschillende doelen hebben. Deze zijn bijvoorbeeld bedoeld als energizer of starter maar ook om voorkennis te activieren en om op een prettige en actieve manier de stof te leren, verwerken en toe te passen of samen te vatten. Je vergroot daarnaast ook het plezier die kinderen kunnen hebben bij het leren. Het grootste doel is dat de werkvorm ook effectief werkt. Op korte termijn kunnen actieve lessen leiden tot een interessante afwisseling. Op lange termijn kan een actieve les ondersteunend werken om de interesse van de stof te prikkelen.

Een activerende didactiek is een methode van lesgeven waarbij wordt ingespeeld op de verschillen tussen kinderen waardoor het onderwijs meer gevarieerd kan worden en uiteindelijk kan leiden om talenten van de kinderen beter te kunnen benutten. Kinderen kunnen worden geactiveerd door bijvoorbeeld samen te werken en vragen te stellen. Als je leert om op een goede manier vragen te stellen aan de kinderen kan je de kennis alvast activeren voordat je deze kennis aan gaat leren. Je laat de kinderen nadenken, argumenteren en discussiëren als je de stof actief maakt. De motivatie van kinderen wordt hierbij groter.

Een voorbeeld van activerend leren is Levend letterbingo

 

Levend letterbingo

Alle kinderen krijgen een bingokaart met 6 letters. Ze gaan op het plein of in het speellokaal op zoek naar dingen die met deze letters beginnen. Als de kinderen alle 6 hebben gevonden, roepen ze BINGO. De PM’er checkt vervolgens de antwoorden. Bij een goede bingo, mag het kind grabbelen naar een cadeautje.

Duur: 60 minuten.

Voorbereidingstijd: 45 minuten.

Ontwikkelingsaspect: Cognitieve ontwikkeling.

Doelgroep: Kleuters (4-6 jaar).

Soort activiteit: Actief.

Groepsgrootte: Groep tot 10 kinderen, groep meer dan 10 kinderen.

Wat heb je nodig?

  • Bingokaarten.
  • Materialen (beginnend met verschillende letters) om te verstoppen.
  • Kleine cadeautjes (+/- €3,- per stuk).
  • Cadeaupapier.
  • Grabbelton.

Digitale geletterdheid

We gaan steeds meer leven in een digitale samenleving. Naast taal, rekenen en andere vakken moeten kinderen nu ook leren omgaan met computers en kritische blijven kijken naar online bronnen. Dit alles wordt digitale geletterdheid genoemd.

ICT-basisvaardigheden

ICT-vaardigheden zijn vaardigheden die je nodig hebt om goed om te kunnen gaan met een computer en netwerken.

Computer voorbeeld:

  • Exel bestanden.
  • Powerpoint bestanden.

Netwerk voorbeeld:

  • Het verschil weten tussen hardware en software.
  • Herken met een browser.

Als je deze vaardigheden beheerst weet je hoe verschillende technologieën werken.

Informatievaardigheden

Op een goede manier kunnen formuleren en analyseren van informatie uit bronnen wordt informatievaardigheden genoemd. Hierbij kritisch en systematisch zoeken, selecteren, verwerken, gebruiken en verwijzen van relevante informatie vergroot de bruikbaarhaarheid en kan je op een betrouwbaren manier beoordelen en evalueren. Hierbij gaat het vaak om digitale bronnen.

Tegenwoordig kunnen we heel erg snel informatie publiceren waardoor de digitale informatie erg snel toeneemt. Iedereen kan publiceren maar ook erg snel kopierenn, manipuleren en verspreiden. Hierdoor wordt het tegenwoordig steeds moeilijker om te bepalen welke informatie betrouwbaar is. Het is daarom erg belangrijk dat kinderen al vroeg vertrouwd raken met informatievaardigheden.

