MZA 2.1 E-learning hart en bloedvatenstelsel Janine Boonen

MZA 2.1 E-learning hart en bloedvatenstelsel Janine Boonen

Voorwoord

Voor de leraren opleiding Gezondheidszorg en Welzijn, kreeg ik de opdracht om een digitaal leerarrangement te maken. De digitale tools daarvoor verwerkte ik in een Wikiwijs. Hierin paste ik meerdere digitale werkvormen toe, die hielpen bij het zich eigen maken van de leerstof. Ik richtte mij op de lesinhoud van het onderwerp hart en bloedvatenstelsel.

Leerdoel: deze e-learning kan als voorbereiding op de landelijke kennistoets een goede aanvulling zijn.

1 Inleiding

Het bloedvatenstelsel van de mens kun je vergelijken met een groot wegennet voor het bloed. Door dit ontzettende grote 'wegennet' kun je op alle plekken in het lichaam komen en zo de organen van bloed voorzien. Maar hoe werkt de bloedsomloop eigenlijk? Waaruit bestaat je bloed? Wat is een goede bloeddruk? Bij het doorlopen van deze wikiwijs krijg je antwoord op al je vragen.

bron: maken.wikiwijs.nl
bron: maken.wikiwijs.nl

2 Hart en bloedsomloop

Het hart is een orgaan dat grotendeels uit spierweefsels bestaat. Het ligt tussen de longen in, vlak achter het borstbeen ( sternum). Tweederde van het hart ligt links van het borstbeen. Het hart ligt met de punt naar beneden, naar voren en naar links. het hart is doorgaans ongeveer even groot als de gebalde vuist van een persoon.

Het hart pompt dag en nacht bloed door je lichaam. 6.000 - 7.000 liter bloed per dag. Dat moet ook want je lijf heeft altijd voedingsstoffen nodig. Ook als je slaapt. Je bloed stroomt door twee soorten bloedvaten: de slagaders en de aders. In de slagaders stroomt het bloed van je hart weg en in de aders stroomt het bloed juist naar het hart toe. Op een rondje door je lichaam , stroomt je bloed twee keer door je hart heen. Het maakt een klein rondje langs de longen (de kleine bloedsomloop) en een grote ronde door het hele lichaam (de grote bloedsomloop). Het lijkt wel of je bloed in een soort achtbaan zit.

bron: Watson, R. (2012). Zakboek Anatomie en fysiologie

bron: bloedsomloop, biologie lessen.nl
bron: bloedsomloop, biologie lessen.nl

2.1 Structuur en functie van het hart

 

Het hart behoort tot het onwillekeurig zenuwstelsel dat normaal glad spierweefsel is.

Feitelijk betreft het twee holle spieren (myocard), waarvan één spier de boezems (atria) vormt en de andere de kamers (ventrikels). Van buiten naar binnen bestaat de hartwand uit drie lagen:

  1. Hartzakje of weivlies (pericard), een dubbelbladig dun en elastisch vlies waartussen zich vocht bevindt en dat het hart omringt, een soort buitenbekleding.
  2. Spierweefsel (myocard). Hartspierweefsel vertoont een dwarse streping, maar is toch onwillekeurig. De spier vormt een samenhangend netwerk van spiervezels (syncytium).
  3. Hartvlies (endocard). Dit vlies bestaat uit éénlagig, zeer glad endotheel, voorzien van bindweefsel.

 

 

Het hart bestaat uit twee gedeelten. De linkerhelft neemt de grote bloedcirculatie voor zijn rekening en de rechterhelft de kleine bloedsomloop. Deze delen zijn gescheiden door een tussenschot (septum), een bindweefselring. Elke harthelft bestaat uit twee compartimenten:

  1. Een boezem of voorkamer (rechter boezem = atrium dextrum, linker boezem = atrium sinistrum)). De wand ervan is relatief dun. De boezems zijn direct verbonden met het aderlijk (veneus) systeem (holle aders en longaders).
  2. Een hartkamer (rechterkamer = ventriculus dexter, linkerkamer = ventriculus sinister). De kamerwand is dikker dan die van het atrium. Uit de ventrikels ontspringen de grote slagaders (aorta en longslagader) van de grote en kleine bloedsomloop.


Tussen de boezems en de kamers bevindt zich links de tweeslippige klep (valva mitralis) en rechts de drieslippige klep (valva tricuspidalis). Tussen de linkerventrikel en de aorta is dat de drieslippige, halvemaanvormige aortaklep (valva aortae of semilunaire hartklep). Tussen de rechterkamer en de longslagader (arteria pulmonalis) bevindt zich de valva pulmonalis.

Functie

De kleppen voorkomen dat het bloed kan terugstromen naar de boezems of kamers, afhankelijk van de functie van de betreffende kleppen. De hartkleppen zijn met spiertjes en pezen bevestigd aan de hartwand.

Bovenste holle ader = Vena cava superior, onderste holle ader = Vena cava inferior.

bron: https://mens-en-gezondheid.infonu.nl

 

2.2 Quizlet latijnse benamingen

Zwaartekracht spel Latijnse benamingen hart en bloedvatenstelsel
Klik in de linker kolom op zwaartekracht, en ga aan de slag!!! Je kunt kiezen uit de volgende antwoorden: -bovenste holle ader -onderste holle ader -rechter boezem -linker boezem -rechter kamer -linker kamer -klep tussen linker boezem en linker kamer -klep tussen rechter boezem en rechter kamer

2.3 Grote en kleine bloedsomloop

Grote en kleine bloedsomloop.

