Portfolio

Portfolio

inleiding portfolio

hallo, ik ben Maartje van de grind. ik doe persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen niv 4.

Ik ben 18 jaar en ik woon in veendam. Mijn stage op dit moment is bij break. Dit is een jongeren centrum. Het is er om de jongeren van de straat te houden zodat zij minder snel in de problemen komen en om leuke activiteiten met ze te doen. Ook helpen we waar nodig met school, thuis situatie, en verslavingen. Eigenlijk een beetje om ze op het goede pad te houden/krijgen.

Voor dat ik deze opleiding deed wou ik eigenlijk advocaat worden, maar toen ik hoorde hoe leuk jongeren werk was ben ik dit gaan doen. Het bevalt mij heel erg. Misschien wil ik hierna nog PABO gaan doen maar dat is nog een misschien. ik vindt dit namelijk ook heel erg leuk!

 

 

 

slb en bpv

360 graden feedback

oefen opdrachten examen

persoonlijke leerdoelen

burgerschap

sociaal maatschappelijk

Wat is mijn cultuur?

 

Mijn cultuur is erg gevarieerd. Ik ben zelf odinist. Dit houdt in dat ik geloof in verschillende goden. Onder anderen: Thos, Frea, Odin en Sunna.

Mijn cultuur door dit geloof is niet echt anders. Wij hebben een paar keer per jaar zonnewenden. Dit houdt in dat we van het ene seizoen naar het andere seizoen gaan. Verder hebben wij niet echt dingen waar wij ons aan moeten houden.. Gewoon respect voor elkaar hebben, niet liegen en als wij sterven geloven wij er in dat wij naar Walhalla gaan. Dit gebeurt alleen als je strijdend ten onder bent gegaan, als dit niet gebeurt kom je eerst in Hell ''niet de Hell die de Christenen kennen maar de Hell als een tweede kans om strijdend ten onder te gaan''. Ook geven wij overledenen een buidel mee met dingen die hij/zij nog zou kunnen gebruiken om strijdend ten onder te gaan. ''het is zeg maar een tweede kans om jezelf te bewijzen''.

Wij hebben ook een bepaalde traditie als iemand 18 word. Als iemand 18 word dan krijgt hij/zij een armband met 2 wolvenkoppen van zilver. Deze krijg je als je ''volwassen word maar stiekem blijft iedereen kinds''. Verder is het geloof eigenlijk gewoon heel vrij. Er zijn geen kerken waar wij naartoe gaan maar dus bijvoorbeeld met zonnewenden houden we even elkaars handen vast en zijn we even een momentje stil. Dit over het odinisme.  

Verder wat in mijn cultuur zit ''Deens'' is dat wij elk jaar met kerst het zelfde gerecht eten bij mijn morfar og farfar ''opa en oma'' Dat is swoerd. Ik weet eigenlijk niet of andere dit ook doen maar dit is vlees met daarop knapperig vet.  

 

Mijn cultuur thuis is dat wij tussen 6 en 8 avond eten maken/krijgen/hebben.

Mijn gezin en ik wij hebben altijd feest als we met elkaar zijn en verder genieten we eigenlijk gewoon van het leven. Bij ons is altijd iedereen welkom maar zodra je iets verkeerds doet lig je er ook direct uit. ''met iets verkeerd doen bedoel ik: liegen tegen ons, stelen, onrust veroorzaken of ruzie maken''.  

Verder vieren wij gewoon sinterklaas, pasen, valentijn, kerst, oud en nieuw, zonnewending, bevrijdingsdag vieren wij niet aangezien nederland geen officieel land is, maar we gaan wel naar bevrijdings festivallen toe voor de gezelligheid en de vibe.

 

Ik weet eigenlijk niet zo goed of dit een goeie uitleg is van mijn cultuur

 

 

 

 

 

 

Identiteit: vrouw

Romantische aantrekking: gezelligheid

Expressie: praten

Geslacht: ik ben gewoon een vrouw

Seksuele aantrekking: mannen  

Leiderschap stijl
In hoeverre past jouw huidige stage qua organisatie bij jou? Waarom wel/niet? Welke leiderschapsstijl is er?

 De organisatie is compaen, dit bedrijf is eigenlijk heel breed en er zitten meerdere organisaties aan gekoppeld. Zelf zit ik bij jongerencentrum Break! Dit is een welzijns organisatie voor jongeren, zij kunnen daar komen om te chillen, even te praten, te eten of als er iets aan de hand is hulp vragen. Deze plek past goed bij mij omdat ik mij betrokken voel bij de jongeren en uit eigen ervaring kan praten "ook omdat ik jong ben 19" is de drempel vaak kleiner voor hen om een gesprek met mij aan te gaan. Ik ben communicatief erg sterk en ik vindt het leuk om gesprekken te voeren en de jongeren te helpen als zij dat nodig hebben. 

