1.1.1 De anatomie en fysiologie van het ademhalingsstelsel
1.1.2 pathologie van het ademhalingsstelsel
1.2 Symptomen van luchtwegaandoeningen
1.3 Diagnostisch onderzoek
1.4 Aandoeningen van de bovenste luchtwegen
1.5 Aandoeningen van de onderste luchtwegen
1.6 Behandeling van luchtwegaandoeningen
1.7 Begrippen
1.8 Diagnotische toets
1.9 Bronnen
Voorwoord
Deze e-learning over de pathologie van het ademhalingsstelsel is een onderdeel uit een reeks lessen over gezondheid en ziekte die aansluit op de inhoud van de module MZA ( mens, zorg en activiteit). Deze reeks lessen is samengesteld door studenten van de deeltijdopleiding Gezondheidszorg & Welzijn van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). Met deze lessen kan de student zich online verdiepen in de kennisbasis voor tweedegraads docent Zorg en Welzijn. Daarnaast zijn deze lessen geschikt als voorbereiding voor de kennistoets en de landelijke kennistoets.
Voor meer informatie over de deeltijdopleiding Docent Gezondheidszorg & Welzijn:
In een voorgaand deel van deze online lessenserie heb je kennisgemaakt met de anatomie van het ademhalingsstelsel. Het ademhalingsstelsel heeft als functie zuurstof uit de lucht te halen en tegelijkertijd koolstofdioxide af te geven aan de lucht. Als er een storing is in het proces van de zuurstof opnemen uit de lucht en/of koolstofdioxide afgeven aan de lucht kan dit komen door een aandoening van het ademhalingsstelsel.
Deze e-learning gaat over de pathologie van het ademhalingsstelsel. Pathologie betekent ziekteleer, waarbij gekeken wordt naar de oorzaak van de ziekte en hoe een ziekte ontstaat, wat de gevolgen zijn en wat het beloop van de ziekte is.
In de kennisbasis Gezondheidszorg en Welzijn zijn de volgende doelen opgenomen:
De student legt oorzaken, symptomen, diagnose, ziekteverloop, behandeling, complicaties, prognose en begeleiding van de meest voorkomende ziekten uit.
De student legt uit wat de invloed is van multiple pathologie op de behandeling van de (oudere) zorgvrager.
In de volgende hoofdstukken komen de verschillende aandoeningen aan bod die betrekking hebben op het ademhalingsstelsel.
leerdoelen
Na het bestuderen van deze e-learning ben je in staat om:
de meest voorkomende verschijnselen van luchtwegaandoeningen te herkennen
de verschillende aandoeningen te benoemen die bij de bovenste- en onderste luchtwegaandoeningen horen
de onderzoeken die gebruikt worden bij de diagnostiek van luchtwegaandoeningen te beschrijven
De behandelingen te benoemen die horen bij aandoeningen van de bovenste- en onderste luchtwegaandoeningen
Handleiding
Deze handleiding is ter ondersteuning voor de docent die deze les gaat geven/uitvoeren en/of uitleggen.
Deze Wikiwijs is een digitale les die de student individueel gaat maken. Ter ondersteuning van de lesinhoud zijn er afbeeldingen en filmpjes toegevoegd. Ieder hoofdstuk heeft één of meerdere opdrachten die gemaakt worden als de lesstof doorgenomen is. Deze opdrachten zijn ter ondersteuning van de lesstof om te checken of de lesstof begrepen is.
De tijd die deze e-learning in beslag zal nemen zal ongeveer één uur zijn. De ene student zal sneller door de lesstof gaan dan de ander, afhankelijk van de achtergrond van de student.
Aan het eind van de e-learning kan een diagnostische toets gemaakt worden. Zo kan de student checken of deze de lesstof voldoende beheerst om goed voorbereid te zijn voor de kennistoets over de inhoud van module MZA van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en de landelijke kennistoets.
1.1 Het ademhalingsstelsel
bron: https://wikipedia.nl
Het ademhalingsstel is een orgaansysteem dat dient voor de gaswisseling van zuurstof (O2) en koolstofdioxide (CO2).