Globaal kun je de bloedsomloop in twee stukken delen. De grote bloedsomloop en de kleine bloedsomloop. De kleine bloedsomloop vervoert zuurstofarm bloed van het hart naar de longen. In de capillairen in de longen wordt zuurstof in het bloed opgenomen en koolstofdioxide aan de longen afgegeven. Vanaf de longen stroomt het zuurstofrijke en koolstofdioxide arme bloed dan weer terug naar het hart. Via de linker boezem en de linker kamer wordt het zuurstofrijke bloed nu de grote bloedsomloop ingepompt. Via de grote bloedsomloop komt het bloed met zuurstof bij alle organen en weefsels terecht die zuurstof en voedsel nodig hebben voor de verbranding. Als het bloed zuurstof heeft afgegeven aan de weefsels stroom het via de aderen en de onderste holle ader weer terug naar het hart. In het hart zijn het zuurstofarme bloed en het zuurstofrijke bloed strikt van elkaar gescheiden. We noemen de bloedsomloop van de mens een dubbele bloedsomloop, omdat per omloop door het gehele lichaam het bloed twee keer door het hart heen komt.

bron: https://biologielessen.nl

 

 

bron: bloedsomloop, biologielessen.nl
bron: bloedsomloop, biologielessen.nl

2.4 Opdracht grote en kleine bloedsomloop

2.5 Prikkelgeleiding

Prikkelgeleidingssysteem

Het prikkelgeleidingssysteem is een netwerkje van speciale cellen in de hartspier die elkaar in een domino-effect een elektrische prikkel doorgeven. Die prikkel stimuleert de hartspier om zich samen te trekken. Het prikkelgeleidingssysteem zorgt ervoor dat het samentrekken in het juiste tempo en in de juiste volgorde gebeurt. De juiste volgorde wil zeggen: eerst de boezems, dan pas de kamers.

De pompfunctie van het hart is afhankelijk van het prikkelgeleidingssysteem, want als de hartspier in het juiste tempo en de juiste volgorde samentrekt, pompt het hart optimaal. Werkt het prikkelgeleidingssysteem niet goed, dan spreek je van een hartritmestoornis. Een hartritmestoornis kan de pompfunctie van het hart op allerlei manieren verzwakken en in zeldzame gevallen zelfs leiden tot een plotse hartdood. Maar meestal is een afwijkende hartritme vrij onschuldig.

De sinusknoop

De elektrische prikkel begint in een langgerekt groepje cellen in het plafond van de rechterboezem. Dit is de sinusknoop, de natuurlijke pacemaker van het hart. Niet alleen de cellen in de sinusknoop, maar alle spiercellen in het hart zijn in staat om een stroomstootje te produceren. Als de sinusknoop zou uitvallen, zou het hart niet ophouden te kloppen. Het hart zou wel trager gaan kloppen, omdat de cellen in de sinusknoop het snelst een prikkel af kunnen leveren. De sinusknoop geeft als het ware het tempo aan. Vanuit de sinusknoop verspreidt de elektrische prikkel zich aanvankelijk over de spiercellen van beide boezems en wordt dan even opgehouden in de AV-knoop.

De AV-knoop

Het weefsel tussen boezems en kamers vormt een isolerende laag die de elektrische prikkel op de meeste plaatsen niet geleidt. De prikkel kan alleen zijn weg vinden via een groepje cellen midden in het hart, op de grens van boezem (atrium) en kamer (ventrikel). Dit wordt de atrioventriculaire knoop ofwel de AV-knoop genoemd. Een bijzondere eigenschap van de cellen in de AV-knoop is dat zij de elektrische prikkel kunnen afremmen. Dat heeft als gevolg dat de kamers net iets later samentrekken dan de boezems, waardoor het bloed in twee stappen door het hart gaat. Eerst wordt het vanuit de boezems in de kamers geperst en dan vanuit de kamers het hart uit. Tussen het ontstaan van de elektrische prikkel in de sinusknoop en de reactie van de spiercellen in de kamers zit iets minder dan een kwart seconde. Ongeveer de helft van die tijd komt voor rekening van het oponthoud in de AV-knoop.

 

 

Bundel van His, de bundeltakken en de Purkinjevezels

Voorbij de AV-knoop wordt de elektrische prikkel verder geleid via speciaal geleidingsweefsel. De zogenoemde bundel van His leidt de prikkel naar de linker- en rechter bundeltak. De linker bundeltak splitst zich weer in twee zogeheten fascikels. Via speciale Purkinjevezels worden uiteindelijk de spiercellen van de beide kamers aangezet tot samentrekken. De bundel van His en de Purkinjevezels zijn genoemd naar twee negentiende-eeuwse onderzoekers: Wilhelm His en Jan Evangelista Purkinje.

Als het prikkelgeleidingssysteem niet goed werkt

Als het prikkelgeleidingssysteem goed werkt, trekt de hartspier op de juiste manier samen en pompt het hart optimaal. De hartslag is dan regelmatig. Maar het komt ook voor dat het hart een langere periode samentrekt in een onregelmatig ritme. Dan is er sprake van een hartritmestoornis. De oorzaak van een hartritmestoornis is vaak complex en lastig te bepalen. Er zijn onschuldige hartritmestoornissen, zoals een overslag, en er zijn levensbedreigende hartrimestoornissen zoals kamerfibrilleren. De meest voorkomende hartritmestoornis is boezemfibrilleren.

Het belangrijkste onderzoek voor hartritmestoornissen is het hartfilmpje, ofwel het ECG, dat de geleiding van de elektrische prikkel door de hartspier heel nauwkeurig in kaart brengt. Voor een geoefend oog zijn afwijkingen goed te onderscheiden.

Ernstige hartritmestoornissen zijn te behandelen met medicijnen, de antiaritmica, met hulpmiddelen zoals een pacemaker of een ICD of met een kleine operatieve ingreep, een ablatie. Een pacemaker is een kastje dat onderhuids wordt aangebracht om het hartritme in de gaten te houden en waar nodig bij te sturen. Een ICD wordt onderhuids aangebracht als je een verhoogd risico hebt op een levensbedreigende hartritmestoornis zoals kamerfibrilleren. Een ICD bewaakt het hartritme en geeft in geval van nood een stroomstoot om het hart weer op gang te krijgen. Een ablatie is een relatief nieuwe behandeling. Bij deze operatieve ingreep wordt een hartritmestoornis behandeld door spierweefsel in het hart weg te branden.

bron:https://www.hartwijzer.nl

2.6 Opdracht prikkelgeleiding

3 Het bloed

Bloed vervoert voedings- en afvalstoffen, zuurstof en kooldioxide, hormonen en andere stoffen naar alle delen van het lichaam. Daarnaast transporteert bloed ook cellen die ziektekiemen kunnen uitschakelen en cellen die wondjes afdichten. Tenslotte verdeelt bloed de warmte over ons lichaam: het is onze centrale verwarming.

 

Bloed is een vloeibaar weefsel

Bloed is een weefsel waarbij de cellen in een vloeistof drijven. Die vloeistof heet bloedplasma. Doordat bloed vloeibaar is komt het via de bloedvaten in het hele lichaam terecht.

