Deze Wikiwijs is ontwikkeld als opdracht voor de deeltijdopleiding "Docent Gezondheidszorg & Welzijn", binnen de module MZA. Het onderwerp van deze wikiwijs is de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel.
Er zijn van verschillende tools gebruik gemaakt. Deze tools bevorderd het leerproces en om de kennis eigen te maken;
Quizzle
Educaplay
Socrative
Quizizz
Puzzel.org
Door op de link te klikken bij de oefening, kom je op de daar voor bestemde digitale omgeving.
Deze wikiwijs is ontwikkeld door Manouk Kuil
Docent
Deze Wikiwijs is geschikt voor zelfstudie of als online les.
Om de kennis over te dragen is er gebruik gemaakt van verschillende teksten, digitale tools, video's, podcasten, toetsen en afbeeldingen om verschillende leerstijlen aan te spreken. Voor de digitale tools is het niet nodig om ergens in te loggen of te registreren.
Ik zou willen adviseren om de digitale tools te testen. Als lesgevende docent weet hierdoor de werkwijze van de verschillende tools. Zo kan je als docent, de student eventueel ondersteuning bieden.
Tijdsduur student: 60 minuten
Student
Dit is een wikiwijs om je kennis te trainen over de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel. Dit leerpad kan je zelfstandig maken. Voor de digitale tools hoef je je nergens te registeren of aan te melden. Tijdsduur: 60 minuten
Ik wens je veel succes en studeer plezier!
Leerdoelen
Na dit leerpad kan je:
Uitleggen uit welke verschillende onderdelen het totale zenuwstelsel bestaat.
Beschrijven wat de algemene functies zijn van het zenuwstelsel.
Uitleggen wat de bouw en functie is van de verschillende onderdelen van het Centrale zenuwstelsel.
Uitleggen wat de bouw en functie is van de verschillende onderdelen van het Perifere zenuwstelsel.
Uitleggen wat de bouw en functie is van de verschillende onderdelen van het autonome- en somatische zenuwstelsel.
Beschrijven van de bouw en functie is van de verschillende zenuwcellen.
Toelichten wat het verschil is in de werking van de verschillende zenuwcellen.
Bron: pixabay
Inleiding
Dit is een filmpje over de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel. Door dit filmpje maak je kennis met de onderwerpen die jullie gaan bewandelen in dit leerpad.
https://www.youtube.com/watch?v=hlMXUKGfYD8
Anatomie Zenuwstelsel
Hoe zit ons zenuwstelsel ook alweer in elkaar?
In dit leerpad gaan wij onderzoeken hoe het zenuwstelsel in elkaar zit. Hoe is het opgebouwd en wie/wat werken er allemaal mee om ons mensen te kunnen functioneren. Bekijk de afbeelding hieronder, hier staat het zenuwstelsel uitgebeeld en wordt de kennis even opgefrist.
Verder in dit leerpad gaan wij dieper in op de stof. Dit is een voorproefje over de anatomie van het zenuwstelsel.
Bestudeer de afbeelding en maak vervolgens de opfris test.
Bron: mindmeister
Warming up
1. Centrale zenuwstelsel (CZS)
Het centrale zenuwstelsel (CZS) bestaat uit de hersenen en de ruggenmerg.
De hersenen worden vaak gezien als het centrale besturingssysteemvan het lichaam. Samen met de ruggenmerg is het verantwoordelijk voor de prikkelgeleiding en bewuste & onbewuste acties van de mens. In dit hoofdstuk gaan wij dieper in op het centrale zenuwstelsel (CZS).
Bron: menselijklichaam.nl
1.1 Hersenen
Bron: beautylevel
De hersenen sturen alle willekeurige en onwillekeurige handelingen in het lichaam aan. Ze zorgen ervoor dat wij en ons lichaams kunnen functioneren.
De hersenen bestaan uit:
De grote hersenen
De tussen hersenen
De kleine hersenen
De hersenbalk
De hersenstam
1. De grote hersenen
De grote hersenen (cerebrum) bestaan uit 2 hersenenhelften (hemisferen). Ze zorgen voor ons bewustzijn, geheugen, gevoel en de willekeurige spierbeweging. Ze coördineren ook alle sensorische prikkels die binnen komen. Over de sensorische prikkels vind je meer bij het hoofdstuk perifere zenuwstelsel (PZS).
