Dit is een digitale les van 50 minuten, waarbij jullie aan de slag gaan met een onderdeel van de grammatica voor dit vak: de lidwoorden.
In deze les:
Kijk je wat je al weet over dit onderdeel.
Krijg je uitleg over het onderwerp.
Oefen je tussendoor met de stof.
Maak je een (oefen) toets.
Na deze les:
Ken je de Duitse lidwoorden.
Kun je het verschil tussen bepaalde en onbepaalde lidwoorden uitleggen.
Ben je in staat de lidwoorden op de juiste manier te gebruiken, zodat je kloppende zinnen kan maken in het Duits.
Koppel je de lidwoorden aan de geleerde woorden van dit hoofdstuk (en verdere hoofdstukken)
Wat is de bedoeling?
Het is de bedoeling dat jullie in stappen kennis gaan maken met het begrip 'lidwoorden'.
Door in het linkermenu langs de verschillende onderdelen te gaan, zullen jullie stapje voor stapje steeds beter begrijpen wat een lidwoord is, welke lidwoorden er in het Duits zijn, wat de regels zijn en hoe je ze gebruikt.
Tussendoor test je jezelf om te kijken of je de verschillende stappen begrijpt.
Je sluit af met een online toets en laat daarin zien wat je geleerd hebt.
Veel plezier en succes!
Hoe ga je dit doen?
In het menu links staan verschillende kopjes, waarbij somigen ook nog tussenkopjes hebben.
Begin bij het eerste kopje bovenaan en werk daarna naar beneden. Lees de teksten en instructies en maak de eventueel bijbehorende opdrachten.
Kom je er even niet uit, dan mag je altijd hulp aan de docent vragen.
Het lidwoord (Nederlands)
Een taal bestaat uit verschillende woorden die we kunnen verdelen in verschillende groepen. Zo'n groep woorden noemen we een woordsoort. Zo hebben we:
lidwoorden, persoonlijk voornaamwoorden, werkwoorden, zelfstandig naamwoorden,bijwoorden, telwoorden, voegwoorden, en nog veel meer....
Deze woordsoorten hebben allemaal hun eigen regels, waardoor je ze op de juiste manier kan combineren met elkaar. Dit is een belangrijke manier om een vreemde taal, in dit geval Duits, te begrijpen en gebruiken.
Op deze pagina gaan wij ons richten op de woordsoort: het lidwoord.
Hoe zat het ook alweer?
Al die grammatica en die begrippen...... Soms is het moeilijk om ze allemaal uit elkaar te houden. Om een taal goed te kunnen leren en te begrijpen heb je dit echter wel nodig.
Weet jij nog wat een lidwoord is?
Om dit te testen maak je de oefening hieronder. Ben je klaar? Bekijk dan het filmpje op de volgende pagina om je geheugen even op te frissen. Hierover krijg je ook een aantal vragen.
Wat is een lidwoord + vragen
Bekijk het onderstaande filmpje voor de uitleg over de Nederlandse lidwoorden.
Daaronder staan een paar vragen die je hierover moet beantwoorden.
Let dus goed op!
Je hebt het filmpje zojuist bekeken. Beantwoord de volgende vragen hierover.
Hoe gebruik je het lidwoord?
Je weet nu dat het lidwoord nooit alleen staat, maar in combinatie met een zelfstandig naamwoord
Het is in het Nederlands alleen niet altijd duidelijk wanneer je nou welk lidwoord moet gebruiken. Gelukkig gaat dit vaak automatisch als je de taal spreekt, maar als Nederlands je tweede taal is, gaat dit vaak een stuk lastiger. Er zijn echter wel een paar regeltjes.
Klik op onderstaande link om hier iets meer over te weten komen.
Je weet nu wat de Nederlandse lidwoorden zijn, namelijk:
de (voor mannelijk en vrouwelijke woorden)
het (voor onzijdige woorden)
een (voor mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden)
Je weet nu ook dat je deze 3 lidwoorden altijd combineert met een zelfstandig naamwoord.
En daarnaast weet je nu dat je de lidwoorden ook weer in 2 groepen kan verdelen, namelijk:
het bepaald lidwoord (de + het)
het onbepaald lidwoord (een)
Zelfstandig naamwoord (Nederlands)
In het filmpje bij het vorige onderdeel heb je gezien dat een lidwoord in combinatie staat met een zelfstandig naamwoord. Om de lidwoorden te kunnen gebruiken moet je dus ook iets weten over zelfstandig naamwoorden.
Gebruik de tussenkopjes links in het menu om hier meer over te weten te komen.
De zelfstandig naamwoorden die in het grijs staan, hebben niet altijd een lidwoord er voor staan. We richten ons daarom op de eerste 4 groepen zelfstandige naamwoorden.
Maak onderstaande oefening om de zelfstandig naamwoorden te herkennen.
Heb je de meeste antwoorden fout, lees dan de uitleg over de zelfstandig naamwoorden nog een keer en maak de opdracht opnieuw.
Het geslacht van een zelfstandig naamwoord
Je kan nu een zelfstandig naamwoord in een zin herkennen, maar hoe weet je welk lidwoord er voor moet?
Dit kan door naar het geslacht van het woord te kijken. Helaas kan je dit dus alleen weten bij mensen of dieren. Voor de andere woorden zul je bepaalde regels moeten leren of leer je het gewoon door het te spreken. Gelukkig is dit in het Duits wel iets makkelijker.