Zolang het bloed in beweging is, drijven de bloedcellen in het plasma rond. Stilstaand bloed scheidt zich in twee lagen: onderin zitten de bloedcellen, daarboven bevindt zich het plasma.

Wat is de functie van bloed?

Bloed is een transportmiddel. In het bloed zitten allerlei werkzame stoffen en cellen die zorgen voor een warme en gelijkmatige toestand van het lichaam. Doordat bloed vloeibaar is komt het - via de bloedvaten - op alle plaatsen van het lichaam terecht. Daar verricht het de volgende taken:

  1. Bloed vervoert en levert voedsel, zuurstof en andere essentiele stoffen aan lichaamscellen.
  2. Het voert afvalstoffen af, die bij de verbranding van voedingstoffen in de cellen vrijkomen.
  3. Bloed helpt het lichaam beschermen tegen ziekten.
  4. Bloed verdeelt de warmte over het lichaam en houdt de lichaamstemperatuur constant op 37 graden Celcius.

De lever regelt de samenstelling van het bloed

De lever is een chemische fabriek. Hij zorgt ervoor dat in het bloed de stoffen voorkomen die het lichaam nodig heeft. Ook breekt hij gifstoffen in het bloed af, zoals medicijnen en alcohol.

bron:http://www.natuurinformatie.nl

 

bron: maken.wikiwijs.nl
bron: maken.wikiwijs.nl

3.1 Rode bloedcellen

Rode bloedcellen (erytrocyten)

De rode bloedcellen zijn de bekendste bloedcellen in het menselijk lichaam. Samen met de witte bloedcellen en bloedplaatjes vormen zij ons bloed.

Wat zijn erytrocyten?

Erytrocyten zijn de rode bloedlichaampjes in het menselijk lichaam. Doordat deze cellen een hoge concentratie aan rode bloedkleurstof (hemoglobine) bevatten worden het de rode bloedcellen genoemd.

Betekenis erytrocyten: bloedcellen gekenmerkt door een afgeplatte vorm, een geringe diameter en de afwezigheid van een celkern en enkele andere celorganellen. Bevatten een hoge concentratie aan hemoglobine, waarmee zuurstof in het bloed wordt getransporteerd.

Waar worden rode bloedcellen gemaakt?

Rode bloedcellen worden in het borstbeen, de ribben en de schedelbotten aangemaakt. Een rode bloedcel is erg klein, ongeveer 0,008 centimeter in doorsnee en ziet eruit als een rond kussentje met aan weerszijde een holte.

Rode bloedcellen worden aangemaakt doordat een hormoon in de nieren hier een signaal voor afgeeft. Dit hormoon bepaalt de snelheid waarmee rode bloedcellen moeten groeien. Eerst splitst de cel zich in tweeën. Vervolgens splitsen die twee deeltjes zich weer totdat er zestien rode bloedcellen zijn. In elk van deze cellen wordt hemoglobine geproduceerd. Zodra de productie een bepaald punt heeft bereikt wordt de kern uit de cel gestoten. Zo krijgt de cel aan weerszijden zijn holle vorm en kan hij nog meer zuurstof aan zich binden. In dit stadium wordt de cel een bloedlichaampje (corpusculum) genoemd.

De cel kan zich nu niet meer verder delen, omdat er geen kern meer bestaat. De vorming van een bloedlichaampje neemt zes dagen in beslag en leeft 120 dagen.
Iedere seconde worden er ongeveer tweeëneenhalf miljoen rode bloedcellen vernietigd. Verouderde rode bloedcellen worden voornamelijk door de milt, de lever en het beenmerg verwijderd.

Wat zijn normale waarden van rode bloedcellen?

Gemiddeld heeft iedereen minimaal vier miljard rode bloedcellen per liter bloed. Dit is de normaalwaarde van erytrocyten.

Met bloedonderzoek is de waarde van rode bloedcellen eenvoudig in kaart te brengen. Op het onderzoeksformulier of de labuitslag staat dit aangegeven als erytrocyten. Voor volwassen mannen is de normaalwaarde van rode bloedcellen tussen de 4,4 en 5,8 miljard per liter bloed. Vrouwen hebben gemiddeld tussen de 4 en 5,3 miljard rode bloedcellen per liter bloed.

Er zijn situaties waarin er te veel rode bloedcellen worden gevormd, bijvoorbeeld door het gebruik van doping. Een tekort aan rode bloedcellen noemen we bloedarmoede. De medische term hiervoor is anemie.

Een gebrek aan vitamine B12 opname kan ertoe leiden dat er enorme hoeveelheden abnormaal grote rode bloedcellen worden aangemaakt. Tegenwoordig is dit eenvoudig tegen te gaan door regelmatig injecties met vitamine B12 te ontvangen.

Rode bloedcellen functie

Rode bloedcellen bevatten heel veel hemoglobine, het eiwit dat zuurstof en koolstofdioxide kan binden. Hierdoor zijn deze erytrocyten in staat zuurstof van de longen naar weefsel te brengen en koolstofdioxide af te voeren. Rode bloedcellen geven de koolstofdioxide af aan de longen waarna we dit uit ademen.

De rode bloedcellen zorgen voor 99% van de zuurstoftoevoer in het lichaam. Hoewel het bloedplasma ook door het lichaam circuleert, kan dit element slechts één procent van het zuurstof vervoeren.

bron:https://www.sanquin.nl

3.2 Witte bloedcellen

Witte bloedcellen

Witte bloedcellen of leukocyten beschermen je lichaam tegen schadelijk stoffen en ziekteverwekkers, zoals bacteriën en schimmels. Witte bloedcellen zijn kleurloos en groter dan rode bloedcellen. Ze hebben wel een celkern en bevatten dus DNA.

Wat zijn leukocyten?  

Witte bloedcellen of leukocyten zijn een groep cellen die zich in het bloed en het lymfeweefsel bevinden en het lichaam moeten beschermen tegen lichaamsvreemde stoffen, zoals bacteriën, virussen en schimmels. De aantallen en typen leukocyten in het bloed kunnen variëren, maar normaal gesproken vertegenwoordigen de witte bloedcellen slechts 1 procent van het totale bloedvolume.

Waar worden witte bloedcellen gemaakt?