De lijderschapsstijl bij mijn organisatie is dat er een coördinator is die onze taken verdeeld. Verder noemen de werknemers de stagiaires collega's en is het niet dat zij hele andere taken krijgen dan de werknemers.

 

Onder welke leiderschapsstijl kom jij denk je het meest tot bloei?

Jongeren werk

Leg uit waarom

Inprincipe heb ik dit al uitgelegd bij de eerste vraag.

 

In hoeverre kom jij binnen je huidige stage al tot bloei in het team?

Ik kan goed samen werken en ben wel een toevoeging aan het team qua creatieve ideeën over het jongeren centrum en activiteiten organiseren.

Leg uit waarom wel/niet

Het buurt werk is voor mij niet zo leuk. Dit omdat dat meer met oudere mensen zijn en dat is gewoon niet de doelgroep waar ik mee kan werken. Ik sta dus liever in het jongerencentrum waar ik activiteiten organiseer.

Wie ben ik:
Aan de hand van onderstaande thema's beschrijf/verbeeld je jouw cultuur. Denk hierbij aan hoe je bent opgegroeid, wat was belangrijk binnen jouw gezin/de omgeving waarin je volwassen bent geworden?

 

Wij zijn een gezin dus samenwerken is erg belangrijk en er voor elkaar zijn ookal heb je niks of heel veel.

Zet dit in je portfolio en lever de opdracht in via Itslearning
Werk het volgende uit:
* Tradities
wij vieren bijvoorbeeld sinterkerst, wij hebben de zonnewende, er hebben oud en nieuw, sinterklaas appart, kerst appart, pasen, verjaardagen vieren wij ook gewoon.
* Gewoontes
wij hebben niet echt rare gewoontes denk ik.
* Normen&Waarden
als je mij respecteerd respecteer ik jouw, optijd thuis zijn, aan afspraken houden, als wij aan tafel zitten met het eten geen telefoon, als je iets van iemands bord pakt mag je en week iets van degene lenen die het van jouw bord pakte, als er iets is dan zeg je dat, mening gewoon uitspreken.
* Rolverdeling binnen het gezin
papa, mama, mijn broertje, zusje en ik. Ik ben zelf niet vaak thuis, maar als ik thuis ben is het gewoon luisteren naar papa en mama maar die hebben niet veel regels eigenlijk.
* Religie
ik ben odinistisch dus dat houdt in dat ik in de germaanse goden geloof. '’thos, odin, frea etc.'’.
* Politieke achtergrond (leg uit waarom je wel of niet stemt, en wat je waarom stemt)
mijn vader is best wel rechts, hij heeft zelf ook dingen in de politiek gedaan. Zelf heb ik de keus gekregen om zelf mijn politieke voorkeur te kiezen. ik heb zelf forum van democratie gestemt en dit omdat ik het er niet mee eens ben hoe het nu gaat in de politiek. Ik vindt dat de mensen in de politiek ervoor moeten kiezen wat het beste is voor de burgers en dat gebeurt nu niet naar mijn idee. Het draait het meeste om de economie.
* Jouw subcultuur
ik ben een beetje een metalhead denk ik.
* Vooroordelen waar je mee te maken hebt (gehad)
ik snap niet zo goed wat er met deze vraag bedoeld word.

Daten als een transvrouw
hoe zou jij je voelen in de situatie van Tammie?

ik zou mij behoorlijk kloten voelen om afgewezen te worden om die reden. 

 

Ik vindt het eerlijk gezegt niet helemaal eerlijk van Tammie dat zij niet bij de eerste date vertelde dat zij trans vrouw was. Dit omdat zij zo haar teleurstelling ook had kunnen voorkomen. 

nu vindt ik ook dat het tegenwoordig veel makkelijker is om te daten of liefde te vinden als je trans vrouw bent omdat het veel toegankelijker gemaakt word en er veel over word gepraat op social media of in het nieuws.

 

hoe zou jij je voelen in de situatie van Tim?

ik zou mij heel erg naar en voorgelogen voelen. Ik zou het gevoel hebben dat Tammie mij voorgelogen had.

economisch

Wat staat er op mijn loonstrookje:

naam bedrijf, contact gegevens en adres.

afdruk datum: exacte datum dat de loonstrook is gemaakt

verwerkingsperiode: welke maand de loonstrook is gemaakt

geboortedatum: datum dat je geboren bent

bsn: burger service nummer

tabel: dat je wit werkt

loonheffing met loonheffingskorting: de belasting die van je loon afgaat waar je 1 keer per jaar aanspraak op kan maken met belastingaangifte

bruto loon: hier moet de belasting nog af

nettoloon: dit is wat je krijgt op je rekening

vakantie uren: hoeveel uren je opspaart voor vakantie

loonuren:hoeveel uren je hebt gewerkt 

naam werknemer

geboortedatum werknemer

adres werknemer

Welk artikel/product/kledingstuk heb jij als laatste gekocht?

Een broek.

 

Waarom heb je dit gekocht?

Ik had deze nodig.

 

Waar komt het vandaan/waar is het gemaakt?