Maak onderstaaande oefening om te kijken of je het geslacht van een woord herkent.
Gebruiken van het lidwoord en zelfstandig naamwoord
Je herkent nu het zelfstandig naamwoord in een zin en je weet ook (bij mensen en dieren) welk geslacht ze hebben.
TIP:
Als een woord in het meervoud (mannen,vrouwen) staat, komt er altijd de voor. Het maakt dan niet uit welk geslacht het heeft.
Andersom geldt dit voor verkleinwoorden (mannetje, vrouwtje). Hier komt altijd hetvoor te staan. Het maakt dan ook niet uit welk geslacht het woord heeft.
Laat nu zien dat je het juiste lidwoord en zelfstandig naamwoord met elkaar kan combineren.
Heb je de oefening correct afgesloten, dan weet je hoe de Nederlandse lidwoorden gebruikt worden. Ga naar de volgende pagina om verder te gaan met de Duitse lidwoorden.
Het lidwoord en zelfstandig naamwoord (Duits)
Je weet nu hoe het werkt met de Nederlandse lidwoorden en zelfstandig naamwoorden.
In het Duits gebruiken we ook lidwoorden. Deze noemen we in Duitsland: Artikel. Deze combineer je net als in het Nederlands met een zelfstandig naamwoord. Dit noemen we in het Duits een Substantiv.
Deze zelfstandig naamwoorden heb je al in hoofdstuk 1 voorbij zien komen en ze staan uiteraard in ieder hoofdstuk in het boek. Je kan deze in het Duits heel makkelijk herkennen. Ze worden namelijk met een HOOFDLETTER geschreven.
Kan jij de zelfstandig naamwoorden in de volgende zin aangeven? (Niet het 1e woord van een zin selecteren)
Je gaat nu leren hoe je het juiste lidwoord gebruikt bij een zelfstandig naamwoord. Dit kan je voor ieder hoofdstuk opnieuw gebruiken. Zo hoef je niet alle lidwoorden iedere keer los bij de woorden te leren
Succes!
Kennisclip over de Duitse lidwoorden
Bekijk het filmpje over de uitleg van de Duitse lidwoorden.
Onderaan de pagina staan een aantal vragen die je hierover moet beantwoorden.
Gebruik de screenshots om de vragen makkelijker te kunnen beantwoorden.
Quizlet: bepaald lidwoord koppelen
In deze Quizlet ga je de woorden van Kapitel 3 (die je voor deze les geleerd hebt) koppelen aan het juiste bepaalde lidwoord. Kies rechtsonder voor ' combineren'. Je mag ook een andere leermethode kiezen om nog even te oefenen.
Heb je deze oefening gedaan, dan mag je de Kahoot oefening met de onbepaalde lidwoorden maken.
Kahoot: Onbepaald lidwoord koppelen
In de vorige oefening ging het om de bepaalde lidwoorden. In deze Kahoot koppel je de onbepaalde lidwoorden aan het juist zelfstandige naamwoord.
Geef het juiste woord bij het lidwoord aan.
Begin hier even opnieuw met de makkelijke vragen.
Maak de Quizlet met behulp van de screenshots, onderaan de pagina. (je mag ze gebruiken om te spieken)
Je mag uiteraard ook de kennisclip nog een keer bekijken.
Neffe, Mann, Bruder, Vater zijn mannelijke woorden.
Nichte, Frau, Oma zijn vrouwelijke woorden
Extra: Een stap verder
Het geslacht van zelfstandig naamwoorden
Je weet nu welk lidwoord voor welk woord hoort. Hiervooor kijk je naar het (biologisch) geslacht van dat woord.
We gaan nu een stapje verder!
Want hoe weet je het geslacht nou als dit woord geen mens of dier is?
Er zijn een aantal eenvoudige regels waaraan je (vaak) kan herkennen welk geslacht een woord heeft.
1) Woorden die eindigen op -ei, -heit, -keit, -ung, -schaft zijn altijdvrouwelijk.
Hier komt dus het lidwoord die voor te staan.
2) Woorden die eindigen op -e zijn bijna altijd vrouwelijk (80% van die woorden)
Hier komt dus het lidwoord die voor te staan.
3) Woorden die in het Nederlands met 'het' beginnen, beginnen in het duits bijna altijd met das.
Voor de overige woorden zul je gewoon de bijbehorende lidwoorden moeten leren, maar met deze regels maak je het voor jezelf wel alvast een stuk makkelijker.
Een stap verder: oefening
Maak hieronder de oefeningen om te kijken of je het geslacht van bepaalde woorden kan herkennen.
Oefening op Educaplay
Klik bij de volgende oefening een woord aan. Zoek vervolgens de andere woorden die hetzelfde geslacht hebben. Hiervoor kan je de regels gebruiken die hiervoor zijn uitgelegd.
Eindtoets
In deze eindtoets laat je zien of je de stof die je hier geleerd hebt ook hebt begrepen en kan toepassen.
Je maakt de toets in Microsoft Forms hieronder. De resultaten krijg ik te zien en bespreken we tijdens de volgende les.
Het arrangement De duitse lidwoorden is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Robert Vrolijk
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2021-10-23 15:48:25
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Gebruik van Duitse lidwoorden
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.