Dit boek is het verslag van een Street Law pilot, die vier enthousiaste docenten van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: VU Amsterdam) in de zomer van 2019 begonnen. Street Law is een vak waarin rechtenstudenten interactieve workshops over het recht van alledag geven aan middelbare scholieren en MBO-studenten. De pilot is mogelijk gemaakt door de Comenius Teaching Fellow beurs die in maart 2019 aan Marcelle Reneman, de coördinator van het vak, is toegekend. Zij maakte in de jaren daarvoor kennis met Street Law tijdens conferenties van het European Network for Clinical Legal Education (ENCLE). Veel universiteiten binnen en buiten Europa hebben al een Street Law programma. Op universiteiten in Nederland werd nog geen Street Law aangeboden. Daar moest verandering in komen!
Street Law past bij het streven van de VU Amsterdam om bachelor studenten te laten participeren in Community Service Learning en verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces en dat van de Faculteit Rechtsgeleerdheid om recht in zijn maatschappelijke context te doceren (Law in Action).
Street Law kan op vele manieren bijdragen aan de verbetering van het (juridisch) onderwijs. Zo leren rechtenstudenten vaardigheden die in de rest van hun studie weinig aan bod komen, zoals presenteren, samenwerken, omgaan met diversiteit, plannen en reflecteren over hun eigen ontwikkeling. Bovendien hebben we gemerkt dat de Street Law lesmethode en interactieve werkvormen zeer goed toepasbaar zijn in het reguliere onderwijs op de Faculteit Rechtsgeleerdheid. Docenten die in aanraking komen met Street Law, worden creatiever in het vinden van werkvormen die studenten aanzetten tot actief leren. Datzelfde geldt overigens voor de docenten van de scholen waar de VU-studenten les hebben gegeven. Zij waren enthousiast over de interactieve werkvormen die de studenten toepasten. Veel scholen zoeken naar een manier om aandacht te besteden aan burgerschap in hun onderwijs. Street Law is een leuke en leerzame vorm van burgerschapsonderwijs, die gegeven wordt door jongeren (VU-studenten) die qua leeftijd en interesses dichtbij de scholieren en MBO-studenten staan.
Dit interactieve open online boek is geschreven voor alle docenten die geïnteresseerd zijn in het opzetten of deelnemen aan een Street Law programma. Het is ook nuttig voor docenten die praktisch, vaardighedengericht onderwijs geven aan (rechten)studenten of interactieve werkvormen willen toepassen in hun eigen onderwijs in recht of burgerschap.
Het boek laat zien hoe de Street Law pilot is opgezet, uitgevoerd en geëvalueerd. Daarnaast bevat het boek een grote hoeveelheid onderwijsmaterialen die wij tijdens de Street Law pilot hebben ontwikkeld en gebruikt. De materialen worden in de tekst geïntroduceerd en zijn beschikbaar door middel van links in de tekst. Als u op een link klikt, opent het betreffende document (lesplan, opdracht, formulier, grafieken e.d.). Docenten mogen deze documenten gebruiken voor hun onderwijs en aanpassen aan hun eigen behoeften. Ons eigen materiaal is aangevuld met online beschikbare video's en podcasts van andere makers.
Street Law is een internationale beweging, waarin docenten elkaar zoveel mogelijk ondersteunen en ideeën en materialen met elkaar delen. Vanuit die gedachte hebben we ervoor gekozen om alles wat wij het afgelopen jaar hebben ontwikkeld ter beschikking te stellen aan docenten die Street Law en/of interactief onderwijs verder willen brengen. In die houding schuilt ook een oproep aan de lezer die zelf actief aan de slag gaat en materialen ontwikkelt: gedeeld werk rendeert dubbel!
We wensen u veel leesplezier met dit boek. Voor feedback of vragen kunt u contact opnemen met Marcelle Reneman, coördinator van het vak Street Law aan de VU Amsterdam. U kunt ook contact met haar opnemen als u geïnteresseerd bent in een Street Law training.
1.1 Gebruikte termen
Street Law is, wanneer ingebed in een rechtenopleiding, een meerlagige onderwijsvorm. In het hoger onderwijs begeleiden docenten rechtenstudenten. Die rechtenstudenten geven op hun beurt les aan scholieren of MBO-studenten en werken daarbij samen met docenten uit het middelbaar onderwijs/MBO. Het gebruik van de termen ‘docent’, ‘student’ en ‘leerling’ kan dus verwarring opleveren.
We hebben in dit boek die verwarring zoveel mogelijk proberen te voorkomen door de volgende termen aan te houden. Met ‘Street Law-docenten’ of ‘Street Law-studenten’ duiden we in het algemeen de docenten en studenten aan die in het hoger onderwijs deelnemen aan een Street Law programma. De docenten en studenten die mee hebben gedaan aan het Street Law programma op de VU Amsterdam noemen we ‘VU-docenten’ en ‘VU-studenten’. Voor de deelnemers aan de Street Law lessen worden de termen ‘leerlingen’ (VMBO, HAVO en VWO) en ‘MBO-studenten’ (Middelbaar Beroepsonderwijs) gebruikt. De docenten op de middelbare school duiden we aan als ‘docent’ van de middelbare school' en de docenten op het MBO als ‘MBO-docent’.
1.2 Leeswijzer
Dit boek is als volgt opgebouwd. In Hoofdstuk 2 introduceren we Street Law als beweging, methode en als vak. Hoofdstuk 3 beschrijft hoe de Street Law pilot aan de VU Amsterdam is opgezet, uitgevoerd en geëvalueerd. De scholen waarmee de VU Amsterdam heeft samengewerkt, worden geïntroduceerd in Hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk geven we ook een overzicht van de gegeven lessen. In Hoofdstuk 5 leggen we uit hoe Street Law als vak is ingebed in het curriculum van de Bachelor Rechtsgeleerdheid en hoe het is opgebouwd. Hoofdstuk 6 laat zien hoe we de studenten hebben getraind om op de scholen les te geven. De thema's van de wekelijkse bijeenkomsten werken we verder uit in Hoofdstuk 7. In Hoofdstuk 8 geven we verschillende voorbeelden van lesplannen die VU-studenten hebben ontwikkeld. Hoofdstuk 9 gaat in op de wijze waarop VU-docenten de studenten hebben beoordeeld. Hoofstuk 10 en 11 zijn evaluerende hoofdstukken, waarin we beschrijven hoe de studenten het onderwijs in het vak Street Law hebben ervaren (Hoofdstuk 10) en hoe zij zich hebben ontwikkeld (Hoofdstuk 11). Ten slotte richt Hoofdstuk 12 zich op de toekomst: hoe kan het vak worden uitgebreid of verbreed? En wat kan Street Law brengen voor het reguliere onderwijs aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid? In Hoofdstuk 13 wordt het boek afgesloten.
2. Geschiedenis en methodologie
In dit hoofdstuk geven we kort de geschiedenis van Street Law weer en lichten we de Street Law methodologie toe. U kunt hier verwijzingen vinden naar video's en handleidingen, waarin interactieve werkvormen worden uitgelegd.
2.1 Geschiedenis Street Law
Street Law is in de jaren '70 ontstaan in de Verenigde Staten. Studenten van het Georgetown University Law Center hebben een curriculum ontwikkeld om leerlingen van middelbare scholen in Washington D.C. te onderwijzen over recht en het rechtssysteem. De leerlingen noemden deze lessen ‘Street Law’. De studenten van Georgetown University vonden dat gewone burgers en niet alleen juristen, basiskennis van praktisch recht moesten hebben om hun verantwoordelijkheden als burgers te kunnen uitoefenen.
Street Law heeft tot doel de volgende drie aspecten op te bouwen:
Het primaire doel van Street Law is niet om deelnemers de wet bij te brengen, maar om hen kritisch na te laten denken over het recht. Wanneer moet de overheid ingrijpen en een regel maken? Zou de overheid bijvoorbeeld lachgas of vuurwerk moeten verbieden en waarom? Welke botsende rechten zijn er aan de orde, bijvoorbeeld als het gaat om uitingen op social media, het doorsturen van naaktfoto’s of het gebruik van kroongetuigen in een strafproces? Hoe zou een ander (de school, ouders, bedrijven, de overheid etc) tegen een bepaalde regel of bepaald gedrag kunnen aankijken?
Leerlingen informeren over wat zij kunnen doen als zij het slachtoffer worden van discriminatie, het doorsturen van naaktfoto’s of mishandeling, kan ook onderdeel zijn van een Street Law les.
In Street Law lessen gebruiken Street Law studenten en docenten alleen interactieve werkvormen, die bijdragen aan het versterken van community, capacity en belief. Daarbij kan gedacht worden aan:
Discussies
Rollenspellen
Oefenrechtbanken
Standpunten innemen aan de hand van stellingen
Spellen
Schema’s tekenen
Een poster of filmpje maken
Instructie Mini moot-court Street Law Inc
Instructie activiteit 'Take a stand' Street Law Inc
Instructie gestructureerde discussie Street Law Inc
Het uitgangspunt van Street Law om te bouwen aan Community, Capacity en Belief sluit naadloos aan bij de Onderwijsvisie van de VU Amsterdam. Die is opgebouwd rond drie kernwaarden: open, verantwoordelijk, en persoonlijk. Openheid betekent, aansluitend bij het idee van Community: met open vizier naar de samenleving kijken en openstaan voor diversiteit in disciplines, nationaliteiten, geaardheden, levensbeschouwingen, en maatschappelijke overtuigingen. Het idee van Community sluit ook aan bij de idee van verantwoordelijk onderwijs: betrokken bij mens, opleiding en universiteit, de maatschappij en de wereld. Om die verantwoordelijkheid te kunnen nemen, ontwikkelen deelnemers vaardigheden en kennis (Capacity). Tot slot is er persoonlijkheid: de idee dat elk lid als individu wordt gekend. Individuen groeien in hun zelfvertrouwen (Belief) door zich in verbinding met anderen (Community) te bekwamen (Capacity).
Street Law is geschikt voor alle niveaus en leerjaren in het middelbaar (beroeps) onderwijs (VMBO, HAVO, VWO, MBO) en zelfs voor het basisonderwijs. Natuurlijk moeten de onderwerpen en het niveau van de lessen wel aansluiten bij het niveau en de interesses van de leerlingen van het betreffende schooltype. Op het VMBO moeten Street Law studenten bijvoorbeeld rekening houden met het feit dat leerlingen moeilijke woorden soms niet kennen en hun taalgebruik daarop aanpassen.
3. De Street Law Pilot
Dit hoodstuk beschrijft de Street Law pilot op de VU Amsterdam die is begonnen in oktober 2019 met de training van de VU-studenten en begin februari is afgerond met de individuele eindgesprekken met de studenten. We gaan in op de wijze waarop we de pilot hebben voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd.
De Street Law pilot aan de VU Amsterdam is gefinancierd door middel van een Comenius Teaching Fellow beurs die in maart 2019 werd toegekend aan Marcelle Reneman, de coördinator van Street Law. Vanaf dat moment zijn de voorbereidingen voor de pilot begonnen.
3.1 Voorbereiding
In het voorjaar van 2019 hebben we scholen geworven voor de pilot. De coördinator heeft contact gelegd met scholen via het Pre-University College van de VU Amsterdam (Hervormd Lyceum West) en via bestaande samenwerkingsverbanden tussen de VU en scholen op het gebied van Community Service Learning (Calvijn College). Daarnaast heeft zij zelf contact gezocht met scholen (onder meer het Mediacollege Amsterdam). Sommige scholen waren geïnteresseerd, maar zagen uiteindelijk van deelname af omdat docenten onvoldoende tijd hadden om aan de pilot mee te doen.
In het voorjaar van 2019 is ook een team van Street Law docenten gevormd. Het team bestond uit:
In het team waren verschillende rechtsgebieden vertegenwoordigd. Daarnaast hebben verschillende docenten uit het team ervaring die in Street Law goed van pas kwam. Zo heeft Johan Lievens gewerkt in het jeugdwerk en was Cecile Wijnen gedurende tien jaar docent Engels in het voortgezet onderwijs.
Het vak Street Law was al in het najaar van 2018 aangevraagd, zodat bij toekenning van de Comenius beurs het vak meteen in september 2019 van start kon gaan.
Werving van studenten
Omdat Street Law een nieuw vak was en we genoeg studenten nodig hadden om een pilot te draaien, zijn we in het voorjaar van 2019 begonnen met het werven van studenten. We hebben flyers opgehangen op de faculteit, berichten verspreid via Canvas in eerste en tweedejaars vakken en hebben korte praatjes over Street Law gehouden tijdens colleges. Daarnaast hebben we geïnteresseerde studenten uitgenodigd voor een lunchbijeenkomst, waarbij we een kort verteld hebben over het vak Street Law en studenten konden deelnemen aan een demonstratielesje Street Law: daarvoor kozen we het spel Aliens, waarbij deelnemers zich moeten inleven in de situatie dat Aliens de aarde hebben veroverd en slechts vijf van de tien gegeven mensenrechten willen behouden. Nadien blijken ze er zelfs maar drie te willen blijven waarborgen, uiteindelijk zelfs maar één. Aan de deelnemers om te bespreken welke mensenrechten belangrijker zijn en welke minder (zie voor een variant daarvan het lesplan ‘Battle van de mensenrechten’).
Studenten konden zich tot half september aanmelden voor Street Law door middel van een aanmeldingsformulier, waarin zij naast hun persoonlijke gegevens hun motivatie en leerdoelen moesten aangeven. Uiteindelijk hebben zich 14 studenten aangemeld, waarvan er 11 het hele programma hebben doorlopen. Drie studenten zijn uitgevallen omdat zij Street Law rooster-technisch niet konden combineren met hun andere vakken. Ook studenten van andere onderwijsinstellingen waren in beginsel welkom, mits zij zelf de valorisering in ECTS met hun opleiding zouden afstemmen. Uiteindelijk heeft niemand van die mogelijkheid gebruik gemaakt.
Training van VU-docenten: Law Society of Scotland
Eind augustus hebbenRob Marrs, Head of Education van de Law Society of Scotland en Lyndsey Thomson, Careers & Outreach Coordinator van de Law Society of Scotland een tweedaagse Street Law training gegeven op de VU Amsterdam. Naast de vier docenten van het VU Street Law team hebben ook andere geïnteresseerde docenten van de VU Amsterdam en van andere universiteiten met interesse in de Street Law methodologie, deelgenomen aan de training. Tijdens de training hebben alle docenten eerst een aantal Street Law lessen/werkvormen ervaren in de rol van deelnemers en die nabesproken. In het tweede deel van de cursus hebben zij zelf een Street Law lesplan ontworpen en uitgevoerd. Het lesplan ‘Appen op de fiets’ is daar bijvoorbeeld een resultaat van. De training is heel goed ontvangen zowel door de Street Law docenten als door de andere docenten die aan de training deelnamen.
3.2 Uitvoering van de pilot
De pilot liep van begin oktober 2019 tot begin februari 2020 en startte met de training van de VU-studenten op maandag 7 en vrijdag 11 oktober 2019 (zie verder paragraaf 6.1). In onderwijsperiode 2 en 3 (november 2019 t/m januari 2020) hebben we iedere vrijdagochtend een bijeenkomst gehouden. De studenten hebben hun eerste lessen gegeven op 27 november 2019. Begin februari 2020 hebben we de pilot afgerond met een individueel gesprek met elke student.
3.3 Evaluatie van de pilot
Tijdens de gehele pilot hebben wij als VU-docenten wekelijks gesprekken gevoerd, waarin wij de bijeenkomsten en de voortgang van de pilot hebben geëvalueerd. We hebben in een gemeenschappelijk document onze bevindingen bijgehouden. Deze zijn in de verschillende hoofdstukken van dit boek verwerkt. Verder hebben we de pilot geëvalueerd met onze eigen studenten.
Het doel van de Comeniusbeurs is onderwijsinnovatie en het daarmee verbeteren van het onderwijs voor studenten in het hoger onderwijs. De evaluatie focust dit jaar daarom vooral op het effect van Street Law op de ontwikkeling van VU-studenten. In volgende jaren zal de evaluatie ook meer gericht zijn op de docenten en leerlingen/MBO-studenten van de deelnemende scholen. Nu zijn er wel evaluerende gesprekken gevoerd met de docenten van de deelnemende scholen, waaruit enkele verbeterpunten zijn gekomen. In de toekomst hopen wij ook de leerlingen en MBO-studenten actief te kunnen betrekken bij de evaluatie van Street Law.
SWOT analyse
Met de VU-studenten hebben we in de laatste bijeenkomst een SWOT analyse uitgevoerd van de Street Law pilot. We hebben hen daarna laten vergaderen over suggesties ter verbetering van het vak komend jaar. Het resultaat van de SWOT analyse en de vergadering is verwerkt in de tekst van dit boek.
Anonieme vragenlijsten
De VU-studenten hebben zowel voorafgaand aan de Street Law training in oktober, als na hun afsluitende individuele gesprek in februari een identieke vragenlijst ingevuld met algemene stellingen over hun kijk op het onderwijs aan de VU Amsterdam, hun verbondenheid met medestudenten en met de VU, hun zelfvertrouwen en stellingen waarin ze hun vaardigheden beoordeelden. In de vragenlijst die aan het eind van de pilot is afgenomen, zijn vragen toegevoegd over de bijdrage van Street Law aan de persoonlijke ontwikkeling van de studenten. Daarnaast hebben we een vragenlijst toegevoegd, die gebaseerd is op de SELEB-scale. De SELEB-scale wordt vaak gebruikt om Community Service Learning te evalueren.
De resultaten van de vragenlijsten met algemene stellingen, de beoordeling van hun eigen vaardigheden en de bijdrage van Street Law aan de persoonlijke ontwikkeling van de studenten zijn voornamelijk in Hoofdstuk 10 en 11 verwerkt. Alle uitkomsten van de vragenlijsten en een toelichting daarbij zijn ook te bekijken via de links in de voorgaande zin.
Startopdracht en eindreflectie
Ten slotte hebben we gekeken naar de startopdracht en eindreflecties van de studenten die in hun portfolio’s zijn opgenomen. Ook de analyse van de startopdracht en eindreflectie zijn voornamelijk opgenomen in Hoofdstukken 10 en 11.
4. Deelnemende scholen en invulling van de lessen
In dit hoofdstuk introduceren we de scholen die aan de Street Law pilot van de VU Amsterdam hebben meegewerkt. Daarnaast geeft het een overzicht van de onderwerpen van de lessen die op die scholen zijn gegeven. Ten slotte gaan we kort in op de samenwerking met de scholen en de planning van de Street Law lessen.
4.1 Deelnemende Scholen
In de Street Law pilot hebben we samengewerkt met drie scholen:
De scholen zijn op verschillende manieren geworven. We zijn bij het Hervormd Lyceum West terecht gekomen via het Pre-University College programma van de VU Amsterdam. Het Calvijn College heeft een samenwerkingsverband met de VU Amsterdam in het kader van Community Service Learning. De coördinator van de Street Law pilot heeft zelf contact gezocht met het Mediacollege Amsterdam.
