11.7 Leerdoelen stellen en reflecteren

In Street Law was het een leerdoel om zelf leerdoelen te stellen en te reflecteren op het eigen leerproces. We hebben de VU-studenten voor de eerste bijeenkomst gevraagd drie leerdoelen te formuleren voor het vak Street Law en bij elk leerdoel drie actiepunten te benoemen. Tijdens de eerste Street Law bijeenkomst (zie paragraaf 7.1) hebben we de studenten feedback laten geven op elkaars leerdoelen. Daarnaast zijn we ingegaan op wat reflectie inhoudt en wat het belang ervan is.

Tijdens de Street Law bijeenkomsten, zoals die over kattenkwaad en klasmanagement (bespreking van moeilijke situaties tijdens de gegeven Street Law les) en Leiderschap/De Roos van Leary (reflectie op het eigen gedrag tijdens een opdracht) hebben we studenten aangemoedigd om te reflecteren. Studenten moesten in hun portfolio reflecties opnemen over de gegeven lessen en een eindreflectie over het vak en het al dan niet behalen van hun leerdoelen. We hebben studenten voor de laatste bijeenkomst als opdracht gegeven een deel van hun eindreflectie te schrijven en bij de docenten in te leveren voor feedback.

De kwaliteit van de leerdoelen en de bijbehorende actiepunten was wisselend. Sommige leerdoelen waren helder geformuleerd. Andere leerdoelen waren te algemeen of geformuleerd als een actiepunt in plaats van een doel (zie ook paragraaf 7.1). De actiepunten sloten ook niet altijd goed aan bij het te bereiken leerdoel. Studenten hebben hun leerdoelen niet altijd aangepast naar aanleiding van de bijeenkomst over leerdoelen en reflectie.

De kwaliteit van de eindreflecties was ook wisselend. Sommige studenten zijn erin geslaagd een diepgaand verslag te schrijven van hoe zij zich tijdens Street Law hebben ontwikkeld en welke aannames die zij voorafgaand aan het vak hadden wel en niet bleken te kloppen. Anderen bleven in hun eindreflectie meer aan de oppervlakte en kwamen pas door sturing tijdens het individuele gesprek tot meer diepgaande reflectie waarbij ze niet enkel aangeven dat ze in bepaalde zaken ‘goed’ of ‘slecht’ zijn, maar ook waarin dat zich uit, wat ze uit een ervaring hebben geleerd, en hoe ze zijn gegroeid of nog verder denken te kunnen groeien.

Figuur 24

 

Sommige studenten gaven in hun eindreflectie aan welke vaardigheden zij in de toekomst nog verder zouden willen ontwikkelen:

Al met al, heb ik mijn vaardigheden goed kunnen ontwikkelen. Alleen ben ik nog niet bij de eindstreep. Ik word nog steeds wel eens nerveus voor een presentatie (vooral als ik dit voor een camera doe) en voor het improviseren. Dit zijn dus nog steeds punten waar ik aan verder wil werken door vaker bijvoorbeeld een presentatie te geven of door bepaalde workshops hierover te volgen. Ik wil ook mijn communicatievaardigheden en sociale vaardigheden meer ontwikkelen. Dit wil ik doen door meer nevenactiviteiten te verrichten. Met meer mensen in gesprek gaan en veel leren over wat erom ons heen gebeurt en hoe wij als mensen daarop kunnen reageren.