Bangladesh 

In een fabriek

 

Waar komen de grondstoffen vandaan?

Ook uit Bangladesh

 

Wat zijn de milieueffecten van het verwerken van deze grondstoffen?

Katoen en polyester worden gerecycled, en Elastaan kan niet gerecycled worden. Dit lost dus ook niet op. De plastic deeltjes hiervan zwerven dus voor altijd in de lucht.

 

Wat zijn de effecten voor het land/de inwoners waar deze grondstoffen vandaan komen?

Veel overlast van chemische stoffen en chemicaliën 

 

Wat kun je vinden over de arbeidsomstandigheden van jouw artikel?

Helemaal niks.

Hoe kijk je, met de kennis die je nu hebt, tegen jouw koop aan? Leg uit waarom

Niet anders. Ik koop iets als ik het nodig heb. Of het nou nieuw, of tweede hands is. Dat maakt mij helemaal niks uit. Ik wil wel dat het duurzaam is.

leervragen en werkprocessen

B1-K1-W1 Inventariseert ondersteuningsvragen van de client

1. Hoe stel je een ondersteuningsvraag op (vanuit je observatie)?

je steld de vraag: Waarom komen jullie hier? dit kan zo gevraagd worden omdat het jongeren zijn.

Waarschijnlijk om te relaxen, ondersteuning/hulp, huiswerkbegeleiding, eenzaam voelen.

2. Hoe observeer je en verwerk je de observatie in een plan?

ik ga kijken hoe de jongeren reageren op mij als ik deze vraag stel. Kunnen zij deze vraag accepteren, hoe gaan ze antwoorden op deze vraag. Als ze de vraag niet accepteren hoe gaan ze dan reageren.

3. Wat is een sociaal systeem? Wie hoort hierbij? En hoe breng je die in kaart?

 wij werken en de jongeren die komen niet. wij kunnen helpen waar nodig is en wij staan wel een beetje boven de jongeren. wij kunnen commentaar geven als zij iets verkeerd doen of iets kapot maken.

4. Hoe scheid je hoofd- en bijzaken van de informatie vanuit je analyse? wat is prioriteit. bijv hoofdzaak. iemand wilt uit huis ivb prive omstandigheden. bijzaak is dat hij een mixer wilt. maar dit is geen prioriteit.

5. Hoe rapporteer je? door dingen die besproken zijn op te schrijven om het te onthouden.

6. Met wie werk je samen? (verschillende disciplines) eigenlijk met iedereen wel, we zitten af en toe wel in een ander vakgebied. Maar we wisselen wel altijd alles af.

7. Hoe stem je af in het multidisciplinaire team? door de taken te verdelen. wie past beter bij wie, wie kan wat beter, wie is daar in gespecialiseerd.

B1-K1-W2 Ondersteunt de client bij persoonlijke verzorging

1. Wat is ondersteunen?  En welke verschillende vormen van ondersteuning zijn er?

ondersteunen is het helpen van iemand. kijken waar diegene zo min mogenlijk hulp nodig heeft dat jij hem of haar kan suporten.

sociale ondersteuning, ambulante ondersteuning,maatje, samen op pad, rouwbegeleiding, thuisadministratie, thuis helpen bij stervende.

2. Wat is persoonlijke lichamelijke verzorging?

hoe goed je je lichaam vezorgt ''douchen, handen wassen, tanden poetsen''

3. Hoe zorg je ervoor dat een cliënt zoveel mogelijk eigen regie behoud?

door niet alles te gaan doen. maar meer gaat motiveren.

4. Hoe bouw je een vertrouwensband op?

door te laten weten dat je respect hebt en voornamelijk veel luisteren. ik vindt dit een moeilijke vraag.

5. Hoe signaleer/observeer en interpreteer je gedragingen in relatie tot fysieke ongemakken?

als je aan iemand merkt dat ze een beetje afstandelijk worden, of als ze anders reageren op dingen, gek gaan bewegen of zenuwachtig doen. dit accepteer je dan. iedereen heeft zijn eigen bubbel.

6. Hoe leer je een cliënt (persoonlijke verzorging) vaardigheden aan?

door een bepaald structuur te gaan aan te houden. bijv om de dag douchen. elke avond en ochtend tanden te poetsen.

 

7. Wat is regie op eigen leven?

zelf kunnen bepalen wanneer je wat doet en als je daar zin in hebt.

8. Hoe – en wanneer gebruik je aangepaste materialen en ruimtes?

als bijvoorbeeld iemand in een rolstoel zit en niet meer kan lopen bij een tillift gebruiken om hem of haar in bad te leggen. een tillift schuif je onder iemand door en zo maak je de zijkanten vast en kan je iemand optillen.

9. Hoe ga je om met intieme situaties?

als dit gebeurt dan geef ik dit aan bij mijn stage begeleider. en als dit gebeurt word ikwaarschijnlijk naar een andere buddy overgeplaatst.

