MZA 2.1 E-learning EHBO Denise Derks

MZA 2.1 E-learning EHBO Denise Derks

1. Inleiding

Welkom bij mijn Wikiwijs over EHBO.
Mijn naam is Denise Derks en op dit moment volg ik de opleiding Leraar Gezondheidzorg en Welzijn aan de HAN in Nijmegen. Voor de module Mens, Zorg en Activiteit wordt de leeruitkomst "lesgeven met inzet van digitale didactiek" getoetst door middel van het maken van een Wikiwijs.

Ik heb deze Wikiwijs ontworpen met het doel om mijn medestudenten op een gevarieerde en uitdagende manier voor te bereiden op de landelijke kennis toets. Hiervoor heb ik ook gebruik gemaakt van verschillende digitale tools.

Succes en veel leerplezier!

Denise Derks
MZA20/21A

 

* In verband met het COVID-19 virus zijn een aantal landelijke richtlijnen van de Nederlandse Reanimatie Raad tijdelijk aangepast. Deze tijdelijke aanpassingen zijn niet verwerkt in deze Wikiwijs.

1.1 Handleiding

Deze Wikiwijs is opgebouwd uit verschillende thema’s binnen het onderwerp EHBO.
De volgende thema’s worden behandeld:

  • AED
  • Reanimatie
  • Rautekgreep
  • Brandwonden
  • Heimlich greep
  • Stabiele zijligging
  • Verbandmiddelen
  • Vergiftiging

Er zijn verschillende kennisclips toegevoegd en aan het einde van elk thema is er een oefening over de stof die er behandeld is. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een aantal online tools.

  • Quizlet: Een online tool die helpt bij het oefenen en beheersen van de lesstof.
  • Puzzel.org: Een online tool waar je doormiddel van een kruiswoordpuzzel je de stof eigen maakt..
  • SurveyMonkey: Een online tool waar je door middel van quiz stof toetst.

Er wordt afgesloten met een diagnostische toets.
Tijdsduur: 45 tot 60 minuten

 

1.2 Voorkennis EHBO

2. Basishandelingen EHBO

Als eerste hulpverlener is het belangrijk dat je rustig blijft. Beoordeel de situatie zo snel mogelijk en probeer er voor te zorgen dat de situatie van het slachtoffer niet verergerd.

Vijf basisregels bij het verlenen van eerste hulp:

  • Let op gevaar.

Veiligheid is een belangrijk punt bij hulpverlening. Je let altijd eerst op je eigen veiligheid. Wanneer de situatie veilig is benader je het slachtoffer. Beoordeel de situatie waarin het slachtoffer zich bevindt en kijk of je gevaar kan wegnemen. Let ook op gevaar voor omstanders, denk aan het regelen van het verkeer, of rook bij een brand.

  • Ga na wat er gebeurt en wat iemand mankeert.

Beoordeel de situatie van het slachtoffer. Dit kan door vragen te stellen, te kijken of te overleggen met eventuele omstanders.

  • Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.

Het geruststellen van een slachtoffer zorgt ervoor dat je beter kan handelen. Het is van belang dat je zelf ook rustig bent en een rustige omgeving creëert. Het verplaatsen van het slachtoffer heeft niet de voorkeur, omdat je hierbij het letsel kan verergeren, maar anderzijds kan het letsel zoals bijvoorbeeld verkoeling of oververhitting wel voorkomen. Een deken, paraplu, parasol, jas of reddingsdeken zijn bijvoorbeeld hulpmiddelen om verkoeling of oververhitting te voorkomen.

  • Zorg voor professionele hulp.

Twijfel niet te lang om professionele hulp in te schakelen. Als je als hulpverlener als eerste bij het slachtoffer bent, blijf je bij het slachtoffer en laat je iemand professionele hulp bellen. Zorg er ook voor dat iemand de ambulance, politie of brandweer opwacht en naar de juiste plek begeleidt. Als je alleen bent, dan kan je bijvoorbeeld de voordeur open zetten.

  • Help het slachtoffer op de plaats waar hij ligt of zit.

