Goed leermateriaal ontwikkelen is tijdrovend en duur. Als je daarin als docentencommunity samen optrekt, kun je veel voordelen behalen. Met het leermateriaal van anderen kun je je eigen onderwijs verrijken, het biedt inhoudelijke en didactische inspiratie én het bespaart je tijd.
In deze Kennismaking open leermaterialen lees je wat open leermaterialen zijn, hoe je open leermaterialen in je eigen onderwijs kunt inzetten en hoe je je eigen materialen zo kunt opstellen dat anderen er optimaal gebruik van kunnen maken.
Voor wie is de kennismaking geschreven?
De doelgroep van de Kennismaking open leermaterialen bestaat uit docenten en docententeams die:
interesse hebben in het delen en hergebruiken van open leermaterialen
de mogelijkheden van open leermaterialen willen verkennen voor het (her)ontwerpen van onderwijs.
Daarnaast is de kennismaking interessant voor mensen die docenten ondersteunen bij het ontwikkelen van onderwijs, zoals onderwijskundigen, AV- en mediadeskundigen, auteursrechtdeskundigen en informatiespecialisten.
Wat is het doel van de kennismaking?
Het doel van de Kennismaking open leermaterialen is om op één plek alle basisinformatie rond open leermaterialen delen, hergebruiken en ontwikkelen te verzamelen, zodat docenten, ondersteuners en community’s van docenten zichzelf kunnen onderwijzen op dit gebied.
Creatief werk ingezet voor onderwijsdoeleinden, zoals teksten, afbeeldingen, geluid of video, die digitaal beschikbaar zijn. Dit zijn materialen die docenten aanbieden aan een student of materialen die de student zelfstandig vindt en gebruikt bij de studie. "Towards a definition of learning materials - 2019" Blog Robert Schuwer
Leermateriaal kan bestaan uit losse materialen zoals kennisclips of artikelen, maar ook uit samengestelde materialen, zoals open cursussen. Alles wat je inzet binnen je onderwijscontext/onderwijsleerproces, kun je zien als leermateriaal.
Je kunt leermaterialen informeel uitwisselen met je collega’s en bekenden, maar ook formeel delen via een opslagsysteem ook wel repository genaamd (zie Open leermaterialen van anderen gebruiken). Om meer docenten de mogelijkheid te geven je leermaterialen te gebruiken is formeel delen de beste manier. Zo vergroot je het bereik. Dit delen kan semi-open (alleen voor bepaalde groepen) of open. Deel je het open dan deel je het met de hele wereld. Er zijn geen restricties aan de vorm van de leermaterialen.
Zo'n opslagsysteem of repository is een digitale bewaarplaats voor materialen die toegankelijk zijn via internet. In zo'n systeem waar je leermaterialen opslaat en kunt vinden, komen de volgende gestandaardiseerde soorten leermaterialen voor:
Evaluatie- en toetsmateriaal: quiz, test, toetsvraag
Verkennings-/onderzoeksmateriaal
Handleiding
In een opslagsysteem worden daarnaast labels aan het materiaal toegevoegd: de metadata. Dit zijn gegevens die de karakteristieken van leermateriaal beschrijven, bijvoorbeeld auteur, onderwijsniveau, vakgebied bestandsformaat en dergelijke. Hierdoor zijn de materialen vindbaar voor gebruikers en voldoet het opslagsysteem aan internationale standaarden voor data-uitwisseling.
Wanneer je je leermaterialen formeel wilt delen, dan is het handig toestemming voor hergebruik vast te leggen. Dat kun je individueel doen of op voorhand voor iedereen. Voor het materiaal dat je open deelt, open leermateriaal, hebben we de volgende definitie:
Digitaal leermateriaal dat is gepubliceerd met een open licentie, zoals bijvoorbeeld Creative Commons. Zo’n licentie staat gebruikers toe het werk te kopiëren, (her)gebruiken, bewerken, opnieuw arrangeren en verspreiden. Internationaal worden open leermaterialen Open Educational Resources (OER) genoemd.
Internationaal spreekt men vaak over de 5 R'en van David Wiley om open leermateriaal te gebruiken:
Retain
Reuse
Revise
Remix
Redistribute
Opslaan
Identiek hergebruiken
Hergebruik met aanpassing
Herschikken en opnieuw arrangeren
Opnieuw delen
Licenties
Onderwijsmateriaal dat je zelf maakt is eigendom van jou of van je werkgever/instelling en niemand anders mag daar ongevraagd iets mee doen. Er rust copyright, auteursrecht, op.
