Deze week gaan wij werken met Wikiwijs. Dit zijn 3 lessen: één over leesvaardigheid, één over grammatica en één over schrijfvaardigheid.
Vandaag gaan we hiermee beginnen, met les 1. Kort over Wikiwijs: op deze website onder verschillende kopjes vinden jullie instructies en opdrachten die jullie gaan bekijken en maken. Vandaag hoeven jullie dus alleen te kijken naar les 1.
De instructies en opdrachten van les 2 en 3 zijn beschikbaar op verschillende niveaus. Om het niveau te kunnen bepalen maken jullie zo direct de instaptoets. Aan het einde van deze instaptoets weet je of je in groep 1, 2 of 3 zit.
Dit betekent wanneer je gaat beginnen aan les 2 en 3, kijk je als je groep 1 bent onder het kopje groep 1. De andere groepen hoef je niet te openen of bekijken. Uiteraard geldt dit ook voor groepen 2 en 3.
Wat zijn de lesdoelen voor deze week? Dit ligt aan jouw groep. Kijk bij de instructie pagina voor de duidelijke lesdoelen van die les.
Veel succes!
Instaptoets
Toets: Instaptoets
Toets: Instaptoets
0%
Dit is de instaptoets voor de wikiwijs op basis van deze instaptoets worden jullie in groepen gedeeld.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
2. Log in with your username and password (staat in je schrift van de vorige keer). If you need to fill in a classcode this is: NRBEZVR2.
3. Look at your graph. What level are you on now? Where do you need to be at the end of this class?
4. Continue reading the text where you stopped last time.
5. At the end of this lesson, check if you got a level higher than you started with today. Fill in the question below.
Good luck!
(Ter info voor Marieke over ReadTheory: dit is een digitaal leesprogramma die veel gebruikt wordt op mijn stageschool. Met dit programma kunnen leraren de voortgang van de leesvaardigheid monitoren en in kaart brengen. Leerlingen kunnen zien op welk niveau ze de teksten maken, zowel tijdens het maken van de teksten als in een grafiek. Verschillende soorten teksten en vragen komen aan bod. Mocht het antwoord fout zijn, verschijnt onder de vraag een tekstje met uitleg waarom het fout is en waar het antwoord gevonden had kunnen worden. Dit filmpje legt goed uit hoe het programma werkt en hoe er gedifferentiëerd wordt: https://www.youtube.com/watch?v=sPYJurXnEWI&feature=youtu.beKort gezegd dit programma past zich aan op het niveau van de individuele leerling en laat hen teksten maken in dit niveau en één daarboven. Het niveau wordt dan ook telkens aangepast aan de leerling. Voortgang is te zien in grafieken).
Lesson 2: grammar. General Instruction
All groups opening lesson 2
Group 1
Aan het einde van deze les kan je de Past Simple herkennen en voorbeeldzinnen maken.
De opdracht van deze week is dan ook om een poster te maken over de Past Simple. In die poster moet staan:
- Wat is de Past Simple? Waar gebruik je het voor?
- Hoe ziet de Past Simple eruit? (regelmatig & onregelmatig)
- Maak 4 voorbeeldzinnen (2 regelmatig, 2 onregelmatig)
Bekijk de kennisclip, lees de uitleg of bekijk de plaatjes. Het is aan jou welke je wilt gebruiken om te leren over de Past Simple.
De kennisclip:
Tekst en uitleg:
De Past Simple gebruiken we als we praten over iets dat in het verleden is gebeurd en nu klaar is.
Waar kan je het aan herkennen? In de zin staan woorden als: yesterday, last night, last year, last week, a long time ago, in 2019.
Het heeft 2 vormen: regelmatig en onregelmatig.
Regelmatig:
Bij regelmatige werkwoorden pak je het hele werkwoord en plak je daar -ed achter.
Bijvoorbeeld: walk - walked talk- talked
Uitzonderingen: Werkwoorden die eindigen op -y met daarvoor een medeklinker veranderen in de Past Simple in -ied. Zoals: marry - married, carry - carried. MAAR als er een medeklinker voor de -y staat blijft het wel -yed. Zoals: stay - stayed.
Onregelmatig:
Kan je alleen maar uit je hoofd leren. Staan in het werkboek op pagina 270 in de tweede kolom. Let vooral op BE. I/HE/SHE/IT wordt was. You/They wordt were.
