Portfolio Stefan Roosje

Portfolio Stefan Roosje

Project Romijn

Mijn stage

orientatieverslag

Reflectieverslagen stagegesprek + 360 graden feedback

Persoonlijke ontwikkeling

Lijst gewenst gedrag

Anatomie

Portfolio

Feedback formulier

Reflectie periode 3

Handleiding

LOB vragen

Omgeving

Gedrag

Capaciteit

Identiteit

Missie

Cijfers en resultaten

Examencijfers generiek

Urenverantwoording

Burgerschapsportfolio

Sociaal maatschappelijke burgerschapsopdrachten

Politieke juridische burgerschapsopdrachten

Burgerschaps opdracht presenteren linkse en rechtse partij. ( Niki, Loulou en Stefan ). Beoordeeld door Anne!

Economische burgerschapsopdrachten

Vitaal burgerschap

Afronden sport.

Digibib opdrachten

Oefenopdracht 3

Oefenopdracht 4

Periode 5

Intervisies

B1-K1-W1

Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan?

Observeren

Hoe observeer je eigenlijk?
Bij het observeren gebruik je je zintuigen. Hieronder staat in 3 punten vermeld hoe je je zintuigen bij het observeren gebruikt:
- Kijken
Observeren doe je vooral door te kijken. Als je iemand zijn of haar gedrag gaat obsereveren kijk je naar de houding van de persoon, het non-verbale aspect. Hierbij kijk je naar de handelingen die iemand uitvoert: kletsen, wiebelen op een stoel, om zich heen kijken, wegkijken, friemelen, tikken enzovoort.
- Luisteren
Bij observeren luister je naar wat iemand verteld. Je let bij de persoon op of hij/zij hard praat, zacht praat, hakkelend praat, klinkt de stem hoog, laag, hees of juist heel helder? Hierdoor kun je zien of de lichaamstaal overeenkomt met de lichaamshouding.
- Toetsen
Toetsen doe je om dingen helder te krijgen. Als iemand aan het huilen is dan kan dat zijn omdat iemand boos is of juist huilt uit verdriet. Je toets hiermee wat je ziet, hoort of voelt. Op deze manier ben je aan het communiceren en hierdoor is de kans dat je de ander beter begrijpt groter.

Het observatieplan

  • Aanleiding van de observatie
  • Wie je observeert en wat je doel is
  • Hoe je gaat observeren en welke hulpmiddelen je gebruikt
  • Plaats, situaties, data, tijdstippen en wie er meewerken aan de observaties
  • Hoe de resultaten worden verwerkt
  • Met wie de resultaten besproken worden en wanneer

Aanleiding van de observatie:
Er achter zien te komen welke bewoner meer interactie wil dan de andere bewoner.
Observatiedoel:
Er voor zorgen dat de bewoner die minder behoefte heeft aan interactie, toch gestimmuleerd word om misschien wat vaker wat te ondernemen met een vrijwilliger of medewerker.
Hoe ga je observeren en welke hulpmiddelen je hebt gebruikt:
Ik heb ervoor gekozen om een participerende manier van observeren te hanteren. Als hulpmiddel heb ik de vrijwilligers gebruikt om informatie te krijgen over verschillende bewoners om zo tot een duidelijker beeld te komen. De vrijwilligers die wij hebben op locatie zijn er langer dat ik dat ben en weten goed te vertellen wie welke bewoner is en wat zijn/haar kenmerken zijn.
Participerende manier van observeren:
Door actief met de bewoners in gesprek te gaan en ze beter te leren kennen kom je er al gauw achter waar hun behoeftes liggen/lagen en kun je voor jezelf bedenken hoe je daar door middel van een activiteit op aan kan sluiten.
Plaats:
Icare Kloosterakker, Rondgang 7 Assen
Situatie(s):
De situatie was dat ik wilde weten welke bewoners welke interesses hadden, wie meer deel uit maakte aan bedachte activiteiten en wie juist minder, welke bewoners aandacht nodig hebben maar weinig krijgen en hoe ik ervoor zou kunnen zorgen dat bewoners die vrijwel nergens zin in hebben toch kan stimmuleren om deel te nemen aan activiteiten.
Data:

Tijdstippen:
Wie nemen er deel aan de observaties:

De bewoners, vrijwilligers, stagebegeleidster en medewerkers.
Verwerkte informatie / Met wie word het resultaat besproken en wanneer?
Alles word doorgegeven aan de hoofd activiteiten begeleider. De hoofd activiteiten begeleider pakt dingen op die opvallend zijn en die bij haar gemeld worden. Zij meld dat dan op de woning, zet dit in haar notities of in het ernstige geval gaat ze naar de manager.

Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)?

Na aanleiding van de observatie is de vraag aan een bewoner geweest:
- Hoe kan ik ervoor zorgen dat we samen een keer wat gaan ondernemen?
- Heb je ergens lichamelijk last van, waardoor het lastig is om ergens mee aan deel te nemen?
- Vind je de bedachte activiteiten niet leuk? Zo nee, wat zou je dan wel willen doen?

Ook door in gesprek te gaan met de verzorgers van de woningen kun je er beter achter komen wat de behoeftes zijn van de bewoners. Met deze informatie is het misschien gemakkelijker om een interactieve activiteit te bedenken waarbij meerdere bewoners aan mee willen doen.

Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart?

Een Sociaal systeem is een meerderheid van personen die met elkaar in interactie staan waarbij zij zich onderscheiden van de omgeving.

Een Sociaal systeem kan verschillen uit kleine groepen en organisaties tot gehele samenlevingen.

Een sociaal systeem breng ik in kaart door gebruik te maken van een ecogram. Een ecogram heeft de vorm van een cirkel. In die cirkel staat bijvoorbeeld de naam van een client. Om die cirkel cirkel staan allerlei andere cirkels. Die cirkels bestaan uit persoonlijke contacten of praktische contacten. Dit zijn collega's, vrienden, familie, medebewoners, fysiotherapeuten, huishoudelijke of verzorgende medewerkers.

Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse?

Dit onderscheid ik door te kijken naar wat voor de client echt belangrijk is, hoe ik dit ga aanpakken en op welke momenten ik dit ga doen. Als ik dit weet dan weet ik dus wat de hoofdzaak is. ( waar het voor de client om draait ).

Voorbeeld: Mevr S is na dat ze heeft gegeten onrustig en wil dan het liefst een wandeling maken naar haar eigen huis ( waar ze altijd heeft gewoond ). De hoofdzaak in dit verhaal is dus hoe er voor gezorgd kan worden dat Mevr S niet meer onrustig is en wat je kan aanbieden omdat onrustige gevoel bij haar te verminderen.

Een bijzaak in zo'n situatie is dan hoelang zoiets gaat duren het feit blijft dat er iets aan gedaan moet worden en je gaat kijken welke manier daar het beste bij aansluit. 

Hoe rapporteer je?

Doel rapporteren:
- Informatie over voortgang of ontwikkeling van een persoon in kunnen zien
- Informatie over bijvoorbeeld incidenten terug kunnen vinden
- Overdracht naar collega's

Bij het rapporteren hou je er rekening mee dat je korte zinnen noteert, specifiek bent en concreet.
Wat je hierbij kan helpen is:
- 5 w vragen
- STARR Methode

Rapporteren wil zeggen dat je verslag uitbrengt van je bevindingen. Je kunt dit schriftelijk doen of mondeling.
Voorbeelden van wat je zou kunnen rapporteren:
- Een vergadering
- Een gesprek
- Een uitstapje

Eigen ervaring met rapporteren:
Ik heb tijdens het sollicitatiegesprek van stage heel veel informatie gekregen over de locatie, werkwijze, verwachtingen, bewoners, collega's en omgeving dat dit teveel was om te onthouden en uiteindelijk verslag van te maken. Ik heb er toen voor gekozen om dingen te noteren om ook tijdens het gesprek vragen te kunnen blijven stellen zodat ik belangrijke onderwerpen niet zou vergeten. Hierdoor houd je langer de concentratie vast, onthoud je dingen beter en vergeet ik dingen ook minder snel.

- Hierdoor kon ik het later terug lezen
- Me goed verdiepen in de doelgroep zodat ik ook weet waar ik rekening mee moet houden
- Zo laat je zien dat je inzet toont, initiatief neemt en actief luistert

Met wie werk je samen? (verschillende disciplines)

Ik ben zelf werkzaam bij Icare als activiteitenbegeleider voor dementerende ouderen. De locatie is gevestigd in Kloosterakker binnen de Rondgang in Kloosterveen ter Assen. Er zitten verschillende locaties van Icare gevestigd in Assen die onderling veel contact hebben om alles in zo goed mogelijke banen te begeleiden.

De mensen met wie ik samenwerk zijn:

Mijn stagebegeleidster
De huishouders
Vrijwilligers van de activiteitenbegeleiding
De allround medewerkers

 

Hoe stem je af in het multidisciplinaire team?

Afstemmen binnen het team doe je door goed met elkaar te communiceren. Dit kan je doen door een logboek bij te houden zodat iedereen in kan zien wat de stand van zaken is en hoe bepaalde dingen zijn gelopen of door iedereen hun eigen ervaring met bepaalde situaties te laten opschrijven en daarbij een vergadering plannen zodat je altijd van elkaar weet dat alle neuzen dezelfde kant op staan.

Het is heel belangrijk om van bewoners te weten met welke dingen je rekening moet houden. Bij mij op stage houden ze alle informatie bij door alles te vermelden op een online logboek van de organisatie. Zo kunnen alle medewerkers die toestemming hebben in zien wie welke bewoner is, wat ze wel of niet leuk vinden, hoe je ze het beste kan benaderen, bepaalde gebeurtenissen op de woningen kun je daar terug lezen en wie er die dag aan het werk zijn geweest.

Als ik tegen bepaalde dingen aanloop die ik lastig vind, dan meld ik dit bij mijn begeleidster en gaan we door middel van een gesprek kijken naar hoe we dat kunnen veranderen. Ook als ik het idee heb dat ik misschien iets extra's kan betekenen voor een bepaalde bewoner, dan breng ik dit ook in bij mijn begeleidster. Zo laat ik ook zien dat ik gemotiveerd ben en initiatief toon.

B1-K1-W2

Wat is ondersteunen? En welke verschillende vormen zijn er?

Je hebt verschillende soorten ondersteuning namelijk:
- sociale ondersteuning ( door bijvoorbeeld het maken van een praatje )
- Ambulante ondersteuning ( ondersteuning bij een dementerend familielid )
- Een maatje ( zo krijgen bewoners die weinig bezoek hebben toch hun nodige aandacht )
- Rouwbegeleiding ( op het moment dat er sprake is van een overleden persoon, dan worden de naasten opgevangen om alles goed te kunnen verwerken )
- Thuisadministratie ( ondersteuning bij het financiele gedeelte )

Bij ons binnen de organisatie zijn wij als activiteitenbegeleiders veel bezig met het proberen te onderhouden van de sociale contacten van de bewoners. We zorgen ervoor dat de bewoners de kans krijgen om hun woning uit te komen en gezellig met elkaar bij een te komen om bijvoorbeeld een gezamenlijke activiteit uit te voeren naar de behoeftes van de bewoners.

Ik als stagiaire probeer bij momenten dat er niks te doen is, bezig te zijn met eventuele individuele momenten met een bewoner. Zo leer ik een bewoner persoonlijk beter kennen en kan ik alle focus op een persoon leggen en uitgebreider te werk gaan. Dit wil zeggen dat ik meer tijd en ruimte heb om in gesprek te gaan met een bewoner en langer de tijd heb om een activiteit uit te voeren.

Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?

Onder persoonlijke verzorging wordt alles verstaan wat tot de lichamelijke verzorging hoort. Denk hierbij aan:
Het wassen
- Tanden poetsen
- Aankleden 
- Haren kammen
- Wonden verzorgen

Dit kun je ook zien als algemene alledaagse levensbehoeftes. Dit is iets wat bijna iedereen elke dag doet en bij onze organisatie worden de bewoners daarbij graag een handje geholpen.

Hoe zorg je ervoor dat een client zoveel mogelijk eigen regie behoud?

Eigen regie is het vermogen van eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk, sociaal en psychisch opzicht.

Dit bieden wij aan binnen onze organisatie door keuzes die de bewoners kunnen maken, laten maken. Als wij als medewerkers, stagiaires of vrijwilligers alles gaan beslissen voor de bewoners is de kans dat ze op latere leeftijd steeds minder zelf kunnen erg groot en dat wil je zoveel mogelijk zien te voorkomen. Je overlegt met de bewoner wat hij/zij wil doen en wanneer hij/zij dat wil doen, laat bijvoorbeeld dingen zelf oppakken door zelf haar/zijn brood zelf te smeren en zelf laten kiezen wat hij/zij er op wil hebben en laat de bewoner dat zelf pakken ( onder eventuele toezicht en ondersteuning ).

Hou bouw je een vertrouwensband op?

Je bouwt een vertrouwensband op met een bewoner door verhalen met elkaar te delen en een luisterend oor te bieden. Je laat merken dat je er voor die persoon wil zijn en wat voor de mensen daar over hebt. Je helpt hem of haar als daar naar gevraagd word en ondersteunt ze waar dat hard nodig is.

Het is belangrijk dat je betrouwbare informatie alleen deelt met de mensen die daar wat mee nodig hebben. Als stagiaire vind ik het belangrijk om bepaalde informatie waarbij ik mijn vraagtekens bij heb te delen met mijn begeleidster. Die kan mij hier dan bij helpen en ondersteunen wat ik daar in het vervolg zelf mee kan.

Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?

Signaleren is eigenlijk het opmerken van het bepaalde gedrag. Dit gebeurt omdat je betrokken bent bij zo'n situatie en merk je dat op. 

