De was verzorgen.
Wat komt daar allemaal bij kijken?
In deze lessenserie zul je kennis opdoen over wasmiddelen, waslabels, stoffen en de machines. Ook zul je leren hoe je milieubewust en ergonomisch met de was om kunt gaan. Na elke uitleg vind je een opdracht. Hiermee kun je controleren of je de stof voldoende hebt begrepen. Er zullen ook praktijk opdrachten tussen zitten; deze maak je samen met je klasgenoot en je kunt elkaar beoordelen. Hiervoor zijn beoordelingskaarten toegevoegd, zodat je er samen van kunt leren.
Veel succes!
Doelen VMBO het verzorgen van de was
Profielvak Zorg en Welzijn, (www.platformsvmbo.nl)
Het verzorgen van de was
Les 1 Textielsoorten
Textiel is een ander woord voor stoffen. Kleding bestaat uit natuurlijke en/of synthetische stoffen. Het is belangrijk om te weten uit welke soort stof je kleding bestaat, omdat je je was dan op de juiste manier kunt wassen. Sommige stoffen kunnen slecht tegen hoge temperaturen, andere stoffen hebben juist hoge temperaturen nodig bij het wassen, daarom is het verstandig altijd goed te kijken naar de soort stof van je kleding.
Natuurlijke stoffenzijn gemaakt van plantaardige- of dierlijke vezels.
Voorbeelden zijn: katoen, zijde, wol en linnen.
Synthetische stoffenzijn gemaakt van aardgas en aardolie. Daar wordt ook plastic van gemaakt, dus je kan je voorstellen, dat deze stoffen minder prettig zijn om te dragen. Het kan irriteren en zweten als je het draagt. Het laat geen lucht door en neemt weinig vocht op. Synthetische stoffen zijn brandbaar.
Voorbeelden van synthetische stoffen zijn viscose, acryl en polyester.
Katoen
Katoen wordt gemaakt uit de vezels van de zaden van de katoenplant.
Katoenen stof neemt snel en veel water op, is luchtig om te dragen, slijtvast en soepel. Het kreukt wel erg. Je kunt katoen heet, binnenste buiten strijken.
Katoen kun je niet heel heet wassen, want dan kan het krimpen.
In de video hieronder kun je zien hoe katoen gemaakt wordt.
Zijde
Zijde wordt gemaakt van de cocon van de zijderups. Zijde is een gladde, glimmende stof. Het wordt vaak gebruikt voor trouwjurken. Het is een kwetsbare stof. Het trekt vlekken aan, zoals zweetvlekken, die je blijft zien na het wassen. Zijde is niet geschikt om te wassen in de wasmachine. Het beste was je deze stof met de hand, in lauw warm water met speciaal zijdewasmiddel. Zijde kun je ook op matige temperatuur , binnenste buiten strijken.
Hieronder vind je een video over hoe zijde gemaakt wordt.
Wol
Wol komt van het schaap. Er worden bijvoorbeeld truien, sjaals en sokken van gemaakt. Wol is lekker warm, maar moeilijk wasbaar. Wassen doe je op lage temperatuur, want anders krimpt het. Doe dat het liefst met speciale vloeibare wolwasmiddel. Je moet het na het wassen neerleggen, niet ophangen, want dan verliest het zijn vorm.
Hieronder vind je een video over hoe wol gemaakt wordt.
Linnen
Linnen wordt gemaakt van vlas, een plant. Linnen is een luchtige stof, het wordt vaak gebruikt voor zomerse kleding, maar ook voor tafellinnen. Linnen kreukt wel heel erg. Je kan het heet strijken, maar dan wel nat maken. Als je het gaat wassen, dan binnenste buiten, met lauw water, of op lage temperatuur in de wasmachine.
Dit wasgoed kun je het beste met de hand wassen, maar een fijnwasprogramma van de wasmachine kan ook. Als je kunt kiezen, dan met zoveel mogelijk water. Linnen kan kleur afgeven, dus altijd dezelfde kleuren bijelkaar stoppen.
Hieronder vind je een video over hoe linnen gemaakt worden.