In deze video komen er veel naar voren. Bekijk deze om hiermee bekend te worden of lees de woorden op pagina 270 van het werkboek.
Ga naar https://piktochart.com/formats/posters/. Maak hier een account aan of log in mocht je al een account hebben. Het maken van een poster in dit programma is heel simpel. Kijk kort naar de tutorial en maak daarna jouw poster voor de Past Simple.
1. Wat is de Past Simple? Waar gebruik je het voor?
2. Hoe ziet het er uit? Hoe maak je de Past Simple?
Past Simple GAME (2)
Speel Jeopardy with NO TEAM om jouw kennis van de Past Simple te oefenen en te testen.
Group 2
At the end of this lesson you can recognize the Past Simple and make sentences.
The assignment for this week is to make a poster about the Past Simple.
This needs to be in the poster:
- What is the Past Simple? What do you use it for?
- What does the Past Simple look like? How do you make it?
- Make 4 sentences. 2 for regular verbs and 2 for irregular verbs.
You will hand the poster in here: https://classroom.google.com/c/MTU3MTc4NzI4Njg0 in het mapje 'Past Simple Poster', groep 2. De klascode is zmv2muv. More about the assignment at the bottom of this page.
For the instructions on the Past Simple. You can watch a video, read an explanation or look at some images. It is your choice which ones you want to use to learn about the Past Simple.
What is the Past Simple?
Look at the video, read the explanation or look at the pictures. It's up to you which ones you want to use to learn about the Past Simple.
The video:
Text and explanation:
We use the Past Simple when we talk about something that happened in the past and is over now.
When you see these words there is a high chance the verb is past simple: yesterday, last night, last year, last week, a long time ago, in 2019.
It has 2 forms: regular and irregular.
Regular:
If the verb is regular, all you have to do is take the whole verb and put -ed behind it.
Like: walk - walked talk- talked
Uitzonderingen: If verbs end in -y with a consonant (medeklinker) in front of it, the verb changes in -ied. Like: marry- married, carry - carried. BUT if a vowel (klinker) is before the -y, it stays -yed. Like: stay - stayed.
Irregular:
You need to study these well. You can find them in your workbook on page 270 in the second colom. Let op BE. I/HE/SHE/IT was. You/They were.
There are a lot of irregular verbs in the video below. Look at it to become familiar with these verbs or look at them on page 270 of your workbook.
Go to https://piktochart.com/formats/posters/. Make an account or log if you already have an account. Making a poster with this program is very easy. Just look at the short tutorial video and start making your poster about the Past Simple.
1. What is the Past Simple? What do you use it for?
2. What does it look like? How do you make the Past Simple?
Past Simple GAME (2)
Play Jeopardy with NO TEAM to practise and test your knowledge of the Past Simple
Group 3
At the end of this lesson you can recognize the Past Simple and make sentences.
At the end of this lesson you can recognize the Past Continuous and make sentences.
The assignment for this week is to make a poster about the Past Simple and Past Continuous.
This needs to be in the poster:
- What is the Past Simple? What do you use it for?
- What does the Past Simple look like? How do you make it?
- Make 4 sentences. 2 for regular verbs and 2 for irregular verbs.
- What is the Past Continuous? What do you use it for?
- What does the Past Continuous look like? How do you make it?
- Make 4 sentences. 2 for regular verbs and 2 for irregular verbs.
You will hand the poster in here: https://classroom.google.com/c/MTU3MTc4NzI4Njg0 in het mapje 'Past Simple Poster', groep 3. De klascode is zmv2muv. More about the assignment at the bottom of this page.
For the instructions on the Past Simple & Past Continuous. You can watch a video, read an explanation or look at some images. It is your choice which ones you want to use to learn about the Past Simple & Past Continuous.
First you'll find everything on the Past Simple, then everything on the Past Continuous and at the end is more information about the assignment.
What is the Past Simple?
Look at the video, read the explanation or look at the pictures. It's up to you which ones you want to use to learn about the Past Simple.
The video:
Text and explanation:
We use the Past Simple when we talk about something that happened in the past and is over now.
When you see these words there is a high chance the verb is past simple: yesterday, last night, last year, last week, a long time ago, in 2019.
It has 2 forms: regular and irregular.
