Observeren
Hoe observeer je eigenlijk?
Bij het observeren gebruik je je zintuigen. Hieronder staat in 3 punten vermeld hoe je je zintuigen bij het observeren gebruikt:
- Kijken
Observeren doe je vooral door te kijken. Als je iemand zijn of haar gedrag gaat obsereveren kijk je naar de houding van de persoon, het non-verbale aspect. Hierbij kijk je naar de handelingen die iemand uitvoert: kletsen, wiebelen op een stoel, om zich heen kijken, wegkijken, friemelen, tikken enzovoort.
- Luisteren
Bij observeren luister je naar wat iemand verteld. Je let bij de persoon op of hij/zij hard praat, zacht praat, hakkelend praat, klinkt de stem hoog, laag, hees of juist heel helder? Hierdoor kun je zien of de lichaamstaal overeenkomt met de lichaamshouding.
- Toetsen
Toetsen doe je om dingen helder te krijgen. Als iemand aan het huilen is dan kan dat zijn omdat iemand boos is of juist huilt uit verdriet. Je toets hiermee wat je ziet, hoort of voelt. Op deze manier ben je aan het communiceren en hierdoor is de kans dat je de ander beter begrijpt groter.
Het observatieplan
Aanleiding van de observatie:
Er achter zien te komen welke bewoner meer interactie wil dan de andere bewoner.
Observatiedoel:
Er voor zorgen dat de bewoner die minder behoefte heeft aan interactie, toch gestimmuleerd word om misschien wat vaker wat te ondernemen met een vrijwilliger of medewerker.
Hoe ga je observeren en welke hulpmiddelen je hebt gebruikt:
Ik heb ervoor gekozen om een participerende manier van observeren te hanteren. Als hulpmiddel heb ik de vrijwilligers gebruikt om informatie te krijgen over verschillende bewoners om zo tot een duidelijker beeld te komen. De vrijwilligers die wij hebben op locatie zijn er langer dat ik dat ben en weten goed te vertellen wie welke bewoner is en wat zijn/haar kenmerken zijn.
Participerende manier van observeren:
Door actief met de bewoners in gesprek te gaan en ze beter te leren kennen kom je er al gauw achter waar hun behoeftes liggen/lagen en kun je voor jezelf bedenken hoe je daar door middel van een activiteit op aan kan sluiten.
Plaats:
Icare Kloosterakker, Rondgang 7 Assen
Situatie(s):
De situatie was dat ik wilde weten welke bewoners welke interesses hadden, wie meer deel uit maakte aan bedachte activiteiten en wie juist minder, welke bewoners aandacht nodig hebben maar weinig krijgen en hoe ik ervoor zou kunnen zorgen dat bewoners die vrijwel nergens zin in hebben toch kan stimmuleren om deel te nemen aan activiteiten.
Data:
Tijdstippen:
Wie nemen er deel aan de observaties:
De bewoners, vrijwilligers, stagebegeleidster en medewerkers.
Verwerkte informatie / Met wie word het resultaat besproken en wanneer?
Alles word doorgegeven aan de hoofd activiteiten begeleider. De hoofd activiteiten begeleider pakt dingen op die opvallend zijn en die bij haar gemeld worden. Zij meld dat dan op de woning, zet dit in haar notities of in het ernstige geval gaat ze naar de manager.