Plantonderdelen, in het groot en onder de microscoop

Plantonderdelen, in het groot en onder de microscoop

Inleiding en leerdoelen

Planten zijn overal wel. En daardoor denk je dat ze saai en simpel zijn, maar niets is minder waar! Deze les gaat helemaal over planten. We bekijken plaatjes van plantenweefsels onder de microscoop en in het groot. Hieronder staan de leerdoelen van deze wikiwijs les:

De leerling kan

- De vier organen van een plant herkennen en benoemen

- Microscopische plaatjes van een plant bekijken 

- De onderdelen van een microscoop benoemen

- Cellen en organellen aanwijzen in een preparaat

 

Aan de slag!

Nu ga je aan de slag met de opdrachten, er zijn vier verschillende opdrachten (in de tabbladen aan links) over planten. Opdracht 1 gaat over plantonderdelen, opdracht 2 over weefsels in planten, opdracht 3 over de plantencel en opdracht 4 gaat over de werking van een plant.

Veel succes!

Opdracht 1: Bouw van een plant

In deze opgave ga je leren hoe de verschillende onderdelen van een plant heten en waar ze zitten.

Planten bestaan dus uit wortels, bladeren, stengels en bloemen. Wat is de functie van al deze onderdelen? Hieronder kun je het lezen.

De wortels

De wortels zijn het ondergrondse deel van de plant, ze vormen een systeem die steeds meer vertakt. Uiteindelijk zijn er de kleinste worteltjes ter grootte van een haar, die wat en voedingsstoffen opneemt. Deze wortels noemen we wortelhaartjes. De voedingsstoffen noemen we ook wel ‘nutriënten’.

De bladeren

De bladeren vormen een groot deel van de plant. De bladeren zorgen ervoor dat een plant suikers kan aanmaken. Deze suikers worden ook wel ‘glucose’ genoemd. Glucose wordt gemaakt door een proces dat we fotosynthese noemen. Fotosynthese gebruikt zonlicht (en water uit de wortels, en CO2 uit de lucht) om glucose te maken. Glucose gebruikt een plant om in leven te blijven en om te groeien

De stengels

De stengels van een plant zorgen voor stevigheid én hoogte. Een plant moet in het zonlicht staan en wil daarom graag boven andere planten uitgroeien, hiervoor heeft hij stevige stengels nodig. Daarnaast zorgen plantenstengels ook voor vervoer van water, voedingsstoffen en suikers door de plant. Zo kan water via de stengels naar de bladeren en bloemen, en kunnen suikers (glucose) via de stengel naar opslagplaatsen of plaatsen van groei worden gebracht.

De bloemen

De bloemen zijn de voortplantingsorganen van de plant. Ze zijn mooi en ruiken lekker, zodat insecten (zoals bijen) naar de plant worden gelokt. Door van plant naar plant te vliegen zorgen ze ervoor dat de planten worden bestoven, zodat deze zich kunnen voortplanten.

Opdracht 2: Weefsels in een plant

Introductie

Plantenweefsels

Wij mensen (en dieren) bestaan uit tientallen verschillende soorten weefsels zoals hartspierweefsel, vetweefsel, bindweefsel en nierweefsel. Maar wij zijn niet de enigen. Planten hebben ook allemaal verschillende soorten weefsels.

Alle planten die je buiten (en op de vensterbank) tegenkomt hebben normaal gesproken drie hoofdweefsels:

  1. Grondweefsel/Vulweefsel
  2. Vaatweefsel
  3. Opperhuidweefsel

Figuur 1: Dwarsdoorsnede plantenstengel

Zonder deze drie ingredienten zou een plant maar een hoopje groen slijm zijn.

Vaatweefsel

Vaatweefsel

Vaatweefsel vind je in het midden van de stengel van een plant. Het zorgt voor de stevigheid van de stengel en het                                               
vervoert voedingstoffen tussen de bladeren en de wortels. Hierbij zijn er twee soorten vaatweefsel:

  • Houtvaten
  • Bastvaten

7.4 De bladeren van de plant

Figuur 2: Vatenstelsel, Boom

Deze twee soorten vaten verschillen erin dat ze niet alleen wat anders vervoeren maar ook dat ze allebei een       
andere richting op gaan. Zoals op Figuur 2 is te zien vervoeren houtvaten water en andere voedingsstoffen via
de wortels omhoog naar de bladeren zodat daar aan fotosynthese kan worden gedaan. Water is immers een
van de stoffen die bij fotosynthese nodig zijn. Na fotosynthese wordt het gemaakte glucose via bastvaten naar
beneden vervoert waar het opgeslagen wordt in de wortels.