Observeren is het bewust letten op het gedrag wat je ziet. Je gaat er bijvoorbeeld bij zitten en schrijft letterlijk op wat je ziet.

Interpeteren is de manier waarop je de situatie hebt ervaren en hoe het bij jouw is overgekomen.

Deze punten doe je door betrokken te zijn bij een bewoner waarbij dit voor zou kunnen komen. Je gaat dan bewust kijken naar het gedrag van de persoon en wat je er allemaal aan opvalt. Daarbij kan het voor iedereen anders zijn hoe bepaalde dingen overkomen. Dus is het daarbij handig dat je met meerdere collega's die hier ook bij betrokken zijn geweest of het overeenkomt en of je daarin op 1 lijn zit.

Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan?

Persoonlijke verzorging kun je aanleren door:
Het voor te doen
- Het gezamenlijk doen en helpen als het een bewoner iets niet lukt
- Uitleg geven bij het gene wat je gaat doen
- Voorbeelden geven
- Materialen voor de persoonlijke verzorging laten zien en kijken hoe daar op gereageerd word, aan de hand daarvan kun je een plan op stellen wat voor begeleiding je erbij kan bieden

Ook door aan te geven wat persoonlijke verzorging met je doet kan je een bewoner daarin misschien stimuleren en verder begeleiden.

 

Wat is regie op eigen leven?

Eigen regie gaat om het zelf beslissen over je leven en zorg en ondersteuning daarbij.

Centraal staat: wat wil ik?

Eigen regie is: het vermogen om je eigen leven en noodzakelijke ondersteuning te regelen en het praktische vermogen om jezelf te redden in lichamelijk, sociaal en psychisch opzicht.

Hoe en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes?

Bij ons zijn er verschillende bewoners die nog behoefte hebben aan beweging. Denk hierbij aan fietsen of lopen. We hebben bij binnenkomst van het gebouw een fysioruimte waar verschillende materialen staan om deze mensen dat daadwerkelijk te kunnen laten doen.

Er staat een hometrainer waar mensen gebruik van kunnen maken, een loopgedeelte waar ze op kunnen steunen om bijvoorbeeld hun heupen soepel te maken en gewichten om ervoor te zorgen dat hun spieren niet verslappen.

Iedere vrijdag loop ik ook mee met de bewegingsagoog en halen verschillende bewoners op om daarmee te bewegen. Met de ene bewoner maken we een wandeling door het gebouw, lopen we trap en met de andere bewoner gaan naar fysioruimte of maken we een wandeling om de vestiging heen. Het verschilt per bewoner wat voor beweging ze nodig hebben en overleggen daarin goed met de bewoner zelf maar ook met de verzorging om te kijken of het voor dat moment haalbaar en verstandig is.

Hoe ga je om met intieme situaties?

Omgaan met intieme situaties verschilt per persoon/bewoner. Als een bewoner een gesprek met je start over een intieme situatie luister ik aandachtig naar wat die persoon mij te vertellen heeft en neem het uiterst serieus. Vooral omdat dit voor bepaalde mensen een erg gevoelig onderwerp kan zijn, is het belangrijk dat je het serieus neemt.

Mocht er een situatie plaats vinden waarbij het voor mezelf ongemakkelijk word, dan bespreek ik dit met mijn stagebegeleidster om te kijken hoe ik hier in een andere situatie anders mee op zou kunnen gaan en als ik het gesprek niet aan wil/kan gaan hoe ik dat zo min mogelijk laat merken.

 

Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar?

Het bespreekbaar maken van een intieme situatie zou ik doen door specifiek te kijken naar de bewoner. Aftasten hoe de bewoner is en te kijken of je vragen kan stellen en dat je gaat kijken naar wat voor vragen je gaat stellen. Je luistert naar zijn/haar verhaal en laat merken dat het je interesseert. 

Omdat het een lastig onderwerp kan zijn voor een persoon is het belangrijk dat je je inleeft in de persoon, je kan vragen of je misschien iets voor die persoon daarin kan betekenen en bespreek dit met een collega om te kijken of ze er wat mee kunnen doen.

Hoe waarborg je de privacy van een client?

Dit waarborg je door informatie over een bewoner alleen te bespreken met mensen die dat ook daadwerkelijk iets aan gaat. Je bent op je werk en bespreekt dat dus ook alleen met collega's die met de bewoner(s) iets te maken hebben.

Foto's van een bewoner mogen alleen worden geplaatst met toestemming. Daarbij is het ook van belang dat je dat ook eerst overlegt of je foto's mag maken. Zaken die prive met jouw besproken zijn houd je ook ten alle tijden binnen de organisatie. Dit is het belang van de organisatie. Als je een verslag moet schrijven voor je schoolwerk of omdat je een rapportage moet maken noem je de bewoner ook de heer of mevrouw met de achternaam.

Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?

Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?

Hier sluit je op aan door te overleggen wat uberhaupt de mogelijkheden zijn en wat je daarin voor een bewoner kan betekenen. Hierbij houd je dus rekening met de wensen van een bewoner en sluit je daar op aan.

Leef je in een bewoner in om er achter te komen hoe de beleving is voor die persoon. Bespreek dit met familieleden, medewerkers en met de bewoner zelf. Zo kun je elkaar beter begrijpen en een betere band met elkaar opbouwen. Als je een goeie band hebt met een bewoner en je bent aanwezig en er is een gezamenlijke activiteit gepland, voelt zo'n bewoner zich ook sneller geroepen om deel te nemen aan zo'n activiteit omdat deze persoon weet dat er iemand is waarbij hij/zij zich vertrouwt voelt.

B1-K1-W3

Hoe ga je in gesprek met de client?

Een goed gesprek met een client is je bezig houden met de gevoelens en behoeftes van die persoon. Je vraagt hoe het gaat met de persoon en weet passende antwoorden te geven op wat je verteld word. Daarnaast kun je ook adviezen geven om een bepaald probleem op te kunnen lossen. Je luistert aandachtig en laat merken dat je je verdiept in de client door bijvoorbeeld dingen te delen die passen bij het gesprek en dat je jezelf herkent in de ander.

Voorbeeld:
Ik heb een gesprek gevoert met een vrouwelijke bewoner en gevraagd hoe het met haar was. Nu door de corona merk je dat bewoners onrustiger worden en zich beginnen te vervelen. Omdat ze de coronasituatie niet begrijpen worden bewoners ook sneller geirriteerd en weten ze vaak niet hoe ze er mee om moeten gaan. Ik heb gevraagd hoe het nu met de bewoner is en wat haar dwars zit. Ze vertelde dat ze zich erg verveeld en wat meer zou willen ondernemen aan activiteiten/bezigheden. De bedoeling is dan ook om individuele momenten met haar in te lassen zodat ze toch bezig kan blijven.

Vanuit welke methodiek ga je het gesprek voeren?

De stappen die ik zet bij het voeren van gesprek zijn:
Open vragen ( zo kunnen mensen toelichting geven )
- Reflectief luisteren ( je toont begip, houd de snelheid en diepgang in het gesprek )
- Bevestigen

Samenvatten

Je wil bij een gesprek een zo'n duidelijk mogelijk beeld krijgen van een bepaalde situatie of persoon. Dus dit is voor mij hoe ik dan het beste een gesprek kan voeren om duidelijkheid te krijgen.

Bij een gesprek met een bewoner stel ik dus open vragen. Hierbij kunnen ze uitgebreid antwoord geven waardoor het verhaal voor mij duidelijk word. Ik toon daarbij begrip en laat merken dat ik aandachtig luister. Daarbij is het belangrijk om bij dementerende het tempo er wat in te houden om er voor te zorgen dat ze hun aandacht erbij blijven houden. Ik bevestig het verhaal door het te herhalen en te vragen of ik nog dingen heb gemist. Dit schrijf ik dan op in een document om er voor te zorgen dat ik het niet vergeet voor een eventuele rapportage.

Hoe zet je de client in de eigen kracht?

We zetten een bewoner in eigen kracht door aan te moedigen. Als we zien dat een bewoner ergens moeite mee heeft en er word gezien dat waar de bewoner moeite heeft ineens lukt, dan zeggen we dat om de bewoner te motiveren en een goed gevoel te geven.

Ook is het belangrijk dat we een bewoner zelf dingen laat oppakken en aangeven om hun te laten weten dat ze hun eigen inbreng kunnen geven en dat daar dan ook wat mee gedaan kan worden. Het smeren van hun eigen brood en het zelfstandig naar het toilet gaan zijn ook punten waarin we de bewoner in hun eigen kracht zetten om ervoor te zorgen dat ze zover als mogelijk zelfstandig blijven. Dat is voor de bewoners fijn want ze zijn niet afhankelijk maar tegelijkertijd ook voor het personeel, die hoeft hun niet helemaal dwars te werken.

Wat is een optimaal ( huishoudelijk ) leefklimaat?

Een optimaal huishoudelijk leefklimaat:

- Bewoners hebben een schone kamer
- Hebben hun eigen verzorgingsproducten
- Eigen ruimte om zich kunnen terug te trekken
- Netjes, schoon en opgeruimde omgeving
- Ondersteuning van medewerkers ( waar nodig )

VB:
De kamer van de bewoner word elke dag afgenomen met een doekje door een medewerker en 1x in de week grondig schoon gemaakt en word alles van zijn plek gehaald om overal goed bij te kunnen. De bewoners kunnen aangeven wat ze willen hebben aan verzorging voor hun zelf zodat het besteld kan worden en ze het weer op voorraad hebben. Als een bewoner hulp nodig heeft bij bijvoorbeeld het plassen dan kunnen ze om hulp vragen en worden ze daarbij ondersteunt. Niet alleen de woning van de bewoners is schoon maar ook de gezamenlijke ruimte word goed onderhouden en netjes gehouden zodat mensen daar prettig kunnen zitten. In een normale situatie ( zonder corona ) kan het bezoek wat komt gezellig met de bewoner in de gezamenlijke ruimte komen om wat te komen eten, drinken en gezellig te doen met elkaar. Als een bewoner behoefte heeft aan rust en even geen drukte om zich/haar heen wilt kunnen ze zich op eigen kamer terug trekken en even hun eigen doen.

Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen wonen en het huishouden te kunnen doen?

Bij onze organisatie woon je op je eigen woning en geeft familie/bezoek of als de bewoner dat nog zelf kan, door wat hij/zij besteld moet hebben. Sommige bewoners gaan nog gezamenlijk met een medewerker zelfstandig boodschappen doen maar er zijn ook bewoners die dat niet meer kunnen en daar dus ondersteuning bij krijgen. De bewoners krijgen gewoon zelf hun geld en word vaak ingehouden door familie of in overleg door de organisatie. 

Als je dit al zelf wil kunnen moet je weten:
- Hoe je het financiele plaatje rond krijgt
- Je zelfstandig je bezittingen schoon maakt en opruimt

Je voor je eigen eten moet zorgen
- Je zelf persoonlijke moet schoonhouden
- Als je medicijnen hebt, weet je welke medicijnen je wanneer moet in nemen

 

Welke mogelijkheden zijn er om een cliënt te ondersteunen/begeleiden in gedrag?

Dit kun je stimuleren door gebruik te maken van een beloningssysteem. Negatief gedrag negeren en positief gedrag stimuleren.

Als een bewoner continu wegloopt van de woning omdat de bewoner geen zin heeft om te luisteren kun je ervoor kiezen om een compromis met die persoon te sluiten. Dit kun je doen door bijvoorbeeld gezamenlijk iets te doen wat de bewoner leuk vind. Je zegt tegen de bewoner als je nou terug komt naar de zaal, gaan we zo samen doen waar jij zin in hebt. Zo stimuleer je dan dat de bewoner niet wegloopt van de woning en dit misschien wel helemaal niet meer gaat doen door dit herhalen als dit plaats vind.

Hoe realiseer/stimuleer je ander gedrag bij de cliënt?

Voorbeeld stimuleren ander gedrag bij client:
Dit doe ik door bij een bewoner die negatief denkt over een bepaalde situatie, er een positieve draai aan te geven. Ook probeer ik me in te beelden waarom het voor de bewoner een vervelende situatie is en probeer daarin de vervelende gedachtes van de situatie om te zetten. Ik zet de gedachtes van de bewoner om door bijvoorbeeld afleiding te zoeken. Dit kan door bijvoorbeeld even een stukje te lopen, wat te drinken samen, een spelletje te doen of bijvoorbeeld door oude foto's te bekijken die voor de bewoner erg belangrijk is. Zoek in ieder geval iets waarin de bewoner geinteresseerd is en heb het daar samen over.

Gedrag stimuleer je door:
- Bespreekbaar maken van het gedrag
- Te kijken naar positieve punten
- Denken in oplossingen en niet in problemen
- Houd rekening met eventuele gebeurtenissen in het verleden ( als ze die nog weten )

Hoe geef je feedback?

Formule voor het geven van feedback:

- Beschrijf veranderbaar gedrag
- Beschrijf concreet en specifiek gedrag dat je zelf hebt gezien of gehoord
- Gebruik een ik-boodschap ( vanuit jezelf )
- Geef aan welk effect dat gedrag op je heeft
- Laat je gesprekspartner reageren
- Vraag om het gewenste gedrag
- Verken samen oplossingen of achtergronden

Door feedback maak je het mogelijk om gedrag en handelen in de toekomst aan te passen en samenwerking te verbeteren. Feedback kan zorgen voor inzicht in het gedrag van anderen en in het doel van hun gedrag. Door feedback te geven maak je bespreekbaar hoe dat gedrag op jouw overkomt.

