Wikiwijs schoolbiologie

Wikiwijs schoolbiologie

1. Visie op biologie-onderwijs in de bovenbouw

Een goede biologieles, ongeacht of het in de bovenbouw of in de onderbouw gegeven wordt, start met een docent die passie heeft voor het vak. Het enthousiasme dat van de docent afstraalt wanneer hij of zij het over een onderdeel van het vak praat, motiveert de leerlingen en maakt hun nieuwsgierig. Ik ben van mening dat het de lessen leuker en leerzamer maakt, en dat je de leerlingen verwondert. Dit zorgt ervoor dat hun aandacht langer bij het onderwerp, wat de leerprestaties van de leerlingen bevordert (Ebbens & Ettekoven, 2013).

Wanneer we zoeken naar overeenkomstigheden tussen het biologieonderwijs in Nederland en in Europa, kwam er al vrij snel naar voren dat er wordt geconstateerd dat biologieonderwijs nationaal gezien niet hoog genoeg op het prioriteitenlijstje staat (NIBI, 2010). Daarbij staan in het middelbaar onderwijs ook andere bètavakken onder druk.
Ik zie dit ook terug in de praktijk, bijvoorbeeld op mijn eigen werkplek. In de onderbouw hanteert mijn werkplek domeinonderwijs, waarbij biologie valt onder het domein Natuur & Technologie (N&T). Andere domeinen zijn Taal & Cultuur (T&C), Mens & Maatschappij (M&M) en Expressie & Beweging (E&B). De vakken Nederlands, Engels en Wiskunde worden hierbij apart gegeven, en zijn dus een vak op zichzelf. Ieder vak heeft één vast lesuur in de week, waarbij dus in drie jaar de kerndoelen van ieder vak worden behaald.
Ik vind domeinonderwijs een ongelofelijk mooi concept, maar met één vast lesuur in de week is het een hele uitdaging om bijvoorbeeld voor het domein N&T de kerndoelen van 3 vakken (natuurkunde, scheikunde en biologie) allemaal in 3 jaar te bespreken. Dit betekent in de praktijk dat je keuzes moet maken en niet altijd de mogelijk hebt om bij bepaalde aspecten van een vak geruime tijd stil te staan.

Wat vind ik goed 1e graad onderwijs?
Enkele kernwoorden die voor mij fundamenteel zijn voor 1e graadonderwijs zijn zelfstandigheid, onderzoek doen, kritisch denken, reflecteren, het vormen van eigen mening en gebruik weten te maken van de mogelijkheden die je vak te bieden heeft.
Naar mijn idee maken de leerlingen van de onderbouw naar de bovenbouw een ontwikkeling door waarbij zij zich van docent gestuurd onderwijs naar leerling gestuurd onderwijs bewegen. Kort gezegd: een leerling maakt de stap naar zelfverantwoordelijk leren, waarbij docent een rol als coach/adviseur aanneemt (SLO, 2019).  
Het onderwijs in het eerstegraadsgebied is meer geënt op kritisch en oplossingsgericht denken, waarbij leerlingen meningen en standpunten vormen en hier respectvol mee om leren gaan.

Een algemene onderwijsontwikkeling die ik graag wil zien in het eerstegraadsgebied is het integreren van domeinonderwijs. Domeinonderwijs is een leerstroming binnen het sociaal-constructivisme, waarbij leerlingen aan het werk gaan in domeinen (Huijnen, 2016). Veel scholen hebben domeinonderwijs opgenomen in hun onderwijsconcept, maar dit komt voornamelijk tot uiting in de onderbouw. Omdat ieder individueel vak een uitgebreid examenprogramma heeft en er veel subdomeinen besproken en getoetst moeten worden, kiezen veel scholen ervoor om het domeinonderwijs in de bovenbouw op te breken.
Domeinonderwijs is bij uitstek een geschikte manier of verbanden tussen de domeinvakken aan het licht te brengen. Leerlingen hebben vaak niet door hoe alle vakken onderling met elkaar verweven zitten, en dat iedere gebeurtenis direct of indirect een invloed heeft op een of meerdere andere processen.
De uitdaging met het integreren van domeinonderwijs in de bovenbouw is dat er tijd en energie gestoken moet worden in het feit dat er een volledig nieuw examenprogramma voor het domein geschreven moet worden waarbij ieder individueel vak met subdomeinen voldoende tot zijn recht komt.
Met de integratie van domeinonderwijs is de ontwikkeling naar projectmatig onderwijs mogelijk, in mij ogen een logische volgende stap. Projectmatig onderwijs geeft het vak de kans om bruggen te slaan met andere vakken, waardoor bepaalde processen voor leerlingen ook duidelijker worden. Daarnaast toonde Mahasneh & Alwan (2018) aan dat projectmatig onderwijs leidt naar een betere samenwerking tussen leerlingen.