De delen van het ademhalinsstelsel zijn:
de neus
de keelholte (pharynx)
het strottenhoofd (larynx)
de luchtpijp (trachea)
de bronchiën
de bronchioles
de longblaasjes (alveolaire buisjes en alveoli)
In de longblaasjes vindt de gasuitwisseling plaats, hierbij wordt zuurstof uit de lucht opgenomen in het boed en de koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht door uitademing via de neus of mond.
Om je kennis over het ademhalingsstelsel te checken kun je deze memory spelen. Klik op onderstaande link en je komt bij het memoryspel.
Om nog even de anatomie aan te halen van het ademhalingsstelsel, bekijk je het filmpje door op bovenstaande link te kilkken.
Maak aansluitend opdracht 1 en vul de ontbrekende woorden in. Controleer daarna de antwoorden.
1.1.2 Pathologie van het ademhalingsstelsel
De pathologie kent meerdere definities
definitie 1:
Het onderdeel van de geneeskunde dat zich bezighoudt met de studie naar de oorzaken en het verloop van ziekten, alsook de wijze waarop het lichaam hierop reageert en de eventuele diagnose en behandeling.
Dankzij de pathologie begrijpen we beter hoe verschillende ziekten met elkaar interageren
Pathologie of ziekteleer is de studie van het ontstaan en verloop van ziekten. Als zodanig is het een onderdeel van de geneeskunde; het is in Nederland en verschillende andere landen een erkend medisch specialisme. Een arts met deze specialisatie heet patholoog. Daarnaast wordt de term pathologie wel gebruikt om het optreden van ziekten en ziekteverschijnselen bij individuen mee aan te duiden
Pathologie Pathologie of ziekteleer bestudeert het ontstaan en verloop van ziektes. Als zodanig is het een onderdeel van de geneeskunde. Op grond daarvan kan men de pathologie onderverdelen in de etiologie, de oorzaken van een pathologisch proces, en de nosologie: de indeling van de ziekten.
bron: https://www.encyclo.nl/begrip/pathologie
1.2. Symptomen van luchtweginfectie
De symptomen van bovenste en onderste luchtweginfecties verschillen van elkaar. Daarom lichten we ze apart van elkaar toe.
Symptomen van een bovenste luchtweginfectie
Wanneer je een bovenste luchtweginfectie hebt, kun je last krijgen van:
Hoesten
Keelpijn
Heesheid
Loopneus of een verstopte neus
Pijn en/of een drukkend gevoel in de neusbijholten
Niezen
Hoofdpijn
Tranende ogen
Oorpijn
Koorts
Symptomen van een onderste luchtweginfectie
De symptomen van een onderste luchtweginfectie zijn afhankelijk van de specifieke aandoening. Veel voorkomende symptomen van een onderste luchtweginfectie zijn:
Pijn op de borst
Keelpijn
Hoofdpijn
Koorts
Slijm ophoesten (mogelijk met bloed)
Algeheel gevoel van ziekte en vermoeidheid
Wat is een luchtweginfectie?
Een luchtweginfectie is een ontsteking van het slijmvlies in de luchtwegen. De lucht die we inademen kan allerlei ziekteverwekkers bevatten, zoals virussen en bacteriën. Baby’s en jonge kinderen zijn vatbaarder voor virale luchtweginfecties, omdat hun afweersysteem nog niet volledig ontwikkeld is. Kinderen kunnen elkaar bijvoorbeeld gemakkelijk aansteken op de crèche of op school. Er kan zowel in de bovenste als de onderste luchtwegen een infectie ontstaan.
Infectie van de bovenste luchtwegen
Een ontsteking van de bovenste luchtwegen wordt voornamelijk veroorzaakt door virussen en gaat vanzelf over. Voorbeelden van bovenste luchtweginfecties zijn verkoudheid, keelontsteking en bijholteontsteking. Een bovenste luchtweginfectie kan overgaan in een onderste luchtweginfectie.
Infectie van de onderste luchtwegen
Een ontsteking van de onderste luchtwegen kan zowel door een virus als een bacterie worden veroorzaakt en kan leiden tot ernstige aandoeningen, zoals bronchitis en longontsteking.Een onderste luchtweginfectie dient vaak behandeld te worden door een arts.
Acute of chronische luchtweginfectie?