Zoals hierboven beschreven heeft het niet de voorkeur om een slachtoffer te verplaatsen. Help een slachtoffer altijd op de manier die het meest aansluit op de professionele hulpverlening. Is professionele hulp niet nodig, geef dan in ieder geval adviezen mee aan een slachtoffer bijvoorbeeld zoals wanneer een verband eraf mag, eraf, hoe een verwonding geneest of wanneer men een dokter moet raadplegen.

Bron:https://ikehbo.nl/vijf-punten/5-punten.php

Bron: http://bron: https://www.stc-knrm.nl/nieuws/uitbreiding-portfolio/uitbreiding-portfolio-2/

3. Basic Life Support

"Basic Life Support" staat letterlijk voor "hulpverlening zonder medische hulpmiddelen, gericht op het herstellen en/of in stand houden van de vitale functies en het voorkomen of beperken van tijdelijke of blijvende invaliditeit in afwachting van professionele hulp".

Iedere week krijgen ruim 300 personen in Nederland een circulatiestilstand. Het geven van borstcompressies gevolgd door beademingen is dan van levensbelang. Een veilige manier is met behulp van een AED. De hersenen van een mens kunnen, onder normale omstandigheden, maximaal 4 tot 6 minuten zonder zuurstof. Een uitzondering hierop is onderkoeling. Onderkoeling geeft een bescherming op het lichaam van het slachtoffer. In Nederland wordt door ambulancediensten tot één uur na onderdompeling nog gestart met reanimatie.

Bron: https://www.med4all.nl/trainingen/basic-life-support-aed#:~:text=Basic%20Life%20Support%2FAED,in%20afwachting%20van%20professionele%20hulp%E2%80%9D.

3.1 AED

De belangrijkste functie van een Automatische Externe Defibrillator (AED) is het afgeven van een elektrische schok om het hart heel even kort stil te leggen. Dit heeft als doel dat het hart daarna weer in een normaal ritme gaat kloppen. Dit proces wordt defibrilleren genoemd. Bij een hartstilstand staat het hart meestal niet helemaal stil. De hartkamers worden heel snel en chaotisch geprikkeld, waardoor ze niet meer samentrekken. Dit heet ventrikelfibrilleren

Een AED is voorzien van twee elektroden die op de borstkas van het slachtoffer geplaatst worden. Deze elektroden analyseren het hart. Met deze informatie kan de AED meten of het nodig is een elektrische schok te geven. Om een schok te geven moet er voldoende elektrische activiteit aanwezig zijn. Indien dit niet het geval is zal de AED aangeven dat men moet starten met borstcompressies en reanimeren.

Wanneer een AED ingezet moet worden is het van belang dat je snel handelt. Je belt zo snel mogelijk 112, waarna je start met borstcompressies en reanimeren. Het is belangrijk dat één persoon de AED aansluit en dat de ander blijft reanimeren. Het apparaat vertelt je stap voor stap wat te doen, controleert of het om een hartstilstand gaat en geeft vervolgens precies de juiste dosis elektrische energie om het hart weer op gang te brengen.

Bron: https://defibrion.com/wat-is-een-aed/#:~:text=Een%20AED%20(Automatische%20Externe%20Defibrillator,normaal%20ritme%20te%20laten%20kloppen.
https://www.med4all.nl/trainingen/basic-life-support-aed#:~:text=Basic%20Life%20Support%2FAED,in%20afwachting%20van%20professionele%20hulp%E2%80%9D.
https://www.hartstichting.nl/reanimatie/wat-is-een-aed

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=TMGy0Pfj6yk

3.1.1 Opdracht AED

3.2 Reanimatie

Je eigen veiligheid staat ook bij reanimatie op de eerste plaats. Beoordeel of je het slachtoffer veilig kunt benaderen en beoordeel tevens de situatie waarin het slachtoffer zich bevindt.

