Wanneer het filtraat (de voorurine) zich in de buis bevindt, worden dus bepaalde stoffen toegevoegd aan de voorurine, terwijl andere bestanddelen juist verwijderd worden. Voorurine verandert op deze manier in de uiteindelijke urine. Ruim 99 % van de voorurine komt terug in het bloed en er wordt ongeveer 1 % uitgeplast.
Drie processen vinden plaats in de nier:
De nieren filteren 1440 liter bloed per dag. Onder invloed van de bloeddruk wordt een deel van het bloed uit de glomerulus in de holte van het kapsel van Bowman geperst, dit wordt ultrafiltratie genoemd. Dit gefiltert vocht heet filtraat (voorurine). Dit betekent dat er per dag 180 tot 200 liter voorurine wordt geproduceerd. Er wordt uiteindelijk maar 1 % van de voorurine uitgeplast (uitscheiding), ongeveer 1,8 tot 2 liter per dag.
Voorurine bevat water ,elektrolyten, glucose, aminozuren en afvalstoffen (zoals ureum en creatinine). Bloedcellen en plasma-eiwitten zijn te groot om door het kapsel van Bowman te worden gefilterd. Ze blijven dan ook in de bloedvaten.