Maak je onderwijsmateriaal in tijd van je instelling, dan heeft je instelling volgens de wet en de CAO het auteursrecht. Er zijn verschillende sites met informatie over auteursrechten beschikbaar. Kijk bijvoorbeeld op: auteursrecht in het mbo van de MBO Raad, auteursrechtenonderwijs.nl, onderwijsenauteursrecht.nl of op auteursrechten.nl (gericht op het hoger onderwijs maar met veel algemene informatie).
Handige video
Op de website van de Universiteit Utrecht vind je ondersteunende materialen, bijvoorbeeld een clip waarin men uitlegt hoe het auteursrecht bij kennisclips geregeld is. De uitleg is niet alleen relevant voor wanneer je een kennisclip maakt, het geldt ook voor ander leermateriaal.
Open licenties
Wanneer mensen jouw materiaal willen gebruiken, moeten ze jou of je instelling daarvoor toestemming vragen. Het is daarom handiger dat je als rechthebbende je materiaal standaard oormerkt voor hergebruik. De eindgebruiker hoeft daar dan niet apart om te vragen. Vooraf toestemming geven voor hergebruik kan via een open licentie of door afstand te doen van auteursrecht.
Vanuit verschillende doelgroepen zoals docenten, studenten, onderwijsinstellingen en de overheid, zijn er redenen om aan de slag te gaan met open leermaterialen. Een aantal argumenten:
Maatwerk en beroepsrelevantie
Open leermateriaal kan gecombineerd worden met bestaand materiaal waardoor het geheel goed kan aansluiten bij de student en bij de toekomstige beroepssituatie/ Ook kan open leermateriaal gemakkelijk actueel gehouden worden.
Tijdwinst
Als je al een goede basis hebt bij het ontwikkelen van je lesmateriaal, kun je veel tijd besparen. En die waardevolle tijd kun je besteden aan bijvoorbeeld meer contact met je studenten.
Kostenbesparing
Met open leermaterialen is ook kostenbesparing te bereiken. Er is minder ontwikkeltijd nodig voor leermaterialen (zeker bij materialen die duur zijn om te ontwikkelen, zoals video en animaties) en er zijn minder boeken nodig doordat het goedkoper is om (gezamenlijk) zelf leermaterialen te ontwikkelen.
Kwaliteit verbeteren door feedback vanuit de community
Als je je leermaterialen openstelt voor de hele community, bied je die hele community ook de kans om feedback te geven op je werk. En dat stelt jou in de gelegenheid om je materiaal te verbeteren.
Samenwerken om collecties op te bouwen
Open leermaterialen bieden een uitgelezen mogelijkheid om door samenwerking te komen tot een steeds hogere kwaliteit. Door voort te bouwen op de bronnen en materialen van anderen en door met deze materialen collecties op te bouwen, komt er steeds hoogwaardiger content beschikbaar in het publieke domein. Feitelijk krijgt de student zo de mogelijkheid om (waar ook ter wereld!) gebruik te maken van de beste docent ter wereld.
Het wiel niet opnieuw uitvinden
Als docent kun je met open leermaterialen een vliegende start maken als je bijvoorbeeld een nieuwe cursus wilt gaan ontwikkelen. Je kunt gemakkelijk zoeken naar materialen die al over je onderwerp zijn verschenen. Je kunt je erdoor laten inspireren en ze als basis gebruiken voor je eigen werk.
Docentprofessionalisering
Door intensiever gebruik te maken van het rijke aanbod van reeds beschikbare open leermaterialen, word je als docent beter. Je leert immers van het werk van andere docenten. En anderen leren van jouw werk.
Kost het je meer tijd om bruikbare leermaterialen te zoeken dan om zelf iets te maken? Leveren je zoektermen in Google niks op? Er bestaan speciaal voor docenten en studenten zoekmachines voor open leermaterialen. Hoe beoordeel je de gevonden materialen op kwaliteit? En: hoe pas je ze goed toe?
Alles wat ingezet wordt in het onderwijs is leermateriaal. Die materialen kunnen dus ook overal vandaan komen. Je kunt ze vinden via een algemene zoekmachine, een onderzoeks-opslagsysteem of een opslagsysteem specifiek voor het onderwijs.
Zoekmachines
Op het internet zijn veel verschillende typen zoekmachines te vinden. De bekendste is Google.
