MZA 2.1 E-learning Urinewegstelsel Jeanny Schmets

MZA 2.1 E-learning Urinewegstelsel Jeanny Schmets

Inleiding

Het lichaam verwijdert veel giftige en overtollige stoffen uit het bloed door ze te scheiden. Bij de uitscheiding worden stoffen uit het bloed gehaald en naar het uitwendige milieu gebracht.

In deze wikiwijs wordt uitleg gegeven over de anatomie en fysiologie van het urinewegstelsel, daarbij nog 3 digitale tools; een woordzoeker, quiz en woordsleper.

Ik heb deze wikiwijs gemaakt voor mijn medestudenten van de HAN opleiding met als doel: voorbereiding op de landelijke kennistoets voor de docentenopleiding Zorg en Welzijn.

https://lkt.10voordeleraar.nl/      Subdomein 4.1: Anatomie en Fysiologie

Handleiding

Deze Wikiwijs is bedoeld voor zelfstudie. De Wikiwijs is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken.

In verschillende hoodstukken komen opdrachten voor:

  • Woordzoeker
  • Anatomie quiz
  • Sleepvragen
  • Quiz begrippen
  • Eindquiz

Voor al deze opdrachten is geen account nodig.

Het maken van deze opdrachten zorgt ervoor dat je de theorie beter begrijpt.

Duur Wikiwijs: ongeveer 60 minuten

 

                                                                                                                                                              

 

                                                                                                                                                                          

 

                                                                                                                 

 

Uitscheiding: Urinewegstelsel

Leerdoelen

Aan het eind van deze wikiwijs kan de student:

  • De belangrijkste aspecten van de anatomie van het urinewegstelsel benoemen
  • De functie van de urinewegstelsel benoemen

De Nieren (Renes)

Anatomie van de nieren


De nieren zijn twee boonvormige organen die zich achter het buikvlies (retroperitonaal) naast de lagere ruggenwervels bevinden. Elke nier is ongeveer zo groot als een vuist. De nieren liggen links en rechts van de wervelkolom. De linkernier bevindt zich net onder het middenrif aan de rugkant (dorsaal) van de milt, de rechternier ligt achter (dorsaal) de lever. Ten opzichte van de wervelkolom ligt de rechternier meestal lager dan de linkernier. De rechternier wordt namelijk door de levermassa iets naar beneden gedrukt.

Ze liggen met de holle kant naar elkaar toegekeerd. Het centrum van de holle zijde is de nierpoort (nierhilus). Dat is de plaats waar bloedvaten, zenuwtakken en lymfevaten de nier ingaan en uitgaan en waar de urineleider (ureter) begint. Bovenop elke nier ligt een bijnier (glandula suprarenalis). De bijnieren zijn hormoonklieren.

Bijnier en nier zijn omgeven door steunvet (perirenaal vet). Rondom het steunvet ligt een stevige bindweefselmantel, de fascia renalis. Het steunvet en de bindweefselmantel houden de nieren op hun plaats en beschermen de nieren tegen schokken en stoten van buitenaf.

 

De dwarsdoorsnede van de nieren

1. Het nierkapsel

2. De nierschors (cortex renalis)

3. Het niermerg (medulla renalis)

4. Het nierbekken (pelvis renalis of pyelum)

De nierschors is de buitenste laag van de nier. Deze ligt direct onder het nierkapsel, dit is een dun, stevig bindweefselkapsel. Het niermerg ligt onder de nierschors.

Het niermerg bestaat uit zes tot achttien kegelvormige nierpyramiden. Het uiteinde van een nierpyramide noemen we de nierpapil. De nierpapillen monden uit in de nierkelk. Deze monden uit in het nierbekken hier wordt de urine verzameld, die via de ureter naar de blaas wordt afgevoerd.