Van de scholen die deelnemen aan Street Law wordt het volgende verwacht:
Zij bepalen hoeveel Street Law lessen er worden gegeven en binnen welke les(sen);
Zij bepalen in overleg met de Street Law docenten en de VU-studenten de leerdoelen en eventueel het onderwerp/de onderwerpen van de workshop(s);
Zij werken mee aan de planning van de lessen, zorgen dat er een lokaal en faciliteiten (computer en scherm) beschikbaar zijn;
Zij zorgen dat er een docent in de klas aanwezig is tijdens de les(sen);
Zij faciliteren de evaluatie van de Street Law les(sen) door de leerlingen;
Eventueel geven zij feedback op de lesplannen van de studenten (niet verplicht);
Eventueel denken zij mee over het Street Law concept (niet verplicht).
Het Hervormd Lyceum West
Het Hervormd Lyceum West (HLW) is een school voor gymnasium, VWO, HAVO en MAVO in Amsterdam West. In het kader van de Street Law pilot hebben we les gegeven aan vier 4 HAVO klassen en een 4 VWO klas. De Street Law lessen vonden plaats in de lesuren van het vak Maatschappijleer. Iedere klas kreeg twee Street Law lessen in twee opeenvolgende weken.
Met iedere klas hebben de VU-studenten een rechtszaak nagespeeld (moot court). Het ging bijvoorbeeld om de Deventer Moordzaak, de Puttense moordzaak, de zaak van OJ Simpson of een fictieve zaak. In de eerste les kregen de leerlingen een introductie over de zaak, werden de verschillende spelers in het strafproces besproken en moesten leerlingen bewijsstukken op hun waarde beoordelen. In de tweede les namen de leerlingen de rol aan van een van de spelers in het strafproces en werden er argumenten uitgewisseld.
Alle VU-studenten hebben hun eerste twee lessen gegeven op het HLW. Dat was spannend en even wennen in het begin. De ervaringen waren over het algemeen heel positief. De leerlingen waren geïnteresseerd en deden actief mee. In de VWO klas hadden de leerlingen zich zelfs verkleed voor de oefenrechtbank. De rechters, officieren van justitie en advocaten waren in toga gekleed, de forensisch deskundigen kwamen in witte jas en de slachtoffers hadden zakdoeken meegenomen.
Het Calvijn College
Het Calvijn College is een VMBO school voor leerlingen met een VMBO Basis of VMBO Kader advies. De VU-studenten hebben lesgegeven aan leerlingen uit het derde leerjaar tijdens de lesuren van het vak Maatschappijleer. Veel leerlingen hadden een LeerWeg Ondersteund Onderwijs (LWOO) indicatie. In vier verschillende klassen hebben VU-studenten drie lessen gegeven, waarin steeds een ander onderwerp aan bod kwam. De onderwerpen van de lessen liepen uiteen van etnisch profileren tot pesten, van de vraag of lachgas of vuurwerk verboden moet worden tot kroongetuigen. De VU-studenten hebben met veel plezier op het Calvijn College les gegeven. De leerlingen deden actief mee met de activiteiten en zij praatten ook na de lessen nog over de onderwerpen door.
Het Mediacollege Amsterdam
Het Mediacollege Amsterdam heeft verschillende MBO opleidingen op het gebied van media en kunst. De Street Law lessen werden gegeven in het kader van studiebegeleidingsuren of in plaats van een vaardigheden-vak. De MBO-studenten studeerden in de richtingen Geluidstechniek en Allround Mediamaker. De VU-studenten hebben les gegeven over onderwerpen die gerelateerd zijn aan media of de opleiding van de MBO-studenten, zoals het verspreiden van naaktfoto’s, de grenzen aan de vrijheid van meningsuiting op social media en discriminatie bij sollicitaties voor stages of werk. Daarnaast zijn meer algemene onderwerpen aan de orde gekomen, zoals politiek (welk standpunt zouden politieke partijen innemen over privacy en media onderwerpen).
Op het Mediacollege hebben de VU-studenten één of twee lessen per groep gegeven. Zij waren enthousiast over het lesgeven op het Mediacollege. Sommige groepen MBO-studenten vonden het merkbaar leuk om in discussie te gaan over actuele juridische onderwerpen. De MBO-studenten waren over het algemeen wat ouder, volwassener en serieuzer dan de leerlingen van het VMBO/HAVO/VWO, waardoor het voor de VU-studenten weer een andere ervaring was.
4.2 Overzicht van gegeven lessen
Hieronder staat een overzicht van alle lessen die we op de drie deelnemende scholen hebben verzorgd. In Hoofdstuk 7 geven we een uitgebreidere beschrijving van een aantal van deze lessen.
We hebben voorafgaand aan de start van de Street Law lessen afspraken gemaakt met de vakdocenten (Voortgezet Onderwijs) of coördinatoren van een leerlijn of project (MBO). Met hen hebben we het aantal lessen per klas en de onderwerpen van de lessen afgestemd. We hebben een lijst met mogelijke onderwerpen naar hen toegestuurd. Voor sommige lessen hebben docenten om een specifieke werkvorm (oefenrechtbank) of een bepaald onderwerp gevraagd. In andere gevallen hebben de VU-studenten een onderwerp gekozen, waarvan zij dachten dat het goed zou aan sluiten bij de belevingswereld van de leerlingen.
Soms bleken de door de scholen voorgestelde onderwerpen vrij vaag te zijn. Soms vonden de VU-studenten het onderwerp niet zo geschikt voor een Street Law les. De studenten gaven dan ook tijdens de SWOT analyse aan dat we zelf meer sturing moeten geven aan de onderwerpen. We kunnen scholen wel vragen naar vrij brede onderwerpen, hun voorkeur voor een bepaalde werkvorm (bijvoorbeeld een oefenrechtbank/moot court) of de leerdoelen die zij met de Street law les(sen) willen bereiken. De studenten kunnen daar dan een geschikt onderwerp bij kiezen.
Vanwege de steeds wisselende roosters op de scholen was pas laat bekend wanneer de lessen zouden worden gegeven. Dat zorgde voor korte deadlines voor de VU-studenten. Hierdoor was er weinig tijd voor voorbereiding van de lessen, het geven van feedback door de VU-docenten en de scholen op de lesplannen en het oefenen van de lessen. Een groot aantal studenten gaf in de reflecties en in de SWOT analyse aan het eind van Street Law aan dat de afstemming met de scholen in de toekomst beter moet. Zij vinden het belangrijk dat op tijd bekend is wanneer zij lessen moeten geven, hoeveel leerlingen er in een klas zitten en in welk lokaal zij les moeten geven, dat er een docent is die hen op school opvangt en dat er een computer, scherm en internet aanwezig zijn. Dat was nu niet altijd het geval, waardoor studenten soms moesten improviseren.
Het voorstel van de studenten is om volgend studiejaar eerder te beginnen met de voorbereiding van de lesplannen. Voor het studiejaar 2020-2021 hebben we daarom de training eerder gepland en twee bijeenkomsten gepland in periode 1 (september-oktober), zodat de studenten al een paar lesplannen klaar hebben voor periode 2 (november-december), waarin de eerste lessen op de scholen zullen plaatsvinden
5. Inbedding en opbouw van het vak Street Law
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het vak Street Law is ingebed in het curriculum van de Bachelor Rechtsgeleerdheid en hoe het is opgebouwd. We geven een overzicht van de algemene leerdoelen van het vak en van de leerdoelen die de studenten zichzelf aan het begin van het vak hebben gesteld. Daarnaast bespreken we hoe we het onderwijs aan, en de begeleiding van de VU-studenten hebben vormgegeven. We sluiten af met de ervaringen van de VU-studenten met de vormgeving van het vak Street Law.
5.1 Leerdoelen van het vak
In de vakomschrijving van het vak Street Law zijn de leerdoelen als volgt weergegeven. Na dit vak is de student in staat om:
Een (nieuw) juridisch onderwerp te doorgronden door te analyseren welke belangen en rechten op het spel staan, hoe deze (kunnen) conflicteren en welke oplossingen en/of rechtsmiddelen er mogelijk zijn en vervolgens daarop te reflecteren;
Een lesplan te ontwerpen en uit te voeren dat jongeren (niet‐juristen) op effectieve en creatieve wijze laat nadenken over het recht;
Jongeren (niet‐juristen) op een duidelijke wijze mondeling uitleg te geven over het recht;
In een groep samen te werken om een lesplan binnen een voorgeschreven termijn te voltooien;
Zelf leerdoelen te stellen en te reflecteren op het eigen leerproces;
Effectief en respectvol feedback te geven op het werk van medestudenten en op dat van de jongeren.
Daarnaast kregen studenten aan het begin van het vak de opdracht zelf drie leerdoelen te stellen. Zij waren er zelf verantwoordelijk voor aan die leerdoelen te werken. In de eindreflectie moesten zij aangeven in welke mate zij hun leerdoelen hadden gehaald, en hoe zij aan hun leerdoelen hadden gewerkt. De eerste bijeenkomst (na de tweedaagse training) stond in het teken van het formuleren van leerdoelen en reflectie. Studenten hebben tijdens die bijeenkomst naar elkaars leerdoelen gekeken en daar feedback op gegeven.
Overzicht leerdoelen gesteld door de 11 studenten die het Street Law programma hebben gevolgd.
Type Leerdoel
Aantal
Omschrijving
Aantal
Presenteren
21
Duidelijk, vloeiend, luid en in een rustig tempo praten
4
Op een heldere, begrijpelijke manier een leerstuk presenteren
4
Taal aanpassen aan het publiek (jongeren), ingewikkelde juridische termen vermijden
4
Zenuwen onder controle houden, vertrouwen hebben
2
Een goed gestructureerde presentatie geven, bij hoofdzaken blijven
2
Improviseren
2
Overtuigend overkomen
1
Zelfstandig presenteren, je niet verschuilen achter anderen
1
Feedback op presentatie effectief doorvoeren
1
Doceren
4
Jongeren actief betrekken bij de les, deel laten nemen aan discussies
3
Kunnen beargumenteren of hij/zij docent wil worden
1
Plannen
3
Plannen en opdrachten op tijd inleveren
3
Overig
5
Een goede taakverdeling maken als het gaat om samenwerken
1
Meer te weten komen over de maatschappij door goed te luisteren naar anderen
1
Actief deelnemen aan Street Law bijeenkomsten
1
Vergroten juridische kennis
1
Efficiënt juridische bronnen vinden.
1
Totaal
33
5.2 Onderwijs en begeleiding
Training van studenten
De studenten die zich voor het vak Street Law hadden ingeschreven, hebben op 7 en 11 oktober 2019 een tweedaagse training gevolgd (zie voor het programma paragraaf 6.1). In de training hebben we de studenten geleerd een Street Law lesplan te ontwerpen en uit te voeren. Hoofdstuk 6 gaat dieper in op de training van de studenten.
Wekelijkse bijeenkomsten
Iedere vrijdagochtend hadden we een verplichte Street Law bijeenkomst met de studenten. Studenten die meer dan twee bijeenkomsten hadden gemist, kregen een vervangende opdracht. In periode 2 duurden de Street Law bijeenkomsten twee uur (9-11u). Dat bleek vaak aan de krappe kant te zijn. Daarom hebben we in periode 3 een extra half uur toegevoegd (9:30-12u).
Vaardigheden-training
In de eerste helft van de bijeenkomsten hebben we meestal met de studenten gewerkt aan een vaardigheid (zie de onderwerpen in het onderstaande schema). In sommige gevallen waren die direct gerelateerd aan het vak. Feedback geven was bijvoorbeeld van belang omdat we van studenten verwachtten dat zij feedback gaven op elkaars lesplannen en de uitvoering daarvan. Andere onderwerpen, zoals de Roos van Leary/leiderschap, stonden iets verder van de activiteiten die de studenten in het kader van Street Law uitvoerden, maar zorgden voor een wat bredere vorming. De lesplannen van de bijeenkomsten zijn te vinden via de links in het onderstaande overzicht. Een uitgebreidere beschrijving van de lesplannen en de opdrachten zijn te vindenin Hoofdstuk 7.
Overzicht onderwerpen Street Law bijeenkomsten en opdrachten
In de tweede helft van de bijeenkomsten kregen de studenten de gelegenheid om hun lesplannen in de klas te oefenen en daar feedback op te krijgen. Meestal werden daarvoor studenten aangewezen die de week volgend op de bijeenkomst les moesten geven. Iedere student had een vaste docent (mentor) bij wie hij/zij terecht kon met vragen of het voorleggen van een lesplan. Vanwege korte deadlines konden studenten hun lessen niet altijd oefenen tijdens de bijeenkomsten. Dan stuurden zij hun lesplan soms naar de docent voor feedback.
Voorbereidende opdrachten
De studenten bereidden de bijeenkomst voor door een opdracht te maken die gerelateerd was aan het onderwerp van de bijeenkomst. De opdracht diende de dag voor de bijeenkomst voor 10u te worden ingeleverd op Canvas, zodat de docent die de bijeenkomst gaf deze kon meenemen in de les. De opdrachten werden ook onderdeel van het portfolio. De voorbereidende opdrachten zijn te vinden via de links in het bovenstaande overzicht.
In de praktijk leverden de studenten de opdrachten niet altijd op tijd in. Dat was jammer omdat het achteraf maken van de opdracht vaak veel minder nuttig was. De studenten gaven aan het eind van het vak aan dat zij het moeilijk vonden om te gaan met de vrijheid en eigen verantwoordelijkheid die we hun gaven. Zij stelden dat een stok achter de deur nodig is om studenten de opdrachten op tijd te laten inleveren, bijvoorbeeld beoordeling van de opdrachten met een cijfer.
De Street Law lessen op de scholen
Van iedere VU-student werd verwacht dat deze zes lesplannen zou ontwikkelen en uitvoeren. De lessen werden gegeven in groepjes van twee of drie studenten. Vrijwel iedere student heeft op alle drie de scholen les gegeven. Studenten hebben in verschillende teamsamenstellingen les gegeven. Sommige studenten kozen wel vaak om met dezelfde studenten samen te werken. Volgend studiejaar proberen we nog meer te stimuleren dat studenten steeds in verschillende teams lesgeven. Studenten gaven in de evaluatie zelf ook aan dat docenten vaker mogen aansturen op wisselende samenwerkingen.
Het plannen van de lessen op de scholen en het verdelen van de studenten over de lessen was geen gemakkelijke opgave. We hebben op google docs een Excel sheet gemaakt waarin een overzicht van de lessen stond en studenten zich konden inschrijven afhankelijk van hun beschikbaarheid. We gaan verder in op de ervaringen van studenten op de scholen in Hoofdstuk 10 en 11.
Bijwonen van Street Law lessen door docenten
De mentor zorgde dat hij/zij tenminste één Street Law les van de student op school bijwoonde. Bij alle lessen op het Hervormd Lyceum West (de eerste twee lessen die de studenten op school gaven) was een Street Law docent aanwezig. Daarna hebben de docenten nog een aantal lessen bijgewoond op het Calvijn College en Mediacollege Amsterdam. Iedere docent heeft 3 tot 4 lessen bijgewoond.
De les werd vaak ter plekke nog even nabesproken, soms ook met de docenten van de school. De studenten kregen achteraf een door de docent ingevuld feedback formulier.
Individuele gesprekken
Het vak werd afgesloten met een individueel gesprek van een half uur met de mentor van de student en de coördinator van het vak. Tijdens het gesprek werd ingegaan op het portfolio en de algemene ontwikkeling van de student. Daarnaast kon de studenten feedback geven op het vak. Zie verder Hoofdstuk 9 over beoordeling.
5.3 Ervaringen van studenten
Hoewel de bijeenkomsten en de voorbereidende opdrachten verplicht waren, ervoeren de studenten dit niet altijd zo. Zij gaven na afloop van Street Law aan geneigd te zijn voorrang te geven aan verplichte onderdelen van andere vakken en tentamens. In het volgend studiejaar gaan we (nog) duidelijker communiceren over het verplichte karakter van de bijeenkomsten en opdrachten.
Docenten en studenten vonden dat sommige bijeenkomsten eerder in het programma geplaatst zouden moeten worden. Dat geldt vooral voor de bijeenkomst over onderzoeksvaardigheden en vooroordelen, omdat deze een goede voorbereiding zijn op respectievelijk het maken van lesplannen en het uitvoeren ervan.
De mening van de studenten over de inhoud van de bijeenkomsten was verdeeld. Een student schreef:
Je wist nooit wat je van tevoren op een vrijdag tijdens de bijeenkomsten kon verwachten, dat maakte het spannend en interessant. Geen seconde verloor ik mijn interesse tijdens de bijeenkomsten.
Vier van de elf studenten schreven in hun reflectie dat voor hen het doel van de bijeenkomsten niet altijd duidelijk was of dat zij sommige bijeenkomsten niet zo nuttig vonden. Tegelijkertijd konden ze niet duidelijk aangeven welke van de bijeenkomsten zij zouden schrappen. Studenten zeiden dat zij het belangrijk vinden dat een direct verband wordt gelegd tussen de vaardighedentrainingen tijdens de bijeenkomsten en het lesgeven op school.
De meeste studenten schreven in hun eindreflectie dat zij het waardeerden dat zij tijdens de bijeenkomsten feedback kregen van medestudenten en docenten op hun concept lesplannen. Dit hielp hen om hun lesplannen te verbeteren. De studenten gaven aan dat zij het nuttig zouden vinden als er tijdens de bijeenkomsten meer tijd wordt ingeruimd om aan lesplannen te werken.
Daarnaast zouden zij een les waarderen waarin een follow-up wordt gegeven aan de Street Law training en zij kunnen nadenken over creatieve werkvormen. We zijn van plan om in studiejaar 2020-2021 bijeenkomsten van vier lesuren te plannen. Naast tijd voor vaardigheden en het oefenen van lessen, zorgen we zo voor een afgebakend moment, waarin studenten samen aan hun lesplannen kunnen werken. Dit maakt samenwerken tussen studenten ook gemakkelijker, omdat zij allemaal de tijd van de bijeenkomsten vrijhouden en dan minder hoeven af te spreken en/of af te stemmen gedurende de week.
6. Training van VU-studenten
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we de VU-studenten hebben getraind om op scholen Street Law lessen te geven. We geven een overzicht van het programma van de tweedaagse training en lichten de diverse onderdelen van het programma, zoals de icebreakers, de demonstratielessen, de theoretische onderdelen en de brainstorm over onderwerpen van Street Law lessen toe.
Zie hieronder een video van de training van de Street Law-studenten van de Law Society of Scotland.
Het vak Street Law ving aan met een tweedaagse training, waarin we de studenten leerden een Street Law lesplan te ontwerpen en uit te voeren. Net als voor Street Law in het algemeen was het doel van de training het opbouwen van community (studenten leren elkaar kennen en vormen een groep), capacity (studenten leren de Street Law methodologie toepassen) en confidence (studenten hebben het vertrouwen dat zij zelfstandig een Street Law lesplan kunnen ontwikkelen en uitvoeren).
