Je hebt drie soorten plastiden in de plant; de chloroplasten, de chromoplasten, en de leukoplasten.
De chloroplasten zijn erg belangrijk voor een plant. Deze bladgroenkorrels, zoals ze ook wel genoemd worden, zorgen voor de fotosynthese. Dit is de omzetting van water (H20) en koolstofdioxide (CO2) naar glucose (C6H12O6) en zuurstof (O2). De planten gebruiken deze glucose als hun voedsel.
Als de planten voedsel over houden kunnen ze dit ook bewaren. Dit doen ze in de leukoplasten. Deze worden ook wel zetmeelkorrels genoemd.
Als laatst heb je ook nog de chromoplasten. Dit zijn de gekleurde korrels en zijn van kleur veranderende chloroplasten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een tomaat die eerst groen is en wanneer die rijper word, steeds roder wordt.