 

In de nierschors bevinden zich ruim 1 miljoen kleine buisvormige structuren. Dit zijn de nefronen. Ze lopen voor het grootste gedeelte door de nierschors en gedeeltelijk ook door de nierpyramiden. In de nefronen en nierpyramiden wordt urine geproduceerd. Vanuit de nierpyramiden voeren de nierpapillen de urine uit het verzamelsysteem van de nieren af naar een komvormige holte. Deze holte heet de kleine nierkelk. Vier tot vijf kleine nierkleken samen vormen de grote nierkelken. Vanuit de grote nierkelken komt de urine in het nierbekken terecht. Het nierbekken, oftewel pelvis renalis, is een trechtervormige buis die overgaat in de urineleider (ureter). Door de twee urineleiders stroomt de urine verder naar de blaas (vesica urinaria) om vervolgens via de urinebuis (urethra) het lichaam te verlaten.

Opdracht woordzoeker

Woordzoeker urinewegstelsel

Nefronen

Het nefron is een functionele eenheid van de nier. Elke nier bevat ongeveer een miljoen nefronen. Ieder nefron is in staat tot het filteren van bloed en produceren van urine. Duizenden verzamelbuizen die aan de nefronen zijn gekoppeld, vervoeren de urine via de nierkelken naar het nierbekken.

Ieder nefron bestaat uit:

  • een nierlichaampje waarin het bloed wordt gefilterd;
  • een nierbuisje (niertubulus) waarin de uiteindelijke urine wordt gevormd.

Het proces van urinevorming en filtering begint in de nierlichaampjes die zich in de nierschors bevinden.

 

 

Een nierlichaampje heet ook wel het lichaampje van Malpighi. Het bestaat uit:

  • de glomerulus: een kluwen van verstrengelde haarvaten (capillairen);
  • het kapsel van Bowman: een komvormige structuur die de glomerulus omringt.

 

         

Elk glomerulus krijgt bloed aangevoerd via een aanvoerende (afferente) slagader. Het bloed wordt afgevoerd via de afvoerende (efferente) slagader. Zij bevatten beide zuurstof. In de wand van de glomerulus zitten openingen en daar kan veel vocht met opgeloste stoffen doorheen worden gelaten. Dit gebeurt alleen als de stoffen niet te groot zijn voor de openingen en er voldoende bloeddruk is.

Het kapsel van Bowman heeft een dubbele wand. De binnenkant van deze wand bevat speciale cellen: de podocyten. Dit zijn cellen met veel uitsteeksels, die dicht tegen de glomerulus aan liggen. Tussen de podocyten zitten heel kleine spleetjes die filtratie mogelijk maken. de ruimte tussen de twee kapselwanden wordt de ruimte van Bowman genoemd. Deze ruimte gaat over in het buizensysteem (tubulussysteem).



 

Het buizensysteem  bestaat uit  achtereenvolgens:

  • de gekronkelde buis van de eerste ronde (proximale tubulus);
  • de lis van Henle;
  • de gekronkelde buis van de tweede orde (distale tubulus);
  • de verzamelbuizen (ducti colligens).

De niertubulus is een dun buisje dat de gefilterde voorurine opvangt en via een kronkelweg en een soort zwanenhals vervoert naar de verzamelbuis waar nog zeven andere tubuli in uitkomen.

Het vervoer via de niertubulus loopt door:

a. Speciale pompen in het proximale gedeelte halen natrium- en kaliumzout, chloride, bicarbonaat en glucose uit de voorurine. Via waterkanalen wordt het water teruggewonnen.

b. De eerste (dalende) poot van de U in de lis van Henle laat alleen water door, dat wordt teruggewonnen. De stijgende poot van de U laat alleen mineralen door, die zo worden teruggewonnen (dit gaat volgens het tegenstroomprincipe). Zo krijg je voorurine waarin maar weinig belangrijke zouten verloren gaan.

c. In de distale verzamelbuis wordt nog eens 10% natriumzout opgenomen en een wisselende hoeveelheid water. Kaliumzout en waterstof kunnen worden uitgescheiden om de zuurgraad te regelen.

Ureum (afvalproduct van eiwit) en de zouten fosfaat, calcium en magnesium komen ook in je voorurine terecht. Ze worden weer opgenomen om te worden hergebruikt in de proximale tubulus (deels), de lis van Henle en de distale tubulus.