  • Stap 1: Je start met het controleren van het bewustzijn en vraagt duidelijk hoorbaar: "hoe gaat het" indien mogelijk probeer je de naam van het slachtoffer te noemen. Op het moment dat je geen reactie krijgt is het slachtoffer buiten bewustzijn en verlaat je het slachtoffer niet.
  • Stap 2: Vraag aan een omstander om direct 112 te bellen en geef daarbij duidelijk aan dat het slachtoffer niet heeft gereageerd. Het is van belang dat de telefoon op speaker gezet wordt zodat de medewerker aan de telefoon u door de reanimatie helpt.
  • Stap 3: Leg één hand op het voorhoofd en kantel het hoofd voorzichtig naar achteren om de luchtweg te openen. Til vervolgens de kin op met 2 vingertoppen van je andere hand. Dit noem je de kinlift. Je luistert 10 seconden of er een ademhaling is. Wanneer er geen normale ademhaling is, zorg je dat er een AED komt.
  • Stap 4: Als er geen normale ademhaling is start je met 30 borstcompressies. Zet je handen, midden op de borstkast, gehaakt in elkaar en duw de borstkast 5 tot 6 centimeter in. Dit doe je 30 keer achter elkaar in een tempo van 100 tot 120 keer per minuut. Tel hardop.
  • Stap 5: Vervolgens doe je de kinlift en knijp je de neus dicht. Zorg dat de luchtwegen vrij zijn door het hoofd naar achter te kantelen. Adem normaal in, plaats je lippen rond de mond van het slachtoffer en sluit je lippen goed af. Adem in één seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij vanuit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt. Je doet 2 ademhalingen in 10 seconden en gaat vervolgens door met borstcompressies.
  • Stap 6: Blijf de ademhalingen afwisselen met de borstcompressies totdat  de AED aangesloten is of totdat de ambulancezorgverleners aangeven dat je mag stoppen. Probeer het reanimeren iedere twee minuten af te wisselen met een omstander. Op die manier behoudt je de beste reanimatie.

Bron: www.hartstichting.nl/reanimatie/leer-reanimeren/reanimeren-in-6-stappen  /  www.rodekruis.nl/ehbo-wat-te-doen-bij/reanimatie/

Bron:https://www.youtube.com/watch?v=1hpKO10mtNQ

Een reanimatie kan niet zonder borstcompressies, deze vormen de basis van een reanimatie. Het doel van borstcompressies is het nabootsen de pompfunctie van het hart. Wanneer je de borstkas indrukt, dan druk je het hart leeg. Laat je de borstkas goed terug omhoog komen dan vult het hart zich weer met bloed. Met het leegdrukken van het hart bereik je lang niet alle delen van het lichaam. Ons lichaam is zo gebouwd dat de bloedsomloop zich in noodsituaties beperkt tot de kern, de vitale organen. Door één borstcompressie wordt er nog geen bloed verplaatst. Daarvoor is meer druk nodig. Uit onderzoek is gebleken dat deze druk voldoende is opgebrouwd na zeven compressies. Na deze compressies begint het bloed rond te stromen en komt er zuurstof bij de vitale organen. Bij het stoppen met de borstcompressies, voor het beademen of het plakken van de elektrode van de AED zakt deze druk weer weg en moeten we opnieuw de druk opbouwen. Probeer de borstcompressies dus zo kort mogelijk te onderbreken.

Bij de beademing blaas je zuurstof naar binnen. In de longen neemt het bloed zuurstof op. Daarna wordt dit door het hele lichaam getransporteerd door de pompfunctie van het hart. Stopt de bloedcirculatie dan wordt er geen zuurstof meer getransporteerd. Ook de vitale organen (hersenen, hart, longen) krijgen geen zuurstof meer en er beginnen cellen af te sterven. Doormiddel van beademingen probeer je dan het zuurstof in het bloed op peil te houden.