Beide hersenhelften (hemisferen) zijn verbonden met elkaar door de hersenbalk.
De buitenste laag van de grote hersenen is de hersenschors. Hier bevinden zich een ophoping van zenuwlichamen. Elk gedeelte van de hersenschors heeft zijn eigen functie/specialisatie.
Het binneste gedeelte van de grote hersenen is de hersenmerg. Het hersenmerg geeft impulsen door aan het hersenschors en anderssom vanuit het hele lichaam.
2. De tussen hersenen
De tussenhersenen liggen tussen de grote hersenen en het begin van de hersenstam. Het bevat onder andere de thalamus, hypothalamus en hypofyse.
3. De kleine hersenen
De kleine hersenen (cerebellum) liggen aan de achterkant van ons hoofd, onder de grote hersenen. Ze zijn met 3 takken verbonden met de hersenstam. De kleine hersenen coördineren de houding en beweging. Dit doen zij niet alleen maar samen met het evenwichtsorgaan. Het evenwichtsorgaan bevindt zich in je oor. Samen zorgen ze ervoor dat de juiste dosering prikkels bij de spieren aankomt.
4. Hersenbalk
De hersenbalk (corpus callosum) is de verbinding tussen de twee hersenhelften (hemisferen). Hierin liggen zenuwbundels die de linker- en rechterhersenhelft met ekaar verbinden. Zo kunnen de twee hersenhelften (hemisferen) met elkaar commissuren. Commissurenzijn de verbinden tussen de twee hersenhelften (hemisferen). De commisuren maken het mogelijk dat de ene hersenheflt 'weet' wat er in de andere omgaat. Via deze verbinding kan informatie uitgewisseld worden.
5. Hersenstam
De hersenstam (truncus cerebri) ligt tussen de hersenen en de ruggenmerg. De hersenstam bestaat uit:
Middenhersen (mesencephalon) -> regelen de onwillekeurige bewegingen in het lichaam.
Pons -> wordt ook wel de burg van Varol genoemd. De brug van Varol is de verbinding tussen de grote en kleine hersenen.
Verlengde merg (medulla oblongata) -> Hier worden de vitale functies aangestuurd. Denk hierbij aan de ademhaling en de hartfunctie.
De hersenstam geleidt prikkels van de grote en kleine hersenen naar de ruggenmerg. Op de overgang van de hersenstam en de ruggenmerg vindt de kruising van de zenuwen plaats.
1.1.1 Weefsel grote hersenen
Bron: kinderneurologie.eu
De grote hersenen bestaan uit 2 hersenhelften (hemisferen). Het hersenweefsel bestaat uit hersenschors en hersenmerg. We gaan nu dieper kijken uit welk weefsel dit bestaat.
Hersenschors -> de buitenste laag van de hersenen bestaat uit grijze stof. De grijze stof zorgt voor het verwerken van informatie. Het bestaat uit zenuwcellen en dendrieten.
De groeven worden sulcus genoemd. De windingen (golven) worden gyrus genoemd.
Hersenmerg -> de binnenste laag van de hersenen bestaan uit witte stof. De witte kleur ontstaat door de neuriten (axonen) en de myelineschede daar omheen. De witte stof zorgt voor dat informatie wordt doorgegeven en dat de gebieden met elkaar kunnen communiceren.
Om de grote hersenen heen liggen drie hersenvliezen. Deze hersenvliezen geven een bescherming aan de hersenen. Daarnaast zorgen ze er ook voor dat de hersenen de juiste voedingsstoffen krijgen die ze nodig hebben. De drie hersenvliezen zijn:
Het harde hersenvlies (dura mater) -> ligt direct onder de schedel.
Het spinnenwebvlies(arachnoidea) -> ligt tussen het harde- en zachte hersenvlies. Bevat bloedvaten die de hersenen voeden.