Koppeling BPV

De doelgroep waar mee wij werken hebben allemaal niks met digitale geletterheid te maken. Als we kijken naar ons team dan zien we dat we zelf ook wat achterlopen in digitale geletterheid. Vroeger schreven we alles op papier. Alle ontwikkelingen stonden in een map en die pakten we er makkelijk bij. Tegenwoordig moeten wij ook alles digitaal opschrijven. Wij moeten nu op het werk het kindvolgsysteem digitaal invullen. Er zijn heel veel handelingen die wij moeten maken om het goed in te vullen en echt alles uit dat systeem te kunnen halen. We hebben namelijk een filmpje gezien van het nieuwe programma en het zag er mooi uit. Het ziet er handig uit en zo leren we meer over de ontwikkelingen van de kinderen. Toch moeten we allemaal leren hoe we in dat programma moeten werken. Dat maakt het lastig en kijken we er tegenop om in dat systeem te moeten werken.

Programmeren

Het aanleren van programmeren aan kinderen kan voor veel nieuwe mogelijkheden zorgen in het algehele leerproces. Als je leert lezen en schrijven kan je weer heel erg veel nieuwe dingen aanleren. Want als je leert lezen kan je weer lezen om nieuwe dingen te leren. Zo werkt dit ook met programmeren. Als je leert programmeren kun je het ook weer gebruiken om te leren.

Programmeren wordt ook wel gezien als een wereldtaal. Je communiceert hierbij niet van mens tot mens, maar van mens tot computer. Tegenwoordig is deze manier van communiceren erg belangrijk geworden in onze huidige maatschappij. Als je kinderen leert programmeren kan het ze helpen om de interactie met de wereld om zich heen beter te begrijpen omdat het kinderen:

  • Helpt om te leren in een betekenisvolle context.
  • Leert dat leren een proces is en geen eindproduct.
  • Leert hoe ze complexe ideeën kunnen opdelen in eenvoudigere delen.
  • Bevordert in de samenwerking met andere kinderen.
  • Leert, ondanks de frustratie, om vastbesloten en volhardend te werken als iets niet meteen goed uitpakt.
  • Leert om risico's te nemen.
  • Helpt om vloeiend met technologie om te gaan en te werken.
  • Helpt om creatief te zijn: ze kunnen op een creatieve manier hun ideeën uiten.
  • Helpt om de communiceren met de wereld omzich heen.

Een aantal werkvormen om te leren programmeren met kinderen zijn:

 

Hoepels en Ballen

Activiteit:

Eén leerling is de robot en die gaat in de start hoepel staan. Een andere leerling gooit met de dobbelsteen. Gooit de leerling bijvoorbeeld 3, dan moet de leerling die op start staat naar de hoepel met 3 ballen worden geprogrammeerd. Om de robot te programmeren moet de robot opdrachten krijgen als hij en stap naar voren moet doen of een stap naar rechts etc. De programmeur moet deze aan de robot doorgeven. De robot mag alleen maar lopen als hij een opdracht krijgt van de programmeur.

Voorbereiding:

Je legt 9 hoepels op de grond. In een paar van de hoepels leg je verschillende hoeveelheid ballen neer. In één hoepel leg je start.

Duur: 20 minuten, maar je kan de activiteit ook uitbreiden en moeilijker maken.

Voorbereidingstijd: 10 minuten.

Ontwikkelingsaspect: Cognitieve ontwikkeling (Taalontwikkeling) en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Doelgroep: Kleuters (4-6 jaar).

Soort activiteit: Levend programmeren.

Groepsgrootte: Ongeveer 6 kinderen.

Wat heb je nodig:

  • Hoepels.
  • Ballen.
  • Dobbelsteen.
  • Start kaart.

Speurtocht - Piraten schatkaart

Activiteit:

De kinderen gaan, onder begeleiding van een PM’er, opzoek naar de schat die Kapitein Roodbaard heeft verstopt. De kinderen krijgen een schatkaart en de bijbehorende instructies mee. Wat zal er in de schatkist zitten? En waar heeft Roodbaard deze verstopt?