Synthetische stoffen
Viscose
Viscose is een half natuurlijk/ half synthetische stof. Er zitten bewerkte houtvezels in maar ook chemische stoffen. Daarom moet je het wassen op lage temperatuur. Het kan wel in de wasmachine op een speciaal fijnwasprogramma, op 30 graden. Het label geeft vaak handwas aan. Het kreukt snel, dus goed uithangen. Viscose kan niet in de droger ,want dan kan het gaan krimpen. Je kunt het wel strijken, op lage temperatuur. Keer de stof wel binnenste buiten, anders gaat het glimmen. Zwemkleding is vaak van viscose gemaakt. Hieronder vind je een film hoe viscose gemaakt wordt.
Acryl
Acryl lijkt op wol, het is een dikke stof.
Acryl wordt gebruikt om sjaals, mutsen en truien te maken. Je kunt het wassen op lage temperatuur. Acryl kun je strijken op een lage temperatuur. Je moet het niet in de droger stoppen, want dan kan het krimpen. Wassen met wasverzachter zorgt ervoor dat het niet statisch wordt.
Polyester
Polyester is te wassen op 40 graden. Het is een kleurvaste stof, dus je kunt alle kleuren bij elkaar in de machine wassen. Het krimpt niet. Strijken kan eventueel op matige temperatuur, maar deze stof kreukt eigenlijk niet. Het mag in de droger, maar droogt supersnel. Het nadeel van polyester is dat het snel zweet. Sportkleding is vaak van polyester gemaakt.
Er zijn overigens nog veel meer synthetische stoffen, zoals fleece, lycra, microvezel en sympa-tex.
Les 2 Wasetiketten lezen
Wat zijn wasetiketten en waarom zijn ze zo belangrijk? Als je de kwaliteit van je kleding en linnengoed wilt behouden, is het belangrijk dat je eerst naar het wasetiket kijkt. Op het wasetiket staan symbolen. Hieraan kun je zien, hoe je het product moet behandelen, wassen, strijken, en drogen. Als je wilt dat jouw nieuwe shirtje lang mee gaat en mooi blijft, is het dus belangrijk dat je hier goed naar kijkt. Als je een product te heet wast, kan het bijvoorbeeld krimpen. Dat zou erg zonde zijn!
In je kleding en linnengoed zitten vaak 2 verschillende etiketten. Deze vind je meestal aan de binnenkant van het product. Soms komt het voor, dat er 2 verschillende etiketten op 1 label staan. Hieronder staan de 2 verschillende soorten etiketten beschreven:
- Samenstellingsetiket. Waneer je textiel koopt is het niet altijd duidelijk welke stof het is. De warenwet heeft bepaald dat er in alle kledingstukken of linnengoed samenstellingsetiketten moeten zitten. De fabrikanten zorgen ervoor dat dit in de kledingstukken en linnengoed terecht komt.
Op dit etiket wordt aangegeven van welke materialen het product is gemaakt (bijvoorbeeld: wol, zijde, polyester, katoen etc.)
- Behandelingsetiket Naast het samenstellingsetiket zit er nog een etiket in je kledingstuk of linnengoed. Dit noem je het behandelingsetiket. Op dit etiket wordt aangegeven hoe je het product moet wassen, strijken, bleken, chemisch reinigen of eventueel mag drogen. Op deze etiketten staan allemaal verschillende symbolen. Het is belangrijk dat je weet, wat elk symbool betekent. Om erachter te komen wat ze betekenen, klik je op de link, die bij de afbeelding staat.
Opdracht: Teken de symbolen na en noteer erbij wat de betekenis is van het symbool. Klaar? Laat ze aftekeken door de docent.
Nu je de wassymbolen kent, kun je de was sorteren. Het sorteren van de was is belangrijk voor het behouden van de kleur en de kwaliteit. Veel wasmiddelen zorgen ervoor, dat de staat van de kleuren in je kleding gescheiden en mooi blijft. Maar niet alle wasmiddelen kunnen dit. Daarnaast kan niet al het textiel gewassen worden in de wasmachine of op dezelfde temperatuur gewassen worden, daarom is het belangrijk om je kleding te scheiden.
Als je de was gaat scheiden, kijk je eerst naar de kleur. Als je bijvoorbeeld een rood shirt bij een wit shirt in stopt, wordt het witte shirt een beetje roze; dat wil je niet! Tip: Heb je nieuwe kleding? Heeft het een felle kleur? Was dan eerst je nieuwe blauwe shirt bij andere blauwe kleding. De kans dat de kleur los laat is erg groot.