 

Maak na de uitleg onderstaande opdracht om te kijken of je het echt snapt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Grondweefsel

Grondweefsel

Grondweefsel omvangt alle stof die tussen de vaatweefsels en opperhuidweefsels inzit. Deze stof is niet
alleen loze opvulling. Het bevat speciale cellen die de groei van de plant bepalen en speciale taken
uitvoeren. Zoals je in Figuur 1 kunt zien onder het tabje Introductie en hieronder omgeeft het grondweefsel al het vaat-
weefsel en zorgt het voor de vorm en dikte van de stengel.

 

Opperhuidweefsel

Opperhuidweefsel

De opperhuid bij planten zorgt, net als bij ons mensen, voor bescherming van de cellen in de stengel.
In de meeste planten wordt het ook wel een zogenaamde "epidermis" genoemd. De huid bestaat uit 1 laag
dicht op elkaar bepakte cellen. Deze cellen zorgen er niet alleen voor dat er niks schadelijks naar binnen kan,
ze zorgen er ook voor dat er zo weinig mogelijk water verloren gaat aan de buitenlucht.

Figuur 3: doorsnede blad

in figuur 3 hierboven zijn de opperhuidcellen te zien aan zowel de boven- en onderkant van het blad.

 

Opdracht 3: De plantaardige cel

De plantaardige cel

Een plantaardige cel is een celsoort waaruit planten zijn opgebouwd. Deze plantaardige cellen zijn zelf ook opgebouwd uit meerdere onderdelen genaamd celorganellen De plantaardige cel heeft meerdere celorganellen die een dierlijke cel ook heeft; een celkern, celmembraan en cytoplasma. Maar ook een paar die alleen de plantaardige cel heeft; bladgroenkorrels, een vacuole, en een celwand. Deze celorganellen gaan we meer over leren.

Plantaardig Cellen | Plant-en-dier.jouwweb.nl

Plastiden

Plastiden

Je hebt drie soorten plastiden in de plant; de chloroplasten, de chromoplasten, en de leukoplasten.

 

De chloroplasten zijn erg belangrijk voor een plant. Deze bladgroenkorrels, zoals ze ook wel genoemd worden, zorgen voor de fotosynthese. Dit is de omzetting van water (H20) en koolstofdioxide (CO2) naar glucose (C6H12O6) en zuurstof (O2). De planten gebruiken deze glucose als hun voedsel.

Als de planten voedsel over houden kunnen ze dit ook bewaren. Dit doen ze in de leukoplasten. Deze worden ook wel zetmeelkorrels genoemd.

Als laatst heb je ook nog de chromoplasten. Dit zijn de gekleurde korrels en zijn van kleur veranderende chloroplasten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een tomaat die eerst groen is en wanneer die rijper word, steeds roder wordt.

Plastiden

Celwand

Celwand

Elke plantaardige cel heeft een celwand. Dit is een dikke wand om de cel heen die voor stevigheid zorgt. De celwand zit om de buitenkant van het celmembraan en zorgt voor stevigheid en bescherming. Het beschermt de cel voornamelijk tegen schade of tegen indringers. De celwand laat water en hierin opgeloste stoffen door.

Een celwand bestaat uit stoffen die het celmembraan uitscheidt. Dit zijn eiwitten en zetmeel. Het grootste deel van de celwand bestaat uit een soort zetmeel genaamd cellulose.

De celwand zorgt ook voor "turgor". Hier gaan we het over hebben bij de vacuole.

 

Functie van de cel onderdelen

Vacuole

Vacuole

De vacuole is een grote blaasje in de cel die vol zit met vocht. In deze vocht zitten verschillende stoffen opgelost. De vacuole zorgt samen met de celwand voor turgor in de cel. Maar wat is dat dat, turgor?

Om de plant stevig te houden moet er steeds druk worden gezet op de celwand. Dit gebeurt als de vacuole vol zit. Deze druk noemen we de turgor druk. Wanneer deze druk goed is en de vacuole vol zit noemen we dit turgor. Als de vacuole niet vol genoeg zit kan je dit ook zien omdat de plant dan slap gaat hangen.