Algemene zoekmachines
Je kunt bij de meeste zoekmachines bij je zoekopdracht instellen dat je alleen materiaal wilt vinden dat hergebruikt mag worden. Bijvoorbeeld bij Google kan dat via Instellingen -> Geavanceerd zoeken -> Gebruiksrechten. Er zijn ook zoekmachines voor bepaalde typen content, bijvoorbeeld specifiek voor video’s of plaatjes. Bekijk een overzicht van deze zoekmachines.
Onderwijszoekmachines
Er zijn zoekmachines, zoals Wikiwijs die specifiek zoeken binnen series lessen en volledige collecties open leermaterialen. Deze zoekmachines helpen je bij het beoordelen van de kwaliteit en relevantie van de materialen. Maak ook gebruik van het internet dat vol staat met geschikte leermaterialen, bijvoorbeeld lesmateriaal va LessonUp, instructievideo's op YouTube of 3D-beelden op Sketchfab.
Opslagsystemen (repositories)
Er zijn verschillende typen opslagsystemen die je kunt gebruiken in je zoektocht naar goede leermaterialen:
Instellingssysteem. Een collectiespecialist van de bibliotheek kan je de weg wijzen.
Er zijn ook opslagsystemen die gemaakt zijn om onderwijsmaterialen te plaatsen en hergebruiken. Sommige systemen bevatten materialen over verschillende onderwerpen, andere zijn meer specifiek en bevatten materialen over één onderwerp. Zie bijvoorbeeld de online modules of de videoshowcase van het Deltion college
Voorbeeld themapagina's MBO in Wikiwijs
Er zijn in Wikiwijs verschillende zogenaamde themapagina's gemaakt om bij relevante onderwijscontent te komen. De themapagina's betreffen verschillende vakgebieden waardoor materiaal gemaakkelijk vindbaar is:
Vervolgens ga je het gevonden materiaal beoordelen. Is het materiaal bruikbaar en wat mag je ermee doen?
Is het materiaal bruikbaar?
Beoordeel als docent de kwaliteit en toepasbaarheid van het materiaal. Past het bij de doelen en vorm van je onderwijs? Heb je het materiaal uit een opslagsysteem met een kwaliteitskeurmerk, dan geeft dit aan dat het materiaal aan de eisen van die community voldoet.
Misschien heeft je eigen vakcommunity een kwaliteitsmodel ontwikkeld. Hiermee kun je het gevonden materiaal op kwaliteit te beoordelen.
Kwaliteit
Een kwaliteitsmodel is een lijst van criteria waaraan leermateriaal moet voldoen om 'geschikt voor gebruik' te zijn. Binnen een onderwijsinstelling of een vakcommunity kun je ervoor kiezen om samen zo'n kwaliteitsmodel op te stellen, zodat het voor docenten makkelijker wordt om open leermaterialen te delen en hergebruiken. Een kwaliteitsmodel voor open leermaterialen zorgt ervoor dat docenten meer vertrouwen krijgen in open leermaterialen. Het zorgt dat ze eigen materiaal kunnen beoordelen en het geeft houvast in de beoordeling van het materiaal van anderen.
Ongeacht waar je het materiaal vandaan hebt, moet je eerst de licentie checken die op het materiaal zit.
Als het materiaal geen licentie heeft, dan mag je het niet gebruiken. Je kunt natuurlijk wel de eigenaar vragen om toestemming. Je mag altijd linken naar het materiaal of het materiaal embedden, want dan verwijs je naar de bron.
Heeft het materiaal wel een licentie, dan zie je precies wat wel en niet mag (zie ‘Wat zijn open leermaterialen?’). Bij materiaal van commerciële aanbieders moet je waarschijnlijk betalen voor het hergebruik. Vraag je bibliotheek naar de regelingen binnen je instelling.
Wanneer je open leermateriaal aanpast voor je eigen onderwijs, dan moet je het voorzien van een bronvermelding. Wanneer je het zelf weer open gaat delen dan moet je het voorzien van een licentie.
Bronvermelding
Materiaal dat voorzien is van de licentie Public Domain kun je zonder restricties en bronvermelding gebruiken.
Voor overige leermaterialen van anderen moet je een referentie toevoegen naar de bron van het element. Voeg minimaal toe:
auteur
publicatiejaar of bezoekdatum
titel bron
link naar de bron
Voorbeeld webpagina met auteur
De Vos-van der Hoeven, T. (2013, september). Veilig in het verkeer.
Geraadpleegd op 24 september 2015, van http://www.opvoedadvies.nl/veiliginverkeer.htm
Voorbeeld organisatie als auteur
Centrum voor Ethiek en Gezondheid. (z.d.). Dilemma’s in de jeugdzorg.