Bron: https://ikehbo.nl/reanimatie/borstcompressies.php  /  https://ikehbo.nl/reanimatie/beademen.php

3.2.1 Opdracht Reanimatie

3.3 Rautekgreep

Wanneer je in een situatie terechtkomt waarin je eerst hulp gaat verlenen, is het belangrijk dat je eerst de situatie beoordeeld op veiligheid. Brand, ontploffing, instorting of verkeersgevaar zijn voorbeelden van gevaarlijke situaties. Op het moment dat de situatie niet veilig is en het slachtoffer daardoor niet in staat is om zichzelf te verplaatsen dan is het van belang om het slachtoffer te verplaatsen. Dit doe je door middel van de rautekgreep.

  • Stap 1: Kniel schuin achter het slachtoffer en zet je rechtervoet achter zijn/haar hoofd.
  • Stap 2: Til het hoofd voorzichtig een klein stukje op.
  • Stap 3: Schuif je rechterhand onder de nek door naar de rechterschouder van het slachtoffer. Het hoofd wordt op die manier ondersteund door je onderarm.
  • Stap 4: Met je linkerhand pak je de linkerschouder.
  • Stap 5: Trek het slachtoffer in een vloeiende beweging in een zittende houding en laat het lichaam van het slachtoffer tegen jou lichaam leunen.
  • Stap 6: Ga met je armen onder zijn of haar oksels door en buig zijn/haar onderarmen zodat deze horizontaal voor de borst komt te liggen.
  • Stap 7: De gebogen arm pak je met je beide handen beet. Zorg ervoor dat je niet met je duimen in de ribben van je slachtoffer drukt. Je kunt het beste je vingers en duimen aaneengesloten houden.
  • Stap 8: Kruip zo dicht mogelijk tegen het slachtoffer en plaats je voeten aan beide kanten van het slachtoffer. Je zit dan in een hurk-positie.
  • Stap 9: Strek je benen en houd je rug recht.
  • Stap 10: Versleep het opgetilde slachtoffer door achteruit te lopen. Zorg ervoor dat je niet struikelt.
  • Stap 11: Leg vervolgens het slachtoffer op een veilige plek. Blijf het hoofd van het slachtoffer ondersteunen als je hem of haar neer gaat leggen.

Bron: https://www.safetyschool.nl/rautekgreep/ / https://www.gezondheidenco.nl/wat-is-de-rautekgreep-en-hoe-werkt-het/?harvest_referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=Zt9yqRmVPG8&feature=emb_logo

4. Brandwonden

Een brandwond is een gedeeltelijke of volledige verbranding van de huid. Dit wordt veroorzaakt door inwerking van warmte, een chemische stof of elektriciteit gedurende een langere tijd en boven een bepaalde temperatuur.

De huid is uw grootste orgaan en bestaat uit verschillende lagen. De huid bestaat uit twee huidlagen: de epidermis (opperhuid) en de dermis (lederhuid). Het lichaam kan de epidermis wel herstellen maar de dermis niet.

Hoe erg de brandwond is hangt af van verschillende oorzaken. Het is afhankelijk van de grootte, diepte en de plek van de brandwond. De huid is stuk op de plek waar de brandwond zit, de huid geeft daar dan geen bescherming meer. Bacteriën kunnen makkelijk binnendringen, waardoor er een groot risico is op infecties.


Bron: https://www.trauma.nl/brandwonden  /  https://brandwondenzorg.nl/wat-zijn-brandwonden/

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bron: https://gezonderleven.com/hoe-kun-je-baking-soda-gebruiken-voor-brandwondjes/

4.1 Eerstegraads verbranding

Bij een eerstegraads verbranding is de opperhuid rood/roze van kleur. De verbranding kan soms wat opgezwollen en pijnlijk zijn. Je kunt de reactie op de verbranding vergelijken met een ontsteking. Na een paar dagen verdwijnen de pijnlijke verschijnselen.

Bij een eerstegraads verbranding is de huid niet stuk. We noemen dit daarom geen brandwond maar een verbranding. Deze verbranding kan ontstaan door bijvoorbeeld de huid te lang onbeschermd  bloot te stellen aan de zon.
Bron: https://www.trauma.nl/brandwonden  /  https://brandwondenzorg.nl/wat-zijn-brandwonden/eerstegraads-verbranding/

















Bron: www.brandwondenzorg.nl

4.2 Tweedegraads brandwond

Tussen een oppervlakkige tweedegraads brandwond en een diepe tweedegraads brandwond zit een groot verschil. Op het eerste oog zijn deze verschillen lastig te waarnemen.

Bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond is alleen de opperhuid beschadigd. De beschadiging blijft beperkt tot de oppervlakkige laag van de huid, waarbij de laag waarin de huidcellen (lederlaag) worden aangemaakt, nog deels intact is. Je kunt deze brandwond herkennen doordat de huid er rood, nat, blaarvormig en pijnlijk uitziet.

Bij een diepe tweedegraads brandwond is de lederhuid duidelijk aangetast. De hitte heeft langer kunnen doordringen in het huidweefsel. Bij een diepe tweedegraads brandwond is er duidelijk sprake van een wond. Je kunt deze brandwond herkennen doordat de huid er rood/wit, nat, blaarvormig en pijnlijk uitziet.


Bron: https://www.trauma.nl/brandwonden  /  https://brandwondenzorg.nl/wat-zijn-brandwonden/tweedegraads-brandwond/















Bron: www.brandwondenzorg.nl

4.3 Derdegraads brandwond

Bij een derdegraads brandwond zijn zowel de opperhuid als de lederhuid volledig beschadigd tot in het onderhuidse vetweefsel. Deze brandwond ziet er wit, beige/bruin of zwart, droog en leerachtig uit. De wond is niet of nauwelijks pijnlijk omdat de dikke huidlaag waarin de zenuwuiteinden en de haarzakjes zitten volledig beschadigd is. Wel zit er een pijnlijke tweedegraads brandwond omheen.

Deze brandwond zal een lang genezingsproces doorgaan omdat, deze niet meer vanuit de diepte kan genezen, maar alleen vanuit de wondranden. Bij grote brandwonden is een chirurgische behandeling noodzakelijk waarbij de dode huidresten en de bedekking van de wonden worden verwijderd door bijvoorbeeld huidtransplantatie.
Bron: https://www.trauma.nl/brandwonden  /  https://brandwondenzorg.nl/wat-zijn-brandwonden/derdegraads-brandwond/












Bron: www.brandwondenzorg.nl

4.4 Verzorging brandwonden

Brandwonden verzorgen direct na een ongeval

Stap 1: Wanneer iemand zich heeft verbrand is het van belang dat de wond gekoeld wordt met lauw zacht stromend water. Koel tenminste tien minuten. Verwijder zo snel mogelijk sieraden en/of kleding.
Stap 2: Voorkom dat het lichaam teveel afkoelt. Koel alleen de wond.
Stap 3: Smeer niks op de wond zoals smeersels of balsems.
Stap 4: Bedek de wond losjes met plastic huishoudfolie, steriel verband of een schone doek. De voorkeur gaat uit naar een steriel verband, maar niet in iedere situatie is dit aanwezig.
Stap 5: Maak de wond opnieuw nat. Dit keer met het verband eromheen. Zorg dat het verband goed doorweekt is.
Stap 6: Waarschuw indien nodig een arts.

Bron: https://www.rodekruis.nl/ehbo-wat-te-doen-bij/brandwond/

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=253aiNMvFrc&feature=emb_logo

4.5 Opdracht brandwonden

Opdracht brandwonden
Hierboven staat een link naar een online tool, Quizlet. Wanneer de link is geopend, klik je links, onder het kopje spelen, op combineren. Succes.

5. Heimlich greep

Bij een ernstige verslikking kunnen de luchtwegen vrij gemaakt worden door middel van buikstoten en de heimlich greep. Het is van belang dat er eerst onderzocht wordt of er sprake is van een lichte of ernstige verslikking. Wanneer het slachtoffer nog kan praten, hoesten en ademen spreek je van een lichte verslikking. Bij een ernstige verslikking is er een piepadem hoorbaar en probeert het slachtoffer te kuchen.

Bron: https://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=5079

De heimlich greep pas je niet direct toe. Sla eerst vijf maal tussen de schouderbladen en kijk na elke greep of de verslikking los komt. Als dit niet helpt, pas dan de heimlich greep toe.