 

De bloedvoorziening van en in de nieren

De nieren worden gevoed door de linker- en rechternierslagader (arteria renalis sinistra en dextra). Beide slagaders zijn een rechtstreekse afsplitsing van de buikslagader (aorta abdominalis).

De doorbloeding van de nieren bedraagt in rust ongeveer een halve liter bloed per minuut, bij iemand van wie het hart vijf liter per minuut rondpomt. Elke vier tot vijf minuten passeert het totale bloedvolume (circa vijf liter) de nieren.

Elke nierslagader (arteria renalis) splits zich ter hoogte van de nierpoort (hilus) in vier of vijf vertakkingen. Deze kleine aanvoerende slagaders (afferente arteriolen) voeden de nierlichaampjes van elk afzonderlijk nefron. De afvoerende kleine venen (efferente venulen) en aders verzamelen het veneuze bloed in de nierader (vena renalis). Via deze nierader wordt het bloed naar de onderste holle ader (vena cava inferior) geleid.

Uitscheiding nieren quiz

https://www.anatomie-online.nl/uitscheiding-organenquiz.html

Functies van de nieren

De nieren hebben diverse functies:

  • uitscheiding van afvalstoffen via de urine;
  • regulatie van de hoeveelheid water in het lichaam;
  • regulatie van de hoeveelheid zouten in het lichaam
    • regulatie van de zuurgraad (ph) van het lichaam
    • aanmaak, uitscheiding en metabolisme van hormonen

 

De nieren spelen een belangrijke rol bij het regelen van de balans tussen inname en uitscheiding van aan de ene kant water en aan de andere kant vrijwel alle zouten in het lichaam. De nieren filteren het plasma en verwijderen afvalstoffen uit het filtraat (voorurine). Het filtraat is de vloeistof die na het filteren overblijft. De afvalstoffen en overbodige stoffen worden daarna via de urine uitgescheiden. De stoffen die het lichaam wel nodig heeft worden doormiddel van heropname (resorptie) in de nier weer opgenomen in het bloed.

De opname en uitscheiding van zouten gebeuren door middel van filtratie en heropname in de nieren. De heropname van zouten vanuit de voorurine naar het bloed wordt geregeld door verschillende hormonen die vrijkomen als de bloeddruk laag is en/of er sprake is van een te lage zoutconcentratie in het bloed.

Heropname van stoffen uit de voorurine is niet alleen essentieel voor zouten, maar ook voor andere moleculen die het lichaam nodig heeft. Denk aan glucose, aminozuren en bepaalde eiwitten. Ze worden vanuit de voorurine weer in het bloed opgenomen. Dit gebeurt via de nierbuisjes door actieve transportmechanismen. Als er teveel is van een bepaalde stof dan wordt het via de urine uitgescheiden.

Ultrafiltratie en vorming van voorurine

Wanneer het filtraat (de voorurine) zich in de buis bevindt, worden dus bepaalde stoffen toegevoegd aan de voorurine, terwijl andere bestanddelen juist verwijderd worden. Voorurine verandert op deze manier in de uiteindelijke urine. Ruim 99 % van de voorurine komt terug in het bloed en er wordt ongeveer 1 % uitgeplast.

Drie processen vinden plaats in de nier:

  1. ultrafiltratie
  2. heropname
  3. uitscheiding

De nieren filteren 1440 liter bloed per dag. Onder invloed van de bloeddruk wordt een deel van het bloed uit de glomerulus in de holte van het kapsel van Bowman geperst, dit wordt ultrafiltratie genoemd. Dit gefiltert vocht heet filtraat (voorurine). Dit betekent dat er per dag 180 tot 200 liter voorurine wordt geproduceerd. Er wordt uiteindelijk maar 1 % van de voorurine uitgeplast (uitscheiding), ongeveer 1,8 tot 2 liter per dag.