10. Hoe maak je een intieme situatie bespreekbaar?

in gesprek gaan met mijn stage begeleider en haar het verhaal uitleggen en toelichten waarom ik mij zo gevoelt heb.

 

11. Hoe waarborg je de privacy van een client?

door bepaalde afspraken te maken. als ik iets aan mijn stage begeleider wilt vragen over mijn buddy dan vraag ik eerst toestemming aan mijn buddy of zij dit goed vindt.

 

12. Hoe sluit je aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt?

door te kijken wat hij of zij nodig heeft. normen en waarden zijn en wat de trigger is.

B1-K1-W3 Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden

1. Hoe ga je in gesprek met de cliënt?

 

je begint een gesprek subtiel en probeerd door te vragen om te kijken wat er aan de hand is of om doelen te stellen.

2. Vanuit welke methodiek ga je het gesprek voeren?

 

lsd

3. Hoe zet je de cliënt in de eigen kracht?

 

motiveren

4. Wat is een optimaal (huishoudelijk) leefklimaat?

 

schoon opgeruimt en gezellig.

5. Welke vaardigheden heb je nodig om te kunnen wonen en het huishouden te kunnen doen?

 

zelfstandigheid, hygienisch, geordend

6. Welke mogelijkheden zijn er om een cliënt te ondersteunen/begeleiden in gedrag?

 

stimuleren, aansluiten bij bepaalde groepen met ander gedrag, doelen stellen

7. Hoe realiseer/stimuleer je ander gedrag bij de cliënt?

 

motiveren, complimenten geven over gedrag
 
 
 

8. Hoe geef je feedback?

 

 

net verwoorden en zeggen wat er goed en verkeerd ging.

B1-K1-W4 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding

1. Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?

duidelijke doelen maken

2. Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?

structuur houden

3. Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?

grensen stellen.

4. Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?

een activiteit bedenken

5. Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?

wie wat waar wanneer hoe,

6. Hoe motiveer je een cliënt? stimuleren

7. Welke motivatietechnieken zijn er?

complimenten geven, stimuleren, zelf mee doen

8. Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?

in detail vertellen wat je gaat doen. zeggen dat het normaal is om gevoelens er over te hebben.

9. Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?

activiteiten die te maken hebben met de ontwikkeling van de client. denk bijvoorbeeld aan groeps activiteiten als iemand meer sociale contacten moet maken en schilderen met emotie als iemand het lastig vindt om zijn emoties te uiten.

10. Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?

door te steunen en supporten. helpen met de activiteit maar de client zelfredzaam maken.

11. Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?

oplossingsgericht werken of succeswerken.

B1-K1-W5 Reageert op onvoorziene en crisissituaties

Hoe signaleer ik onvoorziene-en crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen?

gedragsproblemen komen vrij vaak voor in het jongerenwerk. dit kan snel zorgen voor ecalaties in bepaalde situaties, dit zie je zowel door de veroorzaker als het slachtoffer, als de veroorzaker al een gedrags verandering heeft veranderd over het algemeen vrij snel de sfeer.

Welke preventieve acties kan ik doen om crisissituaties en verdere escalatie te voorkomen?

je kan van te voren al de jongeren met gedragsproblemen van elkaar scheiden. zo voorkom je nare situaties

Hoe schat ik gevaar in voor de cliënt, zichzelf en anderen zodat de veiligheid gewaarborgd wordt?

door middel van dossier, als je de client al kent weet je snel genoeg hoe je op diegene kan handhaven.

Hoe blijf ik tijdens een crisissituatie in contact met mijn cliënt?

rustig luisteren en doorvragen.

Hoe maak ik een risicoanalyse?

je amakt een risico analyse door te kijken wat er kan gebeuren. ook kijk je hoe erg het kan worden en of het niet kan escaleren.

Hoe hanteer ik mijn grenzen en gevoelens tijdens en na een crisissituatie?

je moet op je werk sowieso leren om te gaan met je emoties en grenzen. je moet goed kunnen aangeven hoe ver iemand kan gaan en hoe je hier op moet reageren vanuit eigen gevoelens. 

Hoe geef ik tijdig mijn grenzen aan bij onredelijke reacties en/of ongewenst gedrag van de cliënt?

op een rustige manier ga je in gesprek met de geemotioneerde client. je verteld wat jouw als begeleider dwars zit en dat de client niet goed reageerd op de situatie. zin bijvoorbeeld: in deze situatie had je anders kunnen reageren. zoveel emotie, verdriet en boosheid was in dit geval niet nodig geweest. ''kijk hoe de client hier op reageerd en speel daar op in.''

Hoe signaleer ik tijdig of er sprake is van gevaar voor de cliënt, de groep, collega's en/of zichzelf?

door te overleggen met collega's en de situatie goed te obseveren en speculeren over wat voor situatie zich kan voordoen.

Hoe pas ik op een respectvolle en duidelijke manier de uitgangspunten toe die horen bij het terugdringen van dwang en drang?

door te leren begrijooen wat er rond gaat in de client zijn brein. wat is het trigger punt.