Voorbereiding:

Het maken van een piratenschatkaart: Laat het papier weken op een dienblad met sterk theewater. Zorg dat het hele papier bedekt is. Laat het een nachtje weken. Haal de volgende dag het papier van het dienblad en laat het papier goed drogen. Zodra het papier droog is, kan je de randjes verbranden met een aansteker voor een leuk effect. In de voorbereiding is het ook handig om alvast rekening te houden met het volgende: Probeer de activiteit uit te voeren bij mooi weer en zorg ervoor dat de route niet te lang of the moeilijk is voor de kleuters. Ook is het handig om duidelijke, uitgeschreven instructies mee te geven. Bijvoorbeeld: Loop naar het einde van de straat, ga linksaf bij het blauwe hekje, etc.

Duur: 30 minuten

Voorbereidingstijd: 60 minuten

Ontwikkelingsaspect: Cognitieve ontwikkeling

Doelgroep: Kleuters (4-6 jaar)

Soort activiteit: Actief, fantasie

Groepsgrootte: Groep tot 6

Wat heb je nodig?

  • Papier of karton
  • Sterke thee
  • Dienblad
  • Aansteker
  • Pennen, stiften en/of potloden.
  • Schatkist (doos)
  • Kleine cadeautjes (+/- €3,- euro per stuk)
  • Cadeaupapier
  • Computer
  • Printer

Osmo Coding

Activiteit:

Met de app kun je een spelletje doen waarbij kinderen zoveel mogelijk aardbeien kunnen verzamelen via een zelfgemaakte route. Deze route kunnen kinderen maken door met blokjes een route achter elkaar te zetten die een poppetje op de app vervolgens gaat lopen. Zodra je op de groene start knop drukt gaat het poppetje lopen. In bovenstaande foto zou dat als volgt zijn: 4 stappen rechtdoor en vervolgens 2 keer rechtdoor springen. De kinderen leren door dit spelletje de basisprincipes van programmeren.

Er is ook een Osmo Coding Jam pakket. Hierbij leren kinderen om zelf muziek te maken. Met de blokjes kunnen kinderen, net zo als met het appels spelletje, instructies geven.


Voorbereiding:

Voor deze activiteit is het nodig om de Osmo Coding app te installeren op een I-Pad of tablet. Daarnaast moet je het Cosmo Coding Awbie pakket aanschaffen. Als je deze beide hebt aangeschaft kan je de blokjes en I-Pad of tablet voor je neerleggen.

Duur: 20 minuten.

Voorbereidingstijd: 3 minuten.

Ontwikkelingsaspect: Cognitieve ontwikkeling.

Doelgroep: Basisschoolkinderen (5-12 jaar).

Soort activiteit: Digitaal programmeren.

Groepsgrootte: 1-2 kinderen.

Wat heb je nodig:

  • I-Pad of tablet.
  • Osmo Coding Awbie app.
  • Osmo Coding Awbie instructieblokjes.

Keuzeonderwerpen

Plan van aanpak:

 

Onderzoeksvraag 1:

Onderzoeksvraag 2:

Onderzoeksvraag 3:

Sleutelvraag

 

 

Op welke manieren kunnen kinderen zich ontwikkelen in de digitale wereld?

Hoe kinderen (betrouwbare) informatie zoeken op het internet?       

Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat kinderen veilig gebruik maken van het internet?

Eindproduct

 

 

                                     

We weten op welke manieren kinderen zich kunnen ontwikkelen in de digitale wereld en of hier ook nadelen/gevaren bij komen kijken.

We weten dat internet vol met informatie zit en hoe we aan deze informatie komen.                                                                               

 

We weten wat de gevaren zijn van het gebruik van internet onder kinderen en hoe we deze gevaren zo veel mogelijk kunnen beperken.

Theoretische verdieping

 

 

 

 

 

 

Wat zijn leerzame, digitale apps voor kinderen?

Welke ontwikkelingsaspecten worden ontwikkeld?

Zijn er ook apps met nadelen en/of gevaren?

 

Hoe kunnen we gerichter zoeken naar de juiste informatie?

Wat zijn de geschikte zoekmachines voor kinderen?

Hoe kunnen we zien dat de site betrouwbaar is?