Het zachte hersenvlies(piu mater) -> ligt tegen de hersenschors aan. Zit om alle plooien van de hersenen heen.
Bron: leraarzijn.be
1.1.2 Hersenen film
Hierbij een duidelijk filmpje over hoe de hersenen precies zijn opgebouwd.
De hersenen
1.3 Ruggenmerg
Het ruggenmerg(medulla spinalis) ligt in de wervelkolom. Het is een geleider voor veel verschillende zenuwimpulsen en zorgt met name voor de reflexen van het lichaam. In dit hoofdstuk gaan wij kijken naar de bouw & functies als geleidingsorgaan en reflexorgaan.
Bouw:
Het ruggenmerg is een zenuwweefselstreng die begint bij de hersenstam en eindigd bij de tweede lendenwervel. Hoe lager in de wervelkolm hoe dunner de streng is. Er zitten twee verdikkingen in het ruggenmerg.
Ten hoogte van de hals -> treden de zenuwem voor de armen in en uit.
Ten hoogte van de lendenwervels -> treden de zenuwen voor de benen in en uit
Bij de lendenwervels is het ruggenmerg gevuld met een grote bundel zenuwen. Dit wordt ook wel de paardenstaart genoemd.
Bron: beautylevel
Van binnen naar buiten bestaat het ruggenmerg uit witte stof, grijze stof en een nauw kanaal met ruggenmergvocht. Dit geeft een beschermiung aan de zenuwstreng en zorg voor de juiste begeleiding van de impulsen.
Functies van het ruggenmerg
Het ruggenmerg heeft een functie als;
geleidingsorgaan
reflexorgaan
1. geleidingsorgaan
Als geleidingsorgaan geeft de ruggenmerg prikkels door aan de hersenen en stuurt vanuit de hersenen prikkels terug naar het lichaam. Een motorische prikkel(bewegingszenuwen) worden door de hersenen via de ruggenmerg naar de spier of klier geleid. Een sensible prikkel (gevoelszenuwen) die vanuit de huid komen worden via de ruggenmerg naar de hersenschors geleid. Een sensorische prikkel (zintuigelijkzenuwen) wordt niet via de ruggenmerg geleid. Deze gaan direct vanaf de zintuigen naar de hersenen. Denk aan wat je ruikt, ziet, proeft, hoort en voelt.
Bron: beautylevel
2. reflexorgaan
Als reflexorgaan zorgt het ruggenmerg ervoor dat het lichaam snel kan reageren op prikkels. Denk bijvoorbeeld aan een reflexfunctie als je je hand brandt. Je trekt je hand terug voordat het pijn had gevoeld. Een reflex vind plaats buiten de hersenen om. Het gaat als volgt.
Sensibele zenuwen (gevoelszenuw)vangen de warmteprikkel op.
De prikkel wordt naar de achterwortel en de achterhoorn van de ruggenmerg geleid.
Door de schakelcellen gaat de prikkel direct over naar de voorhoorn.
Vanuit de voorhoorn wordt de motorische prikkel (bewegingszenuw) naar de spier gestuurd.
De spier trekt samen, waardoor je je hand terug trekt. Dit is een reflex.
De prikkel komt dus niet bij de hersenen terecht maar wordt door de schakelcellen gelijk doorgestuurd als een motorische prikkel (bewegingszenuw).
Het perifere zenuwstelsel (PZS) zijn de zenuwen die buiten het centrale zenuwstelsel (CZS) horen. Dit zijn zenuwen die opgevat kunnen worden als bundels uitlopers met daartussen steuncellen. Het perifere zenuwstelsel (PZS) verzorgt de verbindingen van het centrale zenuwstelsel (CZS) met alle stelsels van het lichaam. Het zijn de verbindingen tussen en binnen stelsels. Het bestaat uit 32 paar ruggenmergzenuwen (nervi spinales),12 paar hersenzenuwen (nervi craniales), links en rechts naast de wervelkolom de twee grensstrengen.
In dit hoofdstuk gaan wij verder in op het perifere zenuwstelsel (PZS) en hoe wij dit zenuwstelsel kunnen onderverdelen.
