Het hart behoort tot het onwillekeurig zenuwstelsel dat normaal glad spierweefsel is.
Feitelijk betreft het twee holle spieren (myocard), waarvan één spier de boezems (atria) vormt en de andere de kamers (ventrikels). Van buiten naar binnen bestaat de hartwand uit drie lagen:
Het hart bestaat uit twee gedeelten. De linkerhelft neemt de grote bloedcirculatie voor zijn rekening en de rechterhelft de kleine bloedsomloop. Deze delen zijn gescheiden door een tussenschot (septum), een bindweefselring. Elke harthelft bestaat uit twee compartimenten:
Tussen de boezems en de kamers bevindt zich links de tweeslippige klep (valva mitralis) en rechts de drieslippige klep (valva tricuspidalis). Tussen de linkerventrikel en de aorta is dat de drieslippige, halvemaanvormige aortaklep (valva aortae of semilunaire hartklep). Tussen de rechterkamer en de longslagader (arteria pulmonalis) bevindt zich de valva pulmonalis.
De kleppen voorkomen dat het bloed kan terugstromen naar de boezems of kamers, afhankelijk van de functie van de betreffende kleppen. De hartkleppen zijn met spiertjes en pezen bevestigd aan de hartwand.
Bovenste holle ader = Vena cava superior, onderste holle ader = Vena cava inferior.
bron: https://mens-en-gezondheid.infonu.nl