Het eerste deel van de training bestond uit het meedoen aan, en nabespreken van Street Law lessen die door de Street Law docenten werden gegeven. We hebben gekozen voor drie verschillende soorten Street Law lessen met verschillende werkvormen en leerdoelen. Studenten hebben ook samen gebrainstormd over mogelijke onderwerpen voor Street Law lessen. Daarnaast kregen zij korte presentaties waarin Street Law geïntroduceerd werd en ze leerden hoe je een lesplan opbouwt.
In het tweede deel van de training ontwierpen de studenten in groepjes zelf een lesplan en hebben zij de les aan hun medestudenten en docenten gegeven.
Tussen de verschillende onderdelen door hebben we met de studenten ice-breakers gedaan, waarvan het doel was elkaar beter te leren kennen. Ook werkten de studenten steeds in verschillende groepjes samen in de demonstratielessen en bij het voorbereiden en uitvoeren van het lesplan.
Hieronder wordt het programma van de tweedaagse training voor studenten weergegeven en uitleg gegeven bij de verschillende onderdelen.
Programma Street Law Training Studenten
Dag 1
9.30
Introductie Street Law
10.00
Icebreaker 1
10.15
Appen op de fiets
11.15
Pauze
11.30
Theorie van het leren, Bloom’s taxonomy, leerdoelen opstellen, lesplan opstellen
12.30
Lunch
13.30
Icebreaker 2
13.45
Aliens
14.45
Pauze
15.00
Feed back geven/ontvangen (uiteindelijk niet uitgevoerd vanwege uitloop, verplaatst naar een vrijdagbijeenkomst)
16.00
Indeling en voorbereiding lesplan
16.30
Einde
Dag 2
9.30
Icebreaker 3
9.45
Michael Morton
10.45
Pauze
11.00
Voorbereiding voorbeeldles + lunch
13.30
Geven van voorbeeldlessen + feed-back van de groep
16.30
Afsluiting
6.2 Icebreakers
Het doel van de icebreakers was om elkaar beter te leren kennen en een hechte groep te vormen. Een icebreaker is bovendien een gepaste start voor elke Street Law les. Om elkaar sneller bij naam te kennen, is het gebruik van naamstickers voor alle studenten en docenten ook handig.
Icebreaker 1 (30 minuten voor 14 studenten)
Docenten vertellen aan de hand van een foto iets over zichzelf. Daarna kiezen studenten een foto van hun eigen telefoon, op basis waarvan ze zich kort voorstellen aan één medestudent. De studenten mailen de gekozen foto’s naar een docent die ze op een Power Point slide zet. De foto’s zijn hierdoor voor alle studenten zichtbaar. Na een voorstelrondje per twee, presenteert iedere student de foto van zijn/haar medestudent.
Icebreaker 2 (minimaal 10 minuten, duur afhankelijk van het aantal vragen)
Studenten gaan op een lijn staan en kiezen steeds tussen twee antwoorden op de vraag zou je liever….
· netflixen of naar de bioscoop gaan
· vlees of vegetarisch eten
· thuis wonen of op kamers
· etc
Telkens kan een of meer studenten om een toelichting van hun keuze worden gevraagd.
Icebreaker 3 (5-10 minuten)
Studenten en docenten gooien een bal/propje naar elkaar en noemen de naam van degene naar wie zij de bal/het propje gooien. Vervolgens kan er nog een of meer ballen/propjes in het spel gebracht worden, die tegelijk worden rondgegooid.
Icebreaker: Bal gooien, namen leren kennen
Er zijn talloze icebreakers die geschikt zijn voor Street Law. Van veel icebreakers zijn filmpjes op Youtube beschikbaar. Een voorbeeld is het spel 'twee waarheden, een leugen'.
Icebreaker: Twee waarheden en een leugen
6.3 Demonstratielessen
De Street Law docenten hebben drie volledige Street Law lessen gedemonstreerd aan de VU-studenten. De studenten voerden de opdrachten uit alsof zij leerlingen waren. De lessen werden vervolgens nabesproken. We hebben ervoor gekozen lessen met verschillende leerdoelen en werkvormen te laten zien, zodat de studenten zouden zien wat er allemaal mogelijk is in Street Law. In de hier volgende lessen gingen studenten aan de slag met onder meer het schrijven van een wetstekst, het beoordelen of een situatie binnen definitie valt, het maken van een rangorde van mensenrechten, het beoordelen van bewijs. Er kwamen ook verschillende rollen in het rechtssysteem aan de orde: wetgever, rechter, politie, advocaat, officier van justitie.
In de les appen op de fiets werd ingegaan op het verbod om een telefoon te gebruiken tijdens het fietsen dat in juli 2019 is ingegaan. Aan de hand van dit onderwerp werd aandacht besteed aan de drie machten: wetgevende macht, rechterlijke macht en uitvoerende macht. De studenten namen gedurende de les steeds de rol van een van de machten aan. Tijdens de icebreaker moesten studenten in een aangegeven vak door elkaar lopen en tegelijkertijd een tekst appen. Vervolgens werd besproken hoe dat was en waarom studenten dachten dat er een verbod op appen op de fiets is. Daarna gingen we aan de gang met de volgende activiteiten:
Kruip in de huid van de wetgever en bedenk hoe het app-verbod zou moeten luiden: bedenk een wettekst waarmee appen op de fiets verboden wordt.
Kruip in de huid van de rechter: kijk naar de werkelijke wettekst van het app-verbod en bedenk welke woorden onduidelijk zijn en/of uitleg van de rechter nodig hebben.
Kruip in de huid van de politie: beoordeel een aantal voorgelegde situaties en bedenk of die onder het app-verbod vallen en zo ja of je hierop zou controleren en een boete zou uitdelen.
In Aliens stond zowel de betekenis en afweging van verschillende mensenrechten centraal als de wijze waarop studenten onderling tot een besluit komen. In de icebreaker kregen studenten een papier met een mensenrecht erop. Studenten moesten andere studenten met hetzelfde mensenrecht zoeken, door het mensenrecht voor elkaar uit te beelden. Op die manier werden groepen gevormd. Ieder groepje kreeg een setje mensenrechten (zie de handout). Vervolgens werd besproken wat mensenrechten zijn, waar zij vandaan komen, wie over mensenrechten beslist en of mensenrechten kunnen worden beperkt/afgenomen. Vervolgens kregen de studenten te horen dat Aliens de wereld hebben overgenomen en dat zij eisen dat een aantal mensenrechten wordt ingeleverd. De groepjes moesten samen beslissen welke mensenrechten zij hielden en welke zij inleverden. Vervolgens eisten de Aliens dat er meer mensenrechten werden ingeleverd, totdat er uiteindelijk maar één overbleef.
In deze les verplaatsten de studenten zich in de rol van een advocaat, officier van justitie of rechter in het strafproces. Vanuit het perspectief van hun rol gingen zij aan de gang met het waarderen van bewijsstukken. De les begon met een foto van een badkamer waarin een briefje op de spiegel is geplakt. Studenten moesten de foto duiden en bedenken wat hen opviel. Vervolgens lazen zij de tekst van het briefje en gingen zij in groepjes in discussie over wat er aan de hand zou kunnen zijn. De docenten gaven vervolgens uitleg over de moord op Christine, de vrouw van Michael Morton. Michael Morton werd als verdachte voor de moord gearresteerd, maar is hij ook schuldig? Aan de muur hadden de docenten foto’s van verschillende bewijsstukken gehangen met een korte uitleg erbij. Studenten gingen in groepjes langs alle bewijsstukken en beoordeelden of het bewijsstuk kon worden gebruikt om Michael Morton schuldig te verklaren, of juist ter onderbouwing van zijn onschuld, of dat het niet relevant was. Vervolgens maakten de studenten een betoog in de rol van advocaat of officier van justitie of bedachten ze als rechter wat zij van de zaak vonden. Hierna werden de groepjes ingedeeld in nieuwe groepjes van drie, zodat telkens een advocaat, een officier van justitie en een rechter bij elkaar kwamen. Per drie wisselden de studenten in een mini-moot court hun standpunten uit. Ten slotte werden de argumenten plenair nabesproken en de uitkomst van de echte Michael Morton zaak uit de doeken gedaan.
6.4 Theorie
De training bevatte ook twee meer theoretische blokjes, waarbij we hebben geprobeerd om deze zo interactief mogelijk te houden. In het eerste blokje hebben we heel kort Street Law als beweging en als vak geïntroduceerd. We hebben uitgelegd wat de studenten zouden gaan leren en wat er van hen werd verwacht.
Het tweede blokje ging over hoe mensen leren (Blooms taxonomy), hoe je effectief les geeft (Constructive Alignment) en hoe je een lesplan opbouwt. Het blokje begon met een opdracht waarin de VU-studenten individueel opschreven wat voor hen de meest effectieve leeractiviteit was die zij in hun schooltijd/studie zijn tegengekomen en waarom deze zo effectief was. Vervolgens wisselden zij hun ervaringen uit in paren en werden deze plenair besproken.
6.5 Voorbereiding en uitvoering eigen lesplan
Aan het eind van de eerste dag hebben de studenten in groepjes gebrainstormd over onderwerpen voor Street Law lessen. Als voorzet vroegen we hen onder meer te denken aan de leefwereld van jongeren, interessante thema’s uit hun eigen rechtenopleiding, en de actualiteit. De studenten kwamen met een groot aantal ideeën, waarvan we een lijst hebben gemaakt. Deze lijst hebben we ook aan de scholen voorgelegd om voorbeelden te geven van mogelijke onderwerpen.
Vervolgens hebben studenten per twee of per drie hun eerste eigen lesplan uitgewerkt. Zij hebben daarvoor zelf een onderwerp gekozen uit de lijst van onderwerpen die zij zelf bedacht hebben. Zij hebben tijdens de training tijd gekregen om een plan te ontwerpen voor een les van ongeveer 20 minuten (een icebreaker en een leeractiviteit). Alle studenten hebben met succes een les gegeven. Zij kregen feedback op hun les van hun medestudenten en docenten aan de hand van een feedback formulier dat we voor dat doel hadden gemaakt. Later hebben we aan de hand van suggesties van studenten een nieuw feedback formulier ontwikkeld.
6.6 Evaluatie
De doelen van de training zijn behaald. Tijdens de twee trainingsdagen hebben de studenten en docenten elkaar leren kennen. Er ontstond een informele en ontspannen sfeer, die in het vervolg van het Street Law programma is voortgezet. De studenten bleken na de training goed in staat om een lesplan te ontwikkelen. Hoewel sommige studenten het erg spannend vonden om vervolgens echt voor de klas te staan, heeft dit geen problemen opgeleverd.
Sommige studenten vonden de training lang en vermoeiend en hadden liever training gehad in vier kortere blokken. Daarnaast gaven studenten aan dat zij gedurende de opvolgende Street Law bijeenkomsten graag bepaalde elementen uit de training hadden herhaald. Zij hadden bijvoorbeeld samen willen nadenken over werkvormen of icebreakers. Zij gaven aan dat zij naar verloop van tijd wat inspiratie misten om nieuwe werkvormen te bedenken.
Zie voor de uitgebreide evaluatie van het trainingsweekend van de Law Society of Scotland:
In dit hoofdstuk bespreken we de inhoud van de tien wekelijkse bijeenkomsten en de bijbehorende voorbereidende opdrachten van het Street Law programma.
7.1 Leerdoelen en reflectie
Een van de leerdoelen van Street Law is om zelf leerdoelen te stellen en te reflecteren op het eigen leerproces. Voor onze VU-studenten was het de eerste keer tijdens hun rechtenstudie dat zij hun eigen leerdoelen stelden voor een vak. Daarnaast komt reflectie over het eigen leerproces niet of nauwelijks aan bod in het curriculum van de rechtenopleiding. Studenten moeten leren leerdoelen op te stellen en te reflecteren. Daarom hebben we de eerste bijeenkomst (Leerdoelen en reflectie) aan deze onderwerpen gewijd. De leerdoelen van de bijeenkomst waren als volgt. De studenten kunnen:
concrete leerdoelen vaststellen en bijpassende activiteiten bedenken waarmee ze het leerdoel kunnen bereiken;
uitleggen wat reflectie is en wat het belang ervan is;
uitleggen wat er in reflectieopdrachten van hen verwacht wordt en reflecteren over hun eigen ontwikkeling/ervaringen die zij hebben meegemaakt.
We hebben studenten voor de eerste bijeenkomst gevraagd een formulierin te vullen, waarin zij inventariseerden wat zij moeten leren om de jurist/professional te worden die zij in de toekomst willen zijn. Aan het eind van het formulier is studenten gevraagd drie leerdoelen te formuleren voor het vak Street Law en bij elk leerdoel drie actiepunten te benoemen.
Tijdens de eerste bijeenkomst hebben we de studenten feedback laten geven op elkaars leerdoelen en bijbehorende actiepunten. Daarin waren voorbeelden van goede leerdoelen en minder goede leerdoelen bij. Sommige leerdoelen waren heel breed of te vaag. Sommigen waren geformuleerd als een actiepunt in plaats van als een doel (bijvoorbeeld ik ga vaker presenteren, i.p.v. na het vak Street Law kan ik een goed gestructureerde presentatie houden).
Daarnaast zijn we ingegaan op wat reflectie inhoudt, wat het belang ervan is (dat is voor studenten niet evident), waarover de VU-studenten in het kader van Street Law moesten reflecteren en hoe die reflectie zou worden beoordeeld.
7.2 Feedback geven
Binnen Street Law werken studenten voortdurend met elkaar samen. Ze gaan actief aan de slag. Het leerproces omvat trial en soms ook error. Om de VU-studenten maximale leerkansen te bieden, is feedback – ook tussen de studenten onderling – essentieel. Tijdens de tweede bijeenkomst over feedback geven hebben we de VU-studenten daarom uitgelegd wat goede feedback is en geoefend met het geven en ontvangen van feedback.
Ter voorbereiding van de bijeenkomst lieten we de studenten schriftelijk feedback geven op een bestaand document. Uit die feedback konden we alvast enkele do’s en don’ts putten om op terug te komen tijdens de bijeenkomst. Het document waarop we feedback vroegen was het nabesprekingsformulier dat we tijdens de tweedaagse training hadden gebruikt om de studenten feedback te laten geven op elkaars lessen. Met de input van de studenten uit deze voorbereidingsopdracht hebben we het feedback formuliervervolgens ook aangepast.
De leerdoelen van deze bijeenkomst waren als volgt. Studenten kunnen:
de kenmerken/stappen van goede feedback reproduceren
gericht en constructief feedback geven
algemene werkpunten vertalen naar concrete doelstellingen
een open en nieuwsgierige houding aannemen ten aanzien van anderen en hun input op het eigen functioneren
De bijeenkomst begon met een speelse icebreaker, een variant op het kringspel ‘Tik Tak Boem’, waarbij de studenten een prop papier aan elkaar moesten doorgeven. Die prop stond symbool voor ‘de feedback’ die ze zouden leren geven en ontvangen. Het doel van de icebreaker was vooral de groep te enthousiasmeren. Hoewel zo’n icebreaker op het eerste gezicht kinderachtig kan overkomen, viel hij toch in de smaak. Zo zagen we dat een aantal VU-studenten ‘Tik Tak Boem’ overnamen als icebreaker voor hun eigen lesplannen. (Een kinderlijke versie van Tik Tak Boem is te bekijken in volgende video.)
Vervolgens hebben we de studenten op drie in het lokaal verspreide posters laten brainstormen over feedbackregels. Wat is feedback en waarom geef je feedback? Wanneer en hoe geef je feedback? Don’ts: hoe geef je beter geen feedback?
Spelelement: om de brainstorm levendig te houden, werden de studenten in drie teams verdeeld die elke met stiften in een eigen kleur aan de slag moesten: het team waarvan de schrijfkleur na vier minuten het meest voor kwam op de posters won!
Elk van de drie teams kreeg vervolgens de opdracht de bij elkaar gebrainstormde feedbackregels uit te filteren en te presenteren aan de rest van de groep. De docenten stelden bij die presentaties bijvragen en vulden aan waar nodig.
Spreek met een ik-boodschap.
Spreek niet in absolute waarheden, maar benoem hoe jij de zaken hebt geïnterpreteerd, hoe jij je erbij voelt.
Stel als feedback-gever vragen en vul de betekenis van een gebeurtenis niet in voor een ander.
Benoem tips én tops.
…
Hoe feedback geven niet moet, ontdek je in volgend filmpje:
Na het onderzoeken van de regels voor goede feedback zijn de studenten aan de slag gegaan. De studenten werden verdeeld in groepjes van drie. Elke groep kreeg een aantal casussen voorgeschoteld, waarbij telkens één deelnemer feedback gaf, en een andere feedback ontving. De derde deelnemer observeerde en noteerde; en gaf nadien feedback op de anderen. De deelnemers wisselden per casus van rol.
Voorbeeldcasus 1 – opgeruimd staat netjes!
Je hebt het écht getroffen met je street law partner. Creatief en enthousiast tijdens de voorbereiding. Een erg heldere uitleg in de klas zelf met superveel extra materiaal (knipsels, prenten, 3D-constructies …). Alleen: aan het eind van de les stond je er ineens alleen voor om alles op te ruimen. Awtch.
Voorbeeldcasus 2 – mag ik even?
Jij voelt je nog wat onzeker over spreken voor een grote groep. Dat heb je tijdens de voorbereiding ook aan je street law partner laten weten. Gelukkig hebben jullie afgesproken dat je partner de meeste opdrachten zal uitleggen, zodat jij je kan focussen op de ene opdracht die jij moet uitleggen. Tijdens de les gaat het echter mis. Terwijl je nog even naar woorden aan het zoeken bent om aan je uitleg te beginnen, snijdt je street law partner je de pas af: nog voor je goed en wel de kans hebt gehad de opdracht uit te leggen, neemt je street law partner de uitleg van je over. Daar gaat je oefenkans! L
Voorbeeldcasus 3 – niet roken!
Op jullie school geldt een rookverbod. Ook voor street law studenten. Toch heb je jouw street law partner nét voor jullie street law les erg snel enkele trekjes zien nemen van een sigaret – in een hoekje van het schoolplein, hopelijk onzichtbaar voor de leerlingen. Niet echt professioneel, toch?
7.3 Schooloriëntatie
In de derde week (15 november 2019) zijn de studenten aan de slag gegaan met het thema schooloriëntatie. Het doel van de les was informatie te verzamelen over de scholen waar ze binnenkort zouden gaan lesgeven. De opdracht was de informatie te ordenen en te verwerken in een (vormvrije) presentatie. Naast deze presenatieopdracht werd hen ook gevraagd een aantal vragen op te stellen die ze vooraf aan de docenten (op school) wilden voorleggen. De vragen betroffen praktische zaken zoals faciliteiten en beschikbare materialen maar ook informatie over de klassen, de inhoud van de lessen en over de regels binnen school.
Op vrijdagochtend gaven drie groepjes van 4 studenten de presentatie. Ze kregen feedback van hun medestudenten en van de SL-docenten aan de hand van Tips en Tops. De vragen voor de docenten van de scholen werden, gebundeld naar onderwerp, plenair besproken en bediscussieerd.