Bron: lessenseriebvj.weebly.com
2.1 Sensorische zenuwen:
Sensorische zenuwen (gevoelszenuw) zijn zenuwen die signalen vanuit het perifere zenuwstelsel (PZS) door geven aan het centrale zenuwstelsel (CZS). Zij zijn verantwoordelijk voor het doorgeven van waarnemingen, dus prikkels uit de omgeving en uit ons eigen lichaam. Denk hierbij aan pijn,warmte, kou en de postitie van je lichaam. Deze zenuwen (neuronen) worden ook wel afferenten zenuwen of afferenente zenuwbanen genoemd. Afferenten geven informatie aan het zenuwstelsel, dus lopen naar het centrale zenuwstelsel (CZS) toe.
De rode zenuw op de afbeelding is de sensorische zenuw.
2.2 Motorische zenuwen
Motorische zenuwem (bewegingszenuw) zijn zenuwen (neuronen) die impulsen vanuit het centrale zenuwstelsel (CZS) door geven aan het perifere zenuwstelsel (PZS). Deze zenuwen zijn verantwoordelijk voor de aansturing/activiteiten van de spieren en klieren. Denk hierbij aan het bewegen van ons been. Deze zenuwen (neuronen) worden ook wel efferenten of efferente zenuwbanen genoemd. Efferenten krijgen informatie en lopen dus van het centrale zenuwstelsel (CZS) af.
Bron: gezondheidsuniversiteit.nl
2.3 Gemengde zenuwen / schakelneuronen
Gemengde zenuwen zijn zenuwen die bevatten zowel motorische als sensorische zenuwen. Denk hierbij aan een ruggenmergzenuw, deze moet namelijk sensorische en motorische informatie kunnen ontvangen en verzenden zodat armen en benen kunnen functioneren. Ze kunnen met elkaar communiseren door middel van schakelneuronen. Schakelneuronen verbinden sensorische en motorische neuronen aan elkaar of verbinden schakelcellen zelf aan elkaar. Dit doen ze binnen het centrale zenuwstelsel (CZS). Zo kunnen de zenuwen (neuronen) informatie met elkaar delen. Dit is belangrijk voor een reflex van ons lichaam of om te kunnen rennen als wij gevaar zien met onze ogen.
Groen zijn de schakelneuronen
Hier werken de sensorische en motorische zenuwen samen door middel van schakelneuronen in het centrale zenuwstelsel (CZS).
Het autonome zenuwstelselregelt de levensverrichtingen van het lichaam waar jezelf geen invloed op hebt. Het werkt dus buiten onze wil om. Het autonome zenuwstelsel is een deel het perifere zenuwstelsel (PZS). Dit gedeelte regelt veel belangrijke lichaamsfuncties, zoals de hartslag, de ademhaling, de bloeddruk en het verteren van voedsel. Elk orgaan wordt aangestuurd door het autonome zenuwstelsel. We kunnen het autonome zenuwstelsel in 2 delen verdelen namelijk;
Het parasympatische zenuwstelsel -> dit stuurt het lichaam en de organen aan als het lichaam moet herstellen. (RUST)
Het (ortho) sympatische zenuwstelsel -> dit stuurt het lichaam aan als er activiteit van het lichaam wordt verwacht. (ACTIE/ARBEID)
Bron: biologielessen.nl
3.1 Parasympatische zenuwstelsel
Bron: natuurpraktijkautota.com
Het parasympatisch zenuwstelsel is een deel van het autonome zenuwstelsel en werkt als het lichaam in rust is, bijvoorbeeld als je slaapt. Het zorgt ervoor dat het lichaam herstelt, energie bespaart en de spijsvertering bevordert. Dit wordt ook wel de rest-and-digest-reactie genoemd. De tiende hersenzenuw (nervus vagus) is de belangrijkste parasympatische zenuw. De prikkeloverdracht bij het parasympatisch zenuwstelsel vindt plaats onder invloed van de neurotransmitteracetycholine.
