Je weet nu wat de Nederlandse lidwoorden zijn, namelijk:
Je weet nu ook dat je deze 3 lidwoorden altijd combineert met een zelfstandig naamwoord.
En daarnaast weet je nu dat je de lidwoorden ook weer in 2 groepen kan verdelen, namelijk:
het bepaald lidwoord (de + het)
het onbepaald lidwoord (een)