Een luchtweginfectie is acuut of chronisch. Acute luchtweginfecties zijn van korte duur. Denk bijvoorbeeld aan een verkoudheid die binnen een week weer overgaat. Van een chronische luchtweginfectie is sprake wanneer de ontsteking lang duurt.
Het lichamelijk onderzoek van het ademhalingsstelsel begint met auscultatie (het beluisteren van de thorax met een stethoscoop). Longgeluiden worden veroorzaakt door de lucht die door de luchtijp en de bronchiën stroomt. Normaal ademgeruis of vesiculair ademgeruis klinkt blazend of ruisend, als lucht die door een holle buis wordt geblazen. In geval van longaandoeningen kunnen abnormale longgeluiden, zogenoemde bij geluiden, ontstaan.
Zie hieronder in tabel 1.
Bijgeluid
Omschrijving
Oorzaak
Wheezing
Een continu, hoog fluitend of piepend geluid
Vernauwing van de luchtwegen, bijvoorbeeld door verdikking van het slijmvlies of een stenose.
Crepitaties
Fijne of hoogfrequente crepitaties zijn explosieve, hoogtonige knetterende longgeluiden, die klinken als brandend hout in een open haard, het lostrekken van klittenband of het verfrommelen van cellofaan.
Onderbreking van luchtstroom. De ingeademde lucht dringt afgesloten kleinere of grotere luchtwegen binnen, die daardoor plotseling “openspringen”.
Pleurawrijving
Een krakend geluid dat klinkt als lopen in vers gevallen sneeuw.
Het stroef langs elkaar wrijven van geprikkelde of ontstoken pleurabladen.
Tabel 1.
Percussie (het kloppen op de borstkas) geeft ook informatie over het bestaan van afwijkingen aan longen of longvliezen. Bij percussie wordt met name gelet op de hoogte en de intensieteit van de percussieklank. De percussieklank geeft informatie over de luchthoudendheid van het onderliggende weefsel. Met percussie kunnen ook de plaats en de verschuifbaarheid van de longgrenzen worden bepaald. Daarbij wordt tevens gelet op eventuele verschillen tussen links en rechts.
Zie hieronder in tabel 2.
Percussieklank
Omschrijving
Normaal, sonoor
Laagfrequent, matig intens geluid. Te horen bij gezonde longen
Hypersonoor
Luid, langduriger laagfrequent geluid. Duidt op een toegenomen luchthoudendheid van het onderliggende weefsel, zoals bijvoorbeeld bij emfyseem.
Tympanisch
Luid, hol, trommelachtig geluid. Normaal bij bijvoorbeeld de maag. Aanwijzing voor extreme luchthoudendheid van de longen, zoals bij een (grote) pneumothorax.
Dof, gedempt
Bij de percussie van niet-luchthoudend weefsel. Normaal bij bijvoorbeeld hart en lever. Abnormaal als vocht of solide weefsel de plaats van luchthoudend longweefsel heeft ingenomen.
Tabel 2.
Door middel van longfunctieonderzoek kunnen de luchtstromen door de longen en de longfunctie worden bepaald. Spirometrie is een veelgebruikte test voor het bepalen van de longfunctie. Een belangrijke maat voor de longfunctie is de vitale capaciteit (VC). Om de Vc te bepalen, wordt de patiënt gevraagd om zo diep mogelijk in te ademen, en daarna zo hard en zo volledig mogelijk uit te ademen via een speciaal mondstuk dat met de spirometer verbonden is.
Een ander functieonderzoek is de expiratoire piekstroommeting, ook wel kortweg de piekstroom genoemd. De piekstroom is de maximale snelheid waarmee de patiënt lucht kan uitademen. De peikstroommeter is een eenvoudig apparaat, waabij een metertje de uitademingssnelheid aangeeft. De normale piekstroom kent grote individuele verschillen. Een verminderde piekstroom kan wijzen op een verminderde longfunctie. Vaak worden piekstroommeters voor thuisgebruik ingezet voor de controle van longaandoeningen. Deze goedkope, handzame apparaatjes worden bijvoorbeeld bij astma gebruikt om de ernst van de aandoening te meten en zo de behandeling te kunnen sturen.