De witte bloedcellen worden gevormd in het beenmerg of het lymfeweefsel. Bij volwassenen beperkt zich dit met name tot het borstbeen, de ribben en de schedelbotten. Alle witte bloedcellen hebben een kern. Zodra de witte bloedcellen ontstaan worden ze opgeslagen en in het bloed afgescheiden indien en wanneer het lichaam er behoefte aan heeft.

De drie belangrijkste soorten witte bloedlichaampjes (leukocyten) zijn:

  • Granulocyten
  • Lymfocyten
  • Monocyten

Wat zijn normale waarden van witte bloedcellen?

Van de witte bloedcellen zijn er ongeveer 4 miljoen per liter in het menselijk lichaam. Een microliter bloed bevat ongeveer 5.000 tot 10.000 witte bloedcellen. Als gevolg van bepaalde aandoeningen kan het totaal aantal witte bloedcellen variëren.

De hoeveelheid (soorten) witte bloedcellen verschilt per persoon. De volgende vijf type witte bloedcellen zijn aanwezig:

  • Neutrofiele granulocyten: maken 40% tot 75% van de witte bloedcellen in het bloed op. Deze zogenaamde neutro’s zijn betrokken bij de immuunrespons en het opnemen/opeten van bijvoorbeeld bacteriën en schimmels.
  • Eosinofiele granulocyten: vormen een klein deel van de witte bloedcellen, slechts 1% tot 2%. Deze zogenaamde eo’s zijn betrokken bij de vernietiging van parasieten en allergische reacties.
  • Basofiele granulocyten: minder dan 1% van de witte bloedcellen bestaat uit de zogenaamde baso's. Deze cellen zijn betrokken bij ontstekingsreacties.
  • Lymfocyten: maken 20% tot 40% van de witte bloedcellen in het bloed op. Deze lymfocyten (ofwel lymfo's) zijn betrokken bij het herkennen en afweren van niet-lichaamseigen stoffen (antigenen).
  • Monocyten: de grootste witte bloedcellen. Deze zogenaamde mono’s maken ongeveer 2 tot 10% van de witte bloedcellen in het bloed op. Ze kunnen geïnfecteerde cellen doden, en dood of beschadigd weefsel opruimen.

Mensen met te weinig witte bloedcellen lopen een risico omdat het lichaam minder goed bestand is tegen schadelijke stoffen en ziekteverwekkers. Door chemotherapie ontstaat bijvoorbeeld vaak een tekort aan witte bloedcellen. Veel van het bij Sanquin gedoneerde bloed gaat naar kankerpatienten om hen te helpen in de strijd.

Het hebben van teveel witte bloedcellen is ook mogelijk; leukocytose genaamd. Zo worden er bij mensen met leukemie te veel onrijpe witte bloedcellen geproduceerd. Hierdoor komt de productie van normale bloedcellen in het gedrang en ontstaat er een tekort aan normale bloedcellen.

De functie van witte bloedcellen

Witte bloedcellen of leukocyten bevinden zich in het bloed en het lymfeweefsel. Zodra een infectie herkent wordt maakt het lichaam meer witte bloedcellen aan om zich hiertegen te beschermen. Ze verdedigen het lichaam tegen infecties met lichaamsvreemde stoffen en indringers. Witte bloedcellen zijn daardoor van cruciaal belang voor de afweer tegen ziekteverwekkende micro-organismen, zoals bacteriën, virussen, parasieten, schimmels en gisten. Daarnaast helpen ze bij het opruimen van afgestorven cellen in het lichaam.

Over het algemeen worden deze taken uitgevoerd door pakketjes met actieve (slechte) stoffen te lozen, het omsluiten en afschermen van (slechte) deeltjes (fagocytose) of het presenteren van antigenen aan andere cellen, die op hun beurt cellen aanzetten tot het produceren van antilichamen.

bron:https://www.sanquin.nl

3.3 Bloedplaatjes

Bloedplaatjes (trombocyten)

Samen met de rode en witte bloedcellen vormen bloedplaatjes belangrijke cellen in ons bloed. Zo zorgen bloedplaatjes voor de bloedstolling. Essentieel voor het herstellen van wondjes dus.

Wat zijn trombocyten?

Trombocyten worden ook wel bloedplaatjes genoemd en zorgen voor de stolling van ons bloed. Als een bloedvatwand beschadigd raakt, gaan de bloedplaatjes op de beschadigde plek plakken. Ook kunnen de bloedplaatjes aan elkaar plakken, dit wordt aggregeren genoemd. Uiteindelijk ontstaat er dan een stolsel waardoor de vaatwand kan herstellen.

 

Waar worden bloedplaatjes gemaakt?

Veel cellen uit het bloed worden gemaakt in het beenmerg. Ook bloedplaatjes worden hier geproduceerd. Het begint bij het hormoon trombopoëtine, deze stimuleert de natuurlijke ontwikkeling van de cellen die veranderen in bloedplaatjes. Deze cellen worden ook wel megakaryoblasten genoemd. De kern van deze cel deelt zich en transformeert in zogenoemde megakaryocyten. Vanuit één enkele megakaryocyt worden wel duizenden bloedplaatjes gemaakt.

Bloedplaatjes zijn dus fragmentjes van cellen. Bloedplaatjes blijven ongeveer acht tot tien dagen in leven nadat deze in de bloedsomloop zijn gekomen. Hierna breken de bloedplaatjes af in de milt, de lever en in de longen.
In de milt wordt een verzameling van bloedplaatjes opgeslagen, zodat er bij een ernstige bloeding voldoende trombocyten zijn om het bloeden te stoppen.

Wat zijn normale waarde van bloedplaatjes?

Het gemiddeld aantal bloedplaatjes of trombocyten in het bloed verschilt per persoon. Normaal bevat het bloed 150 tot 350 miljard bloedplaatjes per liter.

Er zijn diverse onderzoeken die inzicht geven in het bloedbeeld van een persoon. Middels een trombocytenaggregatie-onderzoek, een bloedonderzoek naar de werking van trombocyten ofwel bloedplaatjes, kan de werking van trombocyten inzichtelijk gemaakt worden.

Teveel aan bloedplaatjes:
Als er meer bloedplaatjes zijn dan spreken we van trombocytose. Een trombocytose kan primair of secundair zijn. Bij de primaire vorm is de trombocytose te wijten aan een bloedziekte, zoals leukemie. Bij een secundaire trombocytose is de stijging van het aantal bloedplaatjes een reactie op een andere aandoening, zoals een bloeding, ijzertekort, infectie of het gevolg van een ingreep/inname van bepaalde geneesmiddelen.