Je geeft altijd feedback op iets wat iemand gedaan heeft en niet op hoe hij/zij is. Het heeft weinig zin om tegen iemand te zeggen dat ze altijd zo zit te stotteren, want daar kan ze waarschijnlijk weinig aan doen. Beschrijf alleen gedrag dat iemand kan veranderen.

Wij geven elkaar ook in de organisatie op deze manier feedback om de kwalitiet van de werkzaamheden te verbeteren. Hiervoor worden vergaderingen georganiseerd om alles te behandelen en gezamenlijk tot een standpunt te komen. Daarnaast spreken medewerkers elkaar aan op opvallend gedrag, word daar niks mee gedaan dan word dit gemeld aan iemand die hoger op staat. Het is belangrijk om het op een respectvolle manier aan te geven en door niet in de aanval te schieten. Zeg hoe jij het anders had gedaan en wat je is opgevallen, dan is het normaal dat de tegenpartij daar dan informatie uit ophaalt en het een volgende keer op een andere manier te doen.

B1-K1-W4

Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?

Je ondersteunt hierbij door in gesprek te gaan met de bewoner en te overleggen met collega's welke mogelijkheden je daarin kan bieden.

Wij hebben hier binnen de organisatie ook een bewoner die vaak nee zegt wanneer we de bewoner komen ophalen om te bewegen. Deze persoon is goed te been en het is voor hem erg belangrijk dat hij in beweging blijft om alles zo soepel mogelijk te houden. Wij luisteren naar de bewoner maar ook naar de verzorging, als zij zeggen dat het verstandig om hem in beweging te houden dan gaan we kijken op welke manier we dat kunnen aanbieden en op welke momenten we dat doen. Als de bewoner bijvoorbeeld niet wil fietsen kunnen we kijken of we het dan kunnen oplossen door bijvoorbeeld te gaan wandelen en daarbij verschillende manieren bij te vinden waardoor hij wel uitgedaagd word. Als de bewoner aangeeft echt niet mee te willen proberen we toch te stimuleren en de bewoner mee te krijgen maar we dwingen niet. Als de bewoner geen zin heeft, kan dat ook te maken hebben dat er niet goed geslapen is en dan is rust ook erg belangrijk.

Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?

Dagbesteding bij ons is het aanbieden van activiteiten wat voor alle bewoners leuk is en waar afwisseling in is. De woningen worden dan uitgenodigd waarbij de bewoners dan zelf kunnen kiezen of ze willen komen of niet. De bewoners proberen wij zoveel mogelijk hun eigen keuzes hierin te laten maken. Alleen als wij merken dat een bewoner ongelukkig word omdat hij of zij vrijwel niemand ziet door de weeks. Dan gaan we kijken naar bijvoorbeeld 1 op 1 momenten waarbij ook de bewoner mag kiezen wat hij/zij het liefst wil doen op dat moment.

Wel zijn er voor alle bewoners een vast schema als het gaat om eten, wassen, drinken, aankleden etc.

Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?

Dit stimuleer ik door:

- In gesprek te gaan met de bewoner en te kijken naar een schema waarin de bewoner zelf kan invullen wanneer hij/zij wat wil gaan doen
- Er bij te begeleiden door af en toe langs te gaan en te vragen naar wat de bewoner wil
- Kijken of de bewoner iets leuk vind waar hij/zij sowieso mee bezig kan als deze bewoner zich een moment verveeld

Het verschilt ook per bewoner hoe je hem/haar benadert.
Wees altijd positief en benader een persoon ook op deze manier
- Laat zien dat je bereid bent te ondersteunen waar een bewoner dat graag zou willen
- Als je de bewoner niet goed kent, overleg dan met medewerkers van de woning zodat je weet waar je rekening mee kan houden

 

Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?

Een plan van aanpak gericht op de dagbesteding maak je door te kijken naar de wensen van een bewoner(s). Je kijkt naar wat alle bewoners leuk vinden maar ook of er bewoners tussen zitten die het misschien niet prettig vinden om in een grotere groep samen te komen. Met die bewoners kun je ervoor kiezen om een appart plan op te stellen waarbij je dan 1 op 1 momenten in plant en dan alleen bezig bent met de wensen en behoefte van die persoon.

Een plan van aanpak stem je af met meerder collega's om ervoor te zorgen dat je op 1 lijn zit. Tenzij het een 1 op 1 moment is dan laat je je werk evalueren en rapporteer je wat je gezien hebt om bepaalde dingen aan te kunnen passen om je werkzaamheden te verbeteren

Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?

Activiteiten die je toevoegt aan je plan van aanpak is geheel afhankelijk van de interesse, wensen en wat een bewoner daadwerkelijk nodig heeft. Als je gaat kijken naar het gezamenlijke gedeelte dan houd je rekening met de afwisseling van de activiteiten. Dit wil zeggen dat je iedere keer dat je een activiteit organiseert varieert in je activiteiten zodat er altijd iets aan bod komt wat de bewoner leuk vind en gestimuleerd word om mee te doen aan de gezamenlijke activiteiten. Als je gaat kijken naar individuele momenten met een bewoner dan ga je daarover in gesprek en ga je kijken wat een bewoner graag zou willen waarbij gaat kijken en overleggen of het haalbaar is en op welke momenten je daar mee bezig bent.

Gezamenlijke activiteiten bij ons zijn:
Muziek ( gezamenlijk onder leiding van een pianist mee zingen )
- Film ( een leerzame natuurfilm of naar iets naar wat de bewoners leuk vinden )
- Breimiddag ( waarbij de vrijwilliger/medewerkers/stagiaire helpen bij het in elkaar maken van een leuk breiwerkje. Met voorbeeldjes )
- Knutselen ( voor een ieder die zelf kan en mag verzinnen in overleg wat de bewoner zou willen maken )

Individuele Activiteiten:
- Samen een spel spelen ( voor dementerende ouderen is memorie iets waarbij je hun geheugen kan proberen te stimuleren maar het kan ook mens erger je niet zijn om lekker gezellig bezig te zijn )
- Wandeling maken ( met een bewoner een stukje te gaan wandelen en babbelen om een betere band op te bouwen en te luisteren naar de verhalen van de bewoner. Maar ook om de gewrichten en de spieren te blijven stimuleren )

Fietsen ( een frisse neus halen, de benen strekken of om even bij te kletsen. Zo ziet de bewoner ook nog iets anders dan alleen de binnenkant van de organisatie )

Hoe motiveer je een cliënt?

Een client kun je motiveren door zelf:
- Een open houding te geven
- Een bewoner positief te benaderen
- Enthousiaste houding hebben
- Laat merken dat je de bewoner graag bij de organisatie wil betrekken
- Serieus zijn als je het gevoel hebt dat je dat moet doen

Het hangt af van waarin je een client wil motiveren. Wil je een bewoner betrekken bij activiteiten dan kun je dat doen door een gesprek te voeren met de bewoner, rond te kijken in zijn/haar woning om erachter te komen wat die bewoner interessant vind of door foto's terug te kijken en daar iets uit proberen te halen. Vanuit daar kun je ook een groepsactiviteit verzinnen waarbij je de bewoner sneller kan betrekken omdat je weet dat hij/zij dat leuk vind of omdat de interesses daar liggen. ( dit is tevens de manier die wij op stage hanteren ).

Welke motivatietechnieken zijn er?

- Intrinsieke motivatie
Het is de beweegreden om een activiteit te ondernemen puur omdat de activiteit zelf leuk is en men uit het doen van de activiteit voldoening haalt.
- Identificatie
Een van de menselijke behoefte is de drang om bij een groep te behoren. Een groep geeft namelijk veiligheid, zekerheid en een bepaalde identiteit. Hierbij komen de doelen, normen en waarden van een individu in grote lijnen overeen met die van de groep.
- Introjectie
Introjectie is wellicht niet direct bekend bij vele. Het is toe te wijzen aan status. Deze type motivatie kan zowel positief als negatief zijn. Een negatieve vorm hiervan is de angst voor het verliezen van status. Een manager kan mensen op deze manier ‘motiveren’ om harder te werken. Dit is uiteraard geen wenselijke situatie. In positieve zin kan het zijn het behalen van een bepaald resultaat.
- Extrinsieke motivatie
Extrinsieke motivatie is een type motivatie waarbij niet de activiteit maar de beloning de hoofdrol speelt. Dit kan in de vorm van geld of andere waardemiddelen zijn. Extrinsieke motivatoren kunnen ook een gevoel van waardering, erkenning in zich hebben.

Het hangt van de bewoner af welke methode je toepast. De ene bewoner motiveer je door middel van beloning maar dat werkt niet voor iedereen hetzelfde binnen onze organisatie. We kijken dus concreet naar de bewoner en sluiten onze motivatiemethode daarop aan.

Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?

Als je bij een bewoner merkt hij/zij onrustig word door een verandering, dan maken wij dat binnen onze organisatie bespreekbaar en stellen de bewoner gerust. We geven aan dat er een wijziging plaat heeft gevonden ( door bijvoorbeeld het afzeggen van iemand die langs zou komen voor bezoek ) en dat er word nagedacht over een oplossing en dat het goed gaat komen. Een oplossing daarvan zou kunnen zijn:
Zelf even langs gaan bij de bewoner om wat te gaan ondernemen ( kletsen tijdens het wandelen, spelletje of iets dergelijks )

Als een bewoner wil praten over zijn of haar gevoelens dan nemen we daar de tijd voor. Het is onze taak om de bewoner een prettig gevoel te geven bij ons op de woningen en daar is dit een onderdeel van. Omdat het een lastige doelgroep is omdat ze het gesprek die je op zo'n moment voert na een aantal minuten weer zijn vergeten. Neem je ondanks dat wel de tijd om een luisterend oor te bieden en aan te tonen dat je meeleeft met de bewoner. 

Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?

Ontwikkelingsgerichte activiteiten zijn activiteiten die bij dragen aan de ontwikkeling van een of meerdere bewoners. Dit kan de cognitieve ontwikkeling zijn maar het kan ook de motorische ontwikkeling zijn. 
Zo heb je ook:


- De taalontwikkeling ( spraak ) 
- Psychosociale ontwikkeling ( ontwikkeling in relatie tot de sociale ontwikkeling )

Verschillende activiteiten die je daarvoor in zet zijn:
- Wandelen voor de motorische ontwikkeling
- Knutselen in groepsverband voor de psychosociale ontwikkeling
- Taalspelletjes voor de taalontwikkeling

Schilderactiviteit voor de cognitieve ontwikkeling
 

Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?

We begeleiden een bewoner hierbij door er bij te zitten en te ondersteunen als een bewoner er bijvoorbeeld niet uit komt. Je zit erbij, legt duidelijk uit wat de bedoeling is en vult aan als je het gevoel hebt dat dat nodig is. Het is daarbij belangrijk dat je die persoon serieus neemt, goed luistert naar wat zij willen dat je doet en kortsluit met collega's of zij nog ideeen hebben om het soepeler te laten verlopen. Je toont empathie ( je toont begrip en ondersteunt ) aan de bewoners. Laat merken dat je ze wil helpen. Probeer ze wel zoveel mogelijk te stimuleren om het zelf te doen zodat ze zoveel mogelijk zelfredzaam blijven.

In leersituaties is het belangrijk dat je in zo'n situatie duidelijk opschrijft wat de leersituatie is en welke leer er uit getrokken is in die situatie. Zo kun je het er een volgende keer weer bij pakken en weet je ook waar een bewoner tegen aan loopt. Zo is het voor een medewerker makkelijker om een bewoner te begrijpen, daarbij te helpen en het te stimuleren dat het een andere keer beter gaat. We kiezen er dan voor om er een activiteit aan te koppelen om het op die manier te stimuleren. Dit kan op allerlei gebieden zijn ook dat verschilt per persoon hoe daarmee om gegaan moet worden.

Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?

Methodisch werken met begeleidingsplan:

We stellen een plan op voor een bewoner op om concreet op papier te hebben hoe wij de ondersteuning gaan bieden, welke momenten we dat gaan doen en wat daarin nodig is.

Vraaggericht werken
Cyclisch werken 
( het doorlopen van een aantal stappen die je regelmatig evalueert )

1 Je verzamelt daarin eerst informatie van de persoon
2 Vast stellen van wensen, behoeften en problemen
3 Doelen vasstellen
4 Vaststellen en plannen van activiteiten
5 Uitvoeren van de activiteiten volgens planning
6 Evalueren en zo nodig bijstellen van de zorg en ondersteuning

 

B1-K1-W5

Hoe signaleer ik onvoorziene-en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?

Theoretisch: je gaat kijken naar het gedrag en de onderlinge sfeer in de groep of individu. In wat voor emotie zit de client, is er net iets gebeurt waar de client van bij moet komen of is er ruzie geweest tussen medewerkers en de client.

 

In de praktijk is het belangrijk om te weten wie de client is. Er word gekeken naar de onderlinge sfeer in de groep of de situatie van een client. Vanuit daar word dan gehandeld.

Hoe schat ik gevaar in voor de client, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?

Volgens de theorie kijk je naar de situatie van de gebeurtenis. Gevaar kun je voorkomen door genoeg personeel te hebben op de werkvloer. Zodat je genoeg ogen en handen hebt om het overzicht goed te hebben mocht er wat gebeuren. Daarbij is een goed opgeruimde omgeving ook van invloed op gevaarlijke situaties. Wanneer er veel voorwerpen staan binnen de plek waarin je je bevind dan is de kans op bijvoorbeeld gevaarlijke ongelukken veel groter.

 

Bij ons in de praktijk werken wij zoals staat in de theorie. Zetten genoeg personeel in en neem zelf ook initiatief de omgeving veilig te houden. Alles netjes op de plek terug zetten zodat er niet onnodig gevaar is.

Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn client?