Met een (pulse-) oximeter kan de zuurstofsaturatie (zuurstofgehalte) van het bloed gemeten worden. Dit is een niet-invasieve, patiëntvriendelijke methode om de zuurstoftoevoer naar de perifere weefsels te bepalen. De oximeter is een elektronisch apparaat dat kan worden bevestigd op een deel van het lichaam, bijvoorbeeld de vingertop, een oorlel of op het voorhoofd. Een normale sarturatie is tussen de 95 en 100 procent. Een lagere saturatie kan duiden op een verminderde longfunctie.
Een andere belangrijke maat voor de longfunctie zijn de arteriële bloedgaswaarden (ABG). De ABG zijn de zuurstofspanning, de kooldioxidespanning en de pH van het arteriële bloed. Voor de bepaling van de ABG moet bloed uit een slagader, meestal de arteria radialis (grote polsslagader) of arteria femoralis (dijslagader), worden afgenomen. Bij een normale longfunctie is de zuurstofspanning hoog en de arteriële kooldioxidespanning laag.
Sputumonderzoek speelt een belangrijke rol bij de diagnostiek van bepaalde longziekten, zoals longontsteking en maligniteiten. Ook kan weefselonderzoek worden gedaan. Daarbij maak je gebruik van beeldvormende technieken die naar de longen leiden. Voorbeelden hiervan zijn bronchoscopie, laryngoscopie (bekijken van de keelholte), x-thorax (röntgenopnamen van de borstkas) en een CT- of MRI-scan.
1.4 Aandoeningen van de bovenste luchtwegen
Aandoeningen van de bovenste luchtwegen zijn verkoudheid, allergische rhinitis, sinusitis, tosilitis, pharyngitis, laryngitis en het slaapapneusyndroom. Deze aandoeningen komen hieronder aan bod.
Een gewone verkoudheid is een acute, besmettelijke infectieziekte van de bovenste luchtwegen die wordt gekenmerkt door een ontsteking van het slijmvlies van de neus, keel, ogen en buizen van Eustachius. De symptomen van een gewone verkoudheid zijn keelpijn, een loopneus, niezen en hoesten. Soms hebben patiënten daarnaast last van hoofdpijn en lichte koorts.Er zijn meer dan tweehonderd virusstammen die verkoudheid kunnen veroorzaken. De belangrijkste verwekkers zijn de rhinovirussen, gevolgd door de coronavirussen. Deze virussen worden overgedragen via druppelinfectie, zoals hoesten of niezen, of door het aanraken van een voorwerp dat besmet is met dit virus, waarna het in de ogen of neus gewreven wordt.
Allergische rhinitis is een ontsteking van het slijmvlies in de neus als gevlg van een allergische reactie op de luchtgedragen allergenen. Een bekend voorbeeld van allergische rhinitis is hooikoorts, een seizoensgebonden allergische rhinitis die voornamelijk wordt veroorzaakt door stuifmeelpollen van gras en bomen. De belangrijkste symptomen zijn een loopneus, gezwollen slijmvliezen, jeukende en tranende ogen en niezen. Deze symptomen zijn het gevolg van een overgevoeligheid voor het allergeen. Immuunglobuline E bindt aan mestcellen, die histamine en andere stoffen afgeven die verantwoordelijk zijn voor de symptomen van aleergische rhinitis.
Sinusitis (bijholteontsteking) is een ontsteking van het slijmvlies dat de bijholten bekleed. De bijholten zijn de met lucht gevulde holten achter de gezichtsbeenderen. Jaarlijks krijgt 1 tot 3 procent van de bevolking acute sinusitis. Sinusitis wordt meestal veroorzaakt door een virus, vaak een "verkoudheidsvirus", maar kan ook worden veroorzaakt door bacteriën of allergenen. Een sinusitis ontstaat vaak vanuit een gewone verkoudheid, wanneer zwelling van het neusslijmvlies de drainage van de bijholten belemmert. Symptmen zijn een verstopte neus, hoofdpijn en pijn rondom de ogen die erger wordt bij vooroverbuigen, een loopneus, reukverlies en hoesten. De diagnose wordt vaak gesteld op basis van de anamnese en lichamelijk onderzoek. Aanvullend onderzoek kan bestaan uit beeldvormend onderzoek (röntgenonderzoek of echografie), sinusscopie, kweken of allergieonderzoek.