Turgor Pressure

Opdracht 4: De werking van een plant

Fotosynthese en de waterhuishouding van een plant

Fotosynthese

Planten hoeven in het algemeen nooit te eten. Met als uitzondering de vleesetende planten natuurlijk. Maar heb je ooit een loofboom een hamburger zien eten? Nee, natuurlijk niet. Planten zijn namelijk in staat om hun eigen brandstof te produceren met behulp van een proces genaamd fotosynthese. De scheikundige formule van fotosynthese ziet er als het volgt uit:

6 H2O + 6 CO2 C6H12O6 + 6 O2

 

Dit wil zeggen dat een plant zes water moleculen en zes koolstofdioxide moleculen nodig heeft om één glucose molecuul (een vorm van suiker) en 6 zuurstof moleculen te maken. Dit gaat natuurlijk niet van zelf. Ze hebben hiervoor zonlicht nodig.

Transport

Fotosynthese vind plaats in de groene delen van de plant, zoals de bladeren en stengels. Maar de regen die op de bladeren en stengels valt is niet toerijkend genoeg om te gebruiken als grondstof. Daarom haalt de plant water uit de grond met zijn wortels. Door de vele wortelharen hebben de wortels een groot oppervlakte om water uit de grond om te nemen. Ook nemen de wortels de mineralen op die de plant nodig heeft om te groeien

Maar nu moet het water nog uit de wortels naar de groene delen van de plant. Dit wordt gedaan in de zogenaamde houtvaten. Vervolgens kan het in het bladworden omgezet in glucose door fotosynthese. Ook zorgen de houtvaten dat het overschot aan water weg wordt getransporteerd via de bladeren.

Een grote denk fout die veel mensen maken is dat planten alleen maar glucose maken. Maar planten verbranden ook glucose. Voornamelijk in hun wortels en als het donker is. Ook is de glucose nodig voor de energie zodat de plant kan groeien.

Maar hoe krijgt de plant dan glucose naar de wortels en de rest van de plant. Dit doen ze met behulp van bastvaten.

 

Copy

Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting van een plant

Planten hebben allerlei verschillende manier van voortplanten ontwikkeld. Bloemen zijn een heel bekend voorbeeld. Maar er zijn zoveel andere manieren van voortplanten die planten hebben ontwikkeld. Veel van deze voorplantings strategiën kom je gewoon in het dagelijkse leven tegen. Wij verdelen de voortplantings strategiën in 2 soorten op. Namelijk geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Dat wil zeggen sexueel dus met een 2 planten of a sexueel dus een kloon van jezelf produceren

Geslachtelijke voortplanting

De meest voorkomende vorm van geslachtelijke voortplanting bij planten is via bloemen. Bloemen hebben kelk en kroon bladeren. De kelk bladeren beschermen de bloem waarneer deze nog een knop is. De kroon bladeren hebben vaak verschrikkelijk mooie kleuren, maar ze kunnen ook heel onopvallend zijn. Hangt maar net af van de bestuiving van de plant. Binnen in de bloem bevinden zich de meel draden en de stamper. De meeldraden zijn de mannelijke deel van de plant. En de stamper de vrouwelijke.

Ongeslachtelijke voortplanting

Bollen

Bollen ben je vast wel eens tegen gekomen. Denk maar aan bloembollen, je steekt er een in de grond en in no-time heb je een leuke tulp in je tuin of aan je patatje speciaal, want uien zijn ook bollen. Bollen zijn eigenlijk aangepaste stengels. Een bol bestaat uit een bolschijf wat een verdikte stengel is; met daarom heen de rokken of schubben, die eigenlijk bladeren zijn. De bol bevat heel veel voedsel voor het jonge plantje om te groeien.

 

Knollen

Knollen zijn aangepaste stengels of wortels. In tegenstelling tot de bollen zijn ze van binnen helemaal glad. Ook bevatten ze een hoop voedsel voor het jonge plantje.

(dus eigenlijk als je een patatje speciaal eet, dan eet je knol en bol)

 

 

 

  • Het arrangement Plantonderdelen, in het groot en onder de microscoop is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2020-10-09 20:40:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Alles over planten
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    biologie, planten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.