Geraadpleegd op 9 januari 2015, van http://www.ceg.nl/werk/bekijk/dilemmas-in-de-jeugdzorg
zonder auteur of organisatie
Tunesisch National Dialogue Quartet wint Nobelprijs voor de Vrede. (2015, 9 oktober). Geraadpleegd op 9 oktober 2015, van http://www.nu.nl/buitenland/4141877/ tunesisch-national-dialogue-quartet-wint-nobelprijs-vrede.html
Licentie
Wanneer je bestaande of samengestelde leermaterialen gaat toepassen in je eigen onderwijs, denk dan goed na over de licentie. Check bij de bibliotheek van je instelling welke licentie je instelling voorschrijft (zie 'Wat zijn open leermaterialen?' en ‘Licenties voor open leermaterialen’).
Zoeken en inzetten van open of auteursrechtelijk beschermd materiaal in (online) onderwijs - 2019. Stappenplan zoeken, checken en gebruiken open leermateriaal in de medische sector
Wil je je leermaterialen open delen: houd hier al rekening mee bij de ontwikkeling van het leermateriaal.
Check of het materiaal voldoet aan de ontwerprichtlijnen voor
open leermaterialen
Hoe kun je hergebruik van open leermaterialen aantrekkelijker en gemakkelijker maken? Hieronder vind je tips van ervaringsdeskundigen en uit de literatuur om open leermaterialen te ontwikkelen die optimaal geschikt zijn voor hergebruik.
Vakinhoudelijke kwaliteit
Leg één specifiek concept uit per leermateriaal. Vermijd herhalingen en zorg dat dit concept op zichzelf staat. Deel het op in losse onderdelen en geef ook het verband aan tussen deze losse onderdelen in een docent-/leshandleiding. Geef in de toelichting ook de plek van het materiaal in het curriculum weer.
Het materiaal vereist geen kennis van andere bronnen, tenzij duidelijk wordt aangegeven wat de voorkennis moet zijn.
Gebruik zoveel mogelijk tijdsonafhankelijke voorbeelden.
Maak aantoonbaar (via bronvermeldingen) gebruik van de meest recente en door het Nederlandse werkveld geaccepteerde visies, theorieën, literatuur, richtlijnen, standaarden enzovoort.
Definieer gebruikte begrippen zoveel mogelijk in het leermateriaal zelf, of verwijs naar toegankelijke bronnen waarin deze begrippen gedefinieerd worden. Bij audio- of videomateriaal kan je definities in een apart bestand of website toevoegen, als deze niet in het originele bestand worden toegelicht.
Maak inbedding en relatie van het materiaal met opleidingsprofiel, werkveld en/of vakgebied helder in het leermateriaal en in de metadata.
Docenthandleiding:
Waar: beschrijf de plaats in het curriculum waarvoor het materiaal is geschreven.
Wie: beschrijf de kenmerken van de doelgroep voor wie het materiaal bedoeld is (zoals verwachte voorkennis bij de student).
Visie: beschrijf vanuit welke onderwijsvisie en didactische opvatting het materiaal is geschreven.
Onderwerpen: beschrijf welke onderwerpen aan bod komen.
Leeractiviteiten: beschrijf welke leeractiviteiten van de lerende worden verwacht (groepswerk, individueel leren, peer feedback,...).
Docentrol: beschrijf welke rol de docent heeft (is het materiaal docentgericht of is de docent een coach of tutor?).
Tijd: beschrijf welke studiebelasting het bestuderen van het materiaal heeft.
Toetsing: beschrijf van welke toetsingsvorm bij dit materiaal wordt uitgegaan.
Cc-by Robert Schuwer, Fontys
Open kwaliteit
Neutraal
Noem geen onderwijsspecifieke gegevens zoals data, lesgegevens, naam van een vak waar het bij hoort, etcetera.
Zorg dat het materiaal vrij is van reclame.
Branding
Gebruik logo’s die makkelijk aangepast/verwijderd kunnen worden.
Vorm
Zorg voor een aantrekkelijke vormgeving, bijvoorbeeld door verschillende representaties van de stof (bijvoorbeeld tekst, afbeeldingen, film).
Plaats opdrachten aan het einde van een video, zodat ze er makkelijk uit te knippen zijn.
Plaats aan het einde van de video in de aftiteling contactgegevens van de makers.
Streef naar zo betrouwbaar mogelijke links (duurzaam).