Hoe observeer ik mijn cliënt als er signalen zijn van dreigende agressie?

door te kijken naar motoriek, spraak, en gedrag. en ook hoe de clienten er om heen reageren op het gedrag.

Hoe communiceer ik- ook in onduidelijke of stressvolle situaties, helder en eenduidig met anderen?

door een korte samenvatting te geven van de situatie en in de samenvatting de emoties er bij te nemen.

Hoe handel ik in onvoorziene- en crisissituaties snel en adequaat volgens de voorgeschreven procedures, wettelijke richtlijnen en afspraken van de organisatie?

 via methodes en methodieken.

Hoe bespreek ik achteraf op een constructieve manier met de cliënt, collega's en andere betrokkenen de crisissituatie.

door te overleggen met elkaar en de situatie goed uit te leggen. niet eigen emoties erbij betrekken maar echt in detail vertellen wat er precies gebeurt is.

B1-K1-W6 Stemt de werkzaamheden af

Welke overlegvormen zijn er?

Hoe stem ik informatie op adequate wijze af?

 

 

Wat is effectief communiceren?

 

 

Hoe streef ik doelbewust naar overeenstemming tussen verschillende partijen, rekening houdend met mogelijkheden, eisen, prioriteiten, wensen en behoeftes van betrokkenen?

 

 

Hoe voer ik tijdig en regelmatig overleg met alle betrokkenen?

 

 

Hoe sta ik open voor meningen, ideeën en feedback van anderen?

 

 

Hoe formuleer ik duidelijke en haalbare doelen?

 

 

Hoe hou ik rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit?

 

 
 
 
 

Hoe bouw ik professioneel aan de onderlinge band en een optimale samenwerking

B1-K1-W7 Evalueert de geboden ondersteuning

Onderzoek verschillende methoden van evalueren

Hoe maak je een evaluatieverslag en wat staat daar in?

Hoe weet je dat de gegevens betrouwbaar zijn?

Wat zijn relevante en wat zijn irrelevante gegevens?

Hoe structureer je de gegevens?

Maak een schriftelijke rapportage nav evaluatiegegevens.

B1-K2-W1 Werkt aan de eigen deskundigheid

1. Ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen en volg deze op.

 

2. Ik weet wat mijn vakgebied inhoud

 

3. Ik verdiep mij in de route van signaleren naar melden en informeren( Mim , Mip melding incident medewerker, melding incident patiënt.

 

4. Ik verdiep mij in de werkwijze van collega’s m.b.t kwaliteitsverbetering

 

5. Ík durf knelpunten aan te geven

 

6. Ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels.

 

7. Ik kan verbeterpunten overtuigend overbrengen.

 

 

8.Ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden

9.Ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart

10. Ik maak het bespreekbaar als collega’s niet werken volgens protocollen

B1-K2-W2 Werkt aan bevorderen en bewaken kwaliteitszorg

Wat is kwaliteitszorg?

Waarom is kwaliteitszorg belangrijk?

Hoe werk je met protocollen?

Hoe spreek je collega’s aan die zich niet aan de protocollen houden?

Welke wettelijke richtlijnen zijn er rondom kwaliteitszorg voor je stage?

Hoe maak je een verbetervoorstel?

Wat is de route om je verbetervoorstel binnen je instelling erdoor te krijgen?

Wat zijn arbeidsrisico’s?

P6-K1-W1 Schrijft het ondersteuningsplan

Wat is een ondersteuningsplan?

Hoe zorg jij ervoor dat de belangrijkste informatie wordt geselecteerd uit de verzamelde informatie?

Wat is het nut van het opstellen van begeleidingsdoelen?

 

Welke begeleidingsdoelen en bijpassende methodieken heb jij in overleg met een collega geformuleerd?

Welke begeleidingsdoelen heb jij samen met de cliënt geformuleerd?

Hoe bouw je het ondersteuningsplan op?

P6-K1-W2 Begeleidt de cliënt bij het versterken van eigen kracht

Wat wordt er bedoeld met eigen kracht?

Hoe kan jij als professional de cliënt motiveren?

Welke luistervaardigheden er zijn?

Wat doe jij om een cliënt in zijn/haar eigen kracht te zetten?

Welke begeleidingstechnieken zijn passend bij dit werkproces?

Welke gesprekstechnieken zijn passend bij dit werkproces?

P6-K1-W3 Ondersteunt de cliënt bij maatschappelijke participatie

Hoe ondersteun je een client om ander gedrag te laten zien en vaardigheden te oefenen?

Hoe motiveer je cliënten om juist die dingen te doen die ze spannend of eng vinden?

Hoe ga je om met thema’s als rouw, naderende levenseinde en of verlies?

Hoe begeleid je cliënten in het omgaan met sociale media?

Hoe activeer je cliënten om meer deel te nemen aan de maatschappij?

Welke ondersteuning biedt je cliënten bij het weer oppakken van het functioneren in de maatschappij?