Stap 1 Ga achter het slachtoffer staan, sla je armen om zijn middel en laat hem/haar iets vooroverbuigen.
Stap 2 Plaats je vuist boven de navel en pak met je andere hand deze vuist vast. Trek nu je vuist (hard) naar binnen en omhoog. Alsof je hem probeert op te tillen.
Stap 3 Voer deze beweging vijf keer achter elkaar uit.
Stap 4 Is het probleem hiermee nog niet opgelost, geef dan afwisselend vijf slagen tussen de schouderbladen en vijf buikstoten.

Bel meteen 112 als de blokkade in de luchtwegen is opgeheven. Bij buikstoten volgens de heimlich greep bestaat er altijd kans op inwendig letsel. Ook als je de heimlich greep correct hebt uitgevoerd.

Bron: https://www.gezondheidsplein.nl/dossiers/ehbo-in-een-notendop/hoe-werkt-de-heimlich-greep-buikstoten/item43890

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=xHM9aPG3zU0&feature=emb_logo

5.1 Opdracht heimlich greep

6. Stabiele zijligging

Als iemand bewusteloos is door een klap of val maar wel nog normale ademhaling heeft, leg je degene in de stabiele zijligging. Op deze manier ligt het slachtoffer stevig, zodat hij/zij niet makkelijk terug rolt naar de buik of rug. Doordat het hoofd naar achter gekanteld wordt en de mond richting de grond ligt, worden de luchtwegen vrij gehouden. Dat is noodzakelijk, omdat bij een bewusteloos slachtoffer de spieren in de keelholte verslappen. Hierdoor kan de tong in de keel zakken waardoor de ademweg wordt geblokkeerd. Als je het vermoeden hebt dat het slachtoffer hoofd- en/of nekletsel heeft, leg het slachtoffer dan niet in de stabiele zijligging.
Bron: https://www.101bhv.nl/actueel/ehbo/stabiele-zijligging-in-6-stappen/   /  https://www.rodekruis.nl/ehbo-wat-te-doen-bij/stabiele-zijligging/

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=7l0Qd1rb1fA

6.1 Opdracht stabiele zijligging

7. Verbandmiddelen

Verbandmateriaal is materiaal voor de eerste hulpverlening waarmee je wonden kan afdekken, druk kunt geven bij zwelling of steun kunt geven aan ledematen. ‘In de rol kijken' tijdens het zwachtelen is één van de meest essentiële onderdelen van de verbandleer. Wanneer je in de rol kijkt is het afrollen van het verband eenvoudiger, maar je bent op die manier tegelijkertijd beter in staat om de druk die het verband uitoefent te verdelen.

Bron: https://www.arvem.nl/winkel/wondverzorging/verbandmiddelen-wondverzorging/losse-verbandmiddelen/

7.1 Verschillende verbandmiddelen

Kleefpleister
Een kleefpleister kun je bijvoorbeeld gebruiken om een verband op de huid vast te plakken. Deze zijn er in verschillende breedten. In de eerste hulp wordt voornamelijk gebruik gemaakt van kleefpleisters van 2,5cm breed. Leg om afknellen te voorkomen de kleefpleister niet te strak rondom een lichaamsdeel.

 

Synthetische watten
Synthetische watten zijn veerkrachtig en hydrofiel (het opnemen van vocht) en zitten op een rol. Je kunt ze daardoor goed gebruiken om een regelmatig verdeelde druk te krijgen bij het aanleggen van een verband.

 

 

 

Steriel kompres
Steriele kompressen zijn sterk hydrofiel. Deze zijn vaak behandeld met een polyethyleen of polypropyleen laagje om te voorkomen dat deze kompressen aan de wond plakken. Niet-klevende kompressen zijn geschikt om te gebruiken voor brandwonden of schaafwonden. Ze zijn zo verpakt dat ze geruime tijd steriel blijven in een donkere omgeving.