Toegankelijkheid
Zorg dat het materiaal goed leesbaar is, met o.a. een adequaat lettertype, lettergroote en kleurcontrast. Zie de W3C Accessibility-standaard voor web: WCAG2.
Formaten
Gebruik standaardformaten die te bekijken zijn met gangbare viewers en afspelers.
Taal
Gebruik geen jargon en onduidelijke afkortingen.
Maak bewust de keuze om formeel of informeel taalgebruik te gebruiken.
Zorg voor heldere en correcte taal.
Didactisch-onderwijskundige inzet
Zorg dat het leermateriaal aansluit bij leerdoelen en/of kernbegrippen uit het opleidingsprofiel of vakgebied. Benoem dit in het leermateriaal en de metadata.
Maak een docentenhandleiding met informatie en tips over het gebruik van het leermateriaal.
Zorg voor variatie in werkvormen, om het lesmateriaal levendig te houden voor de student. Maak de werkvormen activerend en interactief.
Auteursrechten
Voorzie je materiaal van een open licentie. Deze licentie geeft de voorwaarden voor hergebruik aan (bij de kenmerken (metadata) van het materiaal en het leermateriaal zelf); (zie ‘Licenties voor open leermaterialen?’)
Controleer op elementen waar copyright op rust.
Tip: De bibliotheek of mediatheek geeft graag ondersteuning.
Zorg dat het materiaal alleen afbeeldingen bevat van mensen die toestemming hebben gegeven voor openbaar online publiceren en hergebruiken (portretrecht).
Zorg ervoor dat gegevens over het bronmateriaal makkelijk en op de juiste manier terug te vinden zijn in het leermateriaal of in de metadata.
AVG: Zorg dat er geen persoonskenmerken in je leermaterialen staan.
Tip: Ga in geval van twijfel bij je privacy-officer te rade om te controleren of je voldoet aan de AVG-wetgeving.
Is het veel werk om je leermaterialen up-to-date te houden? Het scheelt als je er met z'n allen aan werkt. Door samen te werken met vakgenoten, verhoog je de kwaliteit van leermaterialen én je eigen lessen. Delen is makkelijker als je elkaar kent en je verbonden voelt.
Over community's
Waarschijnlijk ken je vakgenoten, nationaal of wereldwijd. Gezamenlijk vormen jullie een community. Een community is een groep docenten van verschillende onderwijsinstellingen die op hetzelfde vakgebied, domein of discipline werkzaam zijn of zich bezighouden met dezelfde thema's en zich rondom de gedeelde inhoudelijke expertise in enige vorm georganiseerd hebben.
Je kunt met een aantal docenten samen een community beginnen. Er zijn ook formele vakcommunity's die veel verschillende verschijningsvormen kunnen hebben. Bijvoorbeeld een instellingsoverstijgend consortium, vakvereniging of landelijk opleidingsoverleg.
Een community kan eigen conferenties, tijdschriften en nieuwsbrieven hebben. Zij kan een rol spelen in het opbouwen en beheren van een collectie open leermaterialen.
Voordelen van samenwerken met je community
efficiënt collecties leermaterialen van hoge kwaliteit samenstellen
Sommige vakcommunity’s bouwen aan een collectie open leermaterialen voor hun vakgebied, zoals voor statistiek, verpleegkunde of anatomie. Zij beheren een eigen opslagsysteem (zie Open leermaterialen van anderen gebruiken) en brengen samen in kaart waaraan behoefte bestaat binnen het vakgebied. Missen er bepaalde leermaterialen, dan wordt gericht gewerkt aan het vullen van hiaten in de collectie door middel van co-creatie. Om de collectie op te bouwen is er een tijdsinvestering nodig, maar als de collectie eenmaal beschikbaar is dan heeft een docent juist ruimte om zijn tijd anders in te delen. Ook het onderhouden van de collectie doet de community gezamenlijk, waardoor het minder een last voor de individuele docent is.
Vocabulaire opbouwen
Een vocabulaire is een hulpmiddel dat kan helpen bij het delen en vinden van open leermaterialen. Het is een lijst met termen (evt. hiërarchisch geordend) die binnen het vakgebied of rond het thema zijn vastgelegd en die worden gebruikt om samenhangende termen te beschrijven. Ze zorgen ervoor dat het metadateren van leermaterialen minder tijd kost en dat de kwaliteit van de metadata verbetert, omdat het op een meer eenduidige manier gebeurt. Opleidingen of community's kunnen ze gebruiken om te analyseren aan welke leermaterialen er behoefte is.