Wat vind ik een goede 1e graad docent?
Een goede eerstegraadsdocent kan zich goed aanpassen aan de kwaliteiten van bovenbouwonderwijs. Net zoals het onderwijs een ontwikkeling maakt van leerling gestuurd naar docent gestuurd onderwijs, zal een docent zich hierin mee moeten ontwikkelen. De rol van de docent voor de klas zal ook veranderen. Je bent als docent in het eerstegraadsgebied minder bezig met het hanteren van prettig klassenmanagement, maar meer bezig met het begeleiden van de zelfstandigheid en het samenwerken.
Jouw onderwijs zal meer bestaan uit het overbrengen van je vakkennis, waarbij je ruimte maakt voor discussies over bepaalde (ethische) aspecten en actuele bezigheden.  

Een eerstegraads docent die lesgeeft in de bovenbouw zal ook minder aandacht hoeven te besteden aan het onderhouden van een prettig en veilig leerklimaat. De leerlingen komen terecht in een profiel met een vakkenpakket waar ze zelf voor hebben gekozen, zullen een duidelijk beeld hebben wat ze willen doen in de toekomst en hoe ze daar willen komen. Ze corrigeren zichzelf en kun klasgenoten en creëren hierdoor samen een werkklimaat dat prettig is. Ook is er in de bovenbouw ruimte om de leerlingen te trainen in het stellen van bijvoorbeeld hoge orde denkvragen en het zelf opsporen van antwoorden (Hajer & Meestringa, 2013).  

Verdergaand op het toekomstbeeld van de leerlingen, moet je als eerstegraads docent goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden die jouw vak in combinatie met andere vakken kan bieden als toekomstperspectief. Kennis over vervolgopleidingen en toelatingseisen die je de leerlingen kan bieden helpt hun bij het maken van hun keuzes.
Daarnaast ben je de leerlingen aan het voorbereiden op een rol in de maatschappij die een groot beroep doet op de zelfstandigheid van de leerlingen.

Waarom is biologie een belangrijk vak?
Biologie in de bovenbouw is behoorlijk verschillend van biologie in de onderbouw. In de onderbouw dient het vak als basis voor alle leerlingen om op het gebied van bijvoorbeeld het menselijk lichaam of de natuur algemeen ontwikkeld te raken. In de bovenbouw vindt meer verdieping plaats en wordt het vak behoorlijk abstract en daarmee moeilijker.
Er wordt een flinke hoeveelheid scheikunde gebruikt op biologische processen uit te diepen. Kortom: de nadruk ligt tegenwoordig veel meer op de chemische biologie.

Wat biologie onderscheidt van andere vakken is de mogelijkheid tot het aansporen van oplossingsgerichtheid. Biologie is een vak die op veel gebieden en onderwerpen heel oplossingsgericht kan zijn. Het leert ons hoe de wereld waarin wij leven werkt en hoe we hier verantwoord mee om kunnen gaan. Het biedt antwoorden en ideeën op vragen over duurzaamheid, milieuproblemen, technologie en gezondheid.
Het vak geeft leerlingen kennis over hoe zij hun eigen lichaam en hun leefomgeving gezond kunnen houden.
Daarnaast is biologie een vak waarmee je met ieder ander vak op school wel een raakvlak zou kunnen bedenken. De uitdaging is dan om dit te zoeken buiten de vakken in het bètagebied. Een combinatie met natuurkunde, scheikunde of techniek is voor de hand liggend, en er zijn genoeg bestaande projecten die je hiervoor zou kunnen gebruiken, zoals waterzuivering.
Maar bijvoorbeeld in combinatie met filosofie en maatschappijleer zou biologie de mogelijkheid geven om ethische vraagstukken omtrent milieu, gezondheid en seksualiteit te behandelen, die op hun beurt de mens vormen zoals hij/zij is. Bij populatiebiologie en genetica is de koppeling met wiskunde voor de hand liggend, en op het gebied van onderzoek en gezondheid is ook de combinatie met maatschappijleer of geschiedenis mogelijk, bijvoorbeeld een project over forensisch onderzoek, waarbij je de nasleep in de rechtspraak erbij betrekt.
Ook met de taalvakken zijn er raakvlakken te vinden, al moet je hier misschien iets verder voor zoeken. Op mijn werkplek werken we bij het thema Evolutie samen met het vak Engels, waarbij de leerlingen een paper schrijven over het mogelijke leven op Aarde 2.0. Bij Engels vertalen de leerlingen deze paper naar een Engelstalige TED-talk over dit onderwerp en hun bevindingen.  

Wat ik mijn leerlingen mee zou willen geven is dat zij in de 4, 5 of 6 jaar dat zij op de middelbare school het vak biologie volgen, een inzicht krijgen over de relatie die zij als individu hebben met de wereld. Naast het verkrijgen van dit inzicht, wil ik hun aansporen om te kijken naar hun eigen handelen, en wat voor consequenties die zouden kunnen op de individuele relatie die de leerlingen heeft met de wereld.

 

 

 

 

 

Colofon

Het arrangement Wikiwijs schoolbiologie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Auteur
Maura van der Velden Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-11-05 18:41:23
Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

  • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
  • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
  • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
4 uur en 0 minuten

Downloaden

Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

Metadata

LTI

Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

Arrangement

IMSCC package

Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

Meer informatie voor ontwikkelaars

Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.

close
gemaakt met Wikiwijs van kennisnet-logo
open