Het is van belang dat een jurist niet alleen als individu kan presteren, maar ook kan samenwerken. Dat is zeker zo voor studenten die per twee of drie voor een klasgroep komen te staan in het kader van Street Law. Tijdens de zevende bijeenkomst wilden we de studenten daarom laten nadenken over hun eigen gedrag binnen een samenwerkingsverband en over hun leiderschapsstijl. Het doel van de bijeenkomst Roos van Leary/leiderschap was de studenten te laten reflecteren over hoe ze, met hun eigen gedrag dat van teamgenoten en leerlingen kunnen beïnvloeden. Het model dat we hen daarvoor aanreikten is dat van de psycholoog Timothy Leary: de Roos van Leary.
Een vereenvoudigde weergave van de Roos van Leary
Ter voorbereiding van de bijeenkomst werd studenten gevraagd een digitale test in te vullen op basis van de Roos van Leary. Studenten beoordeelen hun eigen attitude in die test en kregen zo een grafische weergave van hun gedrag binnen de Roos van Leary.
Weergave van het testresultaat van een bepaalde student op de verschillende assen van de Roos van Leary
De leerdoelen van deze bijeenkomst waren als volgt. Studenten kunnen:
de Roos van Leary, de verschillende rollen, en de basisprincipes duiden
de verschillende posities in een groep herkennen en benoemen aan de hand van de Roos van Leary
hun eigen positie in de groep inschatten en benoemen
de positie die anderen in een bepaalde situatie innemen inschatten en er, met gebruik van de theorie van Leary, een reactie op formuleren
De bijeenkomst begon met een overlegopdracht. De studenten vernamen dat de planeet Aarde zou worden gebombardeerd en dat er voor hen een overlevingsbunker is gebouwd. Daarin is evenwel slechts plaats voor vier mensen. Aan de studenten om binnen tien minuten een selectie te maken van vier leden uit de Street Law groep - studenten en docenten. Tijdens hun overleg worden de studenten stiekem gefilmd (een opname die we na de les meteen verwijderen!) en observeren de docenten de houding van de studenten om er later naar terug te verwijzen.
Vervolgens hebben we de studenten in drie stappen kennis laten maken met de Roos van Leary.
In een eerste fase tekenden we de Boven-Onder-as op de grond en vroegen we studenten zich fysiek op die as te positioneren op basis van hun houding tijdens het overleg over de overlevingsbunker. Wie - volgens de eigen beoordeling - tijdens het overleg leidend, actief, initiatiefnemend, beïnvloedend, beheersend was, positioneerde zich dichter bij de 'Boven'-kant van de as. Wie zich eerder passief, afhankelijk, conformerend of volgend opstelde, positioneerde zich dichter bij de 'Onder'-kant. Als docenten stelden we enkele vragen om na te gaan of iedereen de betekenis van de Boven-Onder-as kon volgen. "Aan welke houdingen, handelingen, uitspraken herken je boven- of ondergedrag?" "Wat maakt dat jij je op die specifieke plek op de as positioneert?"
In een tweede fase vroegen we de studenten om zich - los van de eerste as - op de Tegen-Samen-as te situeren. Met gedrag dat vertragend werkt op het proces (niet per definitie negatief!), kom je aan de linkse Tegen-kant uit. Mensen met tegen-gedrag zullen zich vrij zakelijk opstellen en zijn niet in eerste instantie gericht op samenwerken. Belangrijk om aan de studenten mee te geven: ook dit gedrag kan nodig zijn binnen een proces. Denk maar een troep enthousiastelingen die zich smijten op een opdracht en de kritische vragensteller die wijst op de dingen die ze in het enthousiasme aan het vergeten zijn. Daartegenover staat Samen-gedrag: meewerkend, aardig, lovend gedrag waarbij het toewerken naar het gemeenschappelijke doel voorop staat.