Heb je dat gedaan? Dan is het belangrijk, dat je kijkt naar de temperatuur op het wasetiket en naar het materiaal van de kleding. Sommige kledingstukken of linnengoed moeten heter worden gewassen, dan andere.
Het is belangrijk om sommige stoffen heter te wassen. Met een programma van 60 graden wordt je kleding niet alleen goed schoon, maar je doodt ook de meeste bacteriën, schimmels en huismijt. Dit gebruik je bijvoorbeeld bij handdoeken, vaatdoekjes, ondergoed, sportsokken en etc.
Soms komt het voor dat in een kledingstuk het etiket niet meer leesbaar of aanwezig is. Hieronder staan een aantal adviezen, zodat je zeker weet dat je kleding niet krimpt of stuk gaat.
- Wol en zijde worden op lage temperatuur gewassen met een speciaal wasprogramma. - Stoffen zoals jeans, jersey of linnen kan je het beste op 30 graden wassen. - Beddengoed, handdoeken en ondergoed kun je het beste op 60 graden wassen, zodat de bacteriën dood gaan.
Het wassen op 90-95 graden (kookwas) heeft niet de voorkeur; je verbruikt meer stroom, het is belastend voor het millieu en de stoffen zullen een stuk sneller slijten.
N.B.
Niet elk stuk textiel kan gewassen worden in de wasmachine. Deze kledingstukken was je, met de hand of breng je naar de stomerij.
Gezonde werkhouding.
Om je lichaam gezond te houden, is het belangrijk dat je op de onderstaande punten let:
- Werk recht vóór je lichaam.
- Houd de ellebogen en schouders ontspannen en dichtbij je lichaam. - Zorg ervoor dat de werktafel op de juiste hoogte staat. - Zak goed door de knieën en werk met een rechte rug, als je de kleding in de wastrommel stopt. - Maak rustige bewegingen.
- Til niet te zwaar.
Als je je houdt van deze punten, dan werk je ergonomisch. Dat betekent dat je ervoor zorgt dat je spieren en gewrichten niet overbelast worden.
Video In de video hieronder is te zien hoe je de was moet sorteren.
Waar moet je rekening mee houden? Wat is belangrijk?.
(In deze video bekijken ze de etiketten niet; dit ga jij natuurlijk wel doen!)
Opdracht
Als je de video hebt bekeken, ga je in tweetallen de was sorteren.
Gebruik hiervoor de stappenkaart 'Was sorteren' en het beoordelingsformulier. Succes! Let op je houding!
Nu je allemaal verschillende stapeltjes was hebt, kun je de stapel in de wasmachine stoppen. Let wel op, dat je niet te veel in één keer in de masmachine doet, want dan wordt de was niet schoon. Daarna kun je het wasmiddel toevoegen en de wasmachine aanzetten. Zorg dat je weet welke wasmiddel en hoeveel wasmiddel je moet gebruiken.
Er zijn veel soorten wasmiddel verkrijgbaar. Je wilt graag dat het wasmiddel je textiel in één keer schoon wast. Het moet ook niet te duur zijn, veilig voor mens,dier en milieu. Het liefst ook nog duurzaam.
Over het algemeen wassen alle wasmiddelen even goed, als jij je maar aan de dosering houdt. Deze vind je op op de verpakking.. Gebruik ook zeker niet te veel wasmiddel. Dit kan de vezels van kleding aantasten, waardoor snellere slijtage en kleurvermindering onstaan. Er kan ook 'vetluis' onstaan, waardoor de wasmachine gaat stinken.
Je moet bij het doseren van het wasmiddel, rekening houden met het hardheid van het water in jouw gemeente. bij hard water, heb je wasmiddel nodig dat kalk tegengaat. Bij hard water heb je meer wasmiddel nodig dan bij zacht water. Dus zoek altijd uit of je hard of zacht water hebt voordat je verder kunt doseren. In de afbeelding hieronder staat een indicatie per gemeente.
Wasmiddelen kiezen Wasmiddelen zijn te vinden in verschillende vormen: poedervorm, capsules, vloeibare vorm, wasbuiltjes en geconcentreerde vloeibare vorm.
Daarnaast zijn er verschillende soorten wasmiddelen: Wit wasmiddel, bont wasmiddel en fijn- en wolwasmiddelen. Maar voor welke was, gebruik je welk wasmiddel?