Volgens de theorie doe je dit door de client rustig te houden. Ga in gesprek met de client met ook daarbij te vragen wat er precies aan de hand is. Zo krijg je verduidelijking over de situatie. Geef ook aan dat je de gevoelens van de client begrijpt maar geef ook aan wat de client eventueel anders had kunnen doen in de situatie met daarbij de uitleg dat de manier van handelen vanuit de client ook invloed heeft op de situatie.

 

Bij mij in de praktijk gaat die soms anders. Ik werk namelijk met dementerende ouderen waar het lastig is om de cliënten bewust te maken van hun eigen manier van handelen. Dit omdat ze het eigenlijk niet begrijpen en het weer vergeten.

 

Wij leggen in de crisissituatie uit wat zich afspeelt en lijden het gesprek naar iets anders omdat bewustwording lastig is. Echt communiceren met deze doelgroep in zo’n situatie is lastig.

Hoe maak ik een risicoanalyse?

Je maakt een risicoanalyse volgens de volgende stappen:

  1. Denk na over risicofactoren die jouw project kunnen belemmeren
  2. Bepaal wat er gebeurt wanneer deze gebeurtenissen zich voordoen
  3. Bedenk hoe groot de kans is dat deze gebeurtenis ook echt plaats zal vinden
  4. Zet de risico’s in volgorde van belangrijk tot onbelangrijk
  5. Kies welke risico’s je accepteert en voor welke je maatregelen neemt ( wilt nemen )
  6. Werk de maatregelen uit voor de meest belangrijke risico’s
  7. Maak een rapportage waarin je deze stappen en maatregelen beschrijft

 

Met dit stappenplan krijg je hulp om de belangrijkste risico’s voor je project/werkzaamheden/activiteit in beeld te krijgen en het effect daarvan te kunnen bepalen.

 

Ik zelf heb nog niet eerder zelf een risicoanalyse gemaakt. Mocht dit in de toekomst voorkomen gebruik ik dit stappenplan om goede structuur te houden in het maken hiervan. Het kan soms handig zijn om een klein voorbeeld te hebben wat er precies allemaal in verwerkt moet zijn om aan de eisen te voldoen.

Hoe hanteer ik mijn grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?

In de theorie staat dat je aangeeft in de crisissituatie dat je verteld wat de situatie met je doet en wat je graag anders zou willen.

 

Na de crisissituatie doe je dit door te evalueren met wat er gebeurt is, wat je anders zou willen en wat de situatie met je deed en waar je tegen aan liep.

 

In de praktijk doe ik en de organisatie dit ook door knelpunten te benoemen in een crisissituatie en daarbij te benoemen wat anders kan en wat ik vervelend vond in de situatie. Met betrokkenen kun je dan tot een punt komen wat je daarmee kan en hoe je het in het vervolg anders aanpakt.

Hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de client?

Theoretisch doe je dit door:

  • Geef aan bij de client dat de reactie die je krijgt niet past met hoe hij/zij hoort te reageren.
  • Geef aan bij de client dat de reactie die je krijgt niet past bij het gesprek die je met de client voert.
  • Geef aan bij de client dat de reactie die je krijgt onredelijk is en dat je de client juist probeert te helpen en dat je er niet bent om de cliënten te pesten.
  • Geef aan bij de client dat je de reactie die je krijgt ongewenst is en het gesprek stopt als er geen gehoor aan gegeven word.

 

Praktisch doen we dit op dezelfde wijze en benoemen dit ook naar cliënten. Ondanks dat het lastig is voor de doelgroep waarmee ik werk om dit te begrijpen, we geven wel aan als we iets onprettig vinden. Ook als een client onredelijk is.

Hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de client, de groep, collega’s en/of zichzelf?

Dit signaleer je in eerste instantie door genoeg personeel te hebben. Dit is belangrijk. Als je weinig zicht wanneer je met te weinig personeel bent is dat omdat je je ogen niet overal tegelijk kan zijn. Soms ben je druk bezig met een client en ontgaat je wat er achter je gebeurt.

 

Daarbij is het ook erg belangrijk om goed te weten wie de client is en hoe hij/zij kan reageren. Wanneer je dit niet goed in beeld hebt voor jezelf kan je misschien onnodig te heftig reageren op een situatie waarbij dat niet nodig is. Of wanneer een situatie toch uit de hand dreigt te lopen en je niet handelt omdat je denkt dat het wel goed komt en de client er niet op zal reageren.

 

Observeren is hierbij een handig hulpmiddel. Kijk naar het gedrag van een client. Waarom reageert hij/zij waarom hij/zij zo reageert. Ga hierover in gesprek om escalatie te voorkomen. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de client zo reageert omdat hij/zij zich niet gehoord voelt. Overleg goed met collega’s wat het beste werkt voor een client in een gevaarlijke situatie. Hoe kan ik de client rustig krijgen?

 

Signaleer bij een eventuele gevaarlijke situatie door te kijken wat er gebeurt. De lichaamshouding, de toon van de stem en de emoties die er bij komen kijken. Schat in wanneer je weet dat er een gevaarlijke situatie dreigt voor te komen hoe je gaat reageren. Neem de client mee, laat de client juist even met rust, ga in gesprek met de client, spreek de client op het moment zelf aan en roep een halt toe.

 

Ik heb dit in de praktijk zelf een keer opgelost door van gesprek te veranderen toen ik door had dat er een discussie ontstond. Ik had hierbij het gevoel dat het uit de hand zou gaan lopen omdat de stemmen werden verheft. Zo heb ik dit toen voorkomen en heb de cliënten toen beide aan een andere tafel neergezet.

Hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang?

Volgens de theorie is het belangrijk om een client bewust te maken van datgene waar de client tegen in gaat. Als praktisch voorbeeld: Een client niet wil douchen bijvoorbeeld is het belangrijk om uit te leggen waarom het de bedoeling is dat er gedoucht moet worden. Wat je niet mag doen is een client vastpakken en verplicht onder de douche zetten, de client bepaald altijd nog over zijn eigen keuzes alleen kan je daar wel in stimuleren.

Hoe observeer ik mijn client als er signalen zijn van dreigende agressie?

Als er signalen zijn van dreigende agressie, dan kijk je naar de volgende punten:

  1. Lichaamshouding
  2. Verbale communicatie
  3. De emotie waar hij of zij in zit
  4. Lichamelijke klachten ( is hij/zij nog mobiel )
  5. Losliggende voorwerpen in de omgeving waarin zich bevonden word

 

Ik noteer alles wat noodzakelijk is en grijp in als het uit de hand dreigt te lopen. Dit alles communiceer ik in de overdracht naar collega(‘s).

 

Bij ons in de praktijk word volgens deze wijze gewerkt en werkt erg prettig. In de praktijk worden de notities van de situatie vermeld in het dossier zodat alle andere betrokkenen van de client kunnen kijken of er misschien meer achter de gebeurtenis zit dan dat het lijkt.

Hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen?

Theoretisch doe je dit door te rapportaren tijdens je situatie zodat anderen een helder beeld krijgen van zulke situaties. Ook omdat je in zo’n situatie vaak handelt vanuit de stress, vergeet je soms wat er precies gebeurt is. Als je gelijk uitschrijft wat er is gebeurt, dan blijft het voor jezelf ook duidelijk. Communiceer ook tijdens deze situaties met de collega’s met wie je werkt zodat ze misschien tips kunnen geven terwijl je bezig bent. Soms ben je ergens mee bezig en vergeet je iets te doen wat eigenlijk een simpel is maar dat je dat door de stress vergeet.

 

Praktisch gebeurt dit binnen onze organisatie op dezelfde wijze. Omdat het soms heel hectisch is, word er genoteerd wat er in de stressvolle situatie allemaal gebeurt is. Ook voor collega’s die je overdragen zodat ze voorbereid zijn op bijvoorbeeld een client die nog in zijn/haar emotie zit omdat die client ook betrokken was bij de situatie.

Hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituaties snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie?

Volgens de theorie doe je dit door tijdig te overleggen met collega’s. Neem als praktijkvoorbeeld dat een client valt tijdens het lopen en je bent alleen. Ik kijk dan naar hoe de client er aan toe is en of de client in staat is om zelfstandig op te staan. Als ik dit gedaan heb, bel ik een collega om te komen helpen en het verhaal uit te leggen zodat ze dit kunnen rapporteren. Zo kan de zorg ook kijken naar bloedwaardes bij de client om blijvende schade te kunnen voorkomen.

Hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de client, collega’s en andere betrokkenen de crisissituatie.

Hoe de theorie zegt wat mij het meest aanspreek is door dit in een hier voor bedoelde aparte gesloten ruimte te gaan zitten. In dit gesprek leg je uit wat er is voor gevallen en geef je iedereen de ruimte om te kunnen zeggen wat hij/zij wil zeggen.

 

In de praktijk werkt dit bij ons volgens de zelfde manier. Zo behoud je ook de privacy van de betrokkenen en dit werkt gewoon fijn omdat je niet afgeleid word en je je volledig kan richten op het gesprek wat je gaat voeren.

B1-K1-W6

Welke overlegvormen zijn er?

De theorie zegt dat er verschillende overlegvormen zijn. Namelijk:

Werkoverleg

Managementvergadering

Directieoverleg

Functioneringsgesprek

Beoordelingsgesprek

Projectvergadering

 

Binnen de organisatie waar ik stage loop gebruiken ze voornamelijk het werkoverleg. Door punten aan te kaarten binnen het werkveld die goed gaan of verbeterd moeten worden. Functioneringsgesprek over hoe jij het doet als werknemer binnen hun organisatie.

Hoe stem ik informatie op adequate wijze af?

De theorie zegt hierover dat op het moment dat jij informatie gaat afstemmen met 1 of meerdere collega’s, dan houd je rekening met:

Respect voor elkaars opvattingen en waarheden

Een sfeer van onderling vertrouwen

Bereidheid om elkaar te volgen ( open houding )

 

Bij mijn stage-instelling brengen ze deze punten ook in de praktijk. Een voorbeeld hiervan is dat ik samenwerk met een collega die een bepaalde manier van werken heeft waar ik moeilijk mee uit de voeten kan. Het laatste punt, bereidheid om elkaar te volgen is hierin dus een verbeterpunt. Door hierover in gesprek te gaan, moet je dus tot een oplossing komen zodat je weer samen verder kunt. Dit lukt in de praktijk dus soms lastiger als er 1 van de 2 niet flexibel is om tot een gezamenlijke oplossing te komen.

Wat is effectief communiceren?

De theorie zegt hierover welke communicatietechnieken je hiervoor kan gebruiken. Namelijk:

Tijdens het gesprek, stop je de spreker om vragen te stellen om extra verduidelijking te krijgen.

Je let op non-verbale communicatie. Het maken van oogcontact, met je hoofd knikken en je lichaamshouding.

Wees een actieve luisteraar. ( hmhm, jaja, ja-knikken ).

Vat samen om te kijken of je het begrijpt.

 

Dit breng je in de praktijk door letterlijk deze stappen bij langs te gaan en te gebruiken tijdens zo’n gesprek. Binnen onze organisatie tijdens vergaderingen word dit ook ingezet om een zo’n duidelijk mogelijk verhaal over te brengen, ook zodat iedereen elkaar begrijpt.

Hoe streef ik doelbewust naar overeenstemming tussen verschillende partijen, rekening houdend met mogelijkheden, eisen, prioriteiten, wensen en behoeftes van betrokkenen?

Volgens de theorie doe je dit door af te wegen wat er van betrokken partijen word gezegd. Je moet je wel houden aan de eisen van de organisatie etc. maar je kan hier wel rekening mee houden door te luisteren naar wat de betrokkenen te zeggen hebben en vanuit daar afspraken te maken waarbij beide partijen krijgen wat ze hebben aangegeven.

 

Bij ons in de organisatie werken wij door tijdens vergaderingen dit soort punten bespreekbaar te maken. Dus zoals de theorie zegt, aangeven hoe je als betrokken partij iets vind of wil zodat er gekeken kan worden wat er met je suggestie gedaan kan worden.

Hoe voer ik tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen?

De theorie zegt hierover dat wanneer er knelpunten zijn of belangrijke dingen die besproken moeten worden dat je dit aangeeft en hierover in gesprek gaat. Vaak word er dan een afspraak ingepland of word er in de pauze overlegt.

Een voorbeeld hiervan kan zijn:

Je hebt een client waarvan de medicatie moet worden verhoogd ( pijnstilling ). Dit op doktersadvies. Je moet hiervan de familie, betrokken collega’s en de client op de hoogte stellen zodat zij hier ook vanaf weten. Je zoekt contact op met de familie doormiddel van mail of telefonisch contact, collega’s breng je op de hoogte doormiddel van een overdracht of in een ( korte ) vergadering. Tevens is dit ook hoe dit in de praktijk er aan toe gaat.

Hoe sta ik open voor meningen, ideeën en feedback van anderen?

Volgens de theorie sta je open voor elkaars input. Je kunt veel van elkaar leren wat betreft werk. Hierbij heb je een open houding, geeft het aan als je iets wel of niet begrijpt. Zo laat je zien dat je luistert en ook open staan voor de input van een ander.

 

In de realiteit gaat dit soms wat lastig doordat er persoonlijke gevoelens bij kunnen komen kijken. Dit kan te maken hebben met het feit dat 2 collega’s elkaar misschien niet zo goed liggen en hier niet goed over kunnen praten. Dan is het vaak handig om elkaar feedback te geven met een tussen persoon en daar afspraken over maken. Dat kan zijn wanneer iets opgemerkt word dat dit dan door gegeven word aan iemand die hoger op staat om dat vervolgens te communiceren met de desbetreffende persoon. Bij onze organisatie behandelen we dit zoals beschreven staat in de theorie alleen zoals beschreven staat lukt dit dus niet altijd.

Hoe formuleer ik duidelijke en haalbare doelen?