Hoe onderzoek je samen met je cliënt de wensen en behoeften die de client heeft in het participeren in de maatschappij?

Hoe herken je signalen van overbelasting bij de naasten en maak je deze bespreekbaar?

P6-K1-W4 Betrekt en ondersteunt naastbetrokkenen

Hoe breng je samen met je cliënt de sociale omgeving in beeld?

ik maak een soort mindmap/tree of life, ik kijk waar de client welk persoon neer zet. Bijv'' familie boven aan, daaronder vrienden.

Hoe ondersteun jij je client om het contact met de naasten te onderhouden?

het ligt aan de situatie, ik vertel dat contact niet van een kant moet komen, ik zeg dat het belangrijk is dat hij/zij contacten onderhoudt omdat hij/zij niet alleen is.

Hoe evalueer je samen met de cliënt en zijn naasten de samenwerking en voortgang?

ik heb natuurlijk zwijgplicht, ik vraag de client toestemming of ik bepaalde dingen mag zeggen. Als dit niet mag dat zeg ik het niet en als het wel mag bespreek ik een paar belangrijke dingen. We kijken wat de client heeft berijkt in de laatste periode en wat de client nog meer verwacht dus we stellen nieuwe doelen.

Hoe onderhoudt je contact met de naasten en houd je daarnaast rekening met de privacy van je client?

ik vertel niks wat de client niet wilt dat er verteld word. Als het levensbedreigend is dan schakel ik andere instanties in. De client moet zelf vertellen wat er verteld mag worden en wat niet. het is goed om tussendoor gesprekken te hebben met sociale contacten erbij, zozijn zij op de hoogte van de situatie en wat iemand bereikt heeft.

Hoe geef je psycho-educatie aan de naasten van je client?

je verteld hen wat de stoornis/ziekte is van de client en geeft hier zoveel mogenlijk informatie over. Je verteld hoe zij om kunnen gaan met de beperking en hoe het werkt in het brein van de client. Zo kunnen zij beter begrijpen wat er rond gaat in de client zijn/haar hoofd.

P6-K1-W5 Voert coördinerende taken uit

Hoe kan ik een activiteit opzetten, coördineren en uitvoeren?

ik maak een activiteiten plan, hierin schrijf ik wat de activiteit is, wat wij gaan doen, waarom wij het gaan doen, waar wij het gaan doen en hoelaat. Ik kijk wie ik nodig heb aan collega's en hoeveel jongeren mee kunnen doen. Ik overleg met mijn stage begeleider of alles mogenlijk is en of er een budget voor vrij staat.

Hoe stem ik af met collega’s over de inhoudelijke en praktische coördinatie?

We gaan in vergadering. Daar spreken wij af wie wat gaat doen. hierdoor krijg je minder chaos en is het goed gecoordineerd.

Hoe signaleer ik knelpunten in de zorg en maak ik deze bespreekbaar?

Als ik ergens tegen aanloop, informeer ik mijn stagebegeleider of coordinator, ik kijk eerst of ik eht zelf kan oplossen of uitvogelen, en als dat niet is dan vraag ik het aan hen. Zij helpen mij dan met waar ik tegen aan loop.

Hoe werk ik samen met andere disciplines binnen mijn instellingen en met betrokken instanties daarbuiten?

Ik ga soms langs bij andere instellingen. Verder hebben wij contact met VNN, de politie en de middelbaren school. We zorgen dat dit contact goed blijft zodat wij de jeugd samen kunnen stimuleren en helpen waar zij dat nodig hebben.

Hoe pas ik mijn aanpak aan als de inhoudelijke zorg hier om vraagt

Ik overleg wat zij van mij verwachten en ik kijk of ik dit zelf kan aanpassen. Als dat niet lukt vraag ik ijn collega's wat ik het beste kan doen.

Hoe los ik problemen die ik tegen kom in de coordinatie van de zorg op

Ik geef de problemen aan en overleg hier over. Ik ga in gesprek en kijk waar het probleem aan ligt en wat het probleem is.

 

P6-K1-W6 Begeleidt nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers

Hoe ondersteun ik nieuwe collega’s in het inwerkproces?

Ik leg ze uit hoe het bedrijf te werk gaat. Wat de taken zijn en wie welke werkzaamheden doet.

zodra hij/zij beginnen met werken vertel ik wat zij moeten doen. Ik verdeel de taken. 

Hoe kan ik nieuwe collega’s stimuleren tot een actieve participatie?

Ik kan ze taken geven en laten zien hoe alles moet. Ik help waar zij dat nodig hebben en stimuleer hun daarmee omdat zij het niet alleen hoeven te doen. Op dit moment begeleid ik zelf ook een stagaire die ik dus stimuleer om dingen te doen.

Hoe kan ik aansluiten bij verschillende leer- en mensstijlen van nieuwe collega’s

Ik groei mee. Van nieuwe collega's leer je erg veel, meer dan van een collega waar je bijvoorbeeld al 10 jaar mee werkt. Mee groeien met de tijd is natuurlijk ook heel belangrijk. veel dingen opslaan 

Hoe pas ik mijn begeleidingsstijl aan op wat de ander nodig heeft?