Tip: Ontwikkel een vakvocabulaire met je vakcommunity. Kijk wat er internationaal beschikbaar is.
Kwaliteit door kwaliteitsmodel en keurmerk
Een kwaliteitsmodel voor open leermaterialen is een lijst van criteria waaraan leermateriaal moet voldoen om 'geschikt voor gebruik' te zijn. Binnen een vakcommunity (of onderwijsinstelling) kun je ervoor kiezen om samen zo'n kwaliteitsmodel op te stellen, zodat het makkelijker wordt om open leermaterialen te delen en hergebruiken.
Een kwaliteitsmodel zorgt ervoor dat docenten meer vertrouwen krijgen in open leermaterialen. Het zorgt dat ze eigen materiaal kunnen beoordelen en het geeft houvast in de beoordeling van het materiaal van anderen. Als community kun je een keurmerk ontwikkelen, dat je toevoegt aan materialen die voldoen aan de eisen van het vastgestelde kwaliteitsmodel van de vakcommunity.
Voor een actuele collectie heb je een levendige community nodig. Zorg voor een communityplatform waar mensen elkaar online kunnen vinden en kennis en ervaringen uit kunnen wisselen. Besteed aandacht aan open leermaterialen op bijeenkomsten met vakgenoten. De aandacht voor de community is even belangrijk als de aandacht voor de leermaterialen.
Maak het de leden van de community zo gemakkelijk mogelijk om samen te werken aan materialen. Spreek een duidelijke en eenvoudige werkwijze af en richt een samenwerkingsomgeving in.
Heb je zelf leermaterialen waar je trots op bent? Voeg ze toe aan een opslagsysteem voor open leermaterialen, zoals Wikiwijs! Daarmee draag je bij aan het onderwijs van andere docenten en van studenten. Je bibliotheek kan je helpen bij het publiceren van je materialen.
Door leermateriaal breed te delen, profiteren niet alleen de studenten binnen jouw vak, maar ook andere docenten en studenten van jouw kennis en het door jou ontwikkelde materiaal:
Je krijgt erkenning voor je werk.
Je draagt bij aan onderwijs van vakgenoten.
Studenten (en docenten) hebben meer keuzevrijheid
Het is goed voor het aanzien van je instelling
Zorg dat jouw materiaal goed herbruikbaar is, met de juiste formaten en rechten, en vindbaar voor ander docenten of studenten. Doorloop daarvoor de volgende stappen:
Zorg dat het materiaal dat je deelt makkelijk te gebruiken is door anderen, onder andere door het in een aanpasbaar format aan te bieden, bijvoorbeeld als Wikiwijs Maken arrangement. Hiermee zorg je ervoor dat andere docenten kunnen kiezen hoe ze het hergebruiken en eventueel ook kunnen embedden. Denk ook na of het materiaal goed te bekijken is op een reguliere pc, Mac, tablet en telefoon.
Van een uitgave in pdf-vorm is het handig om ook de teksten in .txt-format beschikbaar te stellen, zodat iemand die ze wil hergebruiken, ze gemakkelijk in zijn of haar eigen tekst kan opnemen. Welke formats je aan kunt bieden, is onder andere afhankelijk van het opslagsysteem dat je gebruikt.
Om ervoor te zorgen dat iemand anders jouw leermateriaal kan gebruiken, moet het via internet vrij toegankelijk zijn en het materiaal moet voorzien zijn van een open licentie. Veelgebruikte licenties zijn die van Creative Commons. (Zie Licenties voor open leermaterialen)
Tip: Maak je gebruik van zelfgemaakte foto's in je materialen, dan moet je toestemming hebben van de personen die op de foto staan om het open te mogen delen. Denk dus na over het portretrecht en AVG.
Check de kwaliteit
Je gaat je leermaterialen openzetten voor de wereld, dan wil je dat het foutloos is en dat het voldoet aan de eisen die een instelling of vakcommunity stelt aan leermaterialen. Idealiter beoordeel je de materialen op kwaliteit met gelijkgestemden, bijvoorbeeld door middel van een peer-reviewsysteem of kwaliteitsmodel. Gebruik een kwaliteitsmodel voor jezelf om vertrouwen te krijgen in de kwaliteit van je eigen materialen die je publiceert in een repository (zie Open leermaterialen van anderen gebruiken).