Tonsillitis is een infectie van de tonsillen (keelamandelen). De tonsillen zijn stukjes lymfatisch weefsel die aan weerszijden achte in de keel zichtbaar zijn als een soort knobbels. Met name bij jonge kinderen spelen de keelamandelen een rol in het immuunsysteem. Hoe vaak tonsillitis voorkomt is niet bekend. Symptomen van tonsillitis zijn keelpijn, vergrote rode keelamandelen, slikklachten, witte vlekjes op de keelamandelen en koorts. Tonsillitis wordt meestal veroorzaakt door een bacterie of een virus.
Kenmerkend voor pharyngitis (keelontsteking) is pijn in de keel. Risicofactoren voor keelontsteking zijn wonen of werken in een dichtbevolkte omgeving, en verzwakt immuunsysteem, diabetes mellitus en roken of blootstelingaan sigarettenrook. Het belangrijkste verschijnsel is pijn of branderig gevoel in de keel. Andere symptomen zijn koort, oorpijn, opgezette lymfeklieren in de hals en pijn bij het slikken. Pharyngitis wordt meestal veroorzaakt door een virus, maar bacteriële infecties komen ook vaak voor. De diagnose wordt meestal gesteld op grond van het klinisch beeld. Aanvullend onderzoek kan bestaan uit bijvoorbeeld een keelkweek of strep-test. De strep-test is een onderzoek waarmee snel de streptokok van groep A (SGA) kan worden opgespoord. Er worden cellen afgenomen zoals bij een uitstrijkje, door met een keelwisser binnenin de keel of over de amandelen te gaan.
Laryngitis is een ontsteking van het strottenhoofd. Het belangrijkste symptoom is dysfonie (heesheid) of afonie (stemverlies). Andere symptomenzijn slikproblemen, keelpijn en koorts. Laryngitis wordt meestal veroorzaakt door een virus. Andere oorzaken zijn bacteriële infecties, overmatig stemgebruik, blootstelling aan irriterende stoffen en rook, en chronische gastro-intestinale reflux (een ziekte waarbij het terugvloeien van de zure maaginhoud in de slokdarm pijn en andere problemen veroorzaakt).
Laryngitis subglottica of pseudokroep is een virale ontsteking van de slijmvliezen vanhet strottehoofd die vooral bij jonge kinderen voorkomt. Kinderen met psuedokroep krijgen meestal 's avonds een aanval met benauwdheid, een blafhoest en inspiratoire stridor (een gierend geluid bij inademing). De diagnose wordt gestald op grond van het klinisch beeld. Aanvullend onderzoek is hierbij zelden nodig.
Het stokken van de ademhaling tijdens de slaap wordt ook wel slaapapneu genoemd. De ademhaling komt pas weer met een grote haal op gang als het koolstofdioxidegehalte van het bloed zover is gestegen dat het ademhalingscentrum een ademprikkel afgeeft. Slaapapneu wordt meestal veroorzaakt door het samenvallen van de bovenste luchtwegen tijdens de slaap, we spreken dan van obstructief slaapapneusyndroom (OSAS). Het obstructief slaapapneusyndroom gaat gepaard met ernstig en luid snurken. Door de korte perioden van ademstilstand wordt de patiënt niet uitgerust wakker, is overdag abnormaal slaperig en kan zicg slecht concentreren. Risicofactoren voor OSAS zijn overgewicht, alcoholgebruik en het gebruik van slaapmiddelen. Ongeveer 2 tot 4 procent van de volwassenen heeft het slaapapneusyndroom. Bij verdenking van van OSAS kan een uitgebreid slaaponderzoek ofwel polysomnografie worden gedaan. Tijdens de slaap worden dan onder andere de hersenactiviteit, het ademhalingspatroon en zuurstofgehalte van het bloed gemeten.
1.5 Aandoeningen van de onderste luchtwegen
Aandoeningen die horen bij de onderste luchtwegen zijn griep, longontsteking, tuberculose, COPD, astma, taaislijmziekte, pleuritis, pneumothorax, atelectase, longembolie, longkanker en asbestose. Deze aandoeningen bespreken we hieronder.
