11.2 Presentatievaardigheden

Zoals in Hoofdstuk 5 is weergegeven, was een van de leerdoelen van Street Law ‘Jongeren (niet‐juristen) op een duidelijke wijze mondeling uitleg te geven over het recht’. Daarnaast hadden de meeste van de door studenten zelf gestelde leerdoelen betrekking op diverse presentatievaardigheden. Op hun verzoek hebben we daarom een bijeenkomst in het teken van presenteren en improviseren gesteld (zie paragraaf 7.6).

Zowel uit de vragenlijsten als uit de reflecties blijkt dat studenten zelf vinden dat hun presentatievaardigheden zijn verbeterd. Zij geven zichzelf na Street Law een hoger cijfer voor ‘het boeiend presenteren van een juridisch onderwerp’ (figuur 12) en ‘het uitleggen van een ingewikkeld juridisch probleem aan een niet-jurist’ dan ervoor (figuur 13).

Figuur 12
Figuur 12
Figuur 13

Taalgebruik

Studenten hebben geleerd om juridische onderwerpen uit te leggen in duidelijke taal en zonder juridisch jargon te gebruiken (zie ook de SWOT analyse). Soms was dat wel ingewikkeld. Zeker in het begin hebben Street Law docenten regelmatig gewezen op het gebruik van woorden die in het normale taalgebruik van jongeren niet gangbaar zijn en dus uitleg nodig hebben. De studenten merkten vaak direct tijdens de les dat er verwarring of rumoer in de klas ontstond als de leerlingen de betekenis van een woord niet kenden:

Ik merkte dat ik op het Calvijn College […] het meeste moeite had om de juiste woorden te gebruiken. Ik gebruikte bijvoorbeeld het woord ‘casus’ in een zin. De zin was in mijn hoofd totaal niet moeilijk en ik dacht juist dat ik simpele woorden had gekozen. Echter bleek het dat de leerlingen dit niet begrepen waarna direct woordgrappen met ‘kaas’ werden gemaakt. Dit was voor mij een leermoment om hier nog beter op te letten. Een woord als casus is makkelijk te vervangen door een ander woord. Doordat ik toch casus gebruikte was de focus in de klas toch even weg en gebruikte ze dat moment om weer te praten met elkaar.

Andere woorden waar leerlingen moeite mee hadden waren ‘zendmast’ (voor telefonieverkeer), ‘relevant’ of ‘moot court’. Sommige studenten schreven in hun reflecties dat zij beter waren geworden in het uitleggen van (juridische) kwesties:

Als ik iets moet uitleggen aan een familielid of een vriendin, dan doe ik dit op een veel eenvoudigere manier dan dat ik voorheen deed. Het grappige is dat ze het dan ook gelijk begrijpen. Vroeger was dit namelijk niet zo en moest ik bepaalde kwesties een paar keer uitleggen.

 

Zelfvertrouwen

Figuur 14

Hoewel dat niet uit de vragenlijst is af te leiden (zie figuur 14), blijkt uit de (eind)reflecties van de studenten, uit de SWOT analyse en uit onze eigen ervaring blijkt dat het vertrouwen van studenten in hun eigen presentatievaardigheden en didactische capaciteiten is toegenomen. Uit de reflecties over de gegeven lessen blijkt dat de studenten (erg) nerveus waren voor de eerste Street Law les. Bij de tweede les hadden zij al veel minder last van spanning. Een student die met presentatieangst aan Street Law begon schrijft in haar eindreflectie:

 

Ik had de verwachting dat de feedback die ik van medestudenten en docenten zou krijgen, de bijeenkomsten en het vaak voor de klas staan mij zouden helpen om deze presentatieangst te overwinnen. I was not wrong. Elk van deze onderdelen heeft ervoor gezorgd dat ik nu véél minder nerveus ben bij het geven van een presentatie.

Een andere student schrijft:

Voordat Street law was begonnen [..] vond [ik] het [..] fijner om mij wat meer op te trekken aan een ander in plaats van andersom. Nu merkte ik op dat ik genoeg aan zelfvertrouwen had gewonnen om zelf het voortouw te nemen. Dat voelde als de grootste overwinning op mezelf tijdens het gehele Street Law project.

Dat studenten zelfvertrouwen hadden, bleek ook uit het feit dat  een aantal van hen aan het eind van Street Law hebben toegezegd om een presentatie te houden voor het College van Bestuur van de VU Amsterdam over hun ervaringen met het vak, of een Street Law les te verzorgen voor docenten van de Rechtenfaculteit.