Opdracht: Uitdrukkingen - Jargon - v456

Opdracht: Uitdrukkingen - Jargon - v456

Uitdrukkingen

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je

  • omschrijven wat een uitdrukking of gezegde is;
  • minimaal vijf voorbeelden van uitdrukkingen geven;
  • van uitdrukkingen die je niet kent, de betekenis opzoeken.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Uitdrukkingen

Bestudeer de Kennisbank en bekijk de video.

★ Aan de slag 1 t/m 5

Oefen met het gebruik en de betekenis van uitdrukkingen.

Jargon

Lees over het gebruik van jargon en het gebruik van eufemismen. Bekijk een video.

★ Aan de slag 6 t/m 9

Maak oefeningen met vakjargon en eufemismen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Eindopdracht

Maak een 'Uitdrukkingenquiz' voor een klasgenoot. Beantwoord ook de quizvragen van je klasgenoot.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht staan ongeveer 3 SLU.

Aan de slag

Uitdrukkingen

Uitdrukkingen

In dit onderdeel ga je aan de slag met uitdrukkingen.
Bestudeer de informatie uit de Kennisbank.

Uitdrukkingen

Hoe meer uitdrukkingen je kent, des meer kans je hebt de tekst te begrijpen en vragen over die tekst goed te beantwoorden.

Bekijk de video.

 

★ Aan de slag 1

Twee sleepoefeningen om te beginnen.

★ Aan de slag 2

Maak de oefening.

★ Aan de slag 3

Maak de oefening.

★ Aan de slag 4

★ Aan de slag 5

Verkeerde uitdrukkingen

Bekijk de video.
Als je een uitdrukking op een verkeerde manier gebruikt, kan dat grappige zinnen opleveren!

Maak de volgende oefening. Geef aan welke uitdrukking verkeerd is.

Jargon

Woorden die alleen binnen een vakgebied of groep gebruikt worden noemen we jargon.
Voor buitenstaanders zijn die termen vaak onbegrijpelijk. En ook al is de regel dat jargon zoveel mogelijk vermeden moet worden, in de politiek en rechtspraak wordt er veel gebruik van gemaakt.
In krantenartikelen en (wetenschappelijke) teksten kom je veel van dit soort woorden tegen en daarom besteden we er hier aandacht aan.

In de politiek is het verder opvallend dat er zoveel gebruik wordt gemaakt van onnodig moeilijke woorden en verzachtende, verbloemende of verhullende uitdrukkingen oftewel eufemismen.
Dat gebruik van eufemismen is ook wel logisch want een politicus wil over het algemeen niet ruw of kwetsend overkomen en zal daarom woorden met een negatieve gevoelswaarde vermijden.

In een tweetal oefeningen leer je een aantal veel voorkomende eufemismen en een aantal synoniemen voor moeilijke woorden.

Bekijk de video.

★ Aan de slag 6

Maak de twee oefeningen.

★ Aan de slag 7

★ Aan de slag 8

★ Aan de slag 9

Afronding

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.

Uitdrukkingen

Eindopdracht

Quiz maken van uitdrukkingen

In deze eindopdracht gaan jullie een quiz maken voor elkaar. De quiz gaat over gezegdes en uitdrukkingen.

  1. Kies acht gezegdes die je al kent. Je mag hiervoor bijvoorbeeld Wikiquote gebruiken. Zoek op internet plaatjes die erbij passen.

Voorbeeld

Je neemt het gezegde ‘dit slaat als een tang op een varken’.
Je kiest daarbij het plaatje dat hieronder staat.

  1. Zet alle plaatjes in een (Google-)document onder elkaar. Sla het bestand op onder de naam ‘Quiz uitdrukkingen’ in je eigen omgeving. Deel of stuur het document naar een klasgenoot. Je klasgenoot stuurt zijn of haar versie naar jou. Je kunt natuurlijk het document ook gewoon uitprinten.
  2. Vul elkaars bestand in. Zet de juiste uitdrukking bij de afbeelding. Schrijf er in je eigen woorden ook bij wat de uitdrukking betekent.
  3. Controleer elkaars antwoorden en verbeter waar nodig.
  4. Bespreek samen de antwoorden en de eventuele verbeteringen.

Beoordeling

Misschien dat de docent het document met uitdrukkingen wil controleren.
Hij of zij let dan op:

  • Hebben jullie de juiste uitdrukkingen ingevuld bij de afbeeldingen?
  • Was de omschrijving over de betekenis van de uitdrukking duidelijk?
  • Passen afbeelding en uitdrukking bij elkaar?
  • Zijn jullie creatief te werk gegaan en ziet het geheel er verzorgd uit?
  • Bevat het document geen taalfouten?

Quiz maken

Bij het maken van een quiz ontwerp je zelf de vragen in groepjes. Via een puntensysteem wordt de winnaar bepaald. Daarna worden de antwoorden besproken.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je zelf een aantal uitdrukkingen bedenken en uitleggen wat ze betekenen?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Natuurlijk ken je niet alle uitdrukkingen. Maar in deze opdracht heb je er zeker een aantal bijgeleerd.Noem twee uitdrukkingen op die je nog niet kende.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Kon je leuke afbeeldingen vinden bij de uitdrukkingen die je had bedacht?
    Heeft je klasgenoot de uitdrukkingen geraden?
  • Het arrangement Opdracht: Uitdrukkingen - Jargon - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-19 10:06:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    deze opdracht hoort bij het thema 'Woordenschat', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vwo456. In deze opdracht leer je omschrijven wat een uitdrukking of gezegde is en de betekenis van uitdrukkingen die je niet kent op te zoeken. In de eindopdracht ga je een quiz maken voor je klasgenoten. Veel succes!
    Leerniveau
    VWO 6; HAVO 3; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Nederlands; Schrijfvaardigheid; Begrippenlijst en taalverzorging; Woordgebruik en woordenschat (Nederlands);
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, gezegdes, nederlands, schrijven, spreekwoord, stercollectie, uitdrukking, uitdrukkingen, vwo456, woordenschat

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content Nederlands. (2020).

    Uitdrukkingen - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/164023/Uitdrukkingen___h45