De acties van het parasympathische zenuwstelsel omvatten;
Verlaging van de hartslag;
Vertraging van de ademhalingsfrequentie;
Verlaging van de bloedsuikerspiegel;
Vergroting van de bloedstroom naar de spijsverteringsorganen;
Stimulering van de spijsvertering;
3.2 (Ortho)sympatisch zenuwstelsel
Bron: natuurpraktijkautota.com
Het (ortho) sympatisch zenuwstelsel is een deel van het perifere zenuwstelsel (PZS). Het is actief als ons lichaam in actie moet komen vooral tijdens stress. Dit wordt ook wel het flight-or-fight-reactie genoemd. Alle orgaanfuncties worden bevorderd behalve die van de spijsvertering. Het heeft niet zoals bij het parasympatische zenuwstelsel een belangrijkste zenuw. Het sympatische deel heeft een complexere werking. De ganglia verbinden de axonen die uit het ruggenmerg komen met de zenuwcellen die naar de organen lopen, het functioneert als een soort knooppunt, en zorgt ervoor dat de organen voor een deel gezamenlijk gestimuleerd worden. De prikkeloverdracht bij het sympatisch zenuwstelsel vindt plaats onder invloed van de neurotransmitter adrenaline en noradrenaline.
Sommige van de acties van het sympathische zenuwstelsel zijn;
Verhoging van de hartslag;
Verhoging van de ademhalingsfrequentie;
Verhoging van de bloedsuikerspiegel;
Verhoging van de bloedtoevoer naar de skeletspieren;
Remming van de spijsverteringsorganen;
3.3 Specifiek vegetatieve functies
Om te kunnen overleven moet je adequaat kunnen reageren op prikkels (stressoren). Om deze prikkels te kunnen opvangen kan ons lichaam in verschillede fases terecht komen. Ons lichaam reageert in eerste instansie in de alarmfae. Vervolgens past je lichaam zich aan de situatie. Dit wordt de aanpassingsfase genoemd. Tot slot komt het in de rust- en herstelfase terecht. Soms kan een prikkel te lang duren, als dit het geval is, komt het in de uitputtingsfase terecht.
De verschillende faces;
Alarmfase -> Alle processen van het parasympatische zenuwstelsel (trofotrope processen) vallen stil. Als deze fase te lang duurt, kan er weefselbeschadiging optreden. De alarmfase kan veel energie kosten. Je herkent het aan een betere waarneming van je zintuigen en een sterk spierspannings toenamen.
Aanpassingsfase -> Hier pas je je situatie aan en komt er aan eind aan de alarmfase. Al je energie gaat naar het aanpassen. Je kan in twee aanpassingsfases komen. Je gaat over in de rust- en herstelfase of je komt opnieuw in de alarmfase terecht.
Rust - en herstelfase -> In deze fase komt het parasympatische zenuwstelsel in actie en wordt weer actief. Je lichaam komt in rust, de weefsels herstellen en het lichaam verteerd het voedsel.
Uitputtingsfase -> In deze fase kom je als je bij de aanpassingsfase weer opnieuw in de alarmfase komt. Dit kost extra veel energie en kan leiden tot uitputting. Dit heeft een negatief effect op de gezondheid van de weefsels van het lichaam.
Bron: pixabay
4. Somatisch / animaal zenuwstelsel
Het animale zenuwstelsel is het willekeurige zenuwstelsel. Het regelt alle functies van ons lichaam die onder invloed staan van onze wil. Denk hierbij aan het bewegen van je arm of het bewust waarnemen van je omgeving. Het beenderstelsel, zintuigen, mimische spieren en skeletspieren vallen onder het animale zenuwstelsel. Het animale zenuwstelsel is een deel van het perifere zenuwstelsel (PZS).
Bron: wikipedia
Het regelt dus willekeurige functies. Dit gebeurt in een wisselwerking met de omgeving, je reageert op wat er in de buitenwereld gebeurt. Dit contact met de buitenwereld wordt verzorgd door het sensibele en motorische deel van het zenuwstelsel.
Voor deze oefening heb je een inlog code nodig. Deze inlogcode is KUIL6958.
Vul de code in, geef je naam op en start met de quiz.
Succes!