7.4 Lesplannen maken
De vierde bijeenkomst stond geheel in het teken van het voorbereiden van de lesplannen voor de eerste Street Law lessen die zouden plaatsvinden op het Hervormd Lyceum West (zie voorbereiding lessen HLW). De studenten hebben tijdens deze les hun lesplannen met medestudenten en docenten kunnen bespreken.
7.5 Kattenkwaad en klassenmanagement
Tijdens de vijfde bijeenkomst (29 november 2019) was het onderwerp 'kattenkwaad in de klas en klassenmanagement'. De leerdoelen waren de studenten inzicht te geven in hun eigen lesstijl en ze laten inspelen op ‘moeilijke’ of onverwachte (conflict)situaties in de klas. Inmiddels hadden de studenten hun eerste lessen op school gegeven.
De opdracht was een 'moeilijke situatie' te beschrijven. Dat kon over allerlei zaken gaan, zowel over de omgang met leerlingen, hun (gebrek) aan input, hun onderling gedrag, de samenwerking met een medestudent of een docent. De studenten moesten een situatie beschrijven waarbij ze niet wisten hoe te handelen en / of waarbij ze niet gelukkig waren met hun eigen reactie. Hoe zijn ze omgegegaan met de situatie? Zouden ze het volgende keer anders aanpakken?
Tijdens de les gingen we aan de slag met een aantal stellingen waarbij de studenten moesten aangeven hoe ze zouden handelen. Bijvoorbeeld:
Je les bevat een interactief moment waarbij de leerlingen in groepjes in discussie moeten gaan. Bij één groepje ontstaat ruzie. Amal, een zestienjarig meisje, loopt de klas uit en de gang in. Jij ziet het gebeuren en sprint achter Amal aan. Hoe reageer je?
Je zegt duidelijk dat het niet oké is dat Amal het lokaal zonder toestemming verlaat. Weglopen zonder iets te zeggen is geen goede oplossing.
Je gaat even bij Amal zitten en vraagt bezorgd wat er gebeurd is. Je probeert te achterhalen waarom ze de gang in liep.
Je probeert via een grapje de situatie te ontmijnen. Je zoekt uit hoe je Amal weer even enthousiast de activiteit kan laten hervatten.
Welke rol zou jij spelen in dit geval?
- beer: liefdevol, warm, aandacht voor individuele welzijn
- leeuw: rechtvaardig, volgt de regels, streng, duidelijk, houvast
- aap: vrolijk, grappend, enthousiasmerend
Door een achttal van deze situaties voor te leggen kwam een mooi beeld naar voren, ook voor de Street Law docenten waren ze toe neigen qua lessltijl. Wat doe je in een moeilijke situatie? Ben je streng? Probeer je de boel te sussen of maak je een grapje om de situatie aan te pakken. Zou je zo'n situatie toch anders willen of moeten aanpakken?
7.6 Presenteren en improviseren
Op verzoek van de VU-studenten hebben we een van de wekelijkse bijeenkomsten aandacht besteed aan presenteren en improviseren. De leerdoelen van de bijeenkomst waren als volgt. Studenten kunnen:
in een korte tijd een presentatie voorbereiden;
argumenten bedenken voor een gegeven stelling;
de presentatie structureren;
rustig, zelfverzekerd en overtuigend een verhaal vertellen;
constructieve feedback geven op elkaars presentaties.
Ter voorbereiding van deze bijeenkomsten hebben we studenten de opdracht gegeven een filmpje op te zoeken van iemand die een presentatie geeft (een toespraak, een pitch, een college, een stukje stand-up comedy etc.) dat hen aanspreekt of juist niet aanspreekt en kort uit te leggen waarom dat filmpje hen al dan niet aanspreekt. We hebben een van de door de studenten gekozen filmpjes (zie hieronder) aan het begin van de bijeenkomst besproken.
Vervolgens kregen alle studenten een stelling over Street Law die zij in een presentatie van 2 minuten moesten verdedigen. Alle studenten kregen een envelop met een stelling en 10 kaartjes om feedback op te schrijven. De stelling paste bij de ervaring van student in de eerste Street Law les(sen). We hebben studenten uitgelegd op welke punten zij elkaar feedback moesten geven.
De studenten en docenten schreven hun feedback op elke presentatie op een kaartje, dat aan het eind van de bijeenkomst in de envelop van de betreffende envelop werd gedaan.
De presentatie van de studenten werd gefilmd, zodat zij hun presentatie zelf konden terugkijken. Zij kregen de opdracht om voor de volgende bijeenkomst een korte refectie op hun eigen presentatie te schrijven.
7.7 De Roos van Leary/Leiderschap
Het is van belang dat een jurist niet alleen als individu kan presteren, maar ook kan samenwerken. Dat is zeker zo voor studenten die per twee of drie voor een klasgroep komen te staan in het kader van Street Law. Tijdens de zevende bijeenkomst wilden we de studenten daarom laten nadenken over hun eigen gedrag binnen een samenwerkingsverband en over hun leiderschapsstijl. Het doel van de bijeenkomst Roos van Leary/leiderschap was de studenten te laten reflecteren over hoe ze, met hun eigen gedrag dat van teamgenoten en leerlingen kunnen beïnvloeden. Het model dat we hen daarvoor aanreikten is dat van de psycholoog Timothy Leary: de Roos van Leary.
Een vereenvoudigde weergave van de Roos van Leary
Ter voorbereiding van de bijeenkomst werd studenten gevraagd een digitale test in te vullen op basis van de Roos van Leary. Studenten beoordeelen hun eigen attitude in die test en kregen zo een grafische weergave van hun gedrag binnen de Roos van Leary.
Weergave van het testresultaat van een bepaalde student op de verschillende assen van de Roos van Leary
De leerdoelen van deze bijeenkomst waren als volgt. Studenten kunnen:
de Roos van Leary, de verschillende rollen, en de basisprincipes duiden
de verschillende posities in een groep herkennen en benoemen aan de hand van de Roos van Leary
hun eigen positie in de groep inschatten en benoemen
de positie die anderen in een bepaalde situatie innemen inschatten en er, met gebruik van de theorie van Leary, een reactie op formuleren
De bijeenkomst begon met een overlegopdracht. De studenten vernamen dat de planeet Aarde zou worden gebombardeerd en dat er voor hen een overlevingsbunker is gebouwd. Daarin is evenwel slechts plaats voor vier mensen. Aan de studenten om binnen tien minuten een selectie te maken van vier leden uit de Street Law groep - studenten en docenten. Tijdens hun overleg worden de studenten stiekem gefilmd (een opname die we na de les meteen verwijderen!) en observeren de docenten de houding van de studenten om er later naar terug te verwijzen.
Vervolgens hebben we de studenten in drie stappen kennis laten maken met de Roos van Leary.
In een eerste fase tekenden we de Boven-Onder-as op de grond en vroegen we studenten zich fysiek op die as te positioneren op basis van hun houding tijdens het overleg over de overlevingsbunker. Wie - volgens de eigen beoordeling - tijdens het overleg leidend, actief, initiatiefnemend, beïnvloedend, beheersend was, positioneerde zich dichter bij de 'Boven'-kant van de as. Wie zich eerder passief, afhankelijk, conformerend of volgend opstelde, positioneerde zich dichter bij de 'Onder'-kant. Als docenten stelden we enkele vragen om na te gaan of iedereen de betekenis van de Boven-Onder-as kon volgen. "Aan welke houdingen, handelingen, uitspraken herken je boven- of ondergedrag?" "Wat maakt dat jij je op die specifieke plek op de as positioneert?"
In een tweede fase vroegen we de studenten om zich - los van de eerste as - op de Tegen-Samen-as te situeren. Met gedrag dat vertragend werkt op het proces (niet per definitie negatief!), kom je aan de linkse Tegen-kant uit. Mensen met tegen-gedrag zullen zich vrij zakelijk opstellen en zijn niet in eerste instantie gericht op samenwerken. Belangrijk om aan de studenten mee te geven: ook dit gedrag kan nodig zijn binnen een proces. Denk maar een troep enthousiastelingen die zich smijten op een opdracht en de kritische vragensteller die wijst op de dingen die ze in het enthousiasme aan het vergeten zijn. Daartegenover staat Samen-gedrag: meewerkend, aardig, lovend gedrag waarbij het toewerken naar het gemeenschappelijke doel voorop staat.
In een derde, laatste fase vroegen we de studenten zich te positioneren binnen de volledige roos, dus met het oog op beide assen. Heel wat studenten positioneerden zich daarbij op posities tussen de vier hoofdassen in. Logisch: ook Leary zag de Roos als een continuüm. Om de tussenposities verder te bestuderen en te visualiseren, gaven we de studenten een beschrijving en naam van acht verschillende posities binnen de Roos met de opdracht die juist te situeren. Volgende posities kunnen worden geïdentificeerd:
Leider: zo zullen we het doen, het is beslist (boven-samen)
Helper: vertel me wat ik kan doen. Ik hoop dat het ons lukt (samen-boven)
Vleier: wat je daar zegt vind ik belangrijk om mee te nemen, goed gezegd. (samen-onder)
Meeloper: ja, je hebt gelijk. Jouw ideeën zijn beter dan de mijne (onder-samen)
Schelpkruiper: ik vind wat de rest zegt wel goed, voor mij maakt het niet uit (onder-tegen)
Vrager: zou je dat nog even kunnen verduidelijken, want ik ben niet helemaal mee. Wat bedoel je daar dan mee? (tegen-onder)
Aanvaller: ik denk niet dat dat gaat lukken. En wat als… We doen het niet juist (tegen-boven)
Ivoren toren: ik vind het op zich geen slecht idee, maar hebben we hier al aan gedacht (boven-tegen)
De Roos van Leary laat niet alleen toe gericht te reflecteren over gedrag. Je kan er gedrag ook enigszins mee trachten te beïnvloeden. Twee basisprincipes zijn daarbij richtinggevend.
Ten eerste: Bovengedrag lokt ondergedrag uit en omgekeerd. Met andere woorden: leiden lokt volgen uit en volgen lokt leiden uit.
Wanneer kan dit bij Street Law interessant zijn? Bijvoorbeeld: je merkt dat een medestudenten tijdens de voorbereiding steeds achteruit zitten en nooit zelf initiatief toont. Door zelf de leiding in handen te nemen is de kans groot dat de anderen zich niet geroepen voelen om het voortouw te nemen, dit gebeurt toch al. Ook het omgekeerde geldt. In een groep waar niemand het initiatief neemt en iedereen zich nestelt in volggedrag zal de kans groter zijn dat er iemand rechtstaat om de groep op gang te trekken.
Ten Tweede: tegen-gedrag lokt tegen-gedrag uit en samen-gedrag lokt samen-gedrag uit: Streven naar gezamenlijk belang leidt ook tot hetzelfde samenwerkend gedrag bij anderen.
Wanneer kan dit bij Street Law interessant zijn? Bijvoorbeeld: wanneer een medestudent te laat opdaagt op een afspraak en je metéén in woede uitbarst, is de kans groot dat die medestudent even boos zal antwoorden (tegen-tegen). Vaak werkt het beter om bij het geven van feedback open te staan voor het verhaal van de ander en/of ook positieve dingen te benoemen (samen-samen). Vanuit de positie van de vleier kan je een conflict makkelijker ontmijnen.
Volgend filmpje vat het voorgaande mooi samen:
Vervolgens stonden we kort stil bij de rol van een docent als begeleider van een groepsproces. We vroegen de studenten: 'Waar zou je een ideale docent op de Roos situeren?' Het antwoord: om goed te functioneren moet een groep in evenwicht zijn. Wanneer er voldoende initiatief genomen wordt (boven-gedrag), is het niet nodig dat ook de (bege)leider de leiding neemt. De ideale begeleider is een helikopter die op basis van wat de groep nodig heeft, probeert bij te sturen.
Tot slot: aan het eind van de bijeenkomst lieten we de studenten naar de opname kijken van de overlegopdracht aan het begin van de de bijeenkomst. We gaven hen de dubbele opdracht mee hun eigen gedrag en dat van een aangeduide medestudent te observeren in termen van de Roos van Leary. Een beetje confronterend voor sommigen, maar erg leerrijk!
7.8 Onderzoeksvaardigheden
De bijeenkomst over onderzoeksvaardigheden van Street Law hebben we besteed aan de vraag hoe we onze kennis over een juridisch onderwerp in kaart kunnen brengen en vergroten, met andere woorden: het doen van wetenschappelijk onderzoek. Het is immers noodzakelijk om zelf goed te weten hoe de materie in elkaar zit, voordat je daarover een les kunt verzorgen.
De opdracht voor deze bijeenkomst was om zelf een wetenschappelijk artikel te zoeken over een onderwerp waar in de komende weken een les aan middelbare scholieren over zou moeten worden verzorgd. Deze onderwerpen waren 'De grenzen van het verspreiden van foto’s via internet' en 'De strafbaarstelling van online pesten'. De VU-studenten moesten van het gevonden artikel een samenvatting of mindmap maken. Ook moesten ze een tentamenvraag (en antwoord) formuleren.
We begonnen de les met een brainstorm rond vier vragen:
1) Waar heb je gezocht naar een artikel (databank) en waarom?
2) Op basis van welk criterium heb je het gebruikte artikel geselecteerd?
3) Wat zou je jezelf willen afraden voor de volgende keer? (don’t!)
4) Wat vond je het moeilijkst?
Deze vragen waren op vier posters geschreven. De studenten verdeelden zich in vier groepjes en schreven met viltstift op elke poster op wat hun gedachten waren. Vervolgens werden de posters vooraan op het bord gehangen. Gezamenlijk liepen we de posters door, te beginnen met poster 1. Iedereen werd uitgenodigd zijn antwoorden toe te lichten en elkaars antwoorden aan te vullen. Al pratende werden nuttige tips en inzichten uitgewisseld. Ook de docenten vulden vanuit hun eigen ervaring en expertise aan.
Het tweede deel van de les deden we een ‘stellingen spel’. De studenten gingen staan voor een open ruimte met een streep in het midden. Er werd een stelling voorgelezen en de studenten moesten kiezen of ze het eens of oneens met de stelling waren. De stellingen luidden als volgt:
1) Ik maak altijd zelf een samenvatting van de voorgeschreven stof;
2) Als ik een artikel of boek lees, highlight ik de belangrijkste passages, dat is voor mij genoeg;
3) Ik maak vaak gebruik van samenvattingen, maar die zijn door anderen gemaakt of ik haal ze van internet;
4) Ik heb wel eens een tentamen gehaald door alleen maar samenvattingen te lezen, niet de voorgeschreven stof zelf;
5) Samenvattingen maken kost me teveel tijd, en ik wil juist tijd besparen;
6) De samenvatting die ik van het artikel over pesten of over online foto’s verspreiden heb gemaakt heeft me erg geholpen bij de voorbereiding van de Street-law les die ik nog ga geven of al gegeven heb;
7) Doordat ik nu een samenvatting moest maken, heb ik meer kennis over het onderwerp en onthoud ik deze ook beter;
8) Ik vond het maken van de samenvatting best moeilijk, want ik heb moeite met hoofd- en bijzaken;
9) Als ik eenmaal een samenvatting van een artikel of een boek heb gemaakt, hoef ik eigenlijk die samenvatting niet meer te lezen, omdat dan de stof al meteen in mijn hoofd zit;
10) Ik vind samenvattingen van anderen vaak lastig te volgen, die van mezelf vind ik veel duidelijker;
Na elke stelling moesten de studenten kiezen of ze het eens (links van de streep) of oneens (rechts van de streep) waren. Vervolgens vroegen we een of meer van de studenten om een toelichting bij het gekozen standpunt. Dat leverde mooie inzichten en uitwisselingen op over hoe studenten leren, welk deel van de stof zij wel of niet lezen en waarom. Opvallend was hoe verschillend de studenten het leren aanpakken en welke dingen voor hen werken en welke niet. Voor de docenten was een belangrijk inzicht dat voorgeschreven (hand)boeken vaak niet worden gelezen, maar arresten en wetenschappelijke artikelen veel meer.
De les werd afgesloten met een korte terugblik.
7.9 Vooroordelen en social justice
De negende bijeenkomst ging over vooroordelen en social justice. Dit was een les van ruim twee uur. Het eerste deel had tot doel de VU-studenten bewust te maken van hun eigen vooroordelen en te laten praten over hoe zij zelf met vooroordelen van anderen omgaan. In tweede uur hebben we aandacht besteed aan de mogelijkheden die juristen hebben om bij te dragen aan een rechtvaardige samenleving en hoe studenten hun eigen mogelijkheden zien.
Ter voorbereiding van deze bijeenkomst hadden de studenten een poster gemaakt van een rolmodel. In deze poster moesten studenten uitleggen waarom de gekozen persoon een rolmodel voor hen was. Hen werd gevraagd te beschrijven welke eigenschappen van die persoon hen aanspraken en hoe zij in zijn/haar voetsporen wilden treden. Ook moesten zij aangeven welke rol hun rechtenstudie daarin speelt.
De leerdoelen van deze bijeenkomst waren als volgt. Studenten kunnen:
vooroordelen bij zichzelf herkennen en toetsen;
voorkomen dat zij op basis van onterechte vooroordelen handelen;
uitleggen hoe zij reageren op vooroordelen ten aanzien van henzelf, hoe zij zouden willen reageren en hoe anderen reageren;
mogelijkheden benoemen waarop zij in de toekomst kunnen bijdragen aan (sociale) rechtvaardigheid.
De bijeenkomst begon met een Icebreaker waarin studenten foto's van verschillende personen te zien kregen en een vraag of deze persoon moesten beantwoorden..
Vervolgens hebben studenten vijf minuten de tijd gekregen om voor zichzelf op te schrijven of zij tijdens Street Law een vooroordeel hadden ten opzichte van bijvoorbeeld een docent, medestudent of leerling en of dit vooroordeel is bevestigd of niet. Daarna hebben zij dit met een andere medestudent besproken. Ten slotte hebben we deze opdracht kort plenair besproken.
We hebben daarna gekeken naar de volgende fimpjes (zie ook het fragment hieronder) en daarover gediscussieerd.
De studenten hebben vervolgens een twee minuten gekregen om na te denken over de vraag of zij zelf met vooroordelen te maken hebben gehad en zo ja hoe zij daarop gereageerd hebben en of zij achteraf anders hadden willen reageren. Ook dit hebben zij vervolgens in paren besproken. Tot slot hebben we de bevindingen kort nabesproken, waarbij wij uitdrukkelijk hebben gezegd dat het delen van ervaringen zeker niet moest maar wel mocht.
In het tweede deel van de bijeenkomst zijn we begonnen met het laten zien van een poster van een rolmodel die een van de studenten had gemaakt in het kader van de voorbereidende opdracht. Vervolgens hebben studenten in groepjes van drie nagedacht wat de missie van de Stichting VU Amsterdam volgens hen betekent:
Daarnaast hebben ze samen bedacht hoe het recht daaraan kan bijdragen. De bevindingen hebben studenten geschreven op post-its die zij vervolgens op grote vellen papier hebben geplakt die aan de muur hingen. De bevindingen hebben we plenair besproken.