Voorurine bevat water ,elektrolyten, glucose, aminozuren en afvalstoffen (zoals ureum en creatinine). Bloedcellen en plasma-eiwitten zijn te groot om door het kapsel van Bowman te worden gefilterd. Ze blijven dan ook in de bloedvaten.

 

 

 

Sleep het juiste woord bij de tekst

De Urineleiders (Ureter)

De urineleiders zijn de buizen die vanaf het nierbekken de urine afvoeren naar de blaas. Ze zijn ongeveer 25 tot 30 cm lang en hebben een doorsnede van ongeveer 3 mm. Elke nier heeft één urineleider. De urineleiders verlaten de nier via de nierpoort en lopen links en rechts langs de wervelkolom omlaag. Ze monden uit in de blaas. Voordat de urineleiders in je blaas uitmonden, lopen ze eerst een stuk door de blaaswand, van bovenaf naar beneden. Door deze bouw kunnen de urineleiders worden afgesloten. Als je blaas zich vult met urine, neemt de druk op de blaaswand toe. Als je blaas tot op een bepaalde hoogte gevuld raakt, dan wordt door de druk de urineleider platgedrukt. Op deze manier wordt voorkomen dat urine kan terugstromen.

De Blaas (Vesica urinaria)

De urineblaas is de grote opslagplaats voor de urine die in de nieren wordt gemaakt. De urineblaas ligt in het kleine bekken, achter het schaambeen en onder het buikvlies. Het heeft de vorm van een ballon. De opening ervan is naar beneden gericht. Als je een volle blaas hebt, dan kan de top van de blaas boven het schaambeen uitkomen. Een volle blaas is door je buikwand heen te voelen. Bij een volle blaas ligt het buikvlies achter je blaas.

Rondom de blaasuitgang ligt in een lus de (af)sluitspier van de blaas. Deze rondlopende (kring)spier is van glad spierweefsel. Glad spierweefsel werkt buiten je wil om. Dit betekent dat je zowel op het ontspannen van deze sluitspier van de blaas als op het aanspannen van je blaas, geen invloed kunt uitoefenen. Onder deze sluitspier, aan het begin van de urinebuis, bevindt zich nog een (af)sluitspier. Deze is van dwarsgestreept spierweefsel en staat wél onder invloed van je wil. De eerste sluitspier noem je de inwendige blaaskringspier, de tweede de uitwendige blaaskringspier.

 

Werking van de blaas

De blaas heeft twee taken:

  1. het tijdelijk opslaan van urine
  2. het uitscheiden van de opgeslagen urine.

Doordat de inwendige en uitwendige kringspier de blaasuitgang ‘waterdicht’ afsluiten, blijft de urine in de blaas. De urine kan ook niet terugstromen naar het nierbekken, omdat de urineleiders worden platgedrukt. Door het vullen van de blaas begint de blaaswand zich op te rekken. In de blaasdriehoek bevinden zich gevoelszenuwen (sensoren) die reageren op uitrekking. Als de blaas zich vult, wordt dit gebiedje wat uitgerekt en versturen de sensoren een seintje dat de blaas vol raakt. Je krijgt een sein als er 300 tot 350 ml urine in je blaas zit. Naarmate je blaas voller wordt, worden de seintjes steeds heftiger, om te zorgen dat je gaat plassen. De blaaswand en de inwendige blaassluitspier kun je niet met je wil regelen. Als er vanuit de blaasdriehoek seinen worden ontvangen dat er voldoende vulling is, dan komt de drang tot plassen als een reflex op gang (een reflex is een automatisch uitgevoerde actie of handeling). Je uitwendige kringspier voorkomt dat je meteen gaat plassen. Over deze kringspier heb je immers controle. Als je vanuit je hersenen deze kringspier het sein geeft dat je kunt gaan plassen, dan ontspant de uitwendige kringspier zich. Tegelijkertijd ontspant de inwendige blaaskringspier zich en trekt de blaaswand zich samen. De blaas leegt zichzelf vervolgens automatisch.