Publiceren doe je in een speciaal daarvoor toegerust opslagsysteem: een zogenaamde repository (Zie Wat zijn open leermaterialen). Publiceer je materialen in een omgeving die de standaard is bij je instelling of vakcommunity. Voorzie je materiaal zo volledig mogelijk van labels (metadata), dan weet je zeker dat het materiaal goed terug te vinden is. Voeg ook de docentenhandleiding en andere formaten toe, dan is het optimaal herbruikbaar.
Tip: Vraag de bibliotheek om hulp bij het kiezen van een licentie en het beschikbaar stellen van je materiaal. Misschien biedt jouw bibliotheek zelf een omgeving aan waar je leermateriaal kan publiceren en delen. Zij kunnen je ook alles vertellen over labelen (metadateren) en auteursrechten.
Licenties voor open leermaterialen
Licenties
Wanneer je het bestaande of samengestelde leermaterialen gaat toepassen in je eigen onderwijs, denk dan goed na over de licentie. Check bij de bibliotheek van je instelling welke licentie je instelling voorschrijft (zie ‘Wat zijn open leermaterialen?’).
Als je instelling geen beleid heeft op het vlak van auteursrecht dan ligt het auteursrecht op het werk dat je binnen je aanstelling maakt bij de instelling. Aan de andere kant van het spectrum ligt het publieke domein, waarmee volledig afstand is genomen van het auteursrecht. Daartussenin liggen de Creative Commons-licenties waarmee hergebruik en opnieuw delen onder voorwaarden toegestaan is. Het kan zijn dat je instelling hier beleid op heeft of dit in de toekomst gaat ontwikkelen.
Creative Commons-licenties worden opgebouwd rond 4 bouwstenen. Deze bouwstenen stellen 4 gebruiksvoorwaarden voor, die gecombineerd kunnen worden tot 6 verschillende licenties.
Dit zijn de 4 bouwstenen van de Creative Commons-licenties:
Naamsvermelding. Je staat anderen toe om het werk waar jij auteursrecht op hebt te kopiëren, distribueren, vertonen, en op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken dat op jouw werk gebaseerd is – maar uitsluitend als jij vermeld wordt als maker.
Niet-commercieel. Anderen mogen je werk kopiëren, vertonen, distribueren en opvoeren, alsmede materiaal wat op jouw werk gebaseerd is, mits niet voor commerciële doeleinden. Regulier onderwijs mag dit dus gebruiken. Maar een commerciële opleiding of training mag dit materiaal niet gebruiken.
GeenAfgeleideWerken. Anderen mogen je werk kopiëren, distribueren, vertonen en opvoeren mits het werk in de originele staat blijft. Het is niet toegestaan dat anderen jouw werk gebruiken als basis voor nieuw materiaal.
GelijkDelen. Je staat anderen toe om van jouw werk afgeleid materiaal te maken onder de voorwaarde dat zij het onder dezelfde licentie vrijgeven als het originele werk.
De Naamsvermelding-voorwaarde is een verplicht onderdeel van elke licentie en GelijkDelen en GeenAfgeleideWerken kunnen niet gecombineerd worden. Hierdoor zijn er 6 verschillende combinaties mogelijk.
De verschillende Creative Commons-licenties
Hieronder vind je de 6 licenties gerangschikt van minst restrictief naar meest restrictief. Klik op een symbool of namen voor meer uitleg.
Tip: Bekijk deze video met meer uitleg over Creative Commons-licenties.
Publieke domein
Naast Creative Commons bestaan er ook nog twee labels om het publieke domein aan te duiden.
Publieke domein dedicatie (CC0)
Public Domain Mark (PDM)
Dit zijn geen licenties, maar manieren om duidelijk te maken dat je volledig afstand van je auteursrecht wilt doen (CC0) of dat het om een werk gaat waar geen auteursrecht (meer) op rust (PDM). Als je afstand doet van je auteursrecht is een nadeel dat je dan ook niet meer kunt zien van welk (gerenommeerd) persoon/instituut het werk afkomstig is.
Tips
CC BY heeft als voordeel boven CC0 dat je kunt zien welke experts/instellingen hebben bijgedragen aan het werk. Dat kan helpen bij de kwaliteitsbeoordeling.
Kies voor GelijkDelen want dan blijft je werk na aanpassing beschikbaar voor de hele wereld.
Kies liever niet voor GeenAfgeleideWerken want dan kan men je werk niet aanpassen en eigen maken.
Maar wat als je verschillende bronnen gebruikt in 1 document met verschillende licenties? Welke licentie moet je dan zelf kiezen, hoe moet je verwijzen?