We hebben geleerd dat je eerst op het etiket in het kledingstuk of laken moet kijken. Staat daar niets op vermeld, dan kies je op basis van het volgende schema:
Soort wasmiddel
Soort was
Temperatuur
Witwasmiddel - totaal wasmiddel.
Bevatten vaak zuurstofbleekmiddelen en enzymen om bacteriën te doden bij het wassen.
Witte was en eventueel kleurechte was met moeilijke vlekken
20°C tot 90°C
Bontwasmiddelen.
Bevatten kleurbeschermers. Er zitten geen zuurstofbleekmiddelen en optische witmiddelen in.
Gekleurde was.
20°C tot 60°C
Fijn- en wolwasmiddelen.
Kwetsbare synthetische stoffen, soms ook zijde en wol.
30°C of lager.
Opdracht Hoe hard of zacht is het water in je eigen gemeente? In de link hieronder kun je dat met je postcode achterhalen. https://www.waterhardheid.nl/
Les 5 Gevaarlijke stoffen
Wasmiddelen zijn veilig als ze gebruikt en bewaard worden volgens de omschrijving op het etiket. Je moet ze altijd buiten het bereik van kinderen houden. Op het etiket vind je een gebruiksaanwijzing en er staan pictogrammen die je vertellen waar je om moet denken. Je moet dus altijd de aanwijzingen op het etiket lezen.
In wasmiddelen kunnen enzymen zitten. Die zijn nodig om het product goed te laten werken. Ze breken bijvoorbeeld vetvlekken af, om ze te kunnen verwijderen. De Europese wetgeving heeft bepaald dat als een schoonmaakproduct gevaarlijke stoffen bevat, er een gevarenpictogram op moet staan. Het is belangrijk dat je weet wat de pictogrammen betekenen en hoe je er mee moet omgaan. Het gaat dan niet alleen om wasmiddelen, maar ook om andere schoonmaakmiddelen.
Hieronder vind je de belangrijkste pictogrammen en hun betekenis:
Irriterende stof , kan een allergische huidreactie of ernstige oogirritatie veroorzaken. Buiten bereik van kinderen bewaren, vermijd huis- en oogcontact. Bij een ongeval met water afspoelen.
Bijtende stof (vb. in wasmiddelen) , kan ernstig oogletsel veroorzaken. Buiten bereik van kinderen bewaren, bewaar in orginele verpakking. Vermijd oogcontact. Bij ongeval met water afspoelen, bij onwelzijn contact opnemen met huisarts.
Bijtende stof (vb. in zure toiletreinigers) , kan ernstige brandwonden en oogletsel veroorzaken, buiten bereik van kinderen houden, aanraking met huid/ ogen vermijden. Bij aanraking op de huid/ogen onmiddelijk spoelen met water, medisch advies gewenst.
Gevaarlijk voor het milieu, giftig voor in het water levende organismen. Voorkom lozing in het milieu, verzamel gemorst materiaal.
Brandbare stof, licht of zeer licht onvlambaar gas ( vb. spuitbussen) Buiten het bereik van kinderen bewaren, verwijderd houden van warmte en de container goed gesloten houden.
Les 6 Wasmachine bedienen
Het gebruik van de wasmachine.
Als je gaat wassen moet je eerst bekijken wat voor wasgoed je hebt. Je moet het eerst sorteren. Dit heb je geleerd bij de les 'was sorteren'. Als je het hebt gesorteerd, kun je het juiste programma van de wasmachine kiezen.
Je houdt bij het kiezen rekening met de temperatuur en de snelheid van de trommel.
Het strijkvrij programma is geschikt voor synthetische stoffen. Deze stoffen hebben snelle beweging nodig bij het wassen en langzame beweging bij het centrifugeren. Hierdoor voorkom je kreukels.
Het normale programma is geschikt voor stevige weefsels zoals katoen, linnen, jeans, handdoeken en beddengoed. Dit programma wordt veel gebruikt, omdat het snel wast en snel centrifugeert. De was wordt goed schoon.
Het fijnwasprogramma is geschikt voor lingerie en kwetsbare kleding. Dit programma wast langzaam en centrifugeert langzaam. Hierdoor voorkom je schade aan je kleding.
De meeste wasmachines hebben nog meer speciale programma's zoals een eco-programma, extra kort programma, extra spoelen, of een programma speciaal voor jeans, overhemden en ondergoed. Dit zijn de luxere machines. Het is niet nodig om deze programma's te hebben. Met de basisprogramma's die hierboven beschreven staan, kun je alle textiel prima wassen.