De Urinebuis (Urethra)

Via de urinebuis kan de urine het lichaam verlaten. De bouw van de wand van de urinebuis lijkt op die van de urineleider. Het enige verschil is dat aan het eind van de urinebuis het overgangsepitheel overgaat in cilindrisch epitheel. Er zijn enkele verschillen tussen de urinebuis van de vrouw en die van de man.

Bij de vrouw

Bij de vrouw is de urinebuis ongeveer 3 centimeter lang. De urinebuis ligt ventraal van de vagina en mondt uit tussen de kleine schaamlippen.

Bij de man

Bij de man loopt de urinebuis door de prostaat, een mannelijke geslachtsklier, die direct onder de blaasuitgang ligt. Het deel van de urinebuis in de prostaat heet pars prostatica. Direct onder de bekkenbodem komt de urinebuis (pars membrana) in een van de zwellichamen van de penis te liggen. Naar de naam van dit zwellichaam heet dit deel van de urinebuis pars spongiosa. De mannelijke urinebuis is ongeveer twintig centimeter lang.                                                                                                                         

Wrts Zoek het juiste woord

Mictie

De mictie is het urineren. Urine wordt continu via de ureters aangevoerd naar de blaas; de aandrang tot urineren wordt veroorzaakt door stimulatie van rekzenuwen in de blaaswand.

Ter verrijking Video Hoe werken je nieren

Hoe werken je nieren

Quiz urinewegstelsel

Quiz Urinewegstelsel

Bronnen

https://www.nierdialyse.nl/nieuws/nieuwsberichten/geluidssonde-waarschuwt-voor-verminderde-doorbloeding-nier/

https://www.studeersnel.nl/nl/document/windesheim/verpleegkunde-kind-en-kraam/samenvattingen/samenvatting-geneeskunde-zgt/2222504/view

https://biologielessen.nl/index.php/a-6/1911-kapsel-van-bowman

https://biologielessen.nl/index.php/a-9/1594-nefron

file:///D:/Data/Downloads/Handleiding%20Wikiwijs%20Maken.pdf

http://www.spreekuurthuis.nl/themas/nierziekten/informatie/nierfunctie_en_nierschade/functies_van_de_nier

https://www.anatomie-online.nl/

https://www.ag5.com/nl/leerdoelen-formuleren/

Watson, R. (2012). Het urinewegstelsel. In Zakboek Anatomie en fysiologie (Eerste druk, pp. 297–305). Noordhoff.

van Straaten Huygen, A., & Gregoire, L. (2019). Uitscheiding. In R. Trompert (Red.), Anatomie en fysiologie (Eerste druk, twaalfde druk, Vol. 2012, pp. 235–246). ThiemeMeulenhoff Amersfoort.

Martini, F. H., & Bartholomew, E. F. (2016). Anatomie en fysiologie, Expert College (6de editie). Pearson Benelux B.V.

van der Spoel, I. (2020). Today’s teaching tools (Vol. 2020). Creative Contents Licentie.

van Slobbe, P., & van Ast, M. (2018). Kleppen dicht (4e druk, Vol. 2018). Uitgeverijpica.

van Slobbe, P., & van Ast, M. (2019). Kleppen open (Vol. 2019). Uitgeverijpica.

 

  • Het arrangement MZA 2.1 E-learning Urinewegstelsel Jeanny Schmets is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Jeanny Schmets Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-11-04 20:37:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Ik heb deze wikiwijs gemaakt i.v.m. voorbereiding landelijke kennistoets
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    blaas, nieren, urether, urethra, urinewegen

    Bronnen

    Bron Type
    Woordzoeker urinewegstelsel
    https://puzzel.org/en/wordseeker/play?p=-MKJgcir5_e-GWa-6qUv
    Link
    https://www.anatomie-online.nl/uitscheiding-organenquiz.html
    https://www.anatomie-online.nl/uitscheiding-organenquiz.html
    Link
    Hoe werken je nieren
    https://www.youtube.com/watch?v=5--dnKMKMHQ
    Video
    Quiz Urinewegstelsel
    https://puzzel.org/en/quiz/play?p=-MKK2gs7o4iAFKkJxsuB
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.