Vervolgens hebben studenten in dezelfde groepjes nagedacht hoe juristen bij kunnen dragen aan 'rechtvaardigheid, medemenselijkheid en verantwoordelijkheid' en hoe Street Law daaraan bijdraagt. Ook nu werden post-its met de ideeën van de studenten op grote vellen papier geplakt en nabesproken.
Tijdens de laatste opdracht dachten studenten individueel na over hoe zij konden bijdragen aan 'rechtvaardigheid, medemenselijkheid en verantwoordelijkheid:
Zij brainstormden vervolgens met een andere student over wat zij nodig zouden hebben (kennis, vaardigheden etc.) om dit doel te bereiken.
De bijeenkomst werd afgesloten met een korte reflectie en de aanmoediging om in het portfolio aandacht te besteden aan toekomstplannen.
Verschillende studenten vonden dit een nuttige les en adviseerden ons die les volgend jaar eerder in het programma te plaatsen. Zij vonden dat vooral van belang als de samenstelling van de groep zou veranderen, in de zin dat meer studenten met een etnisch Nederlandse achtergrond aan het vak zouden deelnemen.
7.10 SWOT analyse en afsluiting
Tijdens de laatste bijeenkomst hebben de VU-studenten een SWOT analyse gemaakt van het vak Street Law. Vervolgens hebben zij een startvergadering 2020-2021 gehouden, alsof zij docenten waren die in het volgend academisch jaar Street Law gaan geven. Zij hadden voor deze bijeenkomst een laatste reflectie-opdracht gemaakt, ter voorbereiding van het portfolio.
De leerdoelen van de bijeenkomst waren als volgt.
Studenten kunnen:
een SWOT analyse maken: sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen in een project/vak onderkennen;
concrete oplossingen/voorstellen bedenken voor de zwaktes en bedreigingen in hun eigen onderwijs;
samen discussiëren en een standpunt bepalen.
Na een korte uitleg over wat een SWOT analyse inhoudt, zijn de studenten in groepjes langs vier verschillende grote vellen papier gegaan, waarop zij de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van het vak Street Law konden opschrijven.
Daarna hebben we de resultaten plenair besproken en de punten gegroepeerd. Dit leidde tot het volgende resultaat:
Uit de SWOT analyse hebben de docenten een aantal thema's gehaald. Ieder groepje kreeg een thema, en werd gevraagd op dat thema gezamenlijke en concrete voorstellen ter verbetering voor te stellen. Deze voorstellen hebben we plenair besproken.
De bijeenkomst werd feestelijk afgesloten met een gezamenlijke lunch en een toespraakje van de coördinator.
8. Voorbeelden van Street Law lessen van VU-studenten
In dit hoofdstuk laten we vijf lesplannen zien die VU-studenten hebben gemaakt en uitgevoerd. De lessen zijn op verschillende scholen gegeven. Zij bevatten verschillende focusers en werkvormen. Via een link zijn de volledige lesplannen te downloaden.
8.1 Moot Court: Deventer Moordzaak (4 HAVO)
Lesplan: Suhaila Ahmadkhan, Lisa Capel,Yemaro Hoogdorp
Op het Hervormd Lyceum West hebben de VU-studenten twee lessen gegeven over de Deventer Moordzaak. De lesdoelen van de eerste les waren als volgt. De leerlingen kunnen aan het eind van de les:
Uitleggen wat de rollen van de verschillende procespartijen zijn (advocaat, officier van justitie, rechter);
Vertellen waar de Deventer moordzaak over gaat;
Feiten juit de zaak koppelen aan de verschillende procespartijen (advocaat, officier van justitie, rechter);
Bewijs uit een strafzaak waarderen.
De les begon met een focuser waarin de leerlingen een spelletje deden (in tweetallen om de beurt tot drie tellen en geleidelijk de cijfers vervangen door de woorden 'moord', 'mes' en 'Deventer'. Vervolgens luisterden de leerlingen gezamenlijk naar een podcast over de Deventer Moordzaak.
De VU-studenten deelden de leerlingen in, in verschillende groepjes die allemaal een procespartij (advocaat, officier van justitie en rechter) vertegenwoordigden. Aan de hand van poster waar teksten op stonden die bij verschillende procespartijen hoorden, dachten de leerlingen na over de taken van deze procespartijen. De bevindingen van de leerlingen werden klassikaal besproken.
Daarna kregen de leeringen een A4 met de feiten van de Deventer moordzaak. De leerlingen moesten feiten onderstrepen die zij vanuit hun positie als advocaat, officier of rechter belangrijk vonden en waarom. De verschillende groepjes presenteerden hun bevindingen voor de klas.
Aan het slot van de eerste les dachten de leerlingen na over de vraag wie zij schuldig achten aan de moord.
Voor de tweede les golden dezelde vier leerdoelen als in de eerste les en werd er nog een vijfde leerdoel toegevoegd. De leerlingen kunnen na de les:
Uitleggen hoe het er in een rechtbank aan toe gaat.
De les startte met een quiz waarin de opgedane kennis uit de eerste les werd teruggehaald. Vervolgens gingen de leerlingen in hun groepjes langs poster met bewijs die aan de muren hingen. Op een formulier moesten de leerlingen aangeven of het bewijs van belang was voor de procespartij die zij vertegenwoordigden of niet en waarom. Vervolgens kozen de leerlingen welke argumenten zij wilden gaan gebruiken tijdens de daarop volgende moot court.
In verschillende rondes werd een rechtbank nagespeeld, waarbij steeds een advocaat, officier en rechter tegenover elkaar stonden en argumenten over één specifiek bewijsstuk naar voren brachten.
De VU-studenten sloten de les af met een terugkoppeling naar de echte zaak: hoe staat de zaak er nu voor?
Video nieuw bewijs in Deventer moordzaak (niet gebruikt tijdens de les)
8.2 Moot Court: Fictieve Moordzaak (4 VWO)
Deze moot court les is gegeven aan een 4 VWO klas op het Hervormd Lyceum West gedurende twee lesuren in twee opvolgende weken.
Het onderwerp was een fictieve moordzaak, waarin Laura werd vermoord en Adrian de enige verdachte is. De vraag is of bewezen kan worden dat Adrian Laura heeft vermoord.
De leerdoelen van voor beide lesse waren als volgt: De leerlingen kunnen na de les:
Bewijs waarderen: beargumenteren waarom het bewijs in het voordeel of in het nadeel van de verdachte uitwerkt;
Overtuigend argumenteren;
Uitleggen hoe een strafzaak eruitziet: de belangrijkste spelers (rechter, Officier van Justitie, advocaat) en overige spelers (deskundigen, slachtoffers, getuigen);
Beargumenteren waarom iemand veroordeeld of vrijgesproken moet worden aan de hand van bewijsstukken;
Uitleggen hoe een strafzaak eruitziet: de procedure (requisitoir, pleidooi, het laatste woord).
Bij binnenkomst kregen alle leerlingen een naamsticker. De focuser was het spelletje Tik Tak Boem. Voor iedere ronde van het spel stelden de VU-studenten een vraag. Bijvoorbeeld: 'noem iets wat strafbaar is'. De leerlingen zaten in een kring en gooiden een zachte bal naar elkaar. De leerling die de bal kreeg moest zo snel mogelijk een antwoord geven op de vraag en de bal doorgooien naar de volgende leerling die ook weer een antwoord op dezelfde vraag moest geven. Na 30 seconden ging een bom af en was de leerling die de bal in zijn handen had af.
De VU-studenten legden na deze activiteit uit wat de leerlingen in de twee lessen zouden gaan doen. Vervolgens werden alle leerlingen ingedeeld naar rol: rechter, officier van justitie, advocaat, verdachte, getuigen, slachtoffers en deskundigen.Samen met de leerlingen namen de VU-studenten door wat ieders rol en/of functie was.
De studenten vertelden het verhaal van de moordzaak aan de klas aan de hand van plaatjes op een Power Point.
De opdracht werd aan de leerlingen uitgelegd: zij moesten verschillende bewijzen in de moordzaak waarderen. De VU-studenten deden één bewijsstuk samen met de leerlingen.
Daarna ging ieder groepje aan de slag met een eigen dossiertje met verschillende bewijsstukken erin. De VU-studenten schreven van elke leerling op welke rol zij hadden en vroegen studenten naar hun sterkste argument.
Aan het eind van de les was er een moment van reflectie en kondigden de VU-studenten aan wat er in de volgende les zou gebeuren.
De tweede les begon met eenn quiz waarin de kennis die de leerlingen de vorige les hadden opgedaan, werd geactiveerd. Vervolgens kregen de leerlingen nog 10 minuten om de zitting voor te bereiden. De VU-studenten hadden toga's meegenomen en de tafels in het lokaal in rechtbankopstelling gezet. De leerlingen kregen duidelijke instructies op papier hoe de rechtszitting zou verlopen en hoe ze de rechter moesten aanspreken. De leerlingen die rechts waren kregen de regie over de zitting. Om de beurt kwamen de leerlingen aan het woord. De rechters stelden de partijen vragen. De VU-studenten onderbraken soms de zitting even om een vraag te stellen aan leerlingen die op dat moment niet aan het woord waren. De rechters hebben zich na de sluiting van de zitting teruggetrokken en hebben vervolgens uitspraak gedaan.
8.3 Lachgas (MBO)
Deze les is gegeven aan MBO-studenten Geluidstechniek van het Mediacollege Amsterdam. De leerdoelen van de les waren als volgt. Na de Street Law les kunnen de MBO-studenten:
Uitleggen wat de huidige wet- en regelgeving over lachgas inhoudt;
Uitleggen wat de rol van de wetgever is;
Beredeneren of een bepaalde situatie al dan niet verboden zou moeten worden;
Betogen of en zo ja waarom zij vinden dat aan een bepaalde overtreding van een regel prioriteit gegeven moet worden.
De les begon met een focuser, waarbij de MBO-studenten zo snel mogelijk een ballon moesten opblazen. Daarna lichtten de VU-studenten toe wat het onderwerp en de leerdoelen van de les waren. De MBO-studenten kregen vervolgens een filmpje te zien over de lachgaskoning.
Na het filmpje kregen de MBO-studenten een aantal vragen voorgelegd. De VU-studenten lazen de vragen voor en de MBO-studenten liepen naar de linker- of rechterkant van het lokaal, afhankelijk van het antwoord op de vraag:
Aan de MBO-studenten werd gevraagd toe te lichten waarom zij voor een bepaald antwoord hadden gekozen.
De VU-studenten stelden de MBO-studenten algemene vragen over lachgas: wat is het, hoe wordt het gebruikt, wat zijn de effecten en risico's? De MBO-studenten kregen vervolgens nog een fimpje te zien over de risico's van het gebruik van lachgas. Zo kregen de studenten een goed beeld van wat het gebruik van lachgas inhoudt.
Samen met de MBO-studenten keken de VU-studenten naar de huidige wet- en regelgeving over lachgas: uitspraken van de Hoge Raad en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de tekst van de Warenwet.
.
De MBO-studenten werd in twee groepen verdeeld. De ene groep kreeg de rol van wetgever, de andere groep vertegenwoordigde jongeren (hun eigen perspectief). De VU-studenten hadden aan de muur van het lokaal verschillende situaties opgehangen die de MBO-studenten langs gingen. Per situatie bekeken zij vanuit hun rol of zij vonden of de situatie strafbaar moest zijn of niet. Dit schreven zij op een formulier dat de VU-studenten van tevoren hadden uitgedeeld. De argumenten die de MBO-studenten voor of tegen strafbaarheid hadden bedacht, werden vervolgens klassikaal besproken.
Tot slot werd aan de MBO-studenten nog eens dezelfde stellingen voorgelegd als aan het begin. Zij besproken of zij van mening waren veranderd tijdens de les.
De les eindigde met een korte reflectie.
8.4 Medeplegen, medeplichtigheid en uitlokken (VMBO)
In deze les over medeplegen, medeplichtigheid en uitlokking waren de leerdoelen als volgt. De leerlingen kunnen na deze les:
Het verschil uitleggen tussen medeplegen, medeplichtig, uitlokken
Begrijpen wat de verschillen zijn tussen de gevolgen voor een opdrachtgever en een uitvoerder
In verschillende casus zien wie de uitlokker, medepleger, medeplichtige is van een strafbaar feit
Uitleggen wat medeplegen, medeplichtig en plegen inhoudt en ook de hoogte en verschillen in straffen kennen
Standpunten innemen in casus op basis van eigen mening en op basis van de wet
De les begon met een focuser waarin de VU-studenten verschillende situaties naspeelden en de leerlingen moesten bedenken wie het meeste straf zou krijgen en waarom. Vervolgens discusieerden de leerlingen daarover.
De VU-studenten legden daarna aan de hand van een Power Point in 10 minuten uit wat het verschil is tussen medeplegen, medeplichtigheid en uitlokking. De leerlingen gingen vervolgens zelf aan de slag met een casus. Zij bedachten voor hun casus of er sprake was van medeplegen, medeplichtigheid of uitlokking en waarom. Zij droegen hun betoog voor de klas voor en reageerden op elkaar. Iedere leerling kwam daarbij aan het woord.
De les werd afgesloten met een korte reflectie.
8.5 Kroongetuigen (VMBO)
De leerdoelen van de les waren als volgt. Leerlingen kunnen na de les:
Vertellen wat een kroongetuige is
Een onderscheid maken tussen kroongetuigen in Nederland en Amerika
Hun mening met argumenten onderbouwen
Discussiëren met hun medeleerlingen.
Vertellen wie Nabil B. is.
De focuser in deze les was het spelletje 'moordenaartje'. Een leerling is de politie. Hij/zij gaat de klas uit, terwijl de klas een moordenaar aanwijst. De moordenaar kan door het geven van een knipoog andere leerlingen 'vermoorden'. De politie komt terug in de klas en probeert uit te vinden wie de moordenaar is, voordat alle leerlingen 'vermoord' zijn.
De leerlingen kregen vervolgens een aantal filmpjes van het Jeugdjournaal te zien over liquidaties en kroongetuigen, waarna de VU-studenten het concept kroongetuige hebben uitgelegd.
Hierna werd aan de leerlingen een aantal stellingen voorgelegd over kroongetuigen.
Leerlingen gingen naar links of rechts naar gelang zij het al dan niet eens waren met de stelling. Daarna kregen zij drie minuten om argumenten ter onderbouwing van hun mening te verzinnen. Een van de leerlingen presenteerde de argumenten. Vervolgens gingen leerlingen met elkaar in discussie.
9. Beoordeling van Studenten
In dit hoofdstuk beschrijven we hoe we de VU-studenten hebben beoordeeld in het vak Street Law. We gaan in op de beoordelingscriteria, het portfolio, het individuele eindgesprek en de mogelijkheid tot herkansing.
9.1 Beoordelingswijze en -criteria
Het vak Street Law is een 6 ECTS vak binnen de bachelor rechtsgeleerdheid aan de VU. Voor die 6 ECTS werden studenten beoordeeld op basis van:
deelname aan de tweedaagse training en de wekelijkse bijeenkomsten;
de lessen op de middelbare scholen (waarvan er minstens één bijgewoond door een Street Law docent)
het individuele eindgesprek
De beoordeling vond plaats aan de hand van een beoordelingsschema waarin per leerdoel is aangegeven wanneer het werk van de student als onvoldoende, voldoende of goed wordt beoordeeld.
De eindbeoordeling van de studenten was een ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. Studenten vonden het jammer dat zij geen cijfer kregen. Zo schreef één van hen:
Ik vind ook dat studenten een cijfer moeten kunnen krijgen voor dit vak. Dit is een vak waar elke student die hier serieus aan deelneemt veel tijd en moeite in steekt. Bovendien verdienen studenten die aan dit vak harder hun best doen dan anderen een hoog cijfer. Het zou oneerlijk zijn als twee studenten beide een ‘goed’ krijgen terwijl de één meer energie heeft gestopt in het vak. Ik vind ook niet dat het werk goed gemeten kan worden met een ‘voldoende’ of ‘goed’. Een ‘goed’ biedt nou eenmaal dezelfde satisfaction aan als bijvoorbeeld een 8 of 9 als cijfer. Dat zullen sommigen ook merken in hun gemiddelde.
We overwegen daarom om in volgende jaren wel een cijfer tussen 1 en 10 toe te kennen. Het is ook mogelijk om op basis van het portfolio, het individuele gesprek de gegeven lessen en de deelname van de studenten aan de bijeenkomsten een cijfer te geven.
9.2 Het portfolio
Doel van het portfolio is drieledig. Het is een ontwikkelingsportfolio dat de groei van de studenten in beeld brengt: het laat zien hoe de student zich heeft ontwikkeld en bevat daartoe een aantal producten waaraan de student op basis van eerdere feedback verbeteringen heeft kunnen aanbrengen. Het is ook een showcase in de zin dat het producten bevat die laten zien hoe bekwaam de student is, bv. in het ontwerpen van lesplannen of het reflecteren over het eigen kunnen. Tot slot is het portfolio ook een evaluatie-instrument dat toelaat de competenties van de studenten te beoordelen.
Het portfolio bestond uit verschillende onderdelen:
Persoonlijke gegevens;
Informatie over de scholen en hoe de studenten met de docenten en leerlingen/MBO-studenten zijn omgegaan (verwachtingen, afspraken, samenwerking);
Reflecties over de uitvoering van de lessen;
De voorbereidende opdrachten die de studenten voorafgaand aan de bijeenkomsten hadden gemaakt;
Een eindreflectie;
De lesplannen en bijbehorend materiaal;
Overige bijlagen: feedback formulieren ingevuld door docenten, feedback van medestudenten.
9.3 Het individuele eindgesprek
Twee docenten (de mentor die de student had begeleid en de coördinator van het vak) voerden ter afsluiting van het vak een individueel gesprek van een half uur met iedere student. Het gesprek werd gevoerd op basis van het door de student ingediende portfolio. De docenten vroegen door over de inhoud van het portfolio en vooral de eindreflectie en daagden de student uit om nog iets verder te reflecteren over bijvoorbeeld specifieke situaties die zij hadden meegemaakt of de manier waarop zij zich hadden ontwikkeld. De docenten gaven ook feedback op het portfolio en de deelname van de student aan het vak. De student kreeg de ruimte om feedback te geven op het vak.
Na het individuele gesprek vulden de docenten voor iedere student een beoordelingsformulier in dat was gebaseerd op het beoordelingsschema. Dit beoordelingsformulier hebben de studenten samen met hun beoordeling gekregen.
9.4 Herkansing
Van de 11 studenten hebben 9 studenten het vak in februari met succes afgerond. Twee studenten hadden vanwege ziekte nog geen zes lesplannen gemaakt en uitgevoerd. Zij moesten die twee lessen inhalen, wat lastig te plannen was. Zij kunnen het vak alsnog afronden met een vervangende opdracht of door de lessen in het volgend studiejaar in te halen.