Tekort aan bloedplaatjes:
Een tekort aan trombocyten in het bloed wordt een trombocytopenie genoemd. Bij een tekort aan bloedplaatjes kunnen er gemakkelijker bloedingen ontstaan doordat beschadigingen van de vaatwand niet goed worden hersteld. Klachten bestaan dan ook met name uit veel blauwe plekken die makkelijk ontstaan. Bij een tekort aan trombocyten en risico op bloedingen, kan het soms nodig zijn om een bloedtransfusie te geven. Een tekort wordt dan aangevuld met de trombocyten van een donor.

Bloedstolling is nodig om een uitwendige of inwendige bloeding te stoppen, zodat er zo weinig mogelijk bloed verloren gaat. Voor het bloedstollingsproces zijn zowel bloedplaatjes als stollingseiwitten (factoren) nodig. Eerst gaan bloedplaatjes samenklonteren op de plaats van de beschadiging. Dankzij de stollingseiwitten ontstaat een netwerk van draden dat de bloedplaatjes en rode bloedcellen omsluit, zogenaamd fibrinenetwerk Samen vormen ze een bloedstolsel dat het beschadigde bloedvat afsluit. Aan de buitenkant herken je dit als een korstje en stopt de bloeding.

bron:https://www.sanquin.nl

 

 

3.4 Opdracht het bloed

4 De bloedvaten

Bloedvatenstelsel

Het bloedvatenstelsel is het geheel aan bloedvaten in je lichaam. Hier stroomt je bloed doorheen. Je bloedvatensysteem bestaat uit slagaders, aders en haarvaten. Deze bloedvaten vormen het wegennet waarlangs je bloed al je cellen, weefsels en organen van zuurstof en voedingsstoffen voorziet. Daarnaast worden afvalstoffen afgevoerd.

Wat zijn bloedvaten?

Bloedvaten zijn geen ondoordringbare buizen. De hele dag door vindt er transport plaats, niet alleen binnen de vaten met de bloedstroom mee, maar ook dwars door de bloedvatwand heen.

Bloedvaten zijn aan de binnenkant bekleed met een enkele laag cellen. Deze bloedvatcellen zijn in staat om bijvoorbeeld afweercellen te laten passeren zonder dat er een druppel bloed naar buiten lekt. Zo kunnen onze afweercellen naar elke plaats in je lichaam toe bewegen om daar een infectie te bestrijden.

Hoe werkt je bloedvatenstelsel?

Al je verschillende bloedvaten vormen samen een gesloten systeem. Je hart zit ertussen en werkt als een pomp die alles draaiende houdt. Je longen zijn nodig voor de aanvoer van zuurstof en de afvoer van kooldioxide. Je nieren nemen afvalstoffen uit je bloed op en zorgen dat je die uit kunt plassen. Je lever maakt belangrijke eiwitten en neemt afvalstoffen op. Zo werkt je bloedvatensysteem met je hart en de rest van je lichaam samen.

 

Welke bloedvaten zijn er?

  • Aders
  • Slagaders
  • Haarvaten

Hoeveel bloedvaten heeft een mens?

De mens heeft miljoenen grote en kleine bloedvaten. Alle bloedvaten achter elkaar hebben een lengte van wel 100.000 km. Dat is 100 miljoen meter!

Wat gebeurt er als een bloedvat beschadigd raakt?

Als je door een verwonding gaat bloeden, komt dat omdat er een bloedvat beschadigd is. Een bloeding kan uitwendig of inwendig zijn. Ook een bloeduitstorting, een blauwe plek,  is een bloeding, maar dan onderhuids.

Als iemand veel bloed verliest, bijvoorbeeld bij een ongeluk of tijdens een bevalling, kunnen meerdere bloedtransfusies noodzakelijk zijn. Voor deze bloedtransfusies is donorbloed nodig.

bron:https://www.sanquin.nl

 

4.1 Slagaders

 

Een slagader wordt ook wel arterie genoemd. De naam slagader verwijst naar de hartslag die je kunt voelen. Dit kan aan de pols, maar ook in de hals of op de voetrug. De grootste slagader van het lichaam is de ‘grote lichaamsslagader’ of aorta.

Een slagader brengt het bloed van het hart naar de organen. In de kleine bloedsomloop is dat zuurstofarm bloed van de rechterharthelft naar de longen. In de grote bloedsomloop is dat zuurstofrijk bloed naar de organen in de rest van het lichaam.

Een slagader heeft een dikke, gespierde wand die het bloed voortstuwt. De wand moet bestand zijn tegen de bloeddruk en mag niet scheuren.

De slagader gaat over in steeds kleinere takjes. Uiteindelijk stroomt het bloed in de organen door de haarvaatjes. Dan worden voedingsstoffen en zuurstof uitgewisseld. Afvalstoffen worden verzameld. Deze worden afgevoerd door de aders.

bron:https://encyclopedie.medicinfo.nl

bron: het hart en bloedsomloop, gezondheidsplein.nl
bron: het hart en bloedsomloop, gezondheidsplein.nl

4.2 Aders

Een ader heet ook wel vene of vena. De holle ader of vena cava is de grootste ader in het lichaam.


Een ader brengt het bloed terug naar het hart. In de kleine bloedsomloop is dat zuurstofrijk bloed van de longen naar de linkerharthelft. In de grote bloedsomloop is dat zuurstofarm bloed uit de rest van het lichaam naar de rechterharthelft.

De druk in de aders is veel lager dan in de slagader. Het bloed stroomt rustiger. Daarom is de wand van aders is veel slapper dan van slagaders. Kenmerkend voor veel aders is dat er kleppen in zitten. Dit voorkomt dat het bloed de verkeerde richting in stroomt. Zeker voor de aders die het bloed van de benen naar boven moeten vervoeren zijn deze kleppen zeer belangrijk. Want deze bloedstroom gaat tegen de zwaartekracht in.

bron:https://encyclopedie.medicinfo.nl

bron: hart en bloedsomloop, gezondheidsplein.nl
bron: hart en bloedsomloop, gezondheidsplein.nl

4.3 Haarvaten

Een haarvat of vas capillare is een bloedvat dat spreekwoordelijk zo dun is als een haar, maar de haarvaten zijn in het echt zo'n vijf tot tien keer dunner. Door sommige haarvaten passen maar 1 of enkele bloedcellen naast elkaar en ondanks hun kleine afmeting is de dwarsdoorsnede van alle haarvaten bij elkaar vele malen groter dan die van alle andere bloedvaten zoals aderen en slagaderen bij elkaar.

bron: wikipedia

bron:antoniusziekenhuis.nl
bron:antoniusziekenhuis.nl

4.4 Wat weet ik nu van de bloedvaten af?

Maak de "Drillster" over de bloedvaten.