Griep of inluenza is een acute, zeer besmettelijke virusinfectie van de bovenste luchtwegen. Griep wordt evroorzaakt door het influenzavirus. Elk seizoen komen ongeveer 300.000 mensen bij de huisarts met griepachtige verschijnselen, maar de werkelijke incidentie is mogelijk tien keer zo hoog omdat veel mensen met griep niet naar de huisarts gaan. De kans om griep te krijgen neemt toe naarmate de sociale contacten intenser zijn. Symptomen van griep ontstaan meestal plotseling. Bekende verschijnselen zijn koorts, koude rillingen, hoesten, keelpijn, pijn op de borst en spierpijn. De belangrijkste complicaties van griep zijn longontsteking en plotseling verergeren van chronische cardio-pulmonale aandoeningen.
Longontsteking of pneumonie is een ontsteking van de longblaasjes in één of beide longen. Bij een longontsteking zijn de longblaasjes gevuld met ontstekingsexudaat, wat een pijnlijke ademhaling en een gestoorde zuurstofopname tot gevolg heeft. Risicofactoren voor een longontsteking zijn voorgaande virale infecties (zoals griep of verkoudheid), chronische aandoeningen, een verminderde weerstand, roken, alcoholgebruik en beademing. Longontsteking owrdt veroorzaakt door een bacterie of een virus. De meest voorkomende bacterie is de Streptococcus pneumoniae, Belangrijke virale verwekkers zijn het influenzavirus, het adenovirus en het RS-virus. Symptomen van longontsteking zijn koorts, koude rillingen, dyspneu, gedaalde zuurstofsaturatie, pijn op de borst en een productieve hoest waarbij soms bloederig slijm kan worden opgegeven.
Tuberculose (tbc) is een ernstige levensbedreigende infectieziekten die vooral de luchtwegen aantast, maar ook in andere organen voorkomt. Risicofactoren voor tuberculose zijn een verzwakt immuunsysteem, een verhoogde blootstelling aan de tuberkelbacterie (bijvoorbeeld door beroepsmatig contact met patiënten), roken en chronisch alcoholmisbruik. Symptomen zijn een hardnekkige hoest die drie weken of langer aanhoudt, pijn op de borst, bloed of slijm bij ophoesten, vermoeidheid, gewichtsverlies, verminderde eetlust, koude rillingen, korst en nachtzweten. Bij ausculatie (het afluisteren van lichaamsgeluiden met behulp van een stethoscoop) van de longen zijn een verminderd ademgeruis en crepitaties (korte borrelende, krakende, reutelende, niet-muzikale bijgeluiden in een of beide longen) te horen.
COPD of Chronic obstructive pulmonary disease is een chronische aandoening van de longen die gekenmerkt wordt door een deels omkeerbare beperking van de luchtstroom.
COPD is een verzamelnaam voor:
Chronische bronchitis
Bij chronische bronchitis zijn uw bronchiën steeds ontstoken. De bronchiën zijn de vertakkingen van uw luchtpijp naar uw longen. Daardoor maakt uw lichaam meer slijm aan en is ademhalen lastiger.
Longemfyseem
Bij longemfyseem of emfyseem gaan er langzaam longblaasjes verloren. De longblaasjes zorgen ervoor dat zuurstof na het inademen in uw bloed komt. En dat u afvalstoffen weer kunt uitademen. Hoe minder longblaasjes er zijn, hoe moeilijker dit wordt. Hierdoor kunt u het benauwd krijgen.
De belangrijkste oorzaak van COPD is roken. Passief roken, luchtverontreiniging, chemische dampen en stofdeeltjes in de buitenlucht of binnenshuis spelen ook een rol bij het ontstaan van COPD, Symptomen van COPD zijn kortademigheid, hoesten, opgeven van slijm. tachypneu (versnelde ademhaling), een piepende ademhalingben een drukkend gevoel op de borst.
In het onstaande filmpje van het Longfonds wordt COPD uitgebreid uitgelegd.