Volgens de theorie kun je dit het beste formuleren door de SMART methode hiervoor te gebruiken. Zo heb je heel mooi duidelijk beschreven welke stappen je gaat ondernemen. De SMART methode staat voor:

S à Specifiek

M à Meetbaar

A à Acceptabel

R à Realistisch

T à Tijd – gebonden

 

Je gaat per onderdeel van het woord langs waarom het doel haalbaar is, binnen hoeveel tijd je dit wil bereiken, hoe je het gaat realiseren en wat je tussentijds gaat doen om te controleren of er vooruitgang te zien is. ( wat het doel ook mag zijn )

 

Bij onze organisatie werken wij niet volgens een methode maar bespreken we dit in vergaderingen hoe we de doelen gaan behalen door middel van de 5W vragen. Waarbij medewerkers die te maken hebben met bijvoorbeeld een client waarvoor doelen moeten worden opgesteld hier op kunnen reageren tijdens zo’n vergadering.

Hoe hou ik rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit?

Theoretisch kun je dit bijvoorbeeld doen door het maken van een planning. Je gaat dan per dagdeel of tijd langs je planning en ga je kijken wat je om die tijdstippen moet doen. Dit doe je dan om ervoor te zorgen dat je alles op het einde van de dag toch klaar hebt en je niet in al teveel tijdsnoot komt te zitten met andere eventuele overige werkzaamheden. Zo neem je meer tijd voor je werkzaamheden doordat je structuur hebt, dus is het resultaat uiteindelijk ook beter. Je hoeft het namelijk niet snel even te doen.

 

Bij ons in de praktijk houden we hier rekening mee door met de collega’s met wie je samenwerkt een goede afstemming te maken wie wat op welk moment gaat doen. Tijdens de rust momenten ( pauzes ) word er besproken wie waar gebleven is met haar of zijn werkzaamheden om een afweging te maken wat er durende de dag nog gebeuren moet. Vaak krijg je wel hoogte op zo’n moment of je een beetje vaart moet zetten of dat je nog meer dan genoeg tijd hebt om verder te gaan met het werk waar je mee bezig bent.

Hoe bouw ik professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking

Theoretisch doe je dit door in gesprek te gaan met de betrokken collega’s waarmee je samen moet werken als je ergens tegen aan loopt, verbetervoorstellen hebt, je iets wilt weten maar ook door een stukje persoonlijke interesse te tonen door tijdens het werk ook wat gemakkelijker met elkaar om te kunnen gaan. Soms heeft iemand bijvoorbeeld zijn of haar dag niet en als je dan weet ( oppervlakkig ) waardoor dat komt, dan weet je waarom iemand reageert zoals hij/zij reageert en kun je dit op zo’n moment makkelijke bespreekbaar maken.

 

Bij onze organisatie in de praktijk doen we dit door dus in gesprek te gaan met betrokken collega’s om knelpunten te bespreken, verbetervoorstellen bespreekbaar te maken hoe we dingen anders zouden kunnen aanpakken voor kwaliteitsverbetering, je aan elkaar voor te stellen zodat je van elkaar een beeld heb wie je bent en waar je vandaan komt.

B1-K1-W7

Onderzoek verschillende methoden van evalueren:

Voorbeelden van evaluatiemethode:

  • Procesevaluatie:

Bij procesevaluatie krijg je inzicht in het verloop van het project, het verloop van de activiteiten uit het activiteitenplan, de samenwerking met betrokken partijen, de kosten van het project, de benodigde tijd van het proces en het aantal mensen dat bereikt is.

  • Effectevaluatie:

In de effectevaluatie staat wat de reden is van de evaluatie, hoe de evaluatie is verlopen en krijg je vooruitblik over wat er nog gaat komen.

 

Methodes die je hierbij kan toepassen zijn:

  1. Een enquête. Hiermee kun je meerdere personen tegelijk bereiken met vragen over meerdere onderwerpen.
  2. Een open interview. In het interview stel je vragen aan mensen over verschillende onderwerpen. Zo kunt je meningen en ideeën delen en inzetten voor verbetering.
  3. Observeren. Dit is geschikt om een snelle indruk te krijgen van een proces.

 

In de praktijk ben ik het meest bekend met de procesevaluatie. Als stagiaire dagbestedings-coach is het van belang dat je het inzicht hebt over uitgaven, samenwerkingen en de tijd die je ergens voor nodig hebt. Omdat je met een grote groep mensen te maken krijgt is het dus belangrijk om een goed overzicht te hebben zodat je ook kan aantonen wat het inhoud. Ik zelf werk hier ook mee en werkt voor mij erg prettig.

Hoe maak je een evaluatieverslag en wat staat daar in?

In het evaluatieverslag beschrijf je voor welk probleem je gesteld stond, hoe je het probleem oploste en wat de uitkomst daarvan was. Ook de adviezen, oproepen en stellingen kun je hierin verwerken om helderheid te krijgen over hoe anderen over de situatie denken en hoe zij hierin zouden handelen. Je kunt altijd van elkaar leren.

 

In de praktijk word dit bij ons op dezelfde wijze gehanteerd. Ook doormiddel van teamoverleg en vergaderingen worden deze onderwerpen aan bot gebracht om het ook te bespreken zo krijg je nog meer verduidelijking.

Hoe weet je dat de gegevens betrouwbaar zijn?

Je weet dat gegevens betrouwbaar zijn als ze feitelijk te bewijzen zijn. Dat wil zeggen dat de gegevens zwart op wit staan en/of een handtekening onderstaat van de desbetreffende persoon of familie.

 

Vaak zijn verhalen van mensen die dichtbij een client staan betrouwbaar maar feitelijk zijn betrouwbare gegevens terug te vinden in een dossier of terug te vinden via een instantie die hiervoor bedoeld is.

Wat zijn relevante en wat zijn irrelevante gegevens?

Relevante informatie is:

  1. Lichamelijke klachten
  2. Psychische problemen
  3. Diagnoses
  4. Medicatiegebruik
  5. Ziektes

 

Irrelevante informatie is:

  1. De lievelingskleur van de client
  2. Maat schoenen
  3. Kleur ogen
  4. Hobby’s
  5. Favoriete eten

 

Nu moet ik er wel bij zeggen dat het wat overdreven is en het op zekere hoogte wel belangrijk is om ook de minder relevante informatie te hebben. Dit omdat je ook een band wil opbouwen met je client en een stukje persoonlijk contact zoekt om de client ook op zijn of haar gemak te stellen. De client wil zich graag veilig voelen en wil soms ook een verhaal met je delen ook al kan je er misschien niet zoveel mee, voor de client kan dit heel belangrijk zijn.

Hoe structureer je de gegevens?

Dit structureer je door de gegevens per onderdeel weg te zetten in een dossier op de computer. De medicatie die de client nodig heeft zet je erin, allergieën, ziektes, diagnoses en eventuele psychische klachten. Ook zet je erin welke familie er op bezoek komt en mag komen.

 

Dit doe je omdat medewerkers bij onze organisatie met hun persoonlijke inloggegevens inzage hebben in de informatie van de client. Dit is overzichtelijk omdat iedereen die betrokken is bij de client gelijk kan zien waar hij/zij om moet denken.

Maak een schriftelijke rapportage NAV evaluatiegegevens.

B1-K2-W1

Ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen en volg deze op.

Ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen en volg deze op.

Ik heb hier kennis mee genomen door met collega's te kijken welke protocollen, procedures en wettelijke richtlijnen er zijn en hoe je dat in je dagelijkse werkzaamheden toepast. Vanuit hier verricht ik mijn werkzaamheden en vraag regelmatig of ik het op de juiste wijze doe en toepas.

Protocollen zijn er om volgens een bepaalde manier te werken. Dit zorgt ervoor dat iedereen die met het protocol werkt weet hoe hij/zij moet handelen en dat iedereen dat op dezelfde manier doet.

Ik weet wat mijn vakgebied inhoud

Ik weet wat mijn vakgebied inhoud

Ik weet wat mijn vakgebied inhoud omdat ik me hierin verdiept heb voor ik begon met stage, daarnaast heb ik hier uitleg over gekregen door mijn begeleider om een goed beeld te krijgen wat het werk precies inhoud en wat er allemaal bij komt kijken.

Kort samengevat is het vakgebied bezig met zorg en het welzijn van de clienten. Voorbeelden hiervan zijn dat mensen genoeg beweging krijgen, kunnen ontspannen als ze daar behoefte aan hebben, bezoek kunnen ontvangen om niet te vereenzamen en dat de mensen goed te eten krijgen. Daarnaast ook het bezig zijn met de clienten door activiteiten met ze te doen die ervoor zorgen dat ze bij blijven voor zowel lichaam als geest. Het stimuleren datgene waarom ze hier zitten.

Ze werken op mijn stage met mensen die dementerend zijn, om 1 lijn te trekken tussen alle clienten is soms lastig omdat ze allemaal andere vormen hebben en dus een andere aanpak nodig hebben.

Ik verdiep mij in de route van signaleren naar melden en informeren( Mim , Mip melding incident medewerker, melding incident patiënt.

Ik verdiep mij in de route van signaleren naar melden en informeren( Mim , Mip melding incident medewerker, melding incident patiënt.

Ik heb mij hierin verdiept door te kijken hoe dat over het algemeen tot stand word gebracht binnen de organisatie. Welke route moet ik bewandelen als ik ergens een melding van wil maken of ergens achter wil komen.

Ook door in overleg met mijn begeleider weet ik nu hoe dat werkt binnen de organisatie.

Wij op stage maken geen gebruik van meldingsformulieren maar kunnen dit via de website invullen en opsturen naar de manager. Niet alleen voor het personeel maar ook voor bezoek zodat wij als organisatie kunnen kijken naar verbeteringen om iedereen tevreden houden en misverstanden te voorkomen.

Ik verdiep mij in de werkwijze van collega’s m.b.t kwaliteitsverbetering

Ik verdiep mij in de werkwijze van collega’s m.b.t kwaliteitsverbetering.

Ik verdiep mij hierin door te kijken welke werkwijze collega's hanteren en dit te bespreken en vervolgens te kijken naar verbetervoorstellen. Wat kan ik zelf doen om hierin bepaalde dingen te verbeteren?

Ook bespreek ik dan met mijn begeleider wat mij hierin opvalt.

Met kwaliteitsverbetering word hier bedoeld dat je doormiddel van anderen hun werkwijze te bekijken jezelf te kunnen verbeteren. Je kan van elkaar leren en beter worden in je werk, bijvoorbeeld sneller of zorgvuldiger omdat de manier van een ander gemakkelijker is of juist handiger.

Ík durf knelpunten aan te geven

Ík durf knelpunten aan te geven

Als ik ergens tegen aan loop bespreek ik dit met collega's op het moment zelf. Of als er geen tijd is op het moment zelf doe ik het op een moment dat we rustig kunnen zitten aan tafel en maak het dan bespreekbaar.

Knelpunten zijn punten waar je binnen je werk tegen aanloopt. Ik maak ze bespreekbaar om ze de wereld uit helpen en zelf met een prettig gevoel naar mijn werk te kunnen. Je kan ze ook bespreekbaar maken omdat een ander zijn of haar werk niet zorgvuldig genoeg vervult en te kunnen kijken naar oplossing daarvoor. 

Ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels

Ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels.

Ik ben hier zeker van op de hoogte en heb dit onderzocht samen met mijn begeleider. Ook de bijbehorende regels ben ik van op de hoogte door hierover in gesprek te gaan met collega's.

ARBO regels zijn regels waar een werkgever zich aan moet houden als hij/zij jouw in dienst neemt. Een voorbeeld daarvan is de werkplek waar je werkt. 

Ik kan verbeterpunten overtuigend overbrengen.

Ik kan verbeterpunten overtuigend overbrengen.

Ik breng deze over door aan te geven hoe ik denk dat het misschien kan verbeteren. Probeer hierin advies te geven omdat ik persoonlijk denk dat iets effectiever kan werken dan op de manier dat hoe de medewerkers dat verrichten.

Verbeterpunten zijn punten waarin iemand zich kan verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn communiceren, hygienischer werken of kledingvoorschiften. Dit is belangrijk om elkaar hiervan op de hoogte te brengen zodat iemand zich er bewust van word en er wat aan kan veranderen of aanpassen.

Ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden

Ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden

Ik zet dit in door te kijken naar wat ik denk dat verbeterd kan worden of juist netter. Ik bespreek dit met collega's of ik dit mag proberen om te kijken of het beter uitpakt. Is dat het geval kunnen ze daarin misschien iets overnemen.

Expertise is de kennis en de vaardigheden die ergens over hebt. Er word over gezegt dat je iemand anders hier in kan betrekken door het uit te leggen of er met iemand over in gesprek te gaan. Daarnaast kan je je eigen expertise ook in vergrootten door informatie op te zoeken of naar  mensen te gaan die je iets bij kunnen brengen.

Ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart

Ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart

Ik breng mijn eigen kwaliteiten in kaart door te laten zien dat ik graag wil leren en mijn best probeer te doen om zoveel mogelijk te vragen om feedback. Niet alleen voor de bevestiging maar zo voorkom je ook dat je voor eventuele verassingen komt te staan. Dit kan zijn omdat iemand niet goed weet hoe hij/zij iets moet zeggen over de werkzaamheden die ik verricht of juist zodat er gezien word dat je open staat voor feedback.

Kwaliteiten bezit je en daar ben je goed in. Het kan de manier zijn waarop je denkt of de manier van werken die je hanteert wat past in iemands zijn of haar plaatje.

