De bijeenkomst over onderzoeksvaardigheden van Street Law hebben we besteed aan de vraag hoe we onze kennis over een juridisch onderwerp in kaart kunnen brengen en vergroten, met andere woorden: het doen van wetenschappelijk onderzoek. Het is immers noodzakelijk om zelf goed te weten hoe de materie in elkaar zit, voordat je daarover een les kunt verzorgen.
De opdracht voor deze bijeenkomst was om zelf een wetenschappelijk artikel te zoeken over een onderwerp waar in de komende weken een les aan middelbare scholieren over zou moeten worden verzorgd. Deze onderwerpen waren 'De grenzen van het verspreiden van foto’s via internet' en 'De strafbaarstelling van online pesten'. De VU-studenten moesten van het gevonden artikel een samenvatting of mindmap maken. Ook moesten ze een tentamenvraag (en antwoord) formuleren.
We begonnen de les met een brainstorm rond vier vragen:
1) Waar heb je gezocht naar een artikel (databank) en waarom?
2) Op basis van welk criterium heb je het gebruikte artikel geselecteerd?
3) Wat zou je jezelf willen afraden voor de volgende keer? (don’t!)
4) Wat vond je het moeilijkst?
Deze vragen waren op vier posters geschreven. De studenten verdeelden zich in vier groepjes en schreven met viltstift op elke poster op wat hun gedachten waren. Vervolgens werden de posters vooraan op het bord gehangen. Gezamenlijk liepen we de posters door, te beginnen met poster 1. Iedereen werd uitgenodigd zijn antwoorden toe te lichten en elkaars antwoorden aan te vullen. Al pratende werden nuttige tips en inzichten uitgewisseld. Ook de docenten vulden vanuit hun eigen ervaring en expertise aan.
Het tweede deel van de les deden we een ‘stellingen spel’. De studenten gingen staan voor een open ruimte met een streep in het midden. Er werd een stelling voorgelezen en de studenten moesten kiezen of ze het eens of oneens met de stelling waren. De stellingen luidden als volgt:
1) Ik maak altijd zelf een samenvatting van de voorgeschreven stof;
2) Als ik een artikel of boek lees, highlight ik de belangrijkste passages, dat is voor mij genoeg;
3) Ik maak vaak gebruik van samenvattingen, maar die zijn door anderen gemaakt of ik haal ze van internet;
4) Ik heb wel eens een tentamen gehaald door alleen maar samenvattingen te lezen, niet de voorgeschreven stof zelf;
5) Samenvattingen maken kost me teveel tijd, en ik wil juist tijd besparen;
6) De samenvatting die ik van het artikel over pesten of over online foto’s verspreiden heb gemaakt heeft me erg geholpen bij de voorbereiding van de Street-law les die ik nog ga geven of al gegeven heb;
7) Doordat ik nu een samenvatting moest maken, heb ik meer kennis over het onderwerp en onthoud ik deze ook beter;
8) Ik vond het maken van de samenvatting best moeilijk, want ik heb moeite met hoofd- en bijzaken;
9) Als ik eenmaal een samenvatting van een artikel of een boek heb gemaakt, hoef ik eigenlijk die samenvatting niet meer te lezen, omdat dan de stof al meteen in mijn hoofd zit;
10) Ik vind samenvattingen van anderen vaak lastig te volgen, die van mezelf vind ik veel duidelijker;
Na elke stelling moesten de studenten kiezen of ze het eens (links van de streep) of oneens (rechts van de streep) waren. Vervolgens vroegen we een of meer van de studenten om een toelichting bij het gekozen standpunt. Dat leverde mooie inzichten en uitwisselingen op over hoe studenten leren, welk deel van de stof zij wel of niet lezen en waarom. Opvallend was hoe verschillend de studenten het leren aanpakken en welke dingen voor hen werken en welke niet. Voor de docenten was een belangrijk inzicht dat voorgeschreven (hand)boeken vaak niet worden gelezen, maar arresten en wetenschappelijke artikelen veel meer.
De les werd afgesloten met een korte terugblik.