Astma is een aandoening waarbij een ontstekingsreactie in de bronchiën optreedt in reactie op bepaalde prikkels. Het ontstaansmechanisme van astma is onbekend.Mensen met astma hebben een verhoogde prikkelbaarheid van de luchtwegen, die zichvernauwen in reactie op allerlei stoffen en omstandigheden die bij mensen met astma de symptomen kunnen uitlokken of verergeren. Bekende prikkels zijn huisstofmijt, huidschilfers en pollen. Maar ook tabakslucht, koude lucht, emoties en lichamelijke inspanning. De diagnose wordt gesteld op basis van het klinisch beeld, longfunctieonderzoek en een allergetest. Symptomen van astma zijn kortademigheid, een piepende ademhaling en hoesten.
In het onstaande filmpje van het Longfonds wordt astma uitgebreid uitgelegd.
Taaislijmziekte (cystische fibrose) is een ernstige erfelijke aandoening van de exocriene klieren (afvoerklieren) die overmatig taai slijm produceren. Exocriene klieren, zoals in de longen en alvleesklier, zijn onder andere verantwoordlijk voor de aanmaak van slijm, talg, zweet en spijsverteringsenzymen. CF (cyctische fibrose) manifesteerd zich voornamelijk in de luchtwegen. Het taai slijm in de longen veroorzaakt dyspneu, aanhoudend hoesten en opgeven van taai slijm. Het taaie slijm zorgt ook voor een verhoogde vatbaarheid voor bacteriële luchtweginfecties. Taai slijm verstopt ook de afvoergangen van de alvleesklier, waardoor de pancreasenzymen het maag-darmkanaal niet bereiken. Stoornissen in de spijsvertering leiden tot gewichtsverlies en ondervoeding. Door de slechte vertering ontstaat een volumineuze, stinkende ontlasting.
Pleuritis is ee ontsteking van de pleura (longvliezen) die tegen de binnenkant van de borstholte en om de longen heen liggen. Belangrijke oorzken zijn onder andere longontsteking, letsel van de thorax (bijvoorbeeld een ribfractuur), longembolie of auto-immuniteit. Kenmerkend voor pleuritis is de scherpe pijn op de borst die verergert bij diep inademen of hoesten. De oijn wordt veroorzaakt doordat de ontstoken longvliezen langs elkaar wrijven. Andere verschijnselen zijn dyspneu (kortademigheid) en tachypneu (een snelle en oppervlakkige ademhaling). Bij auscultatie is het typische "pleurawrijven" (klinkt als krakende droge sneeuw) te horen. De diagnose wordt gesteld op grond van het klinisch beeld. Soms aangevuld met beeldvormend onderzoek, röntgen-onderzoek of echografie. Een biopsie of pleurapunctie kan meer duidelijkheid geven over de oorzaak.
Bij een pneumothorax of klaplong is er sprake van ophoping van lucht of gas in de pleuraholte, waardoor de longen geheel of gedeeltelijk samenvallen. Normaal is de druk in de longen hoger dan de druk in de pleuraholte rondom de longen. Wanneer er lucht in de pleuraholte komt, wordt de druk daar hoger, waardoor de longen samenvallen. Risicofactoren zijn roken, een lange slanke lichaamsbouw, een onderliggende longziekte, mannelijk geslacht en een eerdere pneumothorax. De verschijnselen zijn een plotselinge, scherpe pijn op de borst aan de kant van de klaplong en kortademigheid. Bij auscultatie is sprake van verminderd of afwezig ademgeruis. Mogelijke oorzaken van ene klaplong zijn letsel van de thoraxwand (bijvoorbeeld een gebroken rib of een steek- of schotwond), beschadiging vanhet longweefsel door bestaande longziekten (zoals emfyseem, tbc, CF, longontsteking of longkanker) en het openspringen van zogenaamde "blebs" (lokale ophopingen van lucht in het longvlies van lange, magere mensen) als gevolg van drukveranderingen (zoals duiken, vliegen of bergbeklinmmen). De diagnose wordt gesteld door de aard van de klachten en lichamlijk onderzoek. Met een thoraxfoto kan de diagnose worden bevestigd.