Ik maak het bespreekbaar als collega’s niet werken volgens protocollen

Ik maak het bespreekbaar als collega’s niet werken volgens protocollen

Ik maak dit bespreek op een rustig moment dat iemand daar de tijd voor heeft. Probeer dan op een nette manier uit te leggen dat hij/zij vergeten is om rekening te houden met een bepaald protocol. Dit kan komen omdat iemand zich er op dat moment niet bewust van was en zo bewust word van hoe iets gedaan is.

Ik doe dit op een rustig moment om niet verkeerd begrepen te worden. Ik maak dit bespreekbaar om te voorkomen dat iets verkeerd afloopt en om iemand attent te maken op de algeme protocollen. Aangezien iedereen hier naar moet handelen.

B1-K2-W2

Wat is kwaliteitszorg?

Kwaliteitszorg is het continu en doelgericht werken aan het verbeteren van de kwaliteit. Dat wil zeggen dat medewerkers in deze zorg bezig zijn om de kwaliteit van hun werkzaamheden te verbeteren.

Waarom is kwaliteitszorg belangrijk?

Dit is belangrijk omdat je continu bezig bent om de manier van werken te verbeteren. Dit kan zijn dat je efficienter te werk gaat of een bepaalde methode gebruikt dit beter aansluit bij de client met wie je werkt. Het is goed om je werkzaamheden te verbeteren om alles er uit te kunnen halen. Dit schetst ook een goed beeld voor betrokkenen van de organisatie en bijvoorbeeld de familie van de clienten waar je mee werkt.

 

Binnen de organisatie waar ik stage loop doe ik dit zelf door te kijken wat ik de volgende keer anders zou kunnen doen en overleg dit met collega’s over hoe zij dit doen en vraag om feedback.

Hoe werk je met protocollen?

Je werkt met protocollen door eerst te weten wat een protocol precies inhoud. Dan ga je zoals beschreven staat, uitvoeren wat er staat genoteerd. Dit doe je omdat in een protocol heel helder staat beschreven wie, wat, wanneer zou moeten doen. Als je werkt zoals word benoemd voorkom je misverstanden. Als instrument zijn protocollen dus goed bruikbaar om de functionele verantwoordelijkheden vast te leggen.

 

In de praktijk wordt dit op dezelfde wijze gedaan. Het is namelijk in de zorg erg belangrijk om 1 lijn te trekken en te weten wat je precies moet doen. Je geeft de clienten met wie je werkt dan ook een bepaalde structuur wat erg belangrijk is. Zo weten zij wat ze kunnen verwachten in een bepaalde situatie die voor hun herkenbaar is door die protocollen.

Hoe spreek je collega’s aan die zich niet aan de protocollen houden?

Collega’s die zich niet houden aan de gemaakte protocollen, spreek je aan door ze appart te nemen en te zeggen: ‘ik zie dat…’ en onderbouwd op welke manier het eigenlijk zou moeten. Op het moment dat dit niet aangenomen word kun je ervoor kiezen om tijdens een teamoverleg te bespreken dat je gezien hebt dat er niet altijd volgens de protocollen word gewerkt en wat je daar aan zou kunnen doen. Mocht er dan nog niks veranderen kun je in gesprek gaan met de teammanager om raad te vragen. Die kiest er dan voor om met bepaalde collega’s in gesprek te gaan of een mail rond te sturen waarin staat dat er gelet moet worden op de manier van werken volgens de protocollen.

 

In de praktijk is het soms lastig om aan te geven bij een collega wat er staat in de protocollen wat je collega eigenlijk niet doet. Ze voelen zich soms aangevallen en op hun vingers gekeken. Dit zorgt ervoor dat het al niet motiveert om het eerst te benoemen bij de bron. Vaak wordt er al voor gekozen om een mail te sturen naar hogere hand om die confrontatie met een collega niet aan te hoeven gaan.

Welke wettelijke richtlijnen zijn er rondom kwaliteitszorg voor je stage?

  • Je werkt volgens de afspraken die gemaakt zijn
  • Werkt volgens de visie van de organisatie
  • Je werkt volgens de opgestelde protocollen
  • Houd je aan de richtlijnen omtrent corona

Hoe maak je een verbetervoorstel?

Je maakt een verbetervoorstel door te beginnen te omschrijven wat het probleem is. Redeneer hierbij vanuit de grondoorzaken.

 

De basis van een verbetervoorstel:

  • Wat is er gebeurt?
  • Wie was erbij betrokken?
  • Waar deed het probleem zich voor?
  • Wanneer is het gebeurd?
  • Waarom is het probleem ontstaan?
  • Hoe is het gebeurd?

 

Wij nemen in de praktijk deze vragen op, mede om met collega’s te kunnen sparren wat er verbetert kan worden.

Wat is de route om je verbetervoorstel binnen je instelling erdoor te krijgen?

Volgens de theorie en tevens de wijze van werken binnen de organisatie waarin ik werkzaam ben doe je dit door een verbetervoorstel aan te geven bij de leidinggevende. Wat vaak werkt en ook gebeurt is dat er een soort stemming plaats vind waarbij iedereen de keuze moet doorgeven over het door jou gekozen verbetervoorstel. Vanuit daar maakt de manager een keuze en communiceert dit naar al het personeel via de mail of geeft dit door tijdens een team vergadering.

Wat zijn arbeidsrisico’s?

In de zorg en tevens binnen mijn werkveld zijn dit de volgende arbeidsrisico’s:

  • Werkdruk
  • Agressie en geweld
  • Seksuele intimidatie
  • Pesten
  • Discriminatie
  • Emotionele belasting
  • Mantelzorg
  • Rouwverwerking

P6-K1-W1

Wat is een ondersteuningsplan?

Wat is een ondersteuningsplan?

In het ondersteuningsplan staan alle afspraken tussen client en zorgaanbieder en wat er nodig is om samen afgesproken doelen te realiseren. Het ondersteuningsplan geeft je als ondersteuner inzicht in benodigde deskundigheid, taken, tijdsduur en tijdstip.

Een ondersteuningsplan moet:
Begrijpelijk, overzichtelijk, persoonlijk, flexibel en toekomstgericht zijn.
Aansluiten bij de wensen van de client en zijn veiligheid garanderen.
Eigen regie en kwaliteit van bestaan bevorderen.
Toegankelijk zijn voor de client, hij bepaalt wie het mag inzien.

Hoe zorg jij ervoor dat de belangrijkste informatie wordt geselecteerd uit de verzamelde informatie?

Hoe zorg jij ervoor dat de belangrijkste informatie wordt geselecteerd uit de verzamelde informatie?

Ik zorg hiervoor door samen met collega's te kijken wat eruit het belangrijkste is. Dit noteer ik dan in korte zinnen en steekwoorden onder elkaar om dit soort dingen goed op te kunnen slaan. Voor mij is het goed om te weten wat voor afspraken en doelen er staan opgesteld. Zo kan ik mijn eigen manier vinden om met een client te werken en zo weet ik waar ik op in kan spelen als het gaat om de opgestelde doelen en afspraken. Zo staan altijd de hoofden dezelfde kant op en word een client minder geprikkeld omdat je de benodigde informatie van te voren hebt in gezien. Hier kun je dan gelijk naar handelen.

In de organisatie worden alleen betrokkenen van de client hierover geinformeerd. Voor mij als stagiaire is het van belang om dit soort dingen ook te weten omdat ik dit moet leren voor mijn opleiding. Er word door een begeleider van de client een plan opgesteld waarbij de medewerkers kunnen aanvullen en toevoegen wat er bij moet komen of juist niet. Ook betrokken familie kan hier over op de hoogte gesteld worden en dingen toevoegen die van belang zijn.

Wat is het nut van het opstellen van begeleidingsdoelen?

Wat is het nut van het opstellen van begeleidingsdoelen?

Zo weet je waar je naar toe moet werken en wat daarbij de beste methode is. Dit weet je over het algemeen wel als je vaker met een client hebt gewerkt. Je stelt een doel op om naar toe te werken. Dit is gericht naar de client omdat je rekening houd met de wensen en behoeften. Ook stel je begeleidingsdoelen op om mensen scherp te houden.

VB:
Als een bewoner slecht te been is, is het goed om af en toe wat met dat been te bewegen om het te blijven stimuleren en te voorkomen dat het been verslechterd.

De client heeft hierbij begeleiding nodig om hij/zij niet begrijpt dat het noodzakelijk is maar wel een behoefte omdat hij/zij dat been op een later moment slecht of erger nog niet meer kan gebruiken. 

 

Welke begeleidingsdoelen en bijpassende methodieken heb jij in overleg met een collega geformuleerd?

Welke begeleidingsdoelen en bijpassende methodieken heb jij in overleg met een collega geformuleerd?

Ik heb samen met de bewegingsagoog van de organisatie een doel op gesteld voor verschillende clienten. Ben een tijdje met haar mee gelopen om dat ook te beleven en te leren hoe dat gaat en wat het voor clienten betekent.

De doelen hadden vooral te maken met de beweging van verschillende clienten. Een van die doelen was het regelmatig bewegen met een client. Een x in de week in de fysioruimte bezig met fietsen, gooien, lopen en buigen/strekken. Dit door als uiteindelijke doel vooruitgang te zien en dat je dit kan opbouwen van 10 minuten daar 15 minuten. Het uiteindelijke doel is dat de client dit zelfstandig ook ging oppakken en hiermee bezig ging. Dan heb ik het vooral over het lopen en het strekken/buigen. 

De methodiek die we hiervoor hebben gebruikt was het maken van een weekschema en de vooruitgangen noteren. Zo konden we zien of de client zelfstandig bezig was geweest en of er misschien aanpassingen gemaakt moeten worden als het gaat om tijdsduur en tempo.Hierbij werd ook rekening gehouden met de client zelf. Zoals welke dag zij het liefste wilde en welke oefeningen daarbij te pas komen.

Welke begeleidingsdoelen heb jij samen met de cliënt geformuleerd?

Welke begeleidingsdoelen heb jij samen met de cliënt geformuleerd?

De begeleidingsdoelen die ik samen met de client heb geformuleerd waren vanuit de client zelf besproken. Heb gevraagd aan de client wat zij graag wilde en wat ik daarin kon betekenen. Zij heeft toen aangegeven dat ze wat meer activiteiten wilde doen en wat meer in beweging wilde zijn. Ik heb toen samen met de client een schema gemaakt met wanneer ik langs kom, met de dagen dat we gaan bewegen of een activiteit gaan doen en op welk moment van de dag we dat gaan doen. We hebben de doelen zo opgesteld dat het steeds uitdagender word binnen de activiteit en de beweging. 

Opgestelde doelen:
Het in beweging blijven van de client ( wandelen, balspel, dansen op muziek )
Activiteiten ( mee helpen bij het huishouden, bakken, bordspellen spelen )

Hoe bouw je het ondersteuningsplan op?

Hoe bouw je het ondersteuningsplan op?

Ik bouw een ondersteuningsplan volgens de stappen die gehanteerd word binnen de organisatie. De 7 stappen van dat plan zijn:

1. Orienteer je op de situatie van de client
2. Bepaal de vraag
3. Formuleer de doelen
4. Verwerk de verzamelde informaite
5. Maak een plan van aanpak
6. Voer het plan uit
7. Evalueer het plan

Ik bespreek met de client de wensen/behoeften en waar zij van vinden dat ze hulp bij kunnen gebruiken. Zo houden ze zoals omschreven hun eigen regie en hebben ze de gelegenheid om hun eigen wensen uit te spreken.

P6-K1-W2

Wat wordt er bedoeld met eigen kracht?

Eigen kracht is het vermogen van mensen om zelf, samen oplossingen te bedenken voor hun eigen problemen en deze deels ook zelf uit te voeren.

Hoe kan jij als professional de client motiveren?

Door in eerste instantie te vragen wat de client van jou nodig is. Door de client uit te leggen dat iets goed is voor de client, probeer je de client te laten begrijpen dat je soms iets doet bijvoorbeeld tegen je zin in wat lichamelijk/geestelijk heel bevorderlijk is en wat de client ook echt helpt.

 

In de praktijk werkt het vaak ook om een enthousiaste, aanpakkende houding aan te nemen wat de cliënten al een motiverend gevoel geeft. Verder door aan te sluiten bij de behoeftes van de client, kun je bijvoorbeeld activiteiten uit gaan voeren die voor de client ook nuttig is maar ook leuk vind. Ook door in gesprek te gaan met de client krijg je een duidelijker beeld van wat de client nodig heeft en geef je client ook een gevoel van eigen waarde, wat er voor kan zorgen dat een client meer wil ondernemen en dit daarbij motiveert.

Welke luistervaardigheden er zijn?

De 5 luistervaardigheden zijn:

  1. Vragen stellen. In veel gesprekken moet eerst worden opgehelderd wat de ander precies wil.
  2. Parafraseren van inhoud. Het parafraseren van inhoud betekent dat iemand in het kort in eigen woorden weergeeft wat het belangrijkste is van datgene dat de ander heeft verteld.
  3. Reflecteren van gevoel. Met het reflecteren van gevoel wordt in een gesprek bedoeld dat het gevoel van de ander weergegeven of gespiegeld wordt.
  4. Concretiseren. Concretiseren betekent dat je de ander stimuleert om zo precies en nauwkeurig mogelijk te vertellen.
  5. Samenvatten. Een samenvatting van de inhoud waarbij de nadruk ligt op de inhoudelijke aspecten van het verhaal.

Wat doe jij om een client in zijn/haar eigen kracht te zetten?

De theorie zegt hierover:

Een beroep doen op eigen kracht is niet 'regel het zelf maar', maar samen met de cliënt in kaart brengen wat de mogelijkheden zijn en die van het netwerk. Daarna volgt pas het gesprek hoe hij deze mogelijkheden kan benutten. Geef de cliënt zeggenschap, maak hem mondig.