 

Zwachtels
Een zwachtel is een strook stof met meestal een lengte van ongeveer vier of vijf meter. Er zijn verschillende soorten zwachtels: elastischezwachtel, cohesievezwachtel, ideaalzwachtel en traumazwachtel. De elastischezwachtel wordt het meest gebruikt voor het vastleggen van de steriele kompressen. De cohesieve- en ideaalzwachtels gebruikt men voor het aanleggen van druk- en wondverband. Met een traumazwachtel kan er snel een wonddrukverband aangelegd worden zonder dat daar een apart dekverband, synthetische watten of zwachtel voor nodig is.

 

 

 

 

Bronnen tekst: https://ikehbo.nl/ehbo-materiaal/verbandmateriaal/watten.php  /  https://www.ehbo.nl/tips/
Bronnen afbeeldingen:
https://optiphar.com/online-apotheek/bsn-medical-leukoplast-kleefpleister-25-cm-x-5-m
https://www.ehbo-koffer.be/ehbo-kennisbank/ehbo-faq/waarvoor-gebruik-je-synthetische-watten/
https://www.bhvshop.nl/kompres-1-16/
https://www.hulpmiddelenwijzer.nl/hulpmiddelen/zwachtels

 

7.2 Drukverband

Een drukverband wordt aangelegd bij een kneuzing of en verstuiking. Dit zijn dus inwendige verwondingen waardoor er onderhuids een zwelling ontstaat. Na het koelen wordt er een drukverband aangelegd om de zwelling tegen te gaan en om rust en steun te geven aan het gekwetste lichaamsdeel. Drukverband bestaat uit synthetische watten met daaromheen een ideaal zwachtel gewikkeld. Let er bij het aanleggen van het drukverband goed op dat het verband niet te strak wordt aangelegd. Door een te strak aangelegd verband kan stuwing optreden waardoor het bloed niet goed meer kan stromen. Dit kun je herkennen aan verkleuring van de vingers of tenen.

Bij het aanleggen van een verband is het van belang dat het slachtoffer met zijn/haar gewonde been of arm omhoog blijft zitten en deze 90 graden buigt. Wikkel de synthetische watten er vervolgens gelijkmatig omheen en zorg ervoor dat de tenen of vingers vrij blijven. Wanneer je de zwachtel aanbrengt doe je dit met lichte rek om op deze manier wat druk uit te oefenen. De zwachtel rol je in tegenstelde richting van de verzwikking om het gewonde been of arm. Je vraagt aan het slachtoffer naar welke kant zijn/haar been of arm is omgeslagen en je wikkelt de zwachtel vervolgens in tegengestelde richting daarvan erom heen. Hieronder heb ik een video geplaatst hoe je een drukverband aanbrengt bij de enkel.

Bron: https://www.ehbocursus.nl/drukverband-aanleggen-bij-verstuikingen/

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=I2I2vem82o4&feature=emb_logo

7.3 Snelverband

Met een snelverband kan je een wond snel afdekken. Het is gemaakt van een gaas met hydrofiel materiaal en twee elastische zwachtels. Het snelverband is opgevouwen steriel verpakt en kan met vieze handen worden aangepakt. Zonder dat de compres hierdoor vervuilt wordt. Het verband wordt vlak boven de wond pas open getrokken door aan de zwachtels te trekken. Probeer de wond omhoog te houden tijdens het verbinden van de wond. Op die manier probeer je het bloeden te verminderen. Als je het snelverband hebt geplaatst, verschuif dit dan niet meer. Leg de eerste laag van de zwachtel half op het wondkussentje en half op de huid. Maak de zwachtel vast met een stukje leukoplast tape.

Bron: https://ikehbo.nl/ehbo-materiaal/verbandmateriaal/snelverband.php / https://www.ehbo-koffer.nl/ehbo-kennisbank/ehbo-faq/hoe-leg-snelverband-aan/

 

Bron: https://www.youtube.com/watch?v=_XXGrp4pZ5Q

7.4 Opdracht verbandmiddelen

Opdracht verbandmiddelen
Hierboven een link naar een online kruiswoordpuzzel, succes.