Na het programma kies je ook de watertemperatuur.
Gebruik heet water ( 60-90 graden) voor handdoeken, keukendoeken, beddengoed en stevige weefsels. Hoe vuiler, hoe heter. Vanaf 60 graden was je hygiënisch schoon. Op 90 graden wassen wordt kookwas genoemd. Het is af en toe goed voor je machine om te doen; dit voorkomt nesteling van bacteriën, schimmels en vetluis in je machine. Het is wel de duurste wasbeurt. Niet zo zuinig voor het milieu.
Gebruik warm water ( 40 graden) in een strijkvrij programma, voor donkere kleuren en voor gemiddeld vieze was. Dit is de meest gebruikte temperatuur. Het wast goed schoon, ook doordat wasmiddelen en machines erg verbeterd zijn.
Gebruik koel water (30 graden) in het fijnwasprogramma, voor kwetsbare kleding. Op 30 graden kun je kleding prima schoon krijgen. Het is zuinig met water, dus goed voor het milieu.
Koud water (15 graden) is geschikt voor een opfrisbeurt van je kleding. Erg energiezuinig, en als je was niet echt vies is, prima om zo te wassen.
Stop nooit teveel was in je machine, hierdoor slijt het apparaat en wordt je kleding minder schoon. De kleding moet ruimte hebben om goed te draaien, zodat het wasmiddel zijn werk kan doen. Als je je arm in de trommel steekt en je kunt hem nog goed heen en weer bewegen (zonder kleding te raken), dan is de machine niet te vol.
Strijken is de laatste stap bij het verzorgen van de was. Het schone textiel ga je mooi glad strijken. Daarnaast zijn er ook bepaalde textielsoorten die je heet strijkt, waardoor de bacteriën dood gaan. Je hoef natuurlijk niet alles te strijken, wat je wel en niet strijkt heeft een persoonlijke voorkeur.
Als je ervoor kiest toch een kledingstuk, laken, handoek etc. te strijken, controleer je altijd eerst het etiket.
Waar je op moet letten als je het etiket controleert is:
- of het textiel gestreken mag worden; - op welke temperatuur het textiel gestreken moet worden.
Voor het strijken zijn verschillende technieken. Verschillende stoffen en kledingstukken vragen soms om een andere aanpak. Let daarbij op de volgende punten:
- Als je een stoomstrijkijzer gebruikt, vul hem dan met gedestilleerd water en niet met water uit de kraan. Als je hem wel met water uit de kraan wilt vullen, zorg dan, dat je thuis een ontkalker hebt staan. - Bevochtig kleding als je geen stoomstrijkijzer hebt. Dit kan met de spoeier van het strijkijzer en anders met een sprayflacon ( plantenspuit) .
- Strijk donkere stoffen binnenstebuiten of met een doek ertussen.
- Mouwen kun je gemakkelijker strijken met een mouwplankje. Dit voorkomt vouwen in de mouw.
- Strijk met een vochtige persdoek een plooi in nette broeken.
Werkhouding
Naast de bijzonderheden is het belangrijk dat je let op een juiste werkhouding. Je wilt geen lichamelijke klachten oplopen. Wat betreft je houding moet je letten op de volgende punten:
- Strijk niet meer dan noodzakelijk.
- Zorg ervoor dat alle hulpmiddelen binnen handbereik staan.
- Stel de strijkplank in op de juiste hoogte. Dit is ongeveer 25cm onder de elleboog.
- Zorg ervoor dat je stevig en stabiel staat (spreid-schede stand: je linker been voor en rechter been achter. je lichaam steunt op je benen). Houd de schouders ontspannen en je ellebogen dicht bij je romp.
- Werk recht vóór je lichaam. - Laat het vocht en het strijkijzer hun werk doen. Druk niet en maak rustige bewegingen.
Filmpje In het filmpje hieronder is te zien hoe Peter een overhemd strijkt.
Opdracht: Het strijken van een blouse.
Nu je alle tips hebt gelezen, ga je in tweetallen aan de slag met strijken.
Gebruik hiervoor de stappenkaart : 'Strijken van een blouse.'
Je vindt de stappenkaart hieronder.