Ik kijk wat de stagair nodig heeft. Heeft de stagair bijvoorbeeld problemen met spijbelen, dan stimuleer ik hem/haar om naar school te gaan. Als er veel behoefte is om dingen te leren dan probeer ik daar rekening mee te houden en leerdoelen te stellen. Als een stagair geen leerdoelen heeft dan stimuleer ik juis om dingen te gaan leren. 

Hoe geef ik feedback aan nieuwe collega’s op leeractiviteiten, handelen en voortgang

toevallig heb ik dit een week geleden gedaan. Wij moesten een ruzie sussen tussen 2 meiden en 1 jongen. Zij stelde na dat ik een vraag stelde de zelfde vraag op een andere manier. Hierdoor was het gesprek erg ingewikkeld. Toen dit was gebeurt heb ik haar verteld dat er in zoon gesprek een iemand is die observeerd, en een iemand is die het gesprek voert. de observeerder mag natuurlijk wel vragen stellen tussen door als dat kan. maar bij haar ging dat dus mis. Ik heb haar op een rustige manier verteld dat dat dus niet kan. Zij accepteerde de feedback en gaat hier aan werken.

Hoe breng ik de visie van de instelling duidelijk over?

Ik vertel hoe wij te werk gaan als bedrijf. Wat de werkzaamheden zijn en wie welke functie heeft. Ik vertel wat wij doen qua activiteiten etc waardoor iemand een duidelijk beeld krijgt van wat wij doen. Onze visie is bijvoorbeeld ''een eigen plek''. Dit houdt in dat zij hier kunnen komen als zij dit zelf willen en dat wij als jongerencentrum altijd bereikbaar zijn.

09. digibib. Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

opdracht 2.1

mindmap kwaliteitszorg

veiligheid

samenwerken

behulpzaamheid

ehbo

helpen

continuiteit van verbetering

georganiseerd

structureel

 

opdracht 2.2

motiveren: goed

actief luisteren: goed. Bij mijn clienten als zij wat vertellen dan knik ik, en kijk ik ze aan.

empatie tonen: goed. ik vertel mijn clienten dat ik het snap en ik probeer een luisterend oor te zijn en ze te troosten als dat nodig is.

verantwoordelijkheid nemen: goed. Ik had perongeluk de papier bak kapot gemaakt. Ik heb dit toen aangegeven en heb een nieuwe geregeld.

efficient werken: goed. Ik probeer altijd alles zo goed en snel mogenlijk te doen. er mogen natuurlijk geen fouten in zitten en het mag niet te lang duren.

rapporteren: matig. Ik ben hier niet zo goed in. Soms weet ik niet hoe ik dingen moet verwoorden in een tekst.

eigen grenzen aangeven: goed. Er speelden iets op stage met beheer. Ik heb hem hier op aangesproken en gezegt dat ik het niet leuk vondt wat hij zei. We hebben hier over gepraat en verbeteringen gemaakt.

prioriteiten kunnen stellen: goed. Ik kan wel goed zien wat eerder moet gebeuren en wat later kan.

initiatief nemen:goed. Als er iets moet gebeuren doe ik dat direct uit mijzelf.

creatief werken: goed. Ik heb altijd veel ideeen over activiteiten en dingen wat we kunnen gaan doen.

zelfstandig beslissingen nemen: matig. Als ik iets moet beslissen vraag ik over het algemeen bevestiging of andere het er mee eens zijn.

plannen en organiseren: matig. Ik ben best wel chaotisch.

ondersteiningsvraag van client in kaart brengen: goed. Weten welke vraag goed bij de client past en daar afspraken over maken kan ik ook.

vraaggericht werken: goed. Ik weet wanneer ik een vraag over iets kan stellen en wanneer niet.

vertrouwensband opbouwen: goed. Ik laat goed aan de client merken dat ik ze begrijp waardoor ze makkelijker hun verhaal bij mij kwijt kunnen.

 

opdracht 2.3

steak a break. De jongeren doen samen met een begeleider boodschappen en gaan samen koken. het doel hiervan is dat ze zelfstandig leren om boodschappen te doen en zelf te kunnen koken. dus stap voor stap word er minder geholpen tijdens het koken en moeten ze bijvoorbeeld zelf een boodschappen lijst maken.

meiden avond. We vragen aan de meiden wat ze verwachten en willen doen, hier stemmen wij de boodschappen op af. Wat voor maskertjes we gaan doen, of we nagels gaan lakken of dat we kleding gaan ryciclen. we plannen deze activiteit en maken afspraken over de tijd en datum. als ze komen moeten ze zich aanmelden.

lanparty. dit word georganiseert voor de jongeren zodat ze 12 uur achter elkaar kunnen gamen met elkaar. ze leren nieuwe spellen kennen en eten en drinken ook bij het jongeren centrum.