Log in met:    j.boonen@rocgilde.nl

wachtwoord: Janinezoe1

Klik dan rechtsonder op start

Wat weet ik nu van de bloedvaten af?

5 Bloeddruk

Bloeddruk is de druk die wordt uitgeoefend op de wanden van de bloedvaten. Het hart pompt constant bloed door de aders. Bij elke hartslag varieert de bloeddruk tussen een maximum (systolische) en een minimum (diastolische) druk. Daarnaast varieert het bloeddrukniveau gedurende de dag.

bron:https://nl.wikipedia.org/wiki/Bloeddruk

5.1 Bloeddrukmeting

Elke keer als het hart samentrekt, wordt het bloed krachtig door de vaten gespoten, zoals het water door de tuinslang. Hierdoor ontstaat druk op die vaten: de bloeddruk. Als het hart samenknijpt, is de bloeddruk het hoogst en wordt de bovendruk gemeten. Als het hart in rust is, is de bloeddruk het laagst en wordt de onderdruk gemeten.

 

 

Gebruik van de bovenarm bloeddrukmeter

Zelf de bloeddruk meten met een bovenarm bloeddrukmeter is vrij eenvoudig. Volg onderstaande stappen om een correcte meting te krijgen.

  1. Ga aan een tafel zitten en neem een aantal minuten rust.
  2. Maak de bovenarm vrij en plaats de manchet van de bloeddrukmeter maximaal 2 centimeter boven de elleboog. Als het goed is bevindt de manchet zich ter hoogte van het hart.
  3. Het meten van de bloeddruk kunt u het beste in twee keer doen. Noteer deze metingen en het tijdstip waarop deze plaatsvonden.
  4. Voor een betrouwbaar resultaat is het aan te raden het meten van de bloeddruk twee keer per dag uit te voeren.

Gebruik van de polsbloeddrukmeter

Het meten van de bloeddruk met een polsbloeddrukmeter is lastiger dan een bovenarm bloeddrukmeter. Dat komt doordat een polsbloeddrukmeter zeer snel reageert op afwijkingen tijdens het meten. Volg daarom goed de stappen om een correcte meting te krijgen.

  1. Ga aan een tafel zitten en neem een aantal minuten rust.
  2. Maak de pols vrij van armbanden en haal eventuele ringen van de vingers af. Er moet zo min mogelijk gewicht aan de arm hangen.
  3. Plaats de bloeddrukmeter correct op de pols.
  4. Buig de arm naar boven zodat er een hoek van 45 graden ontstaat. De bloeddrukmeter houdt u ter hoogte van het hart.
  5. Beweeg niet, praat niet en eet niet. Elke beweging wordt gemeten.
  6. Het meten van de bloeddruk kunt u het beste doen in twee keer. Noteer de metingen en het tijdstip waarop deze plaatsvonden.
  7. Voor een betrouwbaar resultaat is het aan te raden om de bloeddruk twee keer per dag te meten.

bron: https://bloeddrukmeter.shop

 

5.2 Arteriële druk

Arteriële druk is een gemiddelde bloeddruk die het hart genereert gedurende één hartcyclus. De arteriële bloeddruk wordt als volgt berekend: (systolische bloeddruk plus twee keer de diastolische bloeddruk) gedeeld door drie. Bij een arteriële druk kleiner dan 60mmHg is de druk te laag om de weefsels goed van bloed te kunnen voorzien.

 

5.3 Verhoogde bloeddruk

Het hart pompt bloed in de bloedvaten door zich bij elke hartslag samen te trekken en dan weer te ontspannen. Dit geeft een bepaalde druk in de bloedvaten: de bloeddruk. De bloeddruk bestaat uit de bovendruk en de onderdruk.

  • Bovendruk (systolische bloeddruk) geeft de druk aan wanneer het hart zich samentrekt en bloed in de slagaders perst. De bloeddruk is dan het hoogst.
  • Onderdruk (diastolische bloeddruk) geeft de druk aan wanneer het hart zich ontspant en dus geen bloed in de slagaders perst. De bloeddruk is dan het laagst.

Bloeddrukwaarden bij hoge bloeddruk (hypertensie)

De bloeddruk verandert voortdurend, afhankelijk van bijvoorbeeld emoties en activiteiten. Ook varieert de bloeddruk over de dag. Om te kunnen beoordelen of de bloeddruk te hoog is, zal de arts daarom meerdere metingen verrichten binnen een bepaalde periode. De bloeddruk wordt gemeten met een bloeddrukmeter en uitgedrukt in mmHg: millimeters kwik.

  • Een normale bloeddruk bij volwassenen schommelt rond een bovendruk van 120 mmHg en een onderdruk van 80 mmHg.
  • Een hoge bloeddruk (hypertensie) is een bovendruk hoger dan 140 mmHg en/of een onderdruk hoger dan 90 mmHg.  

Bij ouderen is sprake van een hoge bloeddruk bij een bovendruk hoger dan 160 mmHg en/of een onderdruk hoger dan 90 mmHg. Als je ouder wordt stijgt je bloeddruk omdat je bloedvaten minder elastisch worden. Daardoor stroomt het bloed minder makkelijk door de vaten en wordt de bloeddruk hoger.

Ontstaan hoge bloeddruk

De oorzaak van een hoge bloeddruk is in de meeste gevallen niet aan te wijzen. De bloeddruk kan verhoogd zijn omdat het lichaam te veel zout en water vasthoudt. Daardoor neemt de hoeveelheid bloed die in omloop is toe. Zo neemt ook de druk op de vaatwanden toe. Maar het is ook mogelijk dat de vaatwand niet elastisch genoeg is. Het is nog niet helemaal duidelijk welke mechanismen ten grondslag liggen aan een verhoogde bloeddruk.