                                               

Met welke online gevaren kunnen kinderen in aanraking komen?

Welke maatregelen kunnen wij nemen om deze gevaren zoveel mogelijk te beperken?

Op welke manieren kunnen wij toezien op veilig internet gebruik.                   

 

 

 

De ontwikkeling van kinderen in een digitale wereld

Wat zijn leerzame, digitale apps voor kinderen?

Het is nog niet eens zo lang geleden dat internet nog niet bestond, of het was zo traag dat kinderen liever buiten wilden spelen. Dat is tegenwoordig best wel ondenkbaar geworden. Het is een gewoonte geworden dat kinderen met een telefoon of tablet willen spelen. Maar hoe kun je ervoor zorgen dat deze vorm van spelen ook goed is voor de ontwikkeling? Er zijn tegenwoordig oneindig veel verschillende soorten apps. Daarbij zijn het grootste gedeelte hiervan ook (redelijk) educatief. Er zijn apps om te leren programmeren, rekenen, lezen, spellen, tekenen en nog veel meer. Maar hoe zorg je ervoor dat je deze apps kan onderscheiden van apps die niet educatief zijn? Hiervoor kan je de volgende punten onderzoeken:

De app zet aan tot actief denken en zet de hersenen 'aan':  Is het de bedoeling dat een kind met zijn vinger een ruimteschip verplaatst om zo een andere richting te krijgen, dan is dat niet leerzaam. Wordt er een navigatiekaart gebruikt om te bepalen welke kant het ruimteschip op moet gaan? Dan is dit wel leerzaam. Je wordt hierbij gestimuleerd om je actief na te denken.

De app houdt een kind betrokken: Een kind blijft betrokken bij een app als het niet vol staat met allemaal onzin, die door een kind kunnen worden aangeraakt. Zoals bewegende poppetjes of bomen die verder geen toegevoegde waarde hebben. Dit leidt kinderen alleen maar af waardoor ze minderen opnemen en hierdoor minder snel leren.

De app is betekenisvol: Wat is de leefwereld van de kinderen en voegt de app nieuwe, betekenisvolle informatie toe? Moet een kind bijvoorbeeld een driehoek aanwijzen terwijl er ook vierkanten en cirkels te zien zijn, of moet het rondkijken in de woonkamer waar ze zelf een driehoek kunnen vinden?

De app zet aan tot sociale interactie: Wordt er in de app aangemoedigd om samen iets te gaan doen met bijvoorbeeld andere klasgenoten, ouders of leerkrachten? Deze vorm van interactie is het meest leerzaam.

Daarnaast kan je ook letten of de app goed genoeg is voor de leeftijd van het kind, of kinderen zelf kunnen leren ontdekken, of kinderen snappen wat de bedoeling is, of het niet te veel tijd in beslag kan nemen, is de app makkelijk bestuurbaar, kan een kind zich goed concentreren, hoeveel reclame krijgt een kind te zien, enzovoort.

Welke ontwikkelingsaspecten worden ontwikkeld?

Voor elk ontwikkelingsaspect zijn er wel apps te vinden die deze ontwikkeling stimuleren. De grootste hiervan zijn de volgende:

  • Bij de motorische ontwikkeling leren kinderen: bewegen en dansen door bijvoorbeeld sportieve apps enzovoort.
  • Bij de cognitieve ontwikkeling leren kinderen: hun woordenschat uit te breiden, tellen, schrijven van letters en cijfers, concentratie, het herkennen van vormen, patronen en kleuren, logisch nadenken, puzzelen, rekenen, begrijpend lezen, grammatica, met geld omgaan enzovoort.
  • Bij de sociaal-emotionele ontwikkeling leren kinderen: muziek te maken, sociale interactie, creatief bezig zijn; verhalen bedenken, inkleuren, animaties maken, interactie enzovoort.

Zijn er ook apps met nadelen en/ of gevaren?