De één gaat strijken en de ander kan het beoordelingsformulier gebruiken.
Als je klaar bent wissel je van taak. Succes!
Als je klaar bent met strijken kun je de gestreken en gewassen kleding, ophangen of opvouwen.
Wat je wilt ophangen of wilt vouwen heeft een persoonlijk voorkeur.
Bij het opvouwen is het belangrijk dat je rekening houdt met de onderstaande punten:
- Zorg voor een schone lege tafel, op een goede werkhoogte.
- Zet de lege wasmand op een krukje of op een stoel schuin voor je.
- Vouw het textiel recht uit. Grote stukken kun je dubbelvouwen.
- Leg de gevouwen stukken in de wasmand.
- Ruim alles nadien direct op.
- Let daarbij op de juiste werkhouding.
Opdracht: Het opvouwen van een blouse.
Vouw een blouse op met behulp van de stappenkaart.
Je gaat nu zelf in tweetallen aan de slag. Je gaat een blouse ( of een overhemd) vouwen en gebruikt hiervoor de stappenkaart en het beoordelingsformulier. Succes!
De wasmachine laten draaien kost water, wasmiddel en elektriciteit. Ook slijt je wasmachine naarmate je hem gebruikt. Dit kost afschrijving/ onderhoud. Wat voor invloed heeft wassen nou op het milieu en hoe kun je nou het zuinigst, milieubewust wassen? Volgens Milieu Centraal kost wassen ongeveer 5 procent van de elektriciteit per jaar in een huishouden. Als er zo vaak en veel gewassen wordt, is het belangrijk dat je rekening houdt met onderstaande tips, zodat je zo vriendelijk mogelijk voor het milieu bent, en daarbij ook nog vriendelijk voor je portemonnee.
Koop een zuinige machine.
Allereerst is het bij de aankoop van een wasmachine belangrijk om een zuinige machine te kopen. Er zit een energielabel op. Die geeft aan hoe zuinig het apparaat is. Kies voor A++ of A+++. Deze apparaten gebruiken minder water en gaan zuiniger om met energie.
Was op zo laag mogelijke temperatuur.
Het opwarmen van het water kost het meeste aan energie. Maak hierin goede keuzes, handdoeken en ondergoed moeten zeker op hogere temperatuur, maar kleding die niet echt vies is, kan best op lage temperatuur gewassen worden.
Draai pas een was als de trommel vol zit.
Een half volle machine wordt minder schoon als een volle machine. Daarbij moet je vaker wassen dan wanneer je volle machines wast. Stop er voldoende in, zorg dat je je arm bovenin de machine nog wel heen en weer kan bewegen. De nieuwe machines geven een belading aan, hoeveel kilo was er in zit. Als je hebt uitgezocht hoeveel kilo er in je machine mag, dan kun je efficiënt wassen.
Kies het beste programma.
Sommige machines hebben een eco-programma. Dit is een milieuzuinig programma, dat prima schoonmaakt. Kies geen kort programma. Dit scheelt wel tijd, maar kost extra energie. Je bent dus duurder uit. Het katoen wasprogramma, meestal het normale programma, is zuiniger dan het fijnwasprogramma. Het gebruikt minder water en energie.
Voorbehandelen van vlekken.
Wanneer je vlekken in je kleding hebt, zorg dan dat je ze voorbehandeld, het liefst zo snel mogelijk. Hierdoor voorkom je, dat je was na één keer wassen niet schoon is, zodat het nog een keer moet.
Gebruik ecologisch wasmiddel.
Wasmiddel is niet goed voor het milieu. Kies dus het liefst voor ecologisch wasmiddel. Dit is biologisch afbreekbaar en dus niet schadelijk voor het milieu. Kies ook voor waspoeder, dit zit vaak in kartonnen verpakkingen, wat natuurlijk beter is dan de plastic flessen van vloeibaar wasmiddel. Er bestaat ook een Eco Wasbal. Dit scheelt 80 procent aan wasmiddel. Het werkt hetzelfde als wasmiddel, maar dan zonder chemische middelen. Hij gaat 1000 wasbeurten mee.
Gebruik geen droger.
Droog je was op een rekje, buiten of in huis. Drogers kosten veel energie. Het duurt langer, maar het is veel beter voor het behoud van je kleding en voor het milieu.
Het arrangement Het verzorgen van de was is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.
Stappenkaart het sorteren van de was