Bron: pixabay
5. Het zenuwweefsel
Het zenuwstelsel is opgebouwd uit zenuwweefsel. Het vangt prikkels op, verwerkt ze en geeft impulsen door. Daardoor speelt het een belangrijke rol bij het uitvoeren en het reguleren van onze lichaamsfuncties. In dit hoofdstuk gaan we ons verdiepen in de bouw van het zenuwweefsel / zenuwcel.
Bron: Natuurinformatie
5.1 Bouw zenuwcel
Bekijk het filmpje om vast een indruk te krijgen hoe een zenuwcel werkt.
zenuwcellen & steuncellen
Zenuwcellen zijn er al vanaf de geboorte, er worden bijna geen nieuwe zenuwcellen gemaakt. De intelligentie van het brein zit dan ook niet ín de zenuwcellen, maar in de verbindingen. De zenuwcel blijft gelijk maar de bestaande verbindingen wordt steviger gemaakt en er ontstaan nieuwe verbindingen. Het gaat hier over een enorm netwerk van voortdurend veranderende verbindingen.
Zoals je in het filmpje hebt gezien zorgen de zenuwcellen ervoor om impulsen (prikkels) door te geven zodat het terecht komt waar het moet zijn. Dit is een globale opzet. Ik ga jullie meenemen nog dieper de zenuwcel in.
Een zenuwcel (neuron) bestaat uit:
Cellichaam -> Elk neuron heeft een cellichaam waarin zich de kern bevindt. Op deze plaats worden de substanties aangemaakt die nodig zijn voor het onderhoud en de functie van een zenuwcel.
Celkern -> In de kern is de genetische code, ofwel het DNA opgeslagen, die bepaalt hoe de cel zich ontwikkelt en werkt.
Dendrieten -> Meerdere korte celuitlopers, deze geleiden de impuls naar het cellichaam.
Axon -> één lange uitloper die zich uitstrekt naar een ander neuron, spier of klier.
Myeline -> Wit vettig materiaal dat zich om het axon bevindt en onder andere dient ter isolatie. De myeline maakt snellere impulsgeleiding mogelijk.
Synaps -> Is een speciaal gebied waar de zenuwprikkels van de ene zenuw overgaan op de andere. Hier kunnen twee zenuwcellen communiceren. Dit gebeurt door het vrijkomen van chemische stoffen, de neurotransmitters.
Bron: expertisecentrumalcohol.nl
Dendrieten ontvangen impulsen (prikkels), het cellichaam verwerkt de impulsen (prikkels) en de axon verzendt impulsen (prikkels). De plek waar de impulsen (prikkels) overspringen naar de volgende zenuwvcel wordt de synaps genoemd. Dit gebeurt door de chemische stof neurotransmitter. Neurotransmitter stimuleerd de prikkelgeleiding.
Bron: wij-leren.nl
5.2 Soorten zenuwcellen
Er zijn verschillende zenuwcellen die ieder hun eigen weg door lopen.
Sensorische zenuwcellen (gevoelszenuw): hier gaan prikkels vanuit de zintuigen/huid/slijmvliezen naar de hersenen.
Motorische zenuwcellen (bewegingszenuw): geleiden de prikkels/opdrachten vanuit de hersenen naar spieren en klieren.
Schakelzenuwcellen (schakelneuronen): brengen binnen de hersenen en het ruggenmerg impulsen over van het ene neuron naar het andere neuron.
Deze zenuwen hebben wij ook besproken bij het onderdeel perifere zenuwstelsel (PZS).
Bron: slideplayer.nl
5.3 Oefening
6. Neuroanatomie
Neuroanatomie behandelt de indeling van het zenuwstelsel op niveau van de evolutieleer. Evolitieleer gaat over de ontwikkeling van organismen in de loop van de tijd. Denk hierbij aan bacterie tot mens. Door deze ontwikkeling werd het zenuwstelsel een steeds complexer stelsel. Volgens de evolutionaire indeling heet het zenuwstelsel nog steeds primitieve delen in zich.
Er worden drie niveaus onderscheiden:
archiniveau
paleonivea
neoniveau
In dit hoofdstuk gaan wij dieper in op de niveaus. Wat is het verschil van de niveaus en welke functies hebben ze.