Er bestaat ook speelgoed of apps waarbij er gevaren zitten voor kinderen. Vreemde chats die geopend kunnen worden maar ook apps waarbij cyberpesten naar voren kan komen. Daarnaast bestaat er ook het zogeheten ‘slim speelgoed’. Dit wordt ook wel ‘connected toys’ genoemd. Dit is speelgoed waarbij kinderen een knuffel of pop kunnen hebben die in de eerste instantie kunnen bijdragen aan de ontwikkeling maar die wel gevaarlijk kunnen zijn omdat deze verbonden zijn met het internet. Een pop of knuffel die je verjaardag en je lievelingskleur onthouden, of een robot die moppen verteld. Maar omdat deze verbonden zijn met het internet of via bluetooth kunnen deze gevaarlijk zijn. Voorbeelden van dit slim speelgoed zijn:

  • Hello Barbie
  • De pratende pop My Friend Cayla
  • Het interactieve huisdier Ubooly
  • De Toys to Life poppetjes, zoals Lego Dimensions, Skylanders en Disney Infinity
  • De speelgoedrobot Meccanoid G15KS
  • De groene speelgoeddinosaurus van CogniToys

Dit speelgoed blijkt erg gevoelig te zijn voor hacks, privacy lekken en DDos-aanvallen. Het kan voorkomen dat gegevens van klanten worden doorgelekt of dat gesprekken van kinderen kunnen worden opgenomen. Ook kan het zijn dat de pratende poppen ineens iets anders zeggen doordat het mogelijk is dat een wildvreemde via internet de pop kan besturen. Er wordt dan ook aangeraden om dit soort speelgoed niet te kopen. In de volgende podcast wordt uitgelegd waarom dit gevaarlijk zou kunnen zijn: Podcast slim speelgoed

Mochten ouders of pedagogisch medewerkers toch slim speelgoed willen aanschaffen, is het goed om in gesprek te gaan met kinderen maar ook door op de volgende punten te letten:

  • Is het duidelijk dat het speelgoed een connectie heeft met het internet?
  • Wie heeft er eigenlijk toegang tot de ingevoerde gegevens?
  • Weet je waar je terecht kunt met vragen over veiligheid en software?
  • Is het duidelijk waar het kind eigenlijk mee speelt?
  • Past het speelgoed bij de leeftijd van het kind?
  • Is het speelgoed educatief?
  • Kan je het speelgoed gebruiken zonder bijkomende kosten?
  • Kan je het speelgoed delen met andere kinderen?
  • Kan je kind vrij en creatief met het speelgoed spelen?
  • Zit er een houdbaarheidsdatum op het speelgoed?

Het opzoeken van (betrouwbare) informatie

Hoe kunnen we zien dat de site betrouwbaar is?  

Tegenwoordig kunnen we veel informatie vinden op internet. We worden vol gegooid met informatie waar we niet eens om vragen. We hebben veel sites waar we heen kunnen om aan informatie te komen. Maar hoe weten we wat betrouwbare informatie is? Wat is een juiste site voor kinderen en hoe kunnen we efficiënter zoeken naar de juiste informatie? We kunnen eigenlijk niet zomaar informatie van het internet plukken. Het is goed als we zelf ook beoordelen of de site eigenlijk wel betrouwbaar is.

Dit zijn punten waar je naar kan kijken:

  • Wie heeft de informatie schreven?
  • Wat is zijn achtergrond en heeft hij meer gepubliceerd?
  • Kloppen de feiten?
  • Ziet het er professioneel uit, werken de linken en zitten er veel (typ) fouten in?
  • Wat is het doel van het artikel?
  • Worden meningen onderbouwd?
  • Kloppen de bronvermeldingen en is het up-to-date?

Al deze informatie heb je nodig om te zien of de informatie wel correct is of niet.

Wat zijn de geschikte zoekmachines voor kinderen?

Scholen werken tegenwoordig ook steeds meer met computers en een iPad. Daarom worden kinderen ook meer gestimuleerd om internet te gebruiken. Niet alle informatie die ze zoeken op internet zijn goed voor kinderen. Er komt ook veel reclame inbeeld waar kinderen niks mee kunnen. Hier geschikte zoekmachines voor kinderen:

  • Web for classrooms: Deze zoekmachine houdt rekening met het leesniveau van de kinderen.
  • Wikikids: hier staan veel leuke en leerzame artikelen in.
  • Jeugdbieb.nl
  • OBAjunior.nl

Hoe kunnen we gerichter zoeken naar informatie?