10. Waardering Street Law onderwijs door studenten
In dit hoofdstuk bespreken we hoe de studenten het type onderwijs dat in het vak Street Law werd gegeven, hebben gewaardeerd. Eerst kijken we naar de redenen waarom de VU-studenten aan het vak hebben deelgenomen en de verwachtingen die zij van het vak hadden. Daarna gaan we in op de vraag of Street Law heeft bijgedragen aan het vormen van community (groepsgevoel) tussen de VU-studenten en de VU-studenten en VU-docenten/de faculteit. We kijken naar de waardering van de samenwerking met medestudenten en VU-docenten, hun tijdsinvestering in het vak en het gevoel dat zij aan het vak hebben overgehouden. We ronden dit hoofdstuk af met enkele reflecties van de studenten op wat goed onderwijs is en met evaluerende bedenkingen van het VU-docententeam. De feedback van de VU-studenten op organisatie van het vak en de inhoud van de bijeenkomsten is verwerkt in Hoofdstuk 5.
10.1 Reden deelname en verwachtingen
De studenten die zich in 2019 voor het vak Street Law hebben aangemeld zijn pioniers, al hebben zij zich dat zelf misschien niet gerealiseerd. Zij wisten dat het vak nieuw was en dat zij meededen aan een pilot. Er waren nog geen ervaringen van andere studenten op de VU Amsterdam of zelfs op andere universiteiten in Nederland met Street Law. Zij wisten ook vaak niet wat zij van het vak moesten verwachten (zie ook hieronder onder ‘Verwachtingen van het vak’).
Studenten wilden om verschillende redenen meedoen aan Street Law. Sommige studenten hebben voor Street Law gekozen omdat zij eens iets anders wilden dan een standaard vak met hoorcolleges, werkgroepen en een tentamen. Zij hebben bewust gekozen voor een praktisch vak. Een aantal studenten nam deel aan Street Law om hun vaardigheden te ontwikkelen. Zij wilden vooral beter leren presenteren of les geven. Enkele studenten gaven aan dat hun grenzen wilden verleggen, uit hun comfort zone wilden stappen en bijvoorbeeld van hun presentatieangst af wilden komen. Ten slotte noemden een paar studenten dat zij lesgeven interessant of leuk vonden of dat zij door middel van Street Law de maatschappij beter wilden leren kennen. Uit de vragenlijsten blijkt dat veruit de meeste studenten die aan Street Law hebben meegedaan het belangrijk vinden zich in te zetten voor de maatschappij.
Veel studenten die aan Street Law begonnen, hadden geen duidelijk beeld van de inhoud van het vak en sommigen vonden dat spannend. Zij verwachten vaak wel dat het vak anders zou zijn dan andere vakken. Sommigen schreven dat zij verwachtten dat zij hun passie over het recht zouden kunnen overbrengen op leerlingen.
10.2 Waardering van het onderwijs
Studenten typeren het onderwijs in Street Law als praktisch en interactief:
Wat ik positief vond aan dit vak is dat het je echt volledig uit je comfort zone trekt op velen manieren. De lessen zijn bijvoorbeeld interactief en lekker achterover hangen en mee typen op je laptop is er dan ook echt niet bij. Je moet actief deelnemen en dat is iets dat er bij andere vakken toch wel anders aan toe gaat.
Sommige studenten gaven aan dat zij Street Law een welkome afwisseling vonden in vergelijking met het meer theoretisch onderwijs dat op de Rechtenfaculteit wordt gegeven.
Creëren van verbondenheid
Een van de doelen van Street Law is het creëren van verbondenheid (community) tussen studenten onderling en studenten en docenten (zie Hoofdstuk 2 over de geschiedenis en methodologie van Street Law). Studenten benoemden tijdens de SWOT analyse aan het eind van Street Law als een van de sterke punten van het vak: ‘De studenten vormen een hechte groep, er ontstaat een saamhorigheidsgevoel’. In hun reflecties gaven studenten aan dat zij de informele sfeer tijdens de wekelijkse bijeenkomsten erg waardeerden.
Een student schreef:
‘Street Law voelde voor mij (als) een leerzame, laagdrempelige 'pauze' tussen alle gekte door’.
Een andere student schreef dat de bijeenkomsten 'niet echt als een werkgroep' aanvoelden 'maar meer als een bijeenkomst'. Veel studenten vinden het positief dat zij tijdens Street Law hun medestudenten goed hebben leren kennen. De Street Law training, het lesgeven in verschillende teamsamenstellingen en het samenwerken tijdens de wekelijkse bijeenkomsten heeft daaraan bijgedragen. Een student schreef:
Hiervoor heb ik de studenten wel eens gezien tijdens lessen van andere vakken, maar dan ken je ze heel oppervlakkig. Nu zie je elkaar elke vrijdag in een kleine groep en bespreek je wat meer persoonlijke dingen. Zo is de cursus ook gestart met het opsturen van een foto waar een persoonlijk verhaal achter zit. Hierdoor leer je de studenten met wie je moet werken ook beter kennen.
Studenten hebben bij de aanvang en bij het afronden van de pilot een vragenlijst ingevuld (zie de figuren 2, 3, 4 en 5 hieronder) . Ook daarin kwam tot uiting dat studenten zich sinds hun ervaring met Street Law meer ‘verbonden’ voelen met de Rechtenfaculteit, zich daar beter op hun gemak voelen en het contact met medestudenten belangrijker zijn gaan vinden. Zij geven bovendien vaker aan waardevol contact te hebben met hun medestudenten.
Samenwerking met medestudenten
De VU-studenten waren allemaal positief over de samenwerking met hun medestudenten. Zij
hadden het gevoel dat hun medestudenten actief meededen in de voorbereiding en dat zij op elkaar konden vertrouwen. Meerdere studenten noemden dat het hielp dat zij een gemeenschappelijk doel voor ogen hadden: een goede les verzorgen voor jongeren. Sommige studenten vonden het jammer dat zij niet met alle studenten hebben kunnen samenwerken, andere kozen juist heel bewust uit met wie zij les wilden geven en met wie niet.
Ondanks hun positieve evraring met samenwerken, doen veel studenten, ook na Street Law nog liever individuele opdrachten tijdens hun studie dan opdrachten waarin zij samen moeten werken (zie figuur 6).
Samenwerking met docenten
Als Street Law docenten hebben we meer de rol aangenomen van begeleider dan van de docent
die studenten vertelt wat ze moeten doen. We hebben tijdens de Street Law training meegedaan met de kennismakingsspellen en lieten studenten ons bij de voornaam noemen. Het leerproces van de studenten stond centraal (zie ook Hoofdstuk 9). Wij hebben ons gericht op de ondersteuning van de studenten bij het ontwikkelen en uitvoeren van hun lesplannen, door zowel tijdens de bijeenkomsten als daarbuiten feedback te geven.
Studenten hebben deze opstelling van de docenten gewaardeerd (zie ook de SWOT analyse). Een student schreef in haar eindreflectie:
Het fijne aan Street Law vond ik de informele sfeer. Dit is fijn omdat ik tijdens de werkgroepen en hoorcolleges het gevoel heb dat alles zakelijk en formeel is.
Een andere student schreef:
Ik vond het heel leuk om mee te maken hoe het is als je op wat informelere manier met de docenten omgaat en zo elkaar ook echt wat beter leert kennen. Verder had ik echt het idee dat ze alle vier onwijs veel passie voor hun vak hebben en dat maar al te graag op ons over wilden brengen. Door hun enthousiasme werd ik ook enthousiast.
Een student die het aanvankelijk onbeleefd vond om docenten bij hun voornaam te noemen schreef:
Het feit dat we de docenten bij hun voornaam mochten noemen heeft naar mijn mening toch wel positief bijgedragen aan de band en de samenwerking met deze docenten. Ik denk dat dat komt omdat we hierdoor de docenten dan minder zagen als ‘de docent die hier zit omdat dat zijn of haar werk is’ en meer als ‘de docent die jou en mij wil helpen en wat wil bijleren.
De studenten zijn ook positief over de feedback op hun lesplannen, die zij van de docenten hebben gekregen:
De feedback van de docenten heeft mij zeer goed geholpen bij het geven van de lessen. De feedback zorgde ervoor dat ik meer op mijn acties en mijn manier van lesgeven ging letten. Dit hielp mij dan ook bij de lessen die nog moesten komen. Zo leerde ik goed de rust te bewaren en leerde ik om zo duidelijk mogelijk de opdrachten uit te leggen.
Studenten vonden het fijn zelf over de inhoud van hun eigen onderwijs mee te mogen denken. Docenten vroegen bijvoorbeeld of studenten suggesties hadden voor inhoudelijke bijeenkomsten. In de laatste bijeenkomst hebben de studenten zelf een SWOT analyse van het vak uitgevoerd en bedacht hoe zij het vak zouden verbeteren. Een student schreef:
Het vak Street Law voelde voor ons allemaal als een project waarbij wij allemaal stukje konden bijdragen. Ik was dan ook zeer blij dat wij echt input konden hebben in vele aspecten van het vak.
Uit figuur 7 blijkt dat studenten na afloop van Street Law het belangrijker zijn gaan vinden om contact te hebben met docenten van de Rechtenfaculteit.
Tijdsinvestering
Street Law heeft veel studenten meer tijd gekost dan zij van tevoren verwachtten:
Wat Street Law [..] voor mij minder leuk maakte was dat het ontzettend veel werk is. Het kost veel tijd om een lesplan in elkaar te zetten en dan ben je nog niet eens op de helft. Daar komt het verzamelen van materialen nog bij, het oefenen van het lesgeven, reflectie van leraren in de lesplannen verwerken, naar de middelbare scholen gaan om een kijkje te nemen, het lesgeven zelf en daarnaast ook nog eens werkgroep opdrachten maken.
Een student vond dat de docenten soms in hun enthousiasme te veel van studenten vroegen:
Wel denk ik dat ze soms vergaten dat wij het erg druk hebben en dat we niet uit elke les alles kunnen halen wat je misschien wel zou kunnen als je geen andere vakken naast dit vak volgt. Zo kreeg ik op een les feedback dat het nog beter kon en leuker als we bijvoorbeeld een podcast hadden opgenomen of een filmpje zouden maken. Ja, natuurlijk is dat onwijs leuk en wordt de les daar beter en leuker van, maar daar heb ik gewoon echt geen tijd voor.
De combinatie van Street Law met andere vakken leverde studenten soms stress op, vooral in de korte periode 3 die maar vier weken duurt. Zij hebben dan ook voorstellen gedaan om het zwaartepunt van Street Law in periode 1 en 2 te leggen (zie ook Hoofdstuk 4)
10.3 Visie VU-studenten op onderwijs
Uit de evaluatie blijkt dat de studenten na het volgen van Street Law het nut van interactief onderwijs meer inzien dan daarvoor. Uit figuur 8 blijkt bijvoorbeeld dat studenten na het vak Street Law het meer eens zijn met de stelling dat discussie in een werkgroep belangrijk is voor het leerproces. Opvallend genoeg is in figuur 8 te zien dat de studenten na Street Law niet kritischer staan tegenover hoorcolleges.
Op de vraag ‘omschrijf in drie woorden wat je tot nu toe van de rechtenopleiding vindt’ is een opvallend verschil te zien. Na het vak Street Law duidden vijf van de elf studenten de studie aan als (erg) theoretisch. Voor het vak Street Law gaf slechts één van de veertien studenten aan dat hij/zij de studie theoretisch vond.
We hebben studenten voor en na afloop van Street Law ook gevraagd hoe zij tegen hun (keuze voor) de rechtenstudie aankijken. De studenten waren en zijn positief over hun keuze voor rechten (zie figuur 10).
10.4 Gevoel na afloop van het vak
In hun eindreflecties en de individuele gesprekken waren de studenten unaniem enthousiast over Street Law:
Het vak Street Law heb ik ervaren als een van de leukste vakken van mijn rechtenstudie, maar tegelijk ook een van de meest tijdrovende.
Ik moet alleen maar denken aan de kick die ik van het presenteren kreeg. Het feit dat ik met dit vak de mogelijkheid heb gekregen om mijn passie en enthousiasme voor het recht te mogen delen met de scholieren en MBO-studenten vond ik toch wel het allermooiste.
Afsluitend ben ik zeer tevreden over het verloop van ons Street Law traject. Ik heb nieuwe mensen leren kennen en bovenal ik heb een gedeelte van mezelf leren kennen waarvan ik niet wist dat het er zat. Dat iedereen fijn met elkaar kon en wilden samenwerken heeft de voortgang enorm bevorderd. Ik ben trots op de docenten, medestudenten en op mijzelf.
Dit vak heeft ons heel veel geleerd en ik hoop dan ook dat het een vast vak blijft binnen de minor. Ik heb het vak met veel plezier en passie gevolgd en wie weet zal ik ooit eens de lessen voor het vak Street Law verzorgen.
Ik heb met veel plezier lesgegeven. Voor Street Law dacht ik dat lesgeven niets voor mij was, maar ik heb na een aantal lessen te hebben gegeven ontdekt dat ik dat eigenlijk ontzettend leuk vond.
Dat de studenten Street Law als positief hebben ervaren betekent niet per se dat studenten ook in de toekomst willen doceren. Sommigen zijn ervan overtuigd dat zij les willen blijven geven. Anderen weten zeker(der) dat zij dat juist niet willen. Een groot deel staat neutraal tegenover de vraag of zij docent willen worden.
10.5 Adviezen aan toekomstige studenten
VU-studenten hebben toekomstige Street Law studenten een aantal adviezen gegeven. In de eerste plaats zijn dit praktische adviezen: goed plannen, duidelijke afspraken maken met medestudenten, lessen goed voorbereiden, alvast nadenken over dingen die tijdens een les mis kunnen gaan en het goed bijhouden van het portfolio tijdens het vak. Een student raadt aan om niet alleen over strafrechtelijke onderwerpen les te geven: ‘ook een saai rechtsgebied kan leuk overgebracht worden door dit vak’.
Studenten gaven ook aan hoe toekomstige studenten zich zouden moeten opstellen in het vak. Zij adviseren hen ‘uit hun schulp’ te kruipen en hun mening te geven tijdens de bijeenkomsten:
Een student die volgend jaar meedoet aan Street Law zou ik adviseren om zich niet druk te maken over alles perfect willen doen. Dit vak draait heel erg om reflectie, niks is fout zolang je maar weet wat je graag anders gedaan zou hebben en nadenkt over hoe je dat dan voor elkaar krijgt. Feedback is je beste vriend hier, neem dit ook van harte aan als het je wordt gegeven.
Open je hart voor de leerlingen en sta blanco zonder vooroordelen in de klas. De leerlingen kunnen je namelijk nog op een positieve manier verbazen.
Studenten raden hun opvolgers ten slotte aan te genieten van het vak:
Street Law draagt echt bij aan een leuke tijd op de universiteit dus geniet vooral van de bijeenkomsten en de te geven lessen.
Mijn advies aan komende studenten is dat ze vooral moeten genieten van het lesgeven. Ik hoop dat ze zich laten leiden door hun creativiteit en ik weet zeker dat ze er iets moois van zullen maken.
10.6 Waardering door VU-docenten
Niet alleen de VU-studenten, maar ook de docenten waren zeer enthousiast over het vak. Daarbij spelen dezelfde factoren een rol als bij de studenten. We hebben de band die we met de studenten hebben opgebouwd erg gewaardeerd. We hebben zelf genoten van de bijeenkomsten, van de ontwikkelingen die de studenten hebben doorgemaakt en van de lessen die zij op de scholen hebben gegeven. Het is fijn om niet te zenden, maar studenten vooral zelf aan het werk te zien. Het plezier van de studenten straalde er soms echt af. Wij zijn dan ook een (nog) grotere aanhanger geworden van interactieve werkvormen. Street Law docenten hebben Street Law werkvormen dit jaar ook ingevoerd in hun reguliere onderwijs.
De Comeniusbeurs heeft de docenten de ruimte gegeven om het vak als een echt groepsproject vorm te geven. We hebben allemaal de training en (vrijwel) alle bijeenkomsten bijgewoond. We hebben veel met elkaar over onderwijs (in Street Law en in het algemeen) en de voortgang van de studenten gesproken. Hierdoor hebben we elkaar geïnspireerd en is er ook verbondenheid ontstaan tussen de docenten onderling.
10.7 Afsluiting
De conclusie is dat Street Law als onderwijsmethode door zowel studenten als docenten werd gewaardeerd. Het doel van Street Law, dat er verbondenheid wordt gecreëerd tussen studenten en studenten en docenten, is bereikt. In het volgende hoofdstuk gaan we in op de ontwikkeling van de studenten. Hebben zij de leerdoelen bereikt? Hebben zij hun zelfvertrouwen (confidence) vergroot en de vaardigheden (capacity) verkregen om Street Law lessen te geven?
11. Persoonlijke ontwikkeling studenten
In dit hoofdstuk geven we weer hoe de studenten zich tijdens het vak Street Law hebben ontwikkeld. De bevindingen zijn grotendeels gebaseerd op de zelfrapportage van de studenten in de vragenlijsten (vooraf en achteraf) en de (eind)reflecties. Daarnaast hebben we onze eigen observaties in dit hoofdstuk verwerkt.
Studenten gaven zelf in hun reflecties en in de individuele gesprekken aan dat zij veel van Street Law hebben geleerd:
In het begin dacht ik eerlijk gezegd dat ik zelf niet zo heel veel zou leren van dit vak. Ik wilde het volgen om anderen iets te leren, maar nu ik er zo naar kijk, heb ik zelf het meeste gehaald uit het vak.
Als ik terugkijk op de afgelopen maanden dan kan ik met zekerheid zeggen dat alle leerdoelen die ik in het begin van het vak voor mezelf heb opgesteld zijn bereikt en dat ik zo ontzettend veel heb geleerd.
Voor mij is dit zeker één van de vakken tijdens mijn rechtenopleiding waar ik later op zal gaan terugkijken en zal zeggen: ‘Dit is het vak waar ik het meeste uit heb gehaald. Dit is het vak waar de jurist in mij het meest naar boven is gekomen. Dit is het vak dat het meest heeft bijgedragen aan mijn persoonlijke ontwikkeling.
Ook in de SWOT analyse aan het eind van het vak Street Law benoemden de studenten als sterk punt van Street Law dat zij ‘levenslange vaardigheden’ hadden opgedaan.
Hieronder zullen we ingaan op de bevindingen met betrekking tot specifieke leerdoelen van het vak Street Law. Eerst gaan we in op de verantwoordelijkheid van de studenten voor hun eigen leerproces. Verder staan we achtereenvolgens stil bij presentatievaardigheden, didactische vaardigheden, planning, feedback geven, leerdoelen stellen en reflecteren, en omgang met diversiteit.
11.1 Het leerproces van de student centraal
Ons uitgangspunt bij het ontwikkelen van Street Law was dat we het leerproces van de studenten centraal stellen. Dat betekent dat studenten zelf een grote verantwoordelijkheid krijgen voor hun eigen ontwikkeling tijdens het vak. Dit waren de VU-studenten die aan de pilot deelnamen niet gewend en zij bleken daar ook moeite mee te hebben. Opdrachten werden lang niet altijd op tijd ingeleverd, waardoor zij hun nut (voorbereiding op de volgende bijeenkomst) deels verloren. Studenten kwamen vaak te laat tijdens de wekelijkse bijeenkomsten, wat storend is in een interactieve bijeenkomst. Ook het bijhouden van het portfolio was een uitdaging. Veel studenten hebben daar aan het eind van het vak nog veel tijd aan moeten besteden.
