Een andere les dan normaal, dit wordt een herhalingsles van hoofdstuk 1. Er wordt van je verwacht dat je deze site doorloopt door de kopjes te volgen, de theorie te lezen en de bijbehorende opdrachten te maken.
De leerdoelen luiden als volgt:
Aan de hand van deze website, de opdrachten en de uitleg, kan jij:
Uitleggen wat het afgeleide en het oorspronkelijke getal is
Rekenen met de formule: (afgeleide getal / oorspronkelijke getal) x 100%
Verschillende casussen maken over wegen en meten in de detailhandel
Het nut van een verdeelsleutel en verhoudingen uitleggen
Rekenen met een verdeelsleutel
Het verschil uitleggen tussen een gewogen en een ongewogen gemiddelde
Aan het eind maak je een toets, waardoor je kan zien of je de stof onder de knie hebt.
Als eerste ga je een mindmap maken waaraan je denkt bij:
Korting
Percentages
Gemiddelden
Verhoudingen
Dit doe je in 1 mindmap, waarin de onderwerpen met elkaar verbonden zijn. Voeg minimaal 10 woorden toe. Als je klaar bent, lever je dit in via Google Classroom (zie opdracht afsluiting hoofdstuk 1).
In de volgende kopjes ga je kort alle paragrafen langs. Bij iedere paragraaf zit een stukje theorie met een oefenopdracht.
Paragraaf 1.1
Paragraaf 1.1 gaat over rekenen met procenten in de retail. De leerdoelen die hierbij passen zijn:
Uitleggen wat het afgeleide en het oorspronkelijke getal is
Rekenen met de formule: (afgeleide getal / oorspronkelijke getal) x 100%
Door de theorie te volgen en de opdrachten goed te maken, haal je deze doelen.
Rekenen met procenten doen we allemaal weleens, onbewust ook. Als jij ziet dat er ergens 50% korting is, weet je dat je de helft van de originele prijs maar hoeft te betalen. Een ander woord voor de originele prijs (prijs kan je ook lezen als getal) is het oorsponkelijke getal. Wat was de prijs voordat er iets meegebeurde?
Als de korting eraf is gehaald, houd je een nieuwe prijs over. Hoeveel korting eraf is gegaan, is het afgeleide getal. 50% korting, hoeveel korting in euro's is dat dan?
De formule je helpt om antwoord te geven op deze vragen, luidt als volgt:
(afgeleide getal / oorspronkelijke getal) x 100%
Paragraaf 1.3
Paragraaf 1.3 gaat over wegen en meten in de retail. De leerdoelen die hierbij passen zijn:
Verschillende casussen maken over wegen en meten in de detailhandel
Door de theorie te volgen en de opdrachten goed te maken, haal je deze doelen.
Gewicht
Maat
Vloeistof
x 1000
Kilogram
Kilometer
Kiloliter
x 100
Hectogram (ons)
Hectometer
Hectoliter
x 10
Decagram
Decameter
Decaliter
x 1
Gram
Meter
Liter
: 10
Decigram
Decimeter
Deciliter
: 100
Cenitgram
Centimeter
Centiliter
: 1000
Miligram
Milimeter
Mililiter
Zoals je kan zien in de tabel hierboven, zijn er veel verschillende opties om het gewicht/ de maat/ hoeveelheid vloeistof aan te geven. Degenen die we het meest gebruiken, zijn ook degenen die je moet weten. Als er wordt gevraagd naar 30 centiliter, dan moet jij weten dat dat 300 mililiter is.
Goed om te onthouden:
Ga je van laag naar hoog, dan vermenigvuldig je
Ga je van hoog naar laag, dan deel je
Bijna ieder product zit in een verpakking. Dit kan een plasticje zijn, maar ook een hele doos. Dit hangt van het product af. Hoeveel de verpakking weegt, noemen we de tarra. Bij luxe producten zal de tarra relatief hoger zijn, denk maar een een riem van gucci dat in een nette doos is verpakt. Hoeveel het product én de verpakking samen wegen, is het brutogewicht. Het product alleen, is het nettogewicht.
Paragraaf 1.5
Paragraaf 1.5 gaat over verdeelsleutels in de retail. De leerdoelen die hierbij passen zijn:
Het nut van een verdeelsleutel en verhoudingen uitleggen
Rekenen met een verdeelsleutel
Door de theorie te volgen en de opdrachten goed te maken, haal je deze doelen.
Een verdeelsleutel in de retail is de eenheid die als maatstaf geldt voor het toerekenen van kosten aan verschillende kostenplaatsen. Een voorbeeld van een kostenplaats is een afdeling of een assortimentsgroep.