Als we bijvoorbeeld in google wat intypen krijgen we allemaal informatie te zien. Heel veel informatie is nutteloos of onnodig. Er zijn veel verschillende manieren om aan de juiste informatie te komen. Met een paar goede tips zorg je ervoor dat je snel en veilig naar juiste informatie zoekt. Dat is sneller en je hoeft minder lang door te zoeken naar de informatie die je nodig hebt.

Tip 1: Gebruik geen lange zinnen om iets te zoeken. Bijvoorbeeld je zoekt een leuk restaurant. Zet er niet in “Waar kan ik een leuk Grieks restaurant vinden, maar Grieks restaurant Drachten.

Tip 2: Je kunt ook tegen Google zeggen dat het een veelvoorkomende website moet negeren tijdens het zoeken. Als je in de zoekbalk neerzet -site zorgt hij ervoor dat bepaalde sites niet naar vorenkomen. Bijvoorbeeld -site:marktplaats.nl of -site:wikipedia.org. Let op dat je in dit deel van de zoekopdracht geen spaties gebruikt. Wil je meerdere websites negeren, dan kan dat ook. Dan voeg je gewoon voor elke website zo'n opdracht toe. Zoals -site wikipedia.org -site kieskeurig.nl.

Tip 3: Als je zoekt naar bijvoorbeeld een persoon dan zet je in de zoekbalk “Jan” Smith. Doordat je Jan tussenhaakjes zet zoekt hij breder naar Jan Smith, omdat hij dan helemaal zoekt op zijn originele naam. Jan Smith heet namelijk Johannes Hendricus Maria Smit. Als je dan Jan tussen haakjes zet zorgt Google ervoor dat je al zijn sites te zien krijgt. Zou je alleen Jan Smith in toetsen dan krijg je niet alle informatie over Jan Smith. Dat zou natuurlijk jammer zijn!

Dit zijn een paar tips die je zou kunnen gebruiken om nog efficiënter te zoeken naar informatie.

Veilig gebruik maken van internet met kinderen

Met welke online gevaren kunnen kinderen in aanraking komen?

Het is belangrijk dat wij ons bewustzijn van de gevaren die komen kijken bij het gebruik van internet onder kinderen. Dit zijn de meest voorkomende gevaren op het internet voor kinderen:

  • Cyberpesten.
  • Ongeschikte content.
  • Te veel tijd online zijn.
  • Seksueel misbruik.
  • Cybercrime.
  • Gehackt worden.

Welke maatregelen kunnen wij nemen om deze gevaren zoveel mogelijk te beperken?

Als ouder/verzorger/Pedagogisch medewerker kun je zelf beoordelen of het kind al alleen gebruik kan maken van het internet of dat je naast moet blijven zitten. Als het kind zelfstandig gebruik maakt van het internet, betekent dit ook dat het kind mogelijk op websites terecht komt die niet geschikt zijn.

Tips voor veilig omgaan met internet:

De volgende regels over omgaan met internet kun je kinderen leren:

  • Geef nooit persoonlijke informatie op chat-sites.
  • Voordat je formulieren met gegevens invult en opstuurt, vraag je toestemming aan je ouders/verzorgers.
  • Deel nooit familiegegevens (naam, adres, telefoonnummer, etc.).
  • Stuur nooit zomaar een foto op naar iemand. Vraag eerst aan je ouders/verzorgers of dit mag.
  • Maak geen afspraak via de computer om iemand te ontmoeten.
  • Negeer rare of gemene berichten.
  • Als je iets wilt downloaden dan vraag je dit eerst aan je ouders/verzorgers.
  • Het zelfde geld voor online aankopen.

Op welke manieren kunnen wij toezien op veilig internet gebruik?