8. Vergiftiging

Vergiftiging kan op drie manieren plaatsvinden. Door middel van inademing, spijsvertering (opeten of opdrinken), of doordat het in de huid opgenomen wordt. Een giftige stof kan bestaan uit een vaste stof, een vloeistof of een gas.

  • vloeistof: bleek- en schoonmaakmiddelen, allesreinigers, ontstoppers;
  • vaste stof: geneesmiddelen, drugs, giftige planten, verdelgingsmiddelen in korrelvorm;
  • gas: uitlaatgassen, koolstofmonoxide, rottingsgassen, butaan- of propaangas.

Vooral gassen/dampen kunnen gevaarlijk zijn voor de hulpverlener. Koolmonoxide is kleurloos en reukloos, het extra gevaarlijk maakt. Deze vergiftiging is alleen te herkennen door hoofdpijn, misselijkheid en braken, spierslapte (vooral van de benen) of bewusteloosheid van het slachtoffer. Bijtende, chemische stoffen op de huid kunnen vergiftigingsverschijnselen veroorzaken met mogelijke gevolgen voor de belangrijke organen. Deze stoffen kunnen bijvoorbeeld ook (diepe) brandwonden tot gevolg hebben.

Het is van belang dat een arts altijd de vergiftiging beoordeeld. Bij ontdekking van de vergiftging bel je meteen 112 of de huisartsenpost. Vervolgens probeer je duidelijk te vermelden om welke soort stof het gaat. Je volgt het advies van de professionele hulpverlener op. Laat, als het slachtoffer dat kan, de mond spoelen bij stoffen die pijnlijk zijn in de mond. Wanneer het slachtoffer buiten bewustzijn is, leg je het slachtoffer in de stabiele zijligging in verband met het eventuele braken.
Bron: https://ikehbo.nl/eerste-hulp-bij-ongelukken/vergiftiging/vergiftiging.php / https://www.rodekruis.nl/ehbo-wat-te-doen-bij/vergiftiging/

 

Bron: https://ikehbo.nl/eerste-hulp-bij-ongelukken/vergiftiging/vergiftiging.php

8.1 Opdracht vergiftiging

9. Diagnostische toets

Diagnostische toets
Hierboven staat een link naar een online tool, succes.

10. Bronnen

AED. (z.d.). Geraadpleegd op 5 oktober 2020, van https://www.med4all.nl/aed-producten

BHV. (z.d.). Geraadpleegd op 5 oktober 2020, van https://www.101bhv.nl

Brandwonden. (z.d.). Geraadpleegd op 9 oktober 2020, van https://www.trauma.nl/brandwonden-0

Brandwondzorg nederland. (z.d.). Geraadpleegd op 8 oktober 2020, van https://brandwondenzorg.nl/

De Nederlandse Hartstichting. (z.d.). Hartstichting - Oplossingen voor een gezond hart. Geraadpleegd op 5 september 2020, van https://www.hartstichting.nl

Eerste Hulp (EHBO) en reanimatie. (z.d.). Geraadpleegd op 5 oktober 2020, van https://ikehbo.nl

EHBO. (z.d.). Geraadpleegd op 8 oktober 2020, van https://www.safetyschool.nl

EHBO-koffers. (z.d.). Geraadpleegd op 8 oktober 2020, van https://www.ehbo-koffer.nl

Gezondheidsplein. (z.d.). Geraadpleegd op 5 oktober 2020, van https://www.gezondheidsplein.nl

Het Nederlandse Rode Kruis. (z.d.). Het rode kruis. Geraadpleegd op 4 oktober 2020, van https://www.rodekruis.nl

Koninklijke Nationale Bond voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken “Het Oranje Kruis” & Koninklijke Bibliotheek (Den Haag). (2019). Het Oranje Kruis-boekje. den Haag, Nederland: Koninklijke Bibliotheek.

Vergiftiging | CM. (z.d.). Geraadpleegd op 9 oktober 2020, van https://www.cm.be/ziekte-en-behandeling/klachten-en-ziekten/vergiftiging