 

In de organisatie gebeurt dit door met de mensen in gesprek te gaan en te kijken naar waar kunnen wij in stimuleren dat de client het gemakkelijker zelfstandig kan doen of überhaupt meer zelfstandig. Neem hierbij bijvoorbeeld zelfstandig lopen of zelfstandig bereiden van eten. Hierbij geef ik de client de mogelijkheid om dit dan vervolgens zelfstandig op te pakken met toezicht mocht het de eerste keer niet goed verlopen. Het is ook niet zo dat het moet lukken maar je geeft de client de ruimte om het wel te proberen en dat is belangrijk.

Welke begeleidingstechnieken zijn passend bij dit werkproces?

  • Validation
    Deze techniek helpt je met ouderen te communiceren en hen te ondersteunen in hun eigenwaarde, identiteit en zelfrespect.
  • ROB
    Dit is een techniek om het denkvermogen van oudere mensen te prikkelen.
  • Gentle Teaching

Een vriendelijke manier van benaderen naar de client om te communiceren

Welke gesprekstechnieken zijn passend bij dit werkproces?

  • DIK

Denk in kwaliteiten.

  • NIVEA

Niet invullen voor een ander, geef iemand ook de kans om iets zelf te doen.

  • ANNA

Altijd na vragen, nooit aannemen. Kijk of er überhaupt iets geprobeerd is en de client daarbij ook gestimuleerd en gevraagd is.

P6-K1-W3

Hoe ondersteun je een client om ander gedrag te laten zien en vaardigheden te oefenen?

Door in gesprek te gaan met de client en positiever gedrag te ondersteunen door complimenten of activiteiten die de client graag uitvoert. Vaardigheden kun je oefenen door samen of voor te doen. Leg hierbij uit wat het doel is zodat de client ook weet waar het goed voor is.

 

Praktisch binnen de organisatie waar ik werkzaam ben is het soms lastig om in gesprek te gaan met de client en dit in een gesprek te stimuleren. Wij ondersteunen cliënten door aan te sluiten bij de behoeftes van de client waardoor ze automatisch ander gedrag laten zien. Dit door dat ze iets doen waar de client vrolijk, blij en gelukkig van word. Dit heeft vaak een positieve uitwerking op de client, ook op de stemming. Wat betreft vaardigheden proberen we te stimuleren dat cliënten zelf iets proberen. Als we het hebben over motoriek vinden veel cliënten het lastig om bijvoorbeeld hun brood te smeren. Wat we dan doen is de client zelf eerst laten proberen zijn/haar brood te laten smeren, zo stimuleer je de vaardigheid waar de client moeite mee heeft. Omdat het voor de client vaak vermoeiend is, helpen wij wanneer de client nog niet verzadigd is zodat ze het niet helemaal zelf hoeven te doen.

Hoe motiveer je cliënten om juist die dingen te doen die ze spannend of eng vinden?

De theorie zegt hierover dat het belangrijk is om op het tempo van de client te werken. Je bespreekt met de client wat de stappen zijn die jullie samen gaan doorlopen om een enge/spannende situatie te overwinnen zodat de client hier niet meer bang voor hoeft te zijn. Het is hierbij wel belangrijk dat de client hier voor open staat en je hem gerust stelt wanneer de spanning voor de client te hoog word.

 

Je motiveert de client door bijvoorbeeld het positieve gedrag te stimuleren. Stel, een client vind het leuk om samen met jou te gaan wandelen. Dan kun je tegen de client zeggen: weet je wat we kunnen doen?, als wij nou eerst ( de spannende situatie doorlopen ) dan kunnen we daarna even gezamenlijk een stukje gaan wandelen om uit de situatie te stappen en tot rust te komen.

 

Binnen de organisatie zelf gebeurt dit door alle positieve gebeurtenissen van de situatie te benoemen. Wanneer er gedoucht word benoemd dat de client weer lekker fris ruikt, er weer super goed uit ziet en er lekker fris uit ziet. Veel cliënten willen namelijk niet meer douchen. Complimentjes vinden ze fijn om te krijgen en geeft hun een fijn gevoel. Hierdoor voelen cliënten zich meer gewaardeerd en zullen hier in het vervolg minder moeilijk over doen.

Hoe ga je om met thema’s als rouw, naderende levenseinde en of verlies?

  • De client de ruimte geven om zijn/haar emoties te tonen
  • Met de client in gesprek gaan om te kijken hoe het gaat
  • Activiteiten doen met de client om even na te denken over het verlies
  • Muziek luisteren met de client om op te kunnen gaan in de gedachtes

 

Omdat de doelgroep waar ik mee werk soms niet eens door heeft dat een naaste is overleden, gaan wij om met het rouw proces door een collega de familie te laten ontvangen met de daarbij horende zaken. Wij zorgen ervoor dat de client samen met de familie afscheid kan nemen van de desbetreffende persoon om het zo beeldend mogelijk te maken zodat de client begrijpt wat er gebeurt. Na de uitvaart wordt de client gecontroleerd op lichamelijke en mentale klachten. Ook wordt er dan gekeken naar de emotionele staat en of de client zelf niet achteruit gaat.

Hoe begeleid je cliënten in het omgaan met sociale media?

Daar zijn verschillende manieren voor. Een van die manieren kan zijn door op te schrijven hoe het werkt en wat waar voor dient. Vaak is er dan zoveel over te vertellen dat het veel tijd kost. Wat je dan kan doen is samen met de client gaan kijken hoe sociale media werkt en hoe daar het beste mee om gegaan kan worden. Daarbij geef je aan dat wanneer er vragen zijn vanuit de client er bij jou gekomen kan worden.

 

Binnen mijn organisatie ( als we het hebben over dementerenden ) zijn er weinig mensen die zich bezig houden met sociale media omdat ze het simpelweg niet meer kunnen en of begrijpen. Wat wel gebeurt is wanneer er een activiteit plaats vind waarbij er foto’s gemaakt zijn, word er toestemming gevraagd aan de client of betrokkenen of de foto ergens voor gebruikt mag worden. Het beheer van geld, verzekeringen etc word geregeld via de gemeente.

Hoe activeer je cliënten om meer deel te nemen aan de maatschappij?

Dit kan je doen door:

  • In gesprek te gaan over recentelijk nieuws en wat zich daarbij allemaal afspeelt. Zo maak je een client bewust van hoe het er in de maatschappij aan toe gaat.
  • Te laten zien wat je allemaal kunt wanneer je een baan hebt. Een stukje bewustwording van hoe het leven er bij de gemiddelde Nederlander aan toe gaat.
  • De leuke kanten laten zien van deel nemen aan de maatschappij. De contacten rondom werk, vrienden die je leert kennen en leuke dingen kunnen doen.
  • Als je gaat kijken naar milieu, aangeven hoe je daar bewuster mee om kan gaan.

 

Bij ons in de praktijk werken wij met een doelgroep die niet meer deel kan nemen aan de maatschappij. Niet alleen om de leeftijd maar ook door het ziektebeeld dat ze hebben. Ze vergeten veel, wisselen in hun emotie, begrijpen slecht wat je bedoeld wanneer je wat zegt, kunnen je vaak slecht horen en weten vaak niet meer waar je iets voor moet gebruiken.

Welke ondersteuning biedt je cliënten bij het weer oppakken van het functioneren in de maatschappij?

De ondersteuning die je kan bieden afhankelijk van de doelgroep:

  • Financiële ondersteuning. Wat zijn de inkomsten en wat zijn de uitgaven.
  • De voortgang. Hoe gaat het op emotioneel gebied en lukt het om alles rond te krijgen.
  • Wanneer iemand drugsverslaafd is geweest. Controleren of deze persoon nog steeds clean is.
  • Het gezamenlijk zoeken naar een woon omgeving wanneer dit van toepassing is.
  • Wanneer er langere tijd geen contact is geweest met familie, hierbij ondersteunen en eventueel deelnemen aan de ‘nieuwe’ ontmoeting en gesprek.

 

Bij ons in de praktijk werken wij met een doelgroep die niet meer deel kan nemen aan de maatschappij. Niet alleen om de leeftijd maar ook door het ziektebeeld dat ze hebben. Ze vergeten veel, wisselen in hun emotie, begrijpen slecht wat je bedoeld wanneer je wat zegt, kunnen je vaak slecht horen en weten vaak niet meer waar je iets voor moet gebruiken.

Hoe herken je signalen van overbelasting bij de naasten en maak je deze bespreekbaar?

Dit herken je doordat de naasten bijvoorbeeld:

  • Veel vragen hebben
  • Telkens herhalen waar ze tegen aanlopen
  • Aangeven veel klachten te hebben
  • Vermoeid te zijn

 

Deze maak je bespreekbaar door een op een in gesprek te gaan. Je vraagt waar tegenaan gelopen word en of je wat voor ze kan betekenen. Je doet een voorstel zodat de naasten zich ook gehoord voelen en geeft aan dat er ruimte is voor vragen wanneer de emmer te ver oploopt.

 

Zo gebeurt dit ook binnen onze organisatie. Soms word er in de praktijk er voor gekozen om een vrijwilliger aan te wijzen die een paar keer in de maand wat onderneemt met de client om de naasten te ontlasten.

Hoe kan je een verbinding maken tussen client en haar naasten als dit moeilijk verloopt?

Door te vragen wat de oorzaak is zowel aan de client en de naasten en geef daarbij ook aan dat er mee behoefte is aan contact als dit zo is. Wanneer hier voor open gestaan word kun je bijvoorbeeld een uitnodiging sturen en het er met elkaar over hebben. Vanuit daar kan je dan kijken met elkaar hoe dat gezamenlijk opgelost kan worden om dit in de toekomst te voorkomen.

 

Bij mij op stage heb ik nog niet mee gemaakt dat hier iets is geweest waarbij dit heeft plaats gevonden. Wel zie ik dat veel cliënten die bij ons wonen weinig contact hebben met familie en ben wel van mening dat ook de familie meer aandacht mag geven aan de client wat de reden ook mag zijn dat het contact minder soepel verloopt.

P6-K1-W4

Hoe breng je samen met je cliënt de sociale omgeving in beeld?

Hoe breng je samen met je cliënt de sociale omgeving in beeld?

Deze breng je in beeld door bijvoorbeeld sfeer op de woning en in hun kamers te brengen. Sfeerlicht is bijvoorbeeld 1 van die dingen die je kan toepassen om voor de bewoners een prettige sfeer en gevoel te creeren. Ook is het belangrijk dat de bewoners genoeg aandacht krijgen van zowel de medewerkers als naaste familie. Het is goed om ze goed in contact te houden, zo blijft de band sterk en blijf je het geheugen stimuleren door daarin bepaalde herinneringen in op te halen.

Ook is het belangrijk dat de kamer van een bewoner sfeervol is ingericht en een huiselijk gevoel heeft. Dit kun je doen door spullen vanuit je oude omgeving mee te nemen om een client zich beter op zijn of haar plek te laten voelen.

Ik probeer de sociale omgeving vorm te geven door activiteiten met ze te doen die ze ook deden toen ze nog geen zorg hadden. Daarnaast zet ik vaak de TV even aan of zet ik muziek op wat een bewoner altijd heeft geluisterd. Ook vind ik het belangrijk dat de bewoners met elkaar betrokken blijven, daarom zet ik tijdens een rustmoment vaak alle bewoners rondom de televisie om even te ontspannen en het gevoel van thuis te creeren.

Hoe ondersteun jij je client om het contact met de naasten te onderhouden?

Hoe ondersteun jij je client om het contact met de naasten te onderhouden?

Dit doe ik door af en toe met de woonzorgbegeleiders te bespreken of ze nog bezoek ontvangen. Als ik weet dat er bezoek komt, houd ik altijd even een praatje met de desbetreffende persoon om hem of haar gerust te stellen en wat hoogte te geven over hoe het met de client gaat. Ook breng ik op de kamer van de client tijdens het bezoek moment wat drinken langs met wat er bij en vraag ik of ik nog wat voor diegene kan betekenen.

In onze organisatie is het contact met het bezoek net zo belangrijk als dat met van de client. Vaak zijn de bezoekers die voor de client langskomen erg close en weten ze soms dingen waar de medewerkers nog niet eerder van gehoord hebben. Met deze informatie weten medewerkers dat ze met iets bijvoorbeeld rekening  kunnen houden omdat ze ergens niet vanaf wisten. Ook kan het zijn dat een client iets nodig heeft om gezond te blijven. Dit soort zaken word intern besproken maar betrokkenen van de client weten altijd net even iets meer en vaak is dat persoonlijker.

Hoe evalueer je samen met de cliënt en zijn naasten de samenwerking en voortgang?

Hoe evalueer je samen met de cliënt en zijn naasten de samenwerking en voortgang?

Dit doe ik door tijdens het bezoek moment vragen te stellen over iets wat de desbetreffende persoon wil weten. Als ik deze persoon niet eerder heb gezien vind ik het altijd fijn om mij eerst even voor te stellen. Zo weet je van elkaar wie je bent en wat je functie is binnen het bedrijf. Dan vertel ik wat mijn beeld is van de client. Dit vanuit het feit dat ik met de bewoners activiteiten uitvoer en organiseer. Ik licht toe wat daarbij gebeurd is, of de activiteit begrepen word, of hij zij uberhaupt mee wilde doen en of hij of zij daar de handelingen voor kon verrichtten.

De medewerkers/woonzorgbegeleiders houden standaard een logboek bij van elke client. Hierin maken ze een rapportage over het eetgedrag, gedrag opzich, bijzonderheden, voortgang etc. Dit kunnen bezoekers terug gekoppeld krijgen op het moment dat ze langs komen. Ook met toestemming kunnen ze deze rapportages online terug vinden.

Hoe onderhoudt je contact met de naasten en houd je daarnaast rekening met de privacy van je client?