Gezondheidseffecten

Bij een hoge bloeddruk staan de vaten voortdurend onder te hoge druk. Er kan zo schade ontstaan aan de vaatwanden. Daarbij moet je hart moet harder werken. Een hoge bloeddruk verhoogt het risico op hart-en vaatziekten.

Symptomen hoge bloeddruk (hypertensie)

Meestal merk je niet dat je een hoge bloeddruk (hypertensie) hebt. Als je lange tijd een veel te hoge bloeddruk hebt waarvoor je niet wordt behandeld kunnen wel klachten optreden:

  • Hoofdpijn
  • Vermoeidheid
  • Misselijkheid en braken                                                              
  • Kortademigheid
  • Rusteloosheid
  • Wazig zien

Risicofactoren

De kans op een hoge bloeddruk hangt af van verschillende factoren. De kans om hoge bloeddruk te ontwikkelen neemt toe:

  • Als je rookt.
  • Bij overgewicht.
  • Als je weinig beweegt.
  • Door stress.
  • Als mensen in je familie een hoge bloeddruk hebben.
  • Als je tijdens je zwangerschap een hoge bloeddruk had.
  • Als je op jongere leeftijd al een hogere bloeddruk had.
  • Door een ongezond voedingspatroon.

bron:www.voedingscentrum.nl

5.4 Verlaagde bloeddruk

  • Een lage bloeddruk (hypotensie) is een verminderde kracht waarmee het bloed tegen de bloedvatwanden drukt.
  • De bloeddruk schommelt door de dag heen van nature.
  • Inspanning, temperatuurverschillen en verschillende aandoeningen zoals hart- en vaatziekten kunnen van invloed zijn op de bloeddruk.
  • De oorzaak van een lage bloeddruk verschilt. Oorzaken zijn: een verminderde kracht van het hart, een verlaagde weerstand van het bloedvatstelsel of een laag volume (bloed) in het bloedvatstelsel.
  • Een lage bloeddruk hoeft niet erg te zijn. Pas bij klachten spreek je van een te lage bloeddruk.
  • Symptomen bij een te lage bloeddruk zijn duizeligheid, een licht gevoel in het hoofd en flauwvallen.
  • Een lage bloeddruk komt veel minder vaak voor dan een hoge bloeddruk.

Een lage bloeddruk (hypotensie), komt veel minder vaak voor dan een hoge bloeddruk (hypertensie). Bij een lage bloeddruk ligt de druk onder 90/60. Deze druk is zo laag dat er symptomen ontstaan. Die symptomen zijn vaak een gevolg van zuurstoftekort van de hersenen. Er is pas sprake van een te lage bloeddruk als er klachten ontstaan.

 

                                                                               

Oorzaken lage bloeddruk

Een lage bloeddruk ontstaat meestal door problemen met één van de drie factoren die nodig zijn om een bloeddruk tot stand te brengen:

  • Kracht van het hart (contractiekracht). Een veel voorkomende oorzaak van krachtproblemen van het hart is bijvoorbeeld een hartinfarct of hartritmestoornis.
  • Weerstand in het bloedvatstelsel. Warmte of kou heeft invloed op het vaatstelsel. Bij kou zijn de vaten vernauwd, bij warmte openen ze zich. Ook verschillende aandoeningen hebben een effect op de vaatweerstand zoals een allergische reactie, orthostatische hypertensie (lage bloeddruk door verandering van lichaamshouding) of andere factoren zoals alcohol, medicatie en emoties zoals stress.
  • Verminderd volume. Bij een bloeding of uitdroging neemt het volume in het vaatstelsel af, waardoor er minder spanning (druk) op de vaten zit. Uitdroging ontstaat niet alleen door te weinig drinken, maar bijvoorbeeld ook door overgeven, diaree, of maag-en darmklachten.

Als er geen oorzaak gevonden wordt voor de lage bloeddruk, heet dit ‘idiopathische lage bloeddruk’.

Symptomen lage bloeddruk

Er zijn niet altijd symptomen bij een lage bloeddruk aanwezig. Sommige mensen hebben van nature een lage bloeddruk. De bloeddruk van vrouwen is gemiddeld lager dan die van mannen. Ook sporters hebben vaak een lagere bloeddruk.

Soms kunnen er wel klachten ontstaan als de bloeddruk (te) laag is, zoals:

  • Duizeligheid
  • Licht gevoel in het hoofd
  • Flauwvallen                                                                  
  • Bleek zien
  • Verwijde pupillen

Bronnen:bron:www.voedingscentrum.nl

5.5 Oefening bloeddruk

https://staging-leren.wrts.nl/exercise/62521488/full_word
log in met: j.boonen@rocgilde.nl wachtwoord: Janinezoe1

6 Lymfevaten en lymfeklieren

Wat zijn lymfeklieren en wat is de functie van lymfeklieren? Het lymfatisch systeem duidt op het geheel van organen, vaten en weefsels in het lichaam, waarin zich voornamelijk lymfe en lymfocyten (witte bloedcellen) bevinden en getransporteerd worden. Lymfeklieren maken hier onderdeel van uit en bevatten witte bloedcellen en antistoffen die het lichaam verdedigen tegen infecties. Lymfeklieren liggen op strategische plaatsen in het lichaam, zoals hals, lies, nek en oksel. Lymfeklieren filteren beschadigde cellen, kankercellen en lichaamsvreemde deeltjes (zoals bacteriën en virussen) uit de vloeistof, het lymfevocht, wanneer deze door het lymfestelsel stroom. Vervolgens worden de boosdoeners door speciale witte bloedcellen, lymfocyten, vernietigd.

 

Het lymfestelsel is een stelsel van lymfevaten dat vocht afvoert (lymfe). Het is dus een afvoerend systeem. Tussen de cellen in je lichaam bevindt zich weefselvocht, waarvan een deel via de haarvaatjes wordt afgevoerd en een deel gaat de lymfevaten in. Dit vocht noemt men lymfe en door middel van samentrekkende bewegingen wordt het vervoerd. Lymfevocht ontstaat vanuit het bloed. Het bloed wordt door de slagaders naar organen en weefsels (zoals de spieren en de huid) vervoerd, zodat deze zuurstof en voedingsstoffen krijgen. De afvoer van bloed, samen met afvalstoffen, vindt plaats via de aders terug naar het hart. Een deel van het bloed treedt bij de weefsels uit de bloedbaan om al het weefsel van voldoende zuurstof te kunnen voorzien. Een klein gedeelte hiervan gaat niet meteen terug naar het bloed of de bloedbaan, maar wordt door de lymfevaten opgenomen. Het overgebleven vocht wordt 'weefselvocht' of 'lymfevocht' genoemd.

bron:https://mens-en-gezondheid.infonu.nl

 

6.1 opdracht lymfevaten en lymfeklieren

7 Woordzoeker hart en bloedvatenstelsel

 

WOORDZOEKER:

Als extra digitale tool heb ik een woordzoeker gemaakt. Zorg dat bij het openen van de Wikiwijs de taakbalk in beeld staat.