 

ik zou wat verbeteren aan steak a break. ik zou meer tafel gesprekken gaan voeren en bepaalde activiteiten plannen tijdens het eten. wat mogelijk is natuurlijk. Het team vindt dit ook omdat er soms complete stilte valt onder het eten. Het is dus bijvoorbeeld een goed idee om tijdens het eten te vragen hoe iemands dag was.

 

opdracht 2.4 HKZ

waar staat HKZ voor: Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector

Met het HKZ-keurmerk kunnen organisaties en praktijken laten zien dat zij serieus werk maken van kwaliteit van zorg en dat ze voldoen aan de eisen die daaraan gesteld worden door clienten en buddy's.

eisen:

  • Ruime ervaring met het opzetten van kwaliteitssystemen;
  • Bewezen kennis van de (nieuwe) HKZ normen en HKZ systematiek;
  • Werken conform de HKZ-systematiek

 

pdca cirkel ''plan, do, check, act. het zorgt voor structuur iin je werkveld.

 

plan: wat ga je doen

do: actie ondernemen

check: heb je alle doelen behaald? controleer dit nog even.

act: kies een nieuw doel als dit is gelukt.

de pdca cyclus helpt om je hkz te krijgen. als je dit gebruikt worden er minder fouten gemaakt omdat je alles controleerd.

opdracht 2.5

protocollen bij mijn stage

 

mondkapje

bij binnenkomst handen ontsmetten

aanmeldings formulier invullen

als er een ruzie is gaan wij daar naartoe om te praten met de mensen die ruzie hebben. 

 

 

wat kan er soms beter. Soms dan vergeten wij de mondkapjes op te doen maar daar spreken we elkaar altijd op aan.

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat is kwaliteitszorg?

kwaliteitszorg zorgt er voor dat dingen op orde blijven en dat er geen dingen mis gaan. zo worden er zo min mogenlijk fouten gemaakt.

Waarom is kwaliteitszorg belangrijk?

zo worden er minder fouten in de praktijk.

Hoe werk je met protocollen?

je hanteerd de regels die zijn voorgeschreven. hier hou je je aan.

Hoe spreek je collega’s aan die zich niet aan de protocollen houden?

rustig vragen waarom ze dit niet doet en hierover in gesprek gaan.

Welke wettelijke richtlijnen zijn er rondom kwaliteitszorg voor je stage?

voc, je tekent een geheimhoudingsverklaring, je word niet te close met de jongeren, niemand mag achter de bar zonder toestemming, als ze wat willen gebruiken zoals pooltafel of playstation moeten ze iets inleveren. bijvoorbeeld telefoon of fietssleutels.

Hoe maak je een verbetervoorstel?

een plan van aanpak maken en kijken of het verbeteringsvoorstel in het rijtje past. dus ook tussen de protocollen en planning.

Wat is de route om je verbetervoorstel binnen je instelling erdoor te krijgen?

voorleggen in een team vergadering, dan kijken of iedereen het er mee eens is en of het echt verbetering zou brengen. dan budget aanvragen als dat nodig is bij de gemeente en daar ook argumenten geven waarom het verbeterd zou moeten zijn. als de gemeente akkoord is dan kan de verbetering door gaan,

Wat zijn arbeidsrisico’s?

risico's die je neemt tijdens je vak. bijvoorbeeld: machine gevaar, gevaarlijke stoffen, psychosociale arbeidsbelasting, fysieke belasting en schadelijk voor hinderlijk geluid.

naam: Nova, Leeftijd 5, Geslacht meisje

Woon-thuis situatie 

gezinssamenstelling: broer Sem, Moeder en vader

broertje heeft autisme

zij een leerachterstand

 

IQ, het is een meisje van 5 met het gedrag van een 2 jarige. Daardoor begrijpt ze niet wat je zegt.

 

lichamelijke/zintuigelijke bijzonderheden

Ze begrijpt niet wat je zegt en probeerd wel te luisteren.

 

sociale contacten

ze heeft wel vriendjes en vriendinnetjes denk ik. ze zit op het aangepast onderwijs dus dat is soms wel een beetje lastig omdat ze soms botst met andere kinderen denk ik.

 

ze is gewoon nederlands en verder niet echt iets van cultuur.

krachten

zij kan heel goed laten weten als er iets niet klopt. soms is het wel een beetje lastig maar ze doet wel heel hard haar best.

 

dagelijkse bezigheden

ze gaat naar het aangepast onderwijs en ze gaat naar dekinderopvang na school

 

wat zijn haar wensen 

ik denk dat ze wilt leren makkelijker met mensen om te gaan. ze leert wel heel snel maar luisterd niet altijd even goed. Ze is ook nog maar 5 dus dat komt wel.

Eerste lesdag eigenschappen doelen

Les
Les
  • Het arrangement Portfolio is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    maartje charlotte magdalena Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2022-07-20 19:40:37
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen niv. 4
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.