  • Laat het kind computeren in de woonkamer of een ruimte waar je vaak bent, zodat je zicht hebt op waar het kind mee bezig is.
  • Praat met het kind over wat het doet op internet. Op welke sites zit het kind? En wat vind het kind zo leuk aan deze site? Zorg er ondertussen zelf voor dat je ook genoeg afweet van internet, zodat je begrijpt waar het kind mee bezig is. Blijf ook up-to-date van de belangrijkste mogelijkheden en gevaren.
  • Je kunt filters op de computer zetten. Hierdoor worden sites met bijvoorbeeld porno of geweld niet niet geopend. Hierover vindt je meer informatie op VPNGids.nl en Veiliginternetten.nl.
  • Via “geschiedenis” kun je zien welke sites het kind heeft bezocht.

Bronnen

  • https://www.avg.com/nl/signal/how-to-keep-your-children-safe-online
  • https://basicly.co/digitale-geletterdheid/
  • https://www.bibliotheekinzicht.nl/maatschappelijke-functies/jeugd-en-mediagebruik
  • http://www.carrieretijger.nl/opleiding/ho/21e-eeuwse-vaardigheden
  • https://www.demamagids.nl/speurtocht-kleuters-kinderfeestje-diy/
  • https://www.educatie21.nl/21e-eeuwse-vaardigheden/creatief-denken/
  • https://www.educatie21.nl/21e-eeuwse-vaardigheden/kritisch-denken/
  • https://www.educatie21.nl/21e-eeuwse-vaardigheden/probleem-oplossen/
  • https://www.educatie21.nl/21e-eeuwse-vaardigheden/sociale-en-culturele-vaardigheden/
  • https://www.google.com/urlsa=t&source=web&rct=j&url=https://www.kennisnet.nl/mijnkindonline/files/125_leerzame_apps_en_websites.pdf&ved=2ahUKEwjN9auTv6juAhXMGewKHbatAOwQFjAAegQIBBAC&usg=AOvVaw32QZ77ZvZmUj0AFMbgCSnM&cshid=1611076511307
  • https://groepsspellen.nl/20-leukste-speurtocht-ideeen/#Schatkaart_speurtocht
  • https://jufanke.nl/bewegend-leren.html
  • https://www.kennisnet.nl/artikel/6648/alles-wat-u-moet-weten-over-21e-eeuwse-vaardigheden/
  • https://kleuteridee.nl/bewegend-leren/
  • https://kleutersdigitaal.nl/levend-programmeren-met-kerst/
  • https://www.mediawijsheid.nl/informatievaardigheden/
  • https://www.mediawijsheid.nl/slim-speelgoed/
  • https://www.o21.nu/zelfregulering/
  • https://www.onderwijsvanmorgen.nl/activerende-werkvormen-leerlingen-nu
  • https://www.onderwijsvanmorgen.nl/waar-is-het-nou-eigenlijk-goed-voor-dat-programmeren/
  • https://www.opvoeden.nl/veilig-gebruik-van-internet-276/
  • https://www.pallasactief.nl/achtergrondinformatie-en-bronnen/theorie-activerende-didactiek
  • https://programmeerplaats.nl/osmo-coding/
  • https://www.slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/communiceren/
  • https://www.slo.nl/vakportalen/vakportaal-digitale-geletterdheid/basisvaardigheden/
  • https://www.slo.nl/vakportalen/vakportaal-digitale-geletterdheid/informatievaardigheden/
  • https://www.vanharte.nl/piraten-speurtocht/
  • https://www.vanveen.com/kennis-delen/slim-speelgoed
  • https://www.vpngids.nl/veilig-internet/kind-en-jeugd/
  • https://wij-leren.nl/computational-thinking.php
  • https://wij-leren.nl/21st-century-skills-21e-eeuwse-vaardigheden.php
  • https://www.slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/communiceren/
  • https://www.mediawijsheid.nl/informatievaardigheden/
  • Het arrangement Leereenheid 6 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Leereenheid zes Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2021-01-19 21:42:55
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.