In een derde, laatste fase vroegen we de studenten zich te positioneren binnen de volledige roos, dus met het oog op beide assen. Heel wat studenten positioneerden zich daarbij op posities tussen de vier hoofdassen in. Logisch: ook Leary zag de Roos als een continuüm. Om de tussenposities verder te bestuderen en te visualiseren, gaven we de studenten een beschrijving en naam van acht verschillende posities binnen de Roos met de opdracht die juist te situeren. Volgende posities kunnen worden geïdentificeerd:
Leider: zo zullen we het doen, het is beslist (boven-samen)
Helper: vertel me wat ik kan doen. Ik hoop dat het ons lukt (samen-boven)
Vleier: wat je daar zegt vind ik belangrijk om mee te nemen, goed gezegd. (samen-onder)
Meeloper: ja, je hebt gelijk. Jouw ideeën zijn beter dan de mijne (onder-samen)
Schelpkruiper: ik vind wat de rest zegt wel goed, voor mij maakt het niet uit (onder-tegen)
Vrager: zou je dat nog even kunnen verduidelijken, want ik ben niet helemaal mee. Wat bedoel je daar dan mee? (tegen-onder)
Aanvaller: ik denk niet dat dat gaat lukken. En wat als… We doen het niet juist (tegen-boven)
Ivoren toren: ik vind het op zich geen slecht idee, maar hebben we hier al aan gedacht (boven-tegen)
De Roos van Leary laat niet alleen toe gericht te reflecteren over gedrag. Je kan er gedrag ook enigszins mee trachten te beïnvloeden. Twee basisprincipes zijn daarbij richtinggevend.
Ten eerste: Bovengedrag lokt ondergedrag uit en omgekeerd. Met andere woorden: leiden lokt volgen uit en volgen lokt leiden uit.
Wanneer kan dit bij Street Law interessant zijn? Bijvoorbeeld: je merkt dat een medestudenten tijdens de voorbereiding steeds achteruit zitten en nooit zelf initiatief toont. Door zelf de leiding in handen te nemen is de kans groot dat de anderen zich niet geroepen voelen om het voortouw te nemen, dit gebeurt toch al. Ook het omgekeerde geldt. In een groep waar niemand het initiatief neemt en iedereen zich nestelt in volggedrag zal de kans groter zijn dat er iemand rechtstaat om de groep op gang te trekken.
Ten Tweede: tegen-gedrag lokt tegen-gedrag uit en samen-gedrag lokt samen-gedrag uit: Streven naar gezamenlijk belang leidt ook tot hetzelfde samenwerkend gedrag bij anderen.
Wanneer kan dit bij Street Law interessant zijn? Bijvoorbeeld: wanneer een medestudent te laat opdaagt op een afspraak en je metéén in woede uitbarst, is de kans groot dat die medestudent even boos zal antwoorden (tegen-tegen). Vaak werkt het beter om bij het geven van feedback open te staan voor het verhaal van de ander en/of ook positieve dingen te benoemen (samen-samen). Vanuit de positie van de vleier kan je een conflict makkelijker ontmijnen.
Volgend filmpje vat het voorgaande mooi samen:
Vervolgens stonden we kort stil bij de rol van een docent als begeleider van een groepsproces. We vroegen de studenten: 'Waar zou je een ideale docent op de Roos situeren?' Het antwoord: om goed te functioneren moet een groep in evenwicht zijn. Wanneer er voldoende initiatief genomen wordt (boven-gedrag), is het niet nodig dat ook de (bege)leider de leiding neemt. De ideale begeleider is een helikopter die op basis van wat de groep nodig heeft, probeert bij te sturen.
Tot slot: aan het eind van de bijeenkomst lieten we de studenten naar de opname kijken van de overlegopdracht aan het begin van de de bijeenkomst. We gaven hen de dubbele opdracht mee hun eigen gedrag en dat van een aangeduide medestudent te observeren in termen van de Roos van Leary. Een beetje confronterend voor sommigen, maar erg leerrijk!