Atelactase is het samenvallen van (een deel van) de long. De longblaasjes in het aangedane deel van de longen bevatten geen lucht meer en dragen daardoor niet meer bij aan de gaswisseling. Een belangrijke risicofactor is roken en het niet goed kunnen doorademen, bijvoorbeeld door een gekneusde rib, gebruik van bepaalde geneesmiddelen die de ademhaling onderdrukken of neurologische aandoeningen. Symptomen van een atelactase zijn pijn op de borst, kortademigheid, hoesten en cyanose (blauwverkleuring van huid, nagels en lippen als een patiënt een laag zuurstofgehalte in het bloed heeft, of een slechte bloedsomloop heeft). De diagnose wordt gesteld op grond van anamnese, lichamelijk onderzoek en röntgenonderzoek van de thorax.
Longembolie is een afsluiting van één of meer slagaders van de longen. Risicofactoren voor longembolie (klonterembolie) zijn langdurige inmmobiliteit (bijvoorbeeld tijdens een vliegreis of een grote operatie onder narcose, of na een been-of heupfractuur), roken, zangerschap, geneesmiddelengebruik, een diepe veneuze trombose of longembolie in de voorgeschiedenis en erfelijke aanleg. Luchtembolen kunnen weroorzaakt worden door bijvoorbeeld intrveneuze katheterzorg. Symptomen zijn plotselinge benauwdheid, tachypneu, pijn aan de zijkant van de borstkas, prikkelhoest en ophoesten van slijm of bloed. In de meeste gevallen wordt een longembolie veroorzaakt door een losgeschoten stolsel uit de benen dat in de longen terecht gekomen is. De diagnose kan vaak al worden vastgesteld op grond van anamnese, lichamelijk onderzoek en een D-dimeertest. Beeldvormend onderzoek (echografie, CT- of MRI-scan) kan de diagnose bevestigen.
In het onstaande filmpje van het Longfonds wordt een lomgembolie uitgebreid uitgelegd.
Longkanker is een kwaadaardige nieuwvorming van het weefsel in de longen. Vanaf de leeftijd van 35 jaar neemt de incidentie snel toe met de leeftijd. Risicofactoren zijn roken, passief roken, blootstelling aan schadelijke stoffen (zoals asbest en randongas) en genetische factoren. De symptomen van longkanker ontstaan geleidelijk. In de beginfase zijn er nauwelijks klachten. Latere klachten zijn vaak het gevolg van obstructie van de luchtwegen of uitbereiding van de kanker. belangrijke symptomen zijn een hardnekkige prikkelhoest en hemoptoë (bloed ophoesten). Het bloed in het sputum is afkomstig uit de bloedvaten die door het groeiende gezwel zijn aangetast. Andere symptomen zijn kortademigheid en wheezing (piepende ademhaling bij uitademen) als gevolg van een vernauwing van de luchtwegen door de tumor of door slijm en bloed. Ook vermoeidheid, verminderde eetlust en een verminderde conditie komen voor. Het diagnostische onderzoek bestaat uit een anamnese, lichamelijk onderzoek en beeldvormend onderzoek. De diagnose wordt bevestigd met klinische pathologisch onderzoekvan een biopt of punctie die zowel endoscopisch als transthoracaal kan worden uitgevoerd.
Asbestose is een ontsteking van de longen met fibrose (verbindweefseling) als gevolg van inademing van asbeststof. Asbastose behoort tot de pneumoconioses (stoflongen), een aantal interstitiële longziekten door het inademen van mineraal stof. Door de longfibrose neemt de longcapaciteit af. De symptomen ontstaan geleidelijk en soms pas jaren na de blootstelling aan asbeststof. Klachten zijn kortademigheid, hoesten, pijn op de borst en een verminderd inspanningsvermogen. De toenemende verbindweefseling leidt tot pulmonale hypertensie en hartfalen. De diagnose wordt gesteld op grond van anamnese. lichamelijk onderzoek en een CT-scan van de longen waarop de verbindweefseling zichtbaar is. Met een biopt kan de diagnose worden bevestigd.
Maak de kruiswoordpuzzel over aandoeningen van de onderste luchtwegen. Door op onderstaande link te klikken kom je direct in het bestand om de puzzel te maken. Succes!
Het arrangement E-learning Pathologie ademhalingsstelsel is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Mirjam de Munk - Cornelissen
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-11-03 16:07:47
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Kennistoets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.