Gebruiken van het lidwoord en zelfstandig naamwoord

Je herkent nu het zelfstandig naamwoord in een zin en je weet ook (bij mensen en dieren) welk geslacht ze hebben.

TIP:

Als een woord in het meervoud (mannen,vrouwen) staat, komt er altijd de voor. Het maakt dan niet uit welk geslacht het heeft.
Andersom geldt dit voor verkleinwoorden (mannetje, vrouwtje). Hier komt altijd het voor te staan. Het maakt dan ook niet uit welk geslacht het woord heeft.


Laat nu zien dat je het juiste lidwoord en zelfstandig naamwoord met elkaar kan combineren.

Heb je de oefening correct afgesloten, dan weet je hoe de Nederlandse lidwoorden gebruikt worden. Ga naar de volgende pagina om verder te gaan met de Duitse lidwoorden.