Je kunt per onderdeel de licentie van de bron overnemen en dus ook per onderdeel voorzien van een licentie.
Wil je 1 licentie toepassen op jouw werk, dan moet je alle licenties naast elkaar leggen en onderzoeken wat er mogelijk is. Als er bijvoorbeeld 1 bron voorschrijft dat het materiaal niet commercieel gebruikt mag worden dan mag jouw samengestelde product ook niet commercieel gebruikt worden. Overleg met je auteursrechtenspecialist van de bibliotheek om te bepalen welke licentie jouw werk moet krijgen.
Kernbegrippen digitale leermaterialen
Het begrippenkader beschrijft een aantal kernbegrippen, om helderheid te bieden in het jargon.
Creative Commons
Creative Commons is een initiatief om open licenties wereldwijd beschikbaar te maken. Deze open licenties bieden auteurs, kunstenaars, wetenschappers, docenten en andere makers van auteursrechtelijk beschermde werken de vrijheid om op een flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Met een keuze uit zes standaardlicenties bepaalt de maker in welke mate zijn werk verder verspreid en bewerkt mag worden, en onder welke voorwaarden.
Digitaal leermateriaal
Creatief werk ingezet voor onderwijsdoeleinden, zoals teksten, afbeeldingen, geluid of video, die digitaal beschikbaar zijn. Dit zijn materialen die docenten aanbieden aan een student of materialen die de student zelfstandig vindt en gebruikt bij de studie.
Keurmerk
Een keurmerk is een instrument van en voor vakcommunity’s en laat vakgenoten zien dat het gevonden leermateriaal van gedragen kwaliteit is.
Massive open online courses (MOOC’s)
Een massive open online course (MOOC) is een online cursus, ontworpen voor een ongelimiteerd aantal deelnemers. Een MOOC is vrij toegankelijk en gratis (tenzij je een geverifieerd certificaat wilt). Een MOOC biedt studenten niet alleen toegang tot de leermaterialen, maar geeft ze een complete cursuservaring.
Metadata (labels)
Metadata zijn labels die de karakteristieken van leermateriaal beschrijven, bijvoorbeeld auteur, onderwijsniveau, vakgebied bestandsformaat en dergelijke in een repository. Hierdoor zijn de leermaterialen vindbaar voor gebruikers en voldoet de repository aan internationale standaarden voor data-uitwisseling.
Open courseware
Open courseware verwijst naar een samengestelde set van open leermaterialen (zie open content). Open courseware is gratis beschikbaar voor (her)gebruik. Gebruikers kunnen deze leermaterialen onder voorwaarden kopiëren, bewerken en verspreiden door het gebruik van een open licentie (zoals Creative Commons). Bij open courseware staat het leermateriaal centraal; studenten krijgen dus geen begeleiding en kunnen er geen studiepunten voor halen.
Open leermateriaal
Digitaal leermateriaal dat is gepubliceerd met een open licentie, zoals bijvoorbeeld Creative Commons. Zo’n licentie staat gebruikers toe het werk te kopiëren, (her)gebruiken, bewerken, opnieuw arrangeren en verspreiden. Internationaal worden open leermaterialen Open Educational Resources (OER) genoemd.
Open onderwijs
Open onderwijs is gratis beschikbaar, vrij toegankelijk en open voor bewerking. Open onderwijs kan online, face-to-face of een combinatie ervan (blended) zijn. Open voor bewerking houdt in dat het leermateriaal gepubliceerd wordt met een open licentie.
Repository (opslagsysteem)
Een repository is een digitale bewaarplaats voor materialen die toegankelijk zijn via internet. Je kunt je (open) leermaterialen op die manier intern en/of extern ontsluiten. Een repository bevat daarnaast metadata over de materialen; hierdoor zijn de materialen vindbaar voor gebruikers en voldoet de repository aan standaarden voor data-uitwisseling.
Community
Een community is een groep docenten van verschillende onderwijsinstellingen die op hetzelfde vakgebied, domein of discipline werkzaam zijn of zich bezighouden met dezelfde thema's en zich rondom de gedeelde inhoudelijke expertise in enige vorm georganiseerd hebben.
Vocabulaire
Een vocabulaire is een (evt. hiërarchische) lijst met de belangrijkste trefwoorden uit een vakgebied of rond een thema. Het is gebaseerd op de gemeenschappelijke taal tussen vakgenoten.
Het arrangement Kennismaking met open leermaterialen - MBO is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.