Hoe onderhoudt je contact met de naasten en houd je daarnaast rekening met de privacy van je client?

Ik onderhoud het contact met naasten zoals zij willen dat ik met hun om ga. Respectvol, geinteresseerd, open etc. Wel vind ik het belangrijk dat ik weet wie de persoon is die contact heeft met de client. Als het een persoon is die niet vaak langs komt en alleen even komt koffie drinken en kletsen dan vind ik niet dat ik hoef te vertellen in de details hoe het met de client gaat. Als het een naaste is die echt betrokken is bij de client en regelmatig langskomt en daarbij ook vragen stelt aan mij of een medewerker, vind ik ook dat diegene moet weten wat er gaande is en wat de voortgang van de client is. Waar staan we nu?, moeten er aanpassingen gemaakt worden? of zijn er bepaalde voedingstoffen waarin de client tekort komt? Vooral als de naaste in het verleden heeft samen gewoond of als de client en de persoon al een lange tijd bevriend zijn met elkaar zijn dit zaken waar zij van op de hoogte horen te zijn en vertel ik ze voornamelijk mijn aandeel in het proces. De activiteiten die ik gedaan heb, eten en drinkgedrag. Medicijngebruik weet ik verder niet veel van en vraag dan ook aan een verpleegkundige of zij daar wat meer over mogen en kunnen vertellen.

Medewerkers delen over het algemeen het hele proces. Mits het iemand is die ook echt betrokken is bij de client en regelmatig langs komt. Daarbij worden dan de punten gemeld die ook worden omschreven in de rapportages. Ook het eet en drinkgedrag, medicijngebruik, eventuele ruzies op de woning, slaapgedrag etc.

Hoe geef je psycho-educatie aan de naasten van je client?

Hoe geef je psycho-educatie aan de naasten van je client?

Psycho-educatie is het geven van informatie en voorlichting over psychische klachten en over hoe de betrokken persoon (en/of familie/betrokkenen) kunt omgaan met de beperkingen en gevolgen hiervan. Psycho-educatie is altijd een vast onderdeel van behandeling en wordt zowel individueel als in groepsverband aangeboden.

Tijdens psycho-educatie wordt geïnformeerd over de psychische aandoening, oorzaken, symptomen, het verloop en de behandeling. Hierdoor krijgt de persoon inzicht in de problematiek en ontstaat er ruimte voor acceptatie en verandering.

Dit doe ik door in gesprek te gaan met de client en zijn/haar naasten en door vragen te beantwoorden en daarop in te haken een goed beeld te geven/schetsen over de psychische klachten van een client.

P6-K1-W5

Hoe kan ik een activiteit opzetten, coördineren en uitvoeren?

Hoe kan ik een activiteit opzetten, coördineren en uitvoeren?

Dit doe ik door een paar simpele stappen te volgen:
1. Bedenk van te voren een activiteit die je zou willen uitvoeren
2. Besrpeek deze activiteit met collega's ( is dit haalbaar )?
3. Plan dan vervolgens in wanneer je de activiteit gaat uitvoeren
4. Verdeel op de dag van de activiteit de taken met collega's zodat de rest van de werkzaamheden ook door kunnen gaan
5. Voer de activiteit uit en stel vragen mocht je er zelf niet uit komen

Het is van belang dat je dit vroegtijdig overlegt. Zo kunnen medewerkers zich hier op in stellen en daar rekening mee houden. Daarnaast is het binnen deze organisatie ook niet meer dan normaal dat je hier goed over communiceert met de betrokkenen ( medewerkers/bewoners ). Zo voorkom je verwarring of dat iemand anders een eventuele activiteit wil gaan uit voeren maar dat dan niet kan omdat er dan 2 bedachtte activiteiten zijn. Een moet dan worden teleurgesteld.

 

Hoe stem ik af met collega’s over de inhoudelijke en praktische coördinatie?

Hoe stem ik af met collega’s over de inhoudelijke en praktische coördinatie?

Deze stem ik af door te vragen en voorstellen te doen. Wat is op welk moment handig? Ik probeer dan ook te kijken naar hoe anderen dat aanpakken zo dat ik hier mijn eigen manier ook in kan vinden.

Collega's weten vaak van elkaar wat voor manier van werken ze hebben en kunnen daar snel ins schakelen. Als dit niet het geval is, word er ook veel met elkaar overlegd en gevraagd wie wat kan gaan doen en wat op dat moment prioriteit heeft.

Hoe signaleer ik knelpunten in de zorg en maak ik deze bespreekbaar?

Hoe signaleer ik knelpunten in de zorg en maak ik deze bespreekbaar?

Deze signaleer en maak ik bespreekbaar door dingen te noteren voor mezelf. Dan bespreek ik deze knelpunten in een geplande vergadering of bespreek deze met mijn stagebegeleidster. Ook zou ik ervoor kunnen kiezen om te vragen om een gesprek met de collega's waarmee je samenwerkt en knelpunten daar bespreekbaar maken.

Binnen de organisatie word er regelmatig een vergadering ingepland om dit soort zaken te bespreken om ervoor te zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Dit kan een vergadering zijn voor het algemene werk waarin je dit bespreekt maar het kan ook aangegeven worden door collega's zelf om onderlinge frustraties te voorkomen.

Hoe werk ik samen met andere disciplines binnen mijn instellingen en met betrokken instanties daarbuiten?

Hoe werk ik samen met andere disciplines binnen mijn instellingen en met betrokken instanties daarbuiten?

Doormiddel van bijeenkomsten ( via teams ) de richtlijnen en werkmethodes te bespreken werk ik samen met andere disciplines en met betrokken instanties daarbuiten. Zo word er kort samengevat ervoor gezorgd dat iedereen van elkaar weet hoe iedereen werkt, heb je de gelegenheid vragen te stellen mochten er onduidelijkheden zijn en door je mening te geven over hoe jij het vind gaan.

We hebben in de tijd dat de coronaregels wat soepeler waren te maken gehad met een school dat gericht was op speciaal onderwijs. Er kwamen in die tijd 2 leerlingen van die school mee helpen in het huishouden en ondersteunde ik daarbij. Ook stelden zij mij vragen waar ik ze bij kon helpen en ondersteunen. Mijn stagebegeleidster is degene die mij daarin betrekt om daar ook mee leren om te gaan en van te leren.

Hoe pas ik mijn aanpak aan als de inhoudelijke zorg hier om vraagt

Hoe pas ik mijn aanpak aan als de inhoudelijke zorg hier om vraagt?

Deze pas ik aan door:

Een methode te vinden voor mezelf wat voor anderen prettiger werkt
Verschillende visies te bekijken op internet en daar van te leren
In gesprek gaan om te kijken naar verschillende methodes van handelen
Vragen om advies

Medewerkers hebben vaak veel ervaring in de zorg en kunnen je daar goed bij ondersteunen, adviseren en helpen. Ook door dat zij langer met de clienten werken, weten zij gewoon goed om te gaan met bepaalde clienten. Dit kan ook een aanleiding zijn voor het aanpassen van de aanpak. Het werkt dan niet voor de client of voor collega's.

Hoe los ik problemen die ik tegen kom in de coordinatie van de zorg op

Hoe los ik problemen die ik tegen kom in de coordinatie van de zorg op?

Dit los ik op door het op te schrijven, het eventuele probleem op te lossen en op een rustig moment op terug komen en erover in gesprek gaan.

Juist door het te bespreken worden mensen bewust van hun keuze en zullen dan op een ander moment anders handelen. Ook door collega's aan te spreken op het handelen worden ze bewust. Zij zien zelf niet hoe ze handelen maar kunnen daar wel feedback over ontvangen om zichzelf te verbeteren.

P6-K1-W6

Hoe ondersteun ik nieuwe collega’s in het inwerkproces?

Je geeft nieuwe collega’s in eerste instantie een rondleiding door het gebouw van de organisatie waar de collega werkzaam zal zijn. Je stelt de collega voor aan alle andere medewerkers en geeft of laat de nieuwe collega een korte introductie geven wat haar/zijn functie precies zal zijn en wie hij/zij is. Je loopt gezamenlijk door alle protocollen, regels en richtlijnen en legt daarbij uit wat er precies verwacht word en aan welke regels gehouden dient te worden. Je geeft contactgegevens van elkaar door ( mailadres en werk telefoonnummer ) en vermeld dat er contact opgenomen kan worden wanneer er vragen zijn. Je legt uit wat jou eigen functie is en wat de functie die wij uitvoeren precies inhoud zodat hij/zij beeld krijgt wat er verwacht kan worden. Je verteld waar alles opgeslagen word en helpt wanneer een vraag is.

 

Wat betreft de praktijk heb ik er niet veel op aan te vullen. Dit is precies hoe de organisatie waar ik werkzaam ben te werk gaat met nieuwe collega’s.

Hoe kan ik nieuwe collega’s stimuleren tot een actieve participatie?

Door een gezamenlijk een nieuwe uitdaging te bedenken waarbij de nieuwe collega extra gemotiveerd word. Wanneer dit gebeurt is er automatisch een actievere participatie. Het kan ook zijn dat de desbetreffende collega wat minder goed in zijn of haar vel zit, maak dit bespreekbaar. Het is fijn als iemand zich gehoord voelt en weer vol enthousiasme kan deelnemen binnen het gekozen werkveld.

 

Ik zie in de praktijk ( zorg ) dat hier soms wat te weinig aandacht voor is. Ik voel me soms een nummer binnen het gekozen werkveld en voel me ook niet altijd gehoord als het gaat om nieuwe uitdagingen of thuissituatie. Ik persoonlijk vind het wel fijn als collega’s elkaar stimuleren in een actievere participatie om ook plezier te houden in het werk wat we uitvoeren. Dit is niet alleen belangrijk voor de werksfeer maar ook voor de cliënten waarmee je werkt.

Hoe kan ik aansluiten bij verschillende leer- en mensstijlen van nieuwe collega’s?

Dit door je te verdiepen in collega’s. Ga in gesprek met collega’s. Wie ben je?, waar sta je voor?, wie ben je als persoon en wat maakt jou wie je bent? Zo heb je ook een achtergrond van je collega en kan je makkelijker aansluiten bij de werkwijze en waar je bijvoorbeeld rekening mee moet houden tijdens een teamoverleg of een vergadering. Laat collega’s ook inbreng hebben tijdens het samen komen, zodat je ook weet hoe het er bij de collega’s aan toe gaat en maak vanuit daar heldere afspraken waar iedereen het mee eens is.

 

Ik moet zeggen dat dat bij ons erg goed gaat, er is ook altijd wel een plek waar je naartoe kan om verbetervoorstellen te doen. Zo kunnen wij collega’s handvaten geven waarvan zij weer kunnen leren en verder kunnen werken.

Hoe pas ik mijn begeleidingsstijl aan op wat de ander nodig heeft?

Door methodes toe te passen. Iedereen heeft een eigen manier van werken omdat zij dat prettig vinden. Niet elke client kan begeleid wonen op de manier die jijzelf gewend bent. Pas methodes toe. Pak begeleidingsmethodes waarvan je weet dat die wel zullen werken. Hierbij is het ook belangrijk om enige voorkennis te hebben van de client die je gaat begeleiden. Overleg hierbij ook met collega’s die hier al ervaring mee hebben.

Binnen het werkveld waar ik werkzaam ben is dit niet heel anders. Iedereen werkt op een bepaalde manier en werkt op deze manier omdat dit voor hun goed werkt. Uiteraard zijn en genoeg collega’s die de manier van begeleiden niet prettig vinden. Op zulke momenten worden begeleidingsmethodes toegepast. Dit word gedaan omdat dit voor cliënten prettiger word ervaren. Daarom zijn die methodes er ook.

Hoe geef ik feedback aan nieuwe collega’s op leeractiviteiten, handelen en voortgang?

Door 1 op 1 hierover in gesprek te gaan en te benoemen wat je hebt gezien en waar verbeteringen zitten. Benoem hierbij ook wat er juist wel goed ging en geef dit door te spreken vanuit jezelf ( ik boodschap ). Wanneer hierin niks veranderd kun je er ook altijd voor kiezen om bepaalde knelpunten die je hebt waargenomen te benoemen in een vergadering. Houd dit in zulke gevallen wel discreet. Het is namelijk niet prettig om iemand op zo’n moment bij naam te noemen. Iemand kan zich dan erg voor schut gezet voelen. Het kan namelijk ook zo zijn dat de signalen die je benoemt hebt, niet duidelijk over zijn gekomen en een collega hier niet bewust van was.

 

Het is soms lastig om in de praktijk feedback te geven op elkaars leerprocessen. Het word vaak als kritiek/commentaar ervaren en collega’s staan er vaak niet voor open. Dit word opgemerkt en overkomt mij ook. Je wil iemand behoeden voor het werk wat hij/zij doet maar word gauw opgevat als ‘anders ga je hier zelf staan!’, praten we dan verder.

Hoe breng ik de visie van de instelling duidelijk over?

Die breng je duidelijk over door dit in eerste instantie gewoon te vermelden voor degene die daarvan op de hoogte moet zijn. Dit kan per mail of per post. Je hangt posters op of bedenkt een slogan voor waar je organisatie voor staat en hoe er te werk gegaan word. Ook op de website ( wanneer aanwezig ) vermeld je de visie van de organisatie.

 

Praktisch, op de website van de organisatie staat precies omschreven wat de visie is en waar we voor staan. Wanneer een nieuwe client komt of wanneer er een nieuwe collega’s ingewerkt moet worden is dit een van de eerste dingen die vermeld word.

  • Het arrangement Portfolio Stefan Roosje is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    stefan roosje
    Laatst gewijzigd
    2022-02-01 11:49:35
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.