Bron: tongerlo.org
6.1 Archiniveau
Het archieniveau bestaat uit de ruggenmerg in de hersenstam. Dit gedeelte is verantwoordelijk voor instinctieve gedragingen. Denk hierbij aan honger, dorst en agressie. Het regelt ook de automatische lichaamsfuncties zoals reflexen, bloeddruk, ademhaling en spierspanning. Dit deel van het brein gaat buiten onze wil om en altijd op dezelfde manier. Handelingen op dit niveau kun je niks aanleren. Hierdoor is het beperkt en voorspelbaar. Denk hierbij aan het gedrag van een reptiel. Het archieniveau wordt daarom ook wel het repielenbrein genoemd.
Bron: pixabay
6.2 Paleoniveau
Het paleoniveau is het binnnenbrein met de hersenkernen. Het stuurt onze emoties, zorgt voor automatische bewegingen en regelt je lichaamshouding. Je kunt dit deel van het brein beinvloeden door het te straffen en te belonen. Denk hierbij aan een hond die je een kunstje leert. Je kan een bepaald gedrag dus aanleren. Het paleoniveau wordt daarom ook wel het zoogdierenbrein genoemd.
Bron: pixabay
6.3 Neo niveau
Het neoniveau is het buitenbrein (hersenschors). Het is verantwoordelijk voor processen zoals denken, herkennen en herinneren. Dit is het niveau van je bewustzijn. Het neoniveau is het sterkst ontwikkeld bij de mens en ontwikkeld zich van het tweede tot vijventwintigste levensjaar. Het wordt daarom ook wel het menselijk brein genoemd.
Bron: rd.nl
6.4 Oefening
Fysiologie zenuwstelsel
Bron: pixabay
In dit leerpad gaan wij onderzoeken wat de werking is van het zenuwstelsel. Door de anatomie weten jullie nu hoe het zenuwstelsel is opgebouwd. We gaan nu dieper in op hoe het werkt.
7. Neurofysiologie
Bron: hetnlpcollege.nl
De functionele neurofysiologie beschrijft de functies van de verschillende delen van het zenuwstelsel. In dit hoofdstuk gaan wij de verschillende functies bestuderen.
7.1 Reflexbrein
Bron: mamalove.nl
Ieder mens heeft reflexen die al vanaf de geboorte aanwezig zijn. Denk hierbij aan het zuigreflex bij baby's. De reflexen worden geregeld door het reflexbrein. Het reflexbrein zit op het archiniveau en bevind zich in de ruggenmerg.
7.2 Vitaal brein
Het vitaal brein bevindt zich in de hersenstam. Dit zit net als ons reflexbrein op het archiniveau. Het vitaal brein regelt onze instincten en driften. Maar zorgt ook voor vegatatieve functies zoals de ademhaling, hartritme, spijsvertering en bloedruk.
Bron: hartstichting
7.3 Emotioneel brein
Bron: pixabay
Het emotioneel brein bevindt zich in het hart van de schedel. Het zit op het paleoniveau en regelt je emoties, stressreactie en de meeste lichaamsfuncties. Door middel van emoties kun je je behoeften uit het vitale brein duidelijk maken. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een baby die huilt omdat hij honger heeft.
7.4 Intuitief brein / logisch brein
Bron: quotenet.nl
Het intuitif brein en het logisch brein bevinden zich op het neoniveau. Ze hebben een remmende werking op het archi- en paleoniveau. Het intuitieve brein bevindt zich in de rechter hemisfeer(hersenhelft). Het logische brein bevindt zich in de linker hemisfeer(hersenhelft). Voor het brein zijn beiden hersenhelften zijn even belangrijk
Bij hoofdstuk 5 'zenuwweefsel' hebben wij het gehad over de bouw en een klein stukje over de werking van een neuron (zenuwcel). In dit hoofdstuk gaan wij dieper in op de neuronen en hoe ze werken in ons lichaam.
De route van de prikkel loopt qua basis altijd hetzelfde. De neuronen zien er verschillend uit en dat lees je verder in de paragraven van dit hoofdstuk.