Klik rechtsboven op het potlood, kies een kleur uit en maak de woordzoeker.

                                                                                                     

  K

S

E

J

T

N

O

O

B

N

E

N

R

U

T

  H

A

R

T

IJ

B

T

N

O

A

D

E

R

V

E

  S

B

R

O

O

D

E

B

I

T

R

T

N

I

T

  A

T

L

N

D

R

A

D

E

M

E

W

E

N

O

  Z

I

E

K

E

N

H

U

I

S

T

R

S

F

M

  E

M

A

I

A

M

O

C

I

N

K

E

N

A

A

  E

A

P

A

F

B

E

Z

N

O

O

P

A

R

A

  S

S

N

A

L

A

B

L

E

U

D

O

D

C

T

  P

A

P

R

I

K

A

K

K

G

L

D

O

T

M

bron: hartstichting, bloedvatenstelsel

 

Adem                  Hart

Ader                    Infarct

Balans                Karnemelk

Banaan               Kaas

Boontjes            Lunch

Brood                 Olie

Dansen               Ontbijt

Dokter                Paprika

Doperwten        Spieren

Eierkoek             Tomaat

Fiets                    Turnen

Gezond              Ziekenhuis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Oplossing van de woordzoeker

Oplossing van de woordzoeker: Vitaminebom

7 Diagnostische toets

Test: Diagnostische toets hart en bloedvatenstelsel

Start

8 Literatuurlijst

                                           

 

Anatomie & fysiologie in 10 stappen – het hart. (z.d.). https://mens-en-gezondheid.infonu.nl. Geraadpleegd 3 oktober 2020, van https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/132257-anatomie-fysiologie-in-10-stappen-het-hart.html#2-bouw-van-het-hart

Bloeddruk. (z.d.). https://nl.wikipedia.org. Geraadpleegd 4 oktober 2020, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Bloeddruk

Bloedplaatjes (trombocyten). (z.d.). www.sanquin.nl. Geraadpleegd 3 oktober 2020, van https://www.sanquin.nl/over-bloed/bloedplaatjes

Bloedsomloop. (z.d.). https://biologielessen.nl. Geraadpleegd 3 oktober 2020, van https://biologielessen.nl/index.php/dna-18/463-bloedsomloop

Bloedvaten: aders en slagaders. (z.d.). https://encyclopedie.medicinfo.nl. Geraadpleegd 4 oktober 2020, van https://encyclopedie.medicinfo.nl/bloedvaten-aders-en-slagaders/11c064bba4764917a08d3d1be3dcff9c

Bloedvatenstelsel. (z.d.). www.sanquin.nl. Geraadpleegd 4 oktober 2020, van https://www.sanquin.nl/over-bloed/bloedcirculatie/bloedvaten

Bovenarm bloeddrukmeters. (z.d.). https://bloeddrukmeter.shop. Geraadpleegd 4 oktober 2020, van https://bloeddrukmeter.shop/bovenarm-bloeddrukmeters/

Haarvat. (z.d.). https://nl.wikipedia.org. Geraadpleegd 4 oktober 2020, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Haarvat#:~:text=%20%20%20Haarvat%20%20%20Haarvat%20,%20%20Synoniemen%20%202%20more%20rows%20

Hoge bloeddruk (hypertensie). (z.d.). https://www.voedingscentrum.nl. Geraadpleegd 4 oktober 2020, van https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/hoge-bloeddruk.aspx

Lymfeklieren: functie, taken, ligging & ziekten lymfestelsel. (z.d.). https://mens-en-gezondheid.infonu.nl. Geraadpleegd 4 oktober 2020, van https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/diversen/159611-lymfeklieren-functie-taken-ligging-ziekten-lymfestelsel.html

natuur informatie / het hart. (z.d.). www.natuurinformatie.nl. Geraadpleegd 3 oktober 2020, van http://www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i002121.html

Prikkelgeleidingssysteem. (z.d.). https://www.hartwijzer.nl. Geraadpleegd 3 oktober 2020, van https://www.hartwijzer.nl/prikkelgeleidingssysteem

Rode bloedcellen (erytrocyten). (z.d.). www.sanquin.nl. Geraadpleegd 3 oktober 2020, van https://www.sanquin.nl/over-bloed/bloedcellen/rood

Watson, R. (2012). Zakboek Anatomie en fysiologie. Noordhoff.

Witte bloedcellen. (z.d.). www.sanquin.nl. Geraadpleegd 3 oktober 2020, van https://www.sanquin.nl/over-bloed/bloedcellen/wit

  • Het arrangement MZA 2.1 E-learning hart en bloedvatenstelsel Janine Boonen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    janine Boonen Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-10-27 16:44:25
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In het kader van module MZA heb ik een wikiwijs gemaakt over het hart en bloedvatenstelsel. Deze digitale didactiek kan de student gebruiken ter voorbereiding op de landelijke kennistoets Gezondheidszorg en Welzijn.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    bloed, bloeddruk, bloedvaten, hart en bloedsomloop, hartkleppen, prikkelgeleiding, sinusknoop

    Bronnen

    Bron Type
    Zwaartekracht spel Latijnse benamingen hart en bloedvatenstelsel
    https://quizlet.com/_8rcgb6?x=1jqt&i=34ooud
    Link
    Wat weet ik nu van de bloedvaten af?
    https://www.drillster.com/connector/player/t1FGqD4CdBBtqHp2iAOJFw
    Link
    https://staging-leren.wrts.nl/exercise/62521488/full_word
    https://staging-leren.wrts.nl/exercise/62521488/full_word
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    grote en kleine bloedsomloop

    prikkelgeleiding

    het bloed

    lymfevaten en lymfeklieren

    Diagnostische toets hart en bloedvatenstelsel

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.