In de Primark is de vrouwenafdeling vele malen groter dan de mannen- of kinderafdeling. Het is dan ook logisch dat de kosten worden verdeeld naar hoe groot een afdeling is, dan is dat eerlijker verdeeld. Stel de verhouding is: 8:3:1.
Hier staat eigenlijk dat de vrouwenafdeling 8 stukjes van het geheel heeft, de mannenafdeling 3 en de kinderafdeling 1. Let hierbij op de volgorde eerder in de tekst!
De totale kosten die verdeeld moeten worden zijn €1.500.000,-.
Stap 1. Tel de verhoudingen bij elkaar op
8 + 3 + 1 = 12
Stap 2. Deel de totale kosten door het totaal van de verhouding
€1.500.000 : 12 = €125.000
Stap 3. Vermenigvuldig dit getal met de verhouding per afdeling
Vrouwenafdeling = €125.000 x 8 = €1.000.000
Mannenafdeling = €125.000 x 3 = €375.000
Kinderafdeling = €125.000 x 1 = €125.000
Stap 4. Tel de getallen bij elkaar op, als check. Klopt het bedrag? Dan klopt de rekensom.
€1.000.000 + €375.000 + €125.000 = €1.500.000
Paragraaf 1.7
Paragraaf 1.7 gaat over gemiddelden in de retail. De leerdoelen die hierbij passen zijn:
Het verschil uitleggen tussen een gewogen en een ongewogen gemiddelde
Een gewogen en een ongewogen gemiddelde uitrekenen
Door de theorie te volgen en de opdrachten goed te maken, haal je deze doelen.
Je gehele schoolloopbaan ben je al bezig met gemiddelden: je rapport en cijfers. Dit is een gemiddelde van een bepaald vak, met verschillende waarnemingen die samen 1 eindcijfer vormen. Met een waarneming wordt bedoeld een cijfer (een SO, eindexamen etc.). Sommige waarnemingen tellen zwaarder dan andere en dat wordt meegenomen in het eindcijfer. Dit noemen we een gewogen gemiddelde.
Een ongewogen gemiddelde betekent dat je geen rekening houdt met hoevaak een waarneming voorkomt, ze tellen allemaal even zwaar.
Oefentoets
Toets: Oefentoets hoofdstuk 1
0%
Je gaat nu aan de slag met de oefentoets van hoofdstuk 1. Dit doe je zelfstandig, zonder je boek of de uitleg erbij te pakken. Een rekenmachine is hierbij nodig.
Aan het eind van de toets krijg je het resultaat te zien.
Heb je een voldoende? Ga door naar het kopje 'Verrijking'.
Heb je een onvoldoende? Ga door naar het kopje 'Herhaling'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bij de Verrijking gaan we door op de theorie van hoofdstuk 1. Als het goed is, heb je dit al onder de knie.
In paragraaf 1.1 hebben we het gehad over het afgeleide getal en het oorsponkelijke getal. De formule die erbij hoort, ken je en heb je mee geoefend.
We gaan deze formule een beetje aanpassen.
Als we het hebben over het oorspronkelijke getal, gaat het over het getal voordat er iets mee is gebeurd. Wat er mee gebeurd, is het afgeleide getal. Vul de volgende formule in en je krijgt het percentage dat het afgeleide getal is van het oorspronkelijke getal:
(Afgeleide getal / Oorspronkelijke getal) x 100%
Je wilt dus weten hoeveel een deel (het afgeleide getal) is van het geheel (het oorspronkelijke getal). Dan krijg je de volgende formule:
(Deel / Geheel) x 100%
Deze formule gaan we komend jaar veel gebruiken, onder andere met kosten/omzet/winst.
Stel, je hebt een bedrijf dat handelt in kantoorartikelen. Voor de maand mei heb je een omzet van €12.000,-. De winst voor deze maand is €4.500,-. Je wilt graag weten hoeveel procent dit is.
Het geheel is hier de omzet (winst is onderdeel van de omzet!), dus €12.000,-. Het deel is hier de winst, dus €4.500,-.
Vul de formule in:
(€4.500 / €12.000) x 100% = 37,5%
Eindtoets
Toets: Eindtoets hoofdstuk 1
0%
Je gaat aan de slag met de afsluitende toets van hoofdstuk 1. Let op, je krijgt er geen officieel cijfer voor. Dit gebeurt in de toetsweek (12 oktober).
Maak de toets zelfstandig, zonder je boek of de uitleg erbij te pakken. Je rekenmachine mag je erbij houden.
Op het einde krijg je de optie om een bewijs van deelname te verkrijgen, maak een foto hiervan. Je kan daarna de docent een berichtje sturen met het resultaat.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement EAV hoofdstuk 1 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Salomé Sies
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-12-17 15:34:15
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefentoets hoofdstuk 1
Eindtoets hoofdstuk 1
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.