De route van een prikkel:
Dendrieten ontvangen impulsen (prikkels) vanuit de huid -> het cellichaam verwerkt de impulsen (prikkels) -> de axon verzendt impulsen (prikkels).
Om de meeste axonen zit een manteltje van myeline. Deze vertachtige stof vormen de myelineschede of mergschede. Dit functioneert als een isolerende functie maar ook als geleidsnelheid. De myelineschede vertoont op regelmatige afstanden van elkaar een onderbreking. Dit worden de insnoeringen van Ranvier genoemd. Dit zorgt ervoor dat het signaal nog sneller langs de vezel loopt.
Rond de mergschede bevinden zich de cellen van Schwann. Deze zijn om de neurit gewikkeld en vormen de schede van Schwann. De schede van Schwann en de mergscheden voorkomen dat het signaal in de ene neuriet zomdaat overspringt naar een andere. In het CZS wordt de neuriet niet door de cellen van Schwann omgeven maar door bepaald type gliacellen. De functie van de cellen van Schwann en gliacellen zijn gelijk; isolatie en voeding van de neurit die ze omgeven.
De myelineschede zorgt ervoor dat de impulsen (prikkels) sneller worden overgedragen aan de synaps. Synaps zijn de eindknopjes van de neuron. Hier vindt de prikkel overdracht plaats van de ene neuron naar de andere neuron. Dit gebeurt door een chemische reactie. De stof die zorgt voor deze reactie wordt een neurotransmitter; zoals acetylcholine. Neurotransmittervan de sensorische neuron geeft de prikkel door aan een schakelneuron. Deze schakelneuron zorgt ervoor dat de prikkel bij de CZS komt.
Hierbij een flimpje om je beetje weg wijs te maken in de werking van de neuronen.
8.2 Sensorische neuronen
Sensorische neuronen voeren signalen van het PZS naar het CZS. Maar ze voeren ook signalen van laag naar hoog. Het zijn affrente neuronen; ze voeren informatie aan vanuit her sensorisch systeem. Denk hierbij aan de huid, neus, oren.
Luister naar de audio om de uitleg van het verloop van een sensorische neuron te horen.
Bron: natuurinformatie
8.3 Motorische neuronen
Motorische neuronen voeren signalen van het CZS naar het PZS. Maar ze voeren ook de signalen van hoog naar laag. Motorische neuronen zijn efferente neuronen en zetten aan tot activiteit van spieren en klieren. Denk hierbij aan het bewegen van je hand.
Luister naar de audio om de uitleg van het verloop van een motorische neuron te horen.
Bron: natuurinformatie
8.4 Schakelneuronen
Schakelneuronen brengen signalen over van het ene neuron op het andere. De termen afferent en efferent zijn niet van toepassing. Schakelneuronen komen vooral voor in het CZS.
Luister naar de audio om de uitleg van het verloop van een schakelneuron te horen.
Het arrangement MZA 2.1 E-Learning, anatomie/fysiologie zenuwstelsel, Manouk Kuil is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Manouk Kuil
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-11-06 10:44:11
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Grégoire, L., Horssen, A. A., & van Horssen, A. (1997). Inleiding in de anatomie/fysiologie van de mens (2de editie). ThiemeMeulenhoff.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Welkom bij het leerarrangament over de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel.
Dit arrangement is bedoeld voor HBO-opleidingen.
Deze kennis kan je terug vinden in de kennistoetsen van 2e graads docent gezondheidszorg en welzijn. Hier leer je over hoe het zenuwstelsel in elkaar zit en hoe het zenuwstelsel van ons lichaam te werk gaat.
Welkom bij het leerarrangament over de anatomie en fysiologie van het zenuwstelsel.
Dit arrangement is bedoeld voor HBO-opleidingen.
Deze kennis kan je terug vinden in de kennistoetsen van 2e graads docent gezondheidszorg en welzijn. Hier leer je over hoe het zenuwstelsel in elkaar zit en hoe het zenuwstelsel van ons lichaam te werk gaat.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Zenuwstelsel
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.