De studenten zagen Street Law niet als een ‘volwaardig vak’ (zie de SWOT analyse) en zeiden de neiging te hebben voorrang te geven aan andere vakken waarvoor zij tentamen moesten doen. Zij vonden dat we meer ‘stok achter de deur’ moesten houden door bijvoorbeeld cijfers te geven voor de gemaakte opdrachten of punten af te trekken als studenten de opdrachten niet (op tijd) of onvolledig inleverden. Zij wilden ook meer controle op de samenwerking tussen studenten.
Dit staat haaks op het uitgangspunt dat studenten zelf verantwoordelijk zijn voor hun leerproces. We hebben in het docententeam gesproken over hoe wij tegenover meer controle staan. We hebben nu het idee om volgend studiejaar aan het begin van het vak de studenten zelf regels op te laten stellen over bijvoorbeeld op tijd komen, het bijwonen van bijeenkomsten en het inleveren van opdrachten. Zij zouden dan zelf bedenken of er sancties gesteld worden op het niet naleven van die regels en zo ja, welke. Daarnaast gaan we nog duidelijker communiceren over het verplichte karakter van de bijeenkomsten en het maken van de opdrachten.
11.2 Presentatievaardigheden
Zoals in Hoofdstuk 5 is weergegeven, was een van de leerdoelen van Street Law ‘Jongeren (niet‐juristen) op een duidelijke wijze mondeling uitleg te geven over het recht’. Daarnaast hadden de meeste van de door studenten zelf gestelde leerdoelen betrekking op diverse presentatievaardigheden. Op hun verzoek hebben we daarom een bijeenkomst in het teken van presenteren en improviseren gesteld (zie paragraaf 7.6).
Zowel uit de vragenlijsten als uit de reflecties blijkt dat studenten zelf vinden dat hun presentatievaardigheden zijn verbeterd. Zij geven zichzelf na Street Law een hoger cijfer voor ‘het boeiend presenteren van een juridisch onderwerp’ (figuur 12) en ‘het uitleggen van een ingewikkeld juridisch probleem aan een niet-jurist’ dan ervoor (figuur 13).
Taalgebruik
Studenten hebben geleerd om juridische onderwerpen uit te leggen in duidelijke taal en zonder juridisch jargon te gebruiken (zie ook de SWOT analyse). Soms was dat wel ingewikkeld. Zeker in het begin hebben Street Law docenten regelmatig gewezen op het gebruik van woorden die in het normale taalgebruik van jongeren niet gangbaar zijn en dus uitleg nodig hebben. De studenten merkten vaak direct tijdens de les dat er verwarring of rumoer in de klas ontstond als de leerlingen de betekenis van een woord niet kenden:
Ik merkte dat ik op het Calvijn College […] het meeste moeite had om de juiste woorden te gebruiken. Ik gebruikte bijvoorbeeld het woord ‘casus’ in een zin. De zin was in mijn hoofd totaal niet moeilijk en ik dacht juist dat ik simpele woorden had gekozen. Echter bleek het dat de leerlingen dit niet begrepen waarna direct woordgrappen met ‘kaas’ werden gemaakt. Dit was voor mij een leermoment om hier nog beter op te letten. Een woord als casus is makkelijk te vervangen door een ander woord. Doordat ik toch casus gebruikte was de focus in de klas toch even weg en gebruikte ze dat moment om weer te praten met elkaar.
Andere woorden waar leerlingen moeite mee hadden waren ‘zendmast’ (voor telefonieverkeer), ‘relevant’ of ‘moot court’. Sommige studenten schreven in hun reflecties dat zij beter waren geworden in het uitleggen van (juridische) kwesties:
Als ik iets moet uitleggen aan een familielid of een vriendin, dan doe ik dit op een veel eenvoudigere manier dan dat ik voorheen deed. Het grappige is dat ze het dan ook gelijk begrijpen. Vroeger was dit namelijk niet zo en moest ik bepaalde kwesties een paar keer uitleggen.
Zelfvertrouwen
Hoewel dat niet uit de vragenlijst is af te leiden (zie figuur 14), blijkt uit de (eind)reflecties van de studenten, uit de SWOT analyse en uit onze eigen ervaring blijkt dat het vertrouwen van studenten in hun eigen presentatievaardigheden en didactische capaciteiten is toegenomen. Uit de reflecties over de gegeven lessen blijkt dat de studenten (erg) nerveus waren voor de eerste Street Law les. Bij de tweede les hadden zij al veel minder last van spanning. Een student die met presentatieangst aan Street Law begon schrijft in haar eindreflectie:
Ik had de verwachting dat de feedback die ik van medestudenten en docenten zou krijgen, de bijeenkomsten en het vaak voor de klas staan mij zouden helpen om deze presentatieangst te overwinnen. I was not wrong. Elk van deze onderdelen heeft ervoor gezorgd dat ik nu véél minder nerveus ben bij het geven van een presentatie.
Een andere student schrijft:
Voordat Street law was begonnen [..] vond [ik] het [..] fijner om mij wat meer op te trekken aan een ander in plaats van andersom. Nu merkte ik op dat ik genoeg aan zelfvertrouwen had gewonnen om zelf het voortouw te nemen. Dat voelde als de grootste overwinning op mezelf tijdens het gehele Street Law project.
Dat studenten zelfvertrouwen hadden, bleek ook uit het feit dat een aantal van hen aan het eind van Street Law hebben toegezegd om een presentatie te houden voor het College van Bestuur van de VU Amsterdam over hun ervaringen met het vak, of een Street Law les te verzorgen voor docenten van de Rechtenfaculteit.
11.3 Didactische vaardigheden
Het volgende leerdoel was dat studenten een lesplan kunnen ontwerpen en uitvoeren dat jongeren (niet‐juristen) op effectieve en creatieve wijze laat nadenken over het recht.
Allereerst moet worden opgemerkt dat de VU-studenten de leerlingen zeer positief typeerden. In de reflecties werden leerlingen en MBO-studenten beschreven als: ‘enthousiast’, ‘geïnteresseerd’, ‘actief’, ‘netjes’, ‘serieus’ en ‘goed meewerkend’. Studenten vonden de leerlingen en MBO-studenten soms ook ‘druk’ en ‘rumoerig’, maar zij merkten op dat dit bij Street Law hoort. In de reflecties beschreven de studenten ook irritante voorvallen, zoals leerlingen met oordoppen in tijdens de les, leerlingen die niet op willen staan voor een activiteit en leerlingen die op hun telefoon bezig zijn, maar dat deed niet af aan het algemene positieve gevoel dat de VU-studenten hadden over de leerlingen en MBO-studenten.
Het is belangrijk de eerste les niet te lang uit te stellen. Voor Street Law studenten is die eerste keer best spannend. Door vrij vroeg in het traject al eens in het water te springen, kunnen ze bij latere lessen net gerichter focussen op verbeterpunten. Het bleek ook handig de school en klas al even van tevoren te bezoeken om zeg maar de temperatuur van het water te voelen.
Docenten van de scholen waren over het algemeen enthousiast over de lessen. Een MBO-docent schreef:
De studenten waren ontzettend goed […]. De les zat ontzettend goed in elkaar. De derdejaars studente vond het leuk om de onderwerpen te tackelen met mijn studenten en ging goed de gesprekken aan met hen. De twee tweedejaars studenten waren didactisch heeeel sterk. Konden de studenten goed activeren, doorvragen, enthousiasmeren.
Een docent van het Calvijn vond dat sommige studenten op een heel natuurlijke manier met de leerlingen omgingen, door bijvoorbeeld op hun hurken met groepjes leerlingen in gesprek te gaan. De VU-studenten stonden vanwege hun leeftijd en vaak ook hun achtgrond dicht bij de leerlingen en MBO-studenten. Dit maakte het makkelijker om met hen in gesprek te gaan. Leerlingen en MBO-studenten waren ook nieuwsgierig naar de VU-studenten en hun rechtenstudie.
Hieronder zullen we ingaan op een aantal aspecten van het lesgeven, waar de VU-studenten in hun reflecties bij hebben stil gestaan, omdat zij deze als moeilijk hadden ervaren of juist goed vonden werken.
Werkvormen
In het algemeen hebben de studenten leerzame, interactieve en leuke lessen gegeven op de scholen. Sommige studenten bleken heel creatief in het verzinnen van een bijzondere insteek of van uitdagende werkvormen voor een les. Andere studenten hadden daar wat meer moeite mee, maar besteedden dan bijvoorbeeld weer meer tijd aan het uitzoeken van materialen. Zo vulden de studenten elkaar vaak goed aan.
De studenten hebben soms gedurfde lesplannen uitgevoerd. Zo hebben twee studenten een oefenrechtbanksessie gedaan, waarin zij alle leerlingen van de klas van bijna 30 leerlingen een rol hadden gegeven: rechter, advocaat, getuige etc. De les was een groot succes. In een andere les over het versturen van naaktfoto’s hebben studenten semi-naaktfoto’s gebruikt. Ook dit pakte goed uit.
Voor de VU-studenten was het soms zoeken naar het juiste niveau voor de leerlingen en MBO-studenten. Soms wisten leerlingen en MBO-studenten meer dan de VU-studenten dachten. Soms wisten ze juist minder. Zo waren de VU-studenten verbaasd over het gebrek aan kennis van de MBO-studenten over (de standpunten van) politieke partijen.
De VU-studenten waren zelf enthousiast over de moot courts en discussies:
Wij stonden in verbazing te kijken hoe goed sommige leerlingen hun standpunt beargumenteerden. Alle ‘stille’ leerlingen leken in deze les totaal anders. Dit zei de docent ook. Leerlingen die normaal heel verlegen waren, gingen echt een duidelijk standpunt innemen en hebben deze heel goed verdedigd tijdens de Moot Court.
[Wij] zijn nauwelijks aan het woord geweest tijdens de les. We hebben gebruik gemaakt van een kort filmpje en hebben daarna verschillende stellingen voorgelegd aan de groep waarbij telkens een keuze moest worden gemaakt door aan de linkerkant of de rechterkant van het lokaal te staan. De leerlingen zijn vervolgens in kleine groepjes gaan staan discussiëren waarom zij voor de stelling hebben gekozen. Tot slot mocht de linkerkant de rechterkant vertellen aan de hand van argumenten waarom zij hebben gekozen voor de linkerkant. Het bracht ontzettend veel teweeg tussen de leerlingen. Er werden hele interessante discussies gevoerd en er werden zelfs argumenten bedacht waar ik zelf nog niet op was gekomen. De hele klas heeft ontzettend goed meegedaan en na afloop kregen we een applaus van alle leerlingen en hebben ze ons bedankt voor een leuke les. Iedere leerling kwam zelfs nog even een hand geven om ons persoonlijk te bedanken. Ik vond dit de leukste Street Law les en voor mij is dit hoe de perfecte Street Law les er uit zou moeten zien. Docenten weinig aan het woord en leerlingen die actief meedoen.
Studenten zijn naar verloop van tijd ook beter geworden in het stimuleren van actieve deelname van leerlingen en MBO-studenten:
Als ik mijn eerste les en mijn laatste les vergelijk zijn het echt twee verschillende werelden. Tijdens de eerste les hadden we geen idee hoe we de leerlingen er goed bij konden betrekken. We hadden al snel door tijdens de lessen dat de leerlingen het echt leuk vonden om te discussiëren over stellingen. Door stellingen in de les te verwerken leerden ze ook veel meer dan als wij een stuk informatie zouden presenteren.
Uit figuur 16 blijkt zelfs dat studenten (vooral aan het eind van Street Law) vonden dat zij boeiender les konden geven dan hun eigen docenten op de VU. Toch bleef het altijd een uitdaging om zoveel mogelijk elementen van een Street Law les interactief te maken en langere instructies of uitleg te vermijden.
Video tips voor docenten Street Law Inc
Instructie
Zeker in het begin van Street Law hebben de studenten ervaren hoe moeilijk het is om een opdracht duidelijk uit te leggen. Al tijdens de oefensessies tijdens de wekelijkse Street Law bijeenkomsten liepen zij daar tegenaan. Tijdens de Street Law lessen ontstond er door onduidelijke instructie verwarring en rumoer bij leerlingen of MBO-studenten. Studenten speelden hierop in door kleinere groepjes nog wat nadere uitleg te geven en ruimte te geven voor vragen.
Tijdsplanning
VU-studenten vonden het soms lastig om de tijd goed te plannen. In het lesplan werkten de studenten tot op de minuut uit hoe lang zij zouden besteden aan elke opdracht. Soms werd echter tijd verloren omdat leerlingen later binnenkwamen of omdat een handeling (bijvoorbeeld het uitdelen van naamstickers) meer tijd nam dan verwacht. Tijdens de les kwamen studenten hierdoor, zeker in het begin, soms in tijdnood, waardoor bijvoorbeeld de laatste opdracht of reflectie aan het einde van de les kwam te vervallen. Later hebben studenten meer ruimte ingepland voor discussie en speling gehouden in het lesplan voor het geval sprake zou zijn van onverwachte vertraging.
Klassenmanagement
In sommige lessen hadden de VU-studenten moeite om de klas goed te managen. Soms lieten deze studenten zich daar tijdens de les negatief door beïnvloeden. Achteraf relativeren studenten hun ervaringen echter ook:
De leerlingen waren wel eens irritant, storend, praatten door me heen, letten niet op, maar dat was achteraf helemaal niet erg. Hiervan heb ik geleerd. Ik heb geleerd hoe ik in zulke situaties moest handelen. Wat ik beter wel en wat ik beter niet kan doen.
Wanneer leerlingen niet stil werden of instructies niet opvolgden, greep de aanwezige docent van de school soms in. Studenten hebben ook zelf strategieën bedacht om de klas te managen. Zij merkten dat het helpt om aan het begin van de les de regels duidelijk te maken aan de klas bijvoorbeeld door uit te leggen hoe zij zullen aangeven dat de leerlingen stil moeten zijn. Sommige studenten spraken leerlingen (bij naam) aan, stelden leerlingen een vraag, of bewogen naar leerlingen toe die storend gedrag vertoonden. In sommige gevallen hebben Street Law docenten leerlingen die niet mee wilden doen genegeerd, omdat zij de les verder niet verstoorden. We hebben diverse lastige situaties besproken tijdens de vrijdagbijeenkomst over ‘Kattenkwaad en klassenmanagement’.
11.4 Plannen
Een volgend leerdoel was: ‘In een groep samen te werken om een lesplan binnen een voorgeschreven termijn te voltooien’. Een aantal VU-studenten had ook individuele leerdoelen gesteld op het gebied van plannen.
Soms vonden studenten Street Law lastig te combineren met andere vakken. Zeker in januari moesten de studenten soms meerdere Street Law lessen geven in één week. Dat kwam soms ook omdat studenten eerder voor weinig lessen hadden ingetekend. In januari volgden de studenten ook andere (korte en intensieve) vakken.
De combinatie zorgde bij sommige studenten voor stress. De studenten hebben de lesplannen voor de lessen op de scholen wel op tijd afgekregen en de samenwerking liep over het algemeen goed (zie ook over samenwerking). Studenten hadden meer moeite om op tijd de opdrachten ter voorbereiding van de Street Law bijeenkomst in te leveren.
Het is opvallend dat uit de vragenlijsten blijkt dat studenten kritischer zijn over hun eigen planvaardigheden, maar tegelijkertijd wel vinden dat zij tijdens Street Law geleerd hebben over projectplanning (zie de figuren 17 en 18 hieronder).
11.5 Juridische vaardigheden
De leerdoelen van Street Law richtten zich niet alleen op persoonlijke vaardigheden, maar ook op juridische vaardigheden: ‘Een (nieuw) juridisch onderwerp te doorgronden door te analyseren welke belangen en rechten op het spel staan, hoe deze (kunnen) conflicteren en welke oplossingen en/of rechtsmiddelen er mogelijk zijn en vervolgens daarop te reflecteren.’ De gedachte was dat studenten zich ter voorbereiding van de Street Law lessen verdiepen in een juridisch onderwerp of probleem en nadenken over bijvoorbeeld tegenstrijdige belangen of mogelijke oplossingen.
Tijdens een van de wekelijkse bijeenkomsten hebben we aandacht besteed aan het doen van juridisch onderzoek (zie paragraaf 7.8). Deze bijeenkomsten werd door de studenten goed gewaardeerd. De les zat wel vrij laat in het programma. Volgend jaar zullen we dit onderwerp in een eerdere bijeenkomst aan de orde laten komen.
We hadden de indruk dat de VU-studenten ter voorbereiding van de lessen soms niet heel diep in de materie hoefden te duiken en dat zij soms het onderwerp ook niet helemaal beheersten. Ook blijkt uit de vragenlijsten dat studenten in het algemeen vinden dat zij niet (veel) beter geworden zijn in het creatief oplossen van een juridisch probleem (figuur 20) of het doen van juridisch onderzoek (figuur 21). Street Law heeft er daarnaast in beperkte mate voor gezorgd dat studenten de theoretische kennis die zij tijdens hun studie hebben opgedaan beter begrijpen (figuren 19 en 22).
We denken er daarom over om volgend jaar meer aandacht te geven aan de juridische component van Street Law, bijvoorbeeld door studenten iedere week de opdracht te geven te laten zien wat zij op juridisch vlak hebben geleerd. Studenten zouden bijvoorbeeld een verslag kunnen schrijven van hun bronnenonderzoek of een mind map of samenvatting maken over het onderwerp van hun volgende Street Law les.
11.6 Feedback geven
Effectief en respectvol feedback geven op het werk van medestudenten en op dat van
jongeren is een belangrijk onderdeel van Street Law.
Vroeg in het Street Law programma hebben we de VU-studenten tijdens een bijeenkomst laten oefenen met feedback geven (zie paragraaf 7.2). We hebben hen ook laten nadenken over de vormgeving van een feedback formulier dat studenten en docenten konden gebruiken voor het geven van feedback over een gegeven les (zie paragraaf 7.2).
Tijdens de bijeenkomsten hebben de VU-studenten elkaar feedback gegeven op lesplannen en de uitvoering daarvan. Zij hebben elkaar ook feedback gegeven, nadat zij met elkaar les hadden gegeven. Bovendien hebben zij uitgebreid feedback gegeven op de docenten en het vak Street Law, in de SWOT analyse, in hun eindreflecties en tijdens de individuele gesprekken.
Sommige studenten schrijven dat zij de feedback van hun medestudenten als positief hebben ervaren:
Ik kan nu niet zeggen dat ik zonder zenuwen voor een klas les kan geven, maar waar ik wel trots op ben, is dat ik nu met veel meer zelfvertrouwen voor een klas sta. Dit komt mede doordat wij vaak in de werkgroepen hebben geoefend met het houden van kleine presentaties. Hierbij kregen wij feedback van de medestudenten. Dat was erg leerzaam, want daardoor kwam ik erachter wat mijn minder sterke punten waren tijdens het presenteren. Dat was het moment dat ik wist waaraan ik moest werken. Daarnaast kwam ik er ook achter dat ik sterke punten had tijdens het presenteren. Voor iemand die presenteren spannend vindt, is het heel fijn om te horen dat er ook dingen op te noemen zijn waar je goed in bent. Daardoor krijg je namelijk veel meer zelfvertrouwen wanneer je voor een klas staat.
Onze ervaring als docenten is ook dat de studenten positieve, constructieve feedback aan elkaar en aan de docenten gaven. Een aandachtspunt is ervoor zorgen dat studenten ook na elke les even de tijd nemen om samen te reflecteren over de gegeven les en elkaar daarbij feedback geven.
11.7 Leerdoelen stellen en reflecteren
In Street Law was het een leerdoel om zelf leerdoelen te stellen en te reflecteren op het eigen leerproces. We hebben de VU-studenten voor de eerste bijeenkomst gevraagd drie leerdoelen te formuleren voor het vak Street Law en bij elk leerdoel drie actiepunten te benoemen. Tijdens de eerste Street Law bijeenkomst (zie paragraaf 7.1) hebben we de studenten feedback laten geven op elkaars leerdoelen. Daarnaast zijn we ingegaan op wat reflectie inhoudt en wat het belang ervan is.
Tijdens de Street Law bijeenkomsten, zoals die over kattenkwaad en klasmanagement (bespreking van moeilijke situaties tijdens de gegeven Street Law les) en Leiderschap/De Roos van Leary (reflectie op het eigen gedrag tijdens een opdracht) hebben we studenten aangemoedigd om te reflecteren. Studenten moesten in hun portfolio reflecties opnemen over de gegeven lessen en een eindreflectie over het vak en het al dan niet behalen van hun leerdoelen. We hebben studenten voor de laatste bijeenkomst als opdracht gegeven een deel van hun eindreflectie te schrijven en bij de docenten in te leveren voor feedback.
De kwaliteit van de leerdoelen en de bijbehorende actiepunten was wisselend. Sommige leerdoelen waren helder geformuleerd. Andere leerdoelen waren te algemeen of geformuleerd als een actiepunt in plaats van een doel (zie ook paragraaf 7.1). De actiepunten sloten ook niet altijd goed aan bij het te bereiken leerdoel. Studenten hebben hun leerdoelen niet altijd aangepast naar aanleiding van de bijeenkomst over leerdoelen en reflectie.
De kwaliteit van de eindreflecties was ook wisselend. Sommige studenten zijn erin geslaagd een diepgaand verslag te schrijven van hoe zij zich tijdens Street Law hebben ontwikkeld en welke aannames die zij voorafgaand aan het vak hadden wel en niet bleken te kloppen. Anderen bleven in hun eindreflectie meer aan de oppervlakte en kwamen pas door sturing tijdens het individuele gesprek tot meer diepgaande reflectie waarbij ze niet enkel aangeven dat ze in bepaalde zaken ‘goed’ of ‘slecht’ zijn, maar ook waarin dat zich uit, wat ze uit een ervaring hebben geleerd, en hoe ze zijn gegroeid of nog verder denken te kunnen groeien.
Sommige studenten gaven in hun eindreflectie aan welke vaardigheden zij in de toekomst nog verder zouden willen ontwikkelen:
Al met al, heb ik mijn vaardigheden goed kunnen ontwikkelen. Alleen ben ik nog niet bij de eindstreep. Ik word nog steeds wel eens nerveus voor een presentatie (vooral als ik dit voor een camera doe) en voor het improviseren. Dit zijn dus nog steeds punten waar ik aan verder wil werken door vaker bijvoorbeeld een presentatie te geven of door bepaalde workshops hierover te volgen. Ik wil ook mijn communicatievaardigheden en sociale vaardigheden meer ontwikkelen. Dit wil ik doen door meer nevenactiviteiten te verrichten. Met meer mensen in gesprek gaan en veel leren over wat erom ons heen gebeurt en hoe wij als mensen daarop kunnen reageren.
11.8 Omgaan met diversiteit
Hoewel omgaan met diversiteit geen leerdoel was van Street Law, besteden we er hier toch kort aandacht aan. De groep van 11 VU-studenten was in bepaalde opzichten divers en in andere opzichten niet. De groep bestond overwegend uit vrouwen: er deden slechts twee mannen mee aan het vak. Daarnaast hadden de (ouders van de) meeste studenten een migratie-achtergrond (9 van de 11). Tegelijkertijd waren er verschillen in achtergrond: de ene student was opgegroeid in het multiculturele Amsterdam West, terwijl de andere afkomstig was uit een gebied waar nauwelijks mensen met een migratie-achtergrond woonden. Er waren ook verschillen in vooropleiding. Sommige studenten waren direct vanuit het VWO naar de universiteit gegaan, terwijl anderen een lange weg hadden afgelegd van VMBO, via MBO en HBO/de hogeschool naar de VU Amsterdam. Er waren daarnaast verschillen in leeftijd, religie, toekomstbeeld, interesses etc.
De studenten gaven les op verschillende typen scholen. Met name op het Hervormd Lyceum West en het Calvijn College, beiden gevestigd in Amsterdam West, hebben (de ouders van) de meeste leerlingen een migratie-achtergrond. De studenten hebben les gegeven aan leerlingen van verschillende niveaus, van VMBO tot VWO. Op het Mediacollege Amsterdam zaten er meer studenten met een etnisch Nederlandse achtergrond in de groep. Bovendien waren deze studenten ouder en gericht bezig met een specifieke beroepsopleiding.
Sommige VU-studenten kregen te maken met leerlingen met een totaal andere achtergrond dan zijzelf. Voor andere studenten was dat juist niet het geval. Mogelijk is daarom het beeld dat uit figuur 25 naar voren komt ook zo verschillend. Twee studenten hebben aangegeven zich meer bewust te zijn geworden van biases en vooroordelen, terwijl dat voor andere studenten minder of niet geldt. De meeste studenten vonden en vinden dat zij zich (zeer) bewust zijn van hun vooroordelen.
Leren omgaan met diversiteit, tijdens de samenwerking met medestudenten en tijdens de lessen op de scholen, is een belangrijk onderdeel van Street Law. We hebben hier beperkt aandacht aan besteed tijdens de bijeenkomsten. Aan het eind van het Street Law programma hebben we een bijeenkomst gewijd aan vooroordelen (van jezelf en anderen) en hoe daarmee om te gaan (zie paragraaf 7.9).
Een student had zelf als leerdoel gesteld om meer te weten te komen over de maatschappij door goed te luisteren naar anderen. Zij schreef achteraf:
Tijdens de lessen die ik zelf doceerde op de scholen heb ik het allermeest geleerd van dit vak […]. De lessen hebben mij zoveel nieuwe inzichten gegeven over hoe het eraan toegaat op middelbare scholen in Nederland. Zo merkte ik bijvoorbeeld binnen de klassen dat er zo verschillend werd nagedacht over vragen. Op een gegeven moment vroeg ik een jongen op het Calvijn waarom hij zo dacht en hij zei dat dat voor hem gewoon een hele normale situatie was. Het ging om aanwezig zijn bij een vechtpartij en iemand in elkaar geslagen zien worden. Ik schrok daarvan en realiseerde mij dat dat voor die jongen natuurlijk zijn denken beïnvloedde. Ik heb dan ook geprobeerd om elke les die ik gaf af en toe vragen te stellen aan verschillende leerlingen om op die manier zo veel mogelijk verschillende meningen en gedachtes te horen.
Het ligt voor de hand om in volgende edities van Street Law omgaan met diversiteit als een apart leerdoel te stellen. Dit sluit ook aan bij het belang dat omgaan met diversiteit krijgt binnen de onderwijsvisie van de VU, stoelend op de kernwaarden ‘open’, ‘persoonlijk’ en ‘verantwoordelijk’.
11.9 Afsluiting
We kunnen concluderen dat uit de evaluatie blijkt dat de leeractiviteiten in Street Law hebben bijgedragen aan de leerdoelen van Street Law. Vooral op het gebied van presenteren, didactische vaardigheden en het geven van feedback hebben de studenten (grote) vooruitgang geboekt. Het is opvallend dat veel studenten aangeven dat zij meer vertrouwen hebben gekregen in hun eigen presentatievaardigheden.
In volgende edities van Street Law zullen we waarschijnlijk meer aandacht besteden aan de juridische vaardigheden en aan omgaan met diversiteit.
Voor alle leerdoelen geldt dat studenten uitgebreid instructie moeten krijgen. Feedback geven, leerdoelen stellen en reflecteren leren zij niet vanzelf. Er moet aandacht besteed worden aan het nut van deze vaardigheden en aan wat goede feedback, een duidelijk en haalbaar leerdoel, of goede reflectie is.
12. De toekomst en mogelijkheden van Street Law
Nu de Street Law pilot goed is verlopen en de ervaringen van de studenten, docenten en de scholen zeer positief zijn, hebben we besloten het vak Street Law ook volgend studiejaar aan te bieden binnen de bachelor rechtsgeleerdheid van de VU. We hopen de groep studenten dan uit te breiden tot maximaal 25 studenten. De positieve verhalen van de studenten die dit jaar aan Street Law hebben deelgenomen en het feit dat er nu veel meer informatie over Street Law beschikbaar is, maakt het werven van nieuwe studenten naar verwachting makkelijker. Ook is de bekendheid van, en het draagvlak voor Street Law bij de docenten van de Faculteit Rechtsgeleerdheid toegenomen.
We zullen volgend jaar niet de luxe hebben van de financiering door de Comenius beurs. Dat betekent dat de docenten minder tijd aan het vak kunnen besteden. Het met vier docenten bijwonen van alle Street Law bijeenkomsten zal dan niet meer mogelijk zijn. We zullen volgend jaar moeten zoeken naar een manier waarop de tijd die we aan Street Law besteden min of meer in verhouding staat tot de financiering die we ervoor krijgen. Mogelijk proberen we ook nog externe financiering voor het project te verkrijgen.
Meer studenten betekent ook meer werk. Vooral het plannen van de Street Law lessen op de scholen zal naar verwachting meer tijd in beslag nemen. Docenten zullen ook meer Street Law lessen moeten bijwonen, opdrachten moeten bekijken en portfolio’s moeten beoordelen. Tegelijkertijd zullen we minder tijd aan het vak hoeven te besteden omdat de lesplannen en materialen voor de wekelijkse bijeenkomsten grotendeels klaar liggen. Naar aanleiding van de evaluatie zullen we het programma optimaliseren, maar in grote lijnen zal dit hetzelfde blijven.
In dit hoofdstuk zullen we aandacht besteden aan de wijze waarop we Street Law hebben gepromoot binnen de Faculteit Rechtsgeleerdheid, de mogelijkheden om Street Law aan te bieden aan andere doelgroepen en de toepassing van Street Law methoden in het reguliere rechtenonderwijs.
12.1 Promotie van Street Law
Gedurende de Street Law pilot en daarna hebben we op verschillende manieren bekendheid gegeven aan Street Law. Om te beginnen hebben we alle docenten van de faculteit uitgenodigd om deel te nemen aan de Street Law training die in augustus op de VU Amsterdam werd gegeven door Rob Marrs en Lyndsey Thomson van de Law Society of Scotland. We hebben daarnaast berichten geplaatst in de facultaire nieuwsbrief en een presentatie gehouden over de aanvraag van de Comeniusbeurs voor Street Law. Aan verschillende groepen docenten is een korte introductie tot Street Law aangeboden. Zo hebben we een Street Law les gesimuleerd met de deelnemers van de jaarlijkse Levenbachdag voor docenten Sociaal recht uit heel Nederland, en op de discussiedenkdag van de sectie Staats- en Bestuursrecht van de VU. Na afloop van de pilot hebben we in een lunchbijeenkomst kort onze ervaringen gedeeld en twee VU-studenten een les van 40 minuten laten geven. De reacties hierop waren erg positief.
Daarnaast hebben we (poster)presentaties gegeven over Street Law tijdens VU-brede evenementen, zoals de uitreiking van de Grassroots en KnowVU-awards, de onderwijsdag en een bijeenkomst over Community Service Learning. Ad Valvas, het magazine van de VU Amsterdam heeft een artikel gewijd aan Street Law. Dit alles heeft contacten opgeleverd met collega’s van andere faculteiten die interesse hadden om een vergelijkbaar project op te zetten in hun vakgebied.
Ten slotte hebben we een webpagina over Street Law gemaakt die vooral gericht is op middelbare scholen en MBO instellingen die interesse hebben in Street Law lessen en universiteiten en HBO instellingen/hogescholen die interesse hebben in een Street Law programma. We hebben ook berichten over Street Law verspreid via Linkedin. Dit heeft bijvoorbeeld een artikel opgeleverd op de website van Verus, de Vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs.
12.2 Mogelijke uitbreiding naar andere doelgroepen
Street Law is niet alleen geschikt voor leerlingen van middelbare scholen en MBO-studenten maar ook voor andere doelgroepen voor wie juridische informatie niet of slechts beperkt toegankelijk is, bijvoorbeeld asielzoekers en migranten, daklozen, gedetineerden of ouderen. Street Law lessen kunnen ook gegeven worden in buurthuizen over juridische onderwerpen waar buurtbewoners vaak mee te maken krijgen, zoals het gebruik van DigiD of het aanvragen van toeslagen. Daarnaast kunnen Street Law programma’s zich richten op vrijwilligers die werken met deze doelgroepen. De keuze van de doelgroep kan dus worden aangepast aan de opleiding waarin het Street Law programma wordt aangeboden. Zo kan het voor criminologen interessant zijn om te werken met strafrechtelijk gedetineerden, en voor studenten jeugdrecht om les te geven aan jongeren in jeugdinstellingen of in buurthuizen.
12.3 Street Law werkvormen in het reguliere onderwijs
We hebben al eerder aangegeven dat de werkvormen die in Street Law worden toegepast ook zeer geschikt zijn voor het reguliere juridische onderwijs. De docenten die hebben meegewerkt aan de pilot hebben dan ook dergelijke werkvormen ingebouwd in hun werkgroepen voor diverse vakken, bijvoorbeeld Rechtsbescherming in het Vreemdelingenrecht (minorvak derde jaar van de bachelor), Staatsrecht (derde jaar van de bachelor) en Beginselen staatsrecht (eerste jaar van de bachelor). Dit zorgt ervoor dat studenten gedurende de werkgroepen zelf actief aan de slag gaan en uitgedaagd worden om juridische problemen of onderwerpen te analyseren vanuit verschillende perspectieven. De interactieve werkvormen kunnen al dan niet gecombineerd worden met meer traditionele werkvormen, zoals het bespreken van een casus.
We geven hier een paar voorbeelden:
In het vak Rechtsbescherming in het Vreemdelingenrecht waren twee werkgroepen opgenomen over asielrecht. In de eerste werkgroep stond het toepassen van de definitie van vluchteling uit het Vluchtelingenverdrag en het beoordelen van de geloofwaardigheid van een asielrelaas centraal. In deze werkgroep hebben de docenten eerst met studenten de door hen voorbereide casus besproken. Daarna zijn studenten in groepjes verdeeld met een bepaalde rol: procesvertegenwoordigers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, advocaten en rechters. Zij zijn in groepjes (bewijs)stukken langsgegaan die aan de muur waren opgehangen, zoals verklaringen van de asielzoeker, identiteitsdocumenten en medische verklaringen. Studenten moesten op basis van de jurisprudentie en literatuur die zij hadden gelezen de bewijswaarde van die stukken beoordelen. Vervolgens bepaalde ieder groepje een standpunt en werd er een mini-moot court gehouden. Deze werkvormen lijken erg op de werkvormen die in het Street Law lesplan van Michael Morton worden gebruikt. Zij worden alleen toegepast op een hoger niveau en op een ander rechtsgebied.
In de tweede werkgroep over asielrecht in hetzelfde vak hebben studenten vanuit verschillende perspectieven (Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, ambtenaren van de Immigratie- en Natuuralisatiedienst, Advocaten en rechters) nagedacht over een wetsvoorstel om de rechtsbijstand in asielzaken te beperken. Zij hebben allemaal hun standpunt naar voren gebracht in een mini-ronde tafel. Ook dit is een werkvorm die in Street Law gebruikt zou kunnen worden.
In de inleidende werkgroep van het vak Staatsrecht (BA3) zijn studenten aan de slag gegaan met historische bronnen. Studenten kregen verschillende tekstfragmenten, van het Plakkaat van Verlatinghe tot het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden. Door de teksten aandachtig door te nemen en te bespreken, moesten studenten zien te achterhalen uit welke periode ze kwamen en wat hun staatsrechtelijke betekenis kon zijn. Die informatie moesten ze ordenen in een grote overzichtspuzzel.
In het vak Beginselen staatsrecht (BA1) werden studenten uitgedaagd om op basis van de lesvoorbereiding in groepjes aan de slag te gaan met een overzichtsschema van de gemeentewet. Geen docent die alle informatie zendt, of een werkgroep waarin voorbereide antwoorden worden overlopen, maar actief aan de slag met elkaar en allerhande bronnen (wettenbundel, internet, voorbereiding …).
Een invulschema uit de werkgroep Beginselen staatsrecht (BA1), waarbij de docent, geïnspireerd door Street Law, de studenten zelf aan het werk heeft gezet.
12.4 Afsluiting
Street Law heeft veel toepassingsmogelijkheden. Het is niet alleen geschikt voor leerlingen van middelbare scholen en MBO-studenten, maar ook voor specifieke doelgroepen in de samenleving, die baat hebben bij praktisch juridisch onderwijs dat op hun situatie is toegespitst. Street Law biedt zo een prachtige kans voor Rechtenfaculteiten en -studenten om met hun kennis een bijdrage te leveren aan de samenleving. Daarnaast kan Street Law een beweging op gang brengen binnen de eigen faculteit richting het bieden van interactiever en uitdagender juridisch onderwijs voor rechtenstudenten.
13. Afsluiting
Dit open en interactieve boek is het verslag van de pilot waar de Street Law docenten van de VU Amsterdam met veel plezier en toewijding aan gewerkt hebben. Wij hopen dat het andere docenten zal inspireren om zelf een Street Law programma op te zetten op hun universiteit of HBO-instelling/hogeschool of om bepaalde principes of werkvormen uit Street Law in hun onderwijs op te nemen. Wij hopen dat wij met het ter beschikking stellen van onze materialen en ervaringen een drempel zullen wegnemen om met Street Law aan de slag te gaan.
Mocht u naar aanleiding van dit boek vragen of suggesties hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met coördinator Marcelle Reneman (a.m.reneman@vu.nl). Op verzoek kunnen wij ook eventueel een training verzorgen voor toekomstige Street Law docenten. Street Law is gericht op openheid en het verspreiden van kennis en ervaringen. Daar dragen we graag blijvend aan bij.
Het arrangement 00. Street Law op de VU: een interactief verslag is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.