Regular:
If the verb is regular, all you have to do is take the whole verb and put -ed behind it.
Like: walk - walked talk- talked
Uitzonderingen: If verbs end in -y with a consonant (medeklinker) in front of it, the verb changes in -ied. Like: marry- married, carry - carried. BUT if a vowel (klinker) is before the -y, it stays -yed. Like: stay - stayed.
Irregular:
You need to study these well. You can find them in your workbook on page 270 in the second colom. Let op BE. I/HE/SHE/IT was. You/They were.
There are a lot of irregular verbs in the video below. Look at it to become familiar with these verbs or look at them on page 270 of your workbook.
Go to https://piktochart.com/formats/posters/. Make an account or log if you already have an account. Making a poster with this program is very easy. Just look at the short tutorial video and start making your poster about the Past Simple.
1. What is the Past Simple? What do you use it for?
2. What does it look like? How do you make the Past Simple?
3. Make 4 sentences. 2 regular, 2 irregular.
4. What is the Past Continuous? What do you use it for?
Past Simple GAME (2)
Play jeopardy to practise and test your knowledge of the Past Simple
Past Continuous game
Play jeopardy to practise and test your knowledge of the Past Continuous
Lesson 3: writing
General instruction lesson 3
Group 1
Vandaag gaan jullie een brief schrijven. Jullie mogen uit drie onderwerpen kiezen. De brieven zullen in alle gevallen gaan over iets wat al is gebeurd. Gebruik dus de Past Simple ;) van vorige les.
Lesdoel: aan het einde van deze les moet je een brief kunnen schrijven naar een vriend(in) over iets wat je in het verleden gedaan hebt.
Door middel van een oefening gaan we kijken hoe het format van een brief er uitziet. Waar moet je mee beginnen? En waar sluit je de brief mee af?
Verder krijg je van mij zinnen en vocabulair die jou kunnen helpen bij het schrijven van jouw brief.
Uiteindelijk ga je de brief schrijven in Write and Improve. Het programma geeft aan waar eventuele fouten zitten. Heb je fouten? Dan verbeter je deze en lever je uiteindelijk jouw tekst in Google Classroom en in padlet in. Waarom in Classroom en in Padlet? De tekst die in Classroom staat kijk ik na en daar geef ik feedback op. De teksten die op Padlet staan worden door groepsgenoten voorzien van feedback. Na deze feedback mag je nog terug naar classroom om in classroom jouw tekst eventueel te verbeteren. Straks vertel ik meer over Padlet.
Eerst kijken we naar het format van een standaard brief. Weet je nog hoe deze eruit ziet? Doe de oefening en kom erachter hoe de brief eruit moet zien.
Oefening: Brief volgorde
Oefening: Brief volgorde
0%
Hoe zit een standaard brief in elkaar? Kan jij een brief in de goede volgorde opstellen?
Je gaat nu een van de schrijfopdrachten hieronder kiezen om te doen. Daarna ga je naar https://writeandimprove.com/ en schrijf je daar je brief.
Het programma geeft je feedback. Op basis van die feedback verbeter je de brief en lever je het in op Google Classroom onder het mapje 'schrijfopdracht les 3'. Vergeet niet jouw groepsnummer in de titel te zetten en welke tekst je gekozen hebt.
De schrijfopdrachten waar je uit kan kiezen zijn:
Covid19 is a party killer
Je schrijft een brief aan een Engelse vriendin (Mandy) van jou die je voor de corona tijd hebt ontmoet.
Volg het format van de brief uit de oefening die je gedaan hebt en vertel haar:
- je vraagt hoe het met haar gaat.
- je vertelt dat Nederland sinds september weer in lockdown is.
- je vertelt dat je feestjes mist.
- je vertelt kort over het laatste feestje waar je bent geweest. Waar was dat? Wanneer was dat? Met wie was je?
- Sluit de brief af zoals je in de oefening gezien hebt.
What did you do for Halloween?
Je schrijft een brief aan Kyle een Amerikaanse vriend. Halloween is pas geweest en je wil weten of hij een leuke Halloween heeft gehad.
Volg het format van de brief uit de oefening die je gedaan hebt en vertel hem:
- je vraagt hoe het met hem gaat.
- je vraagt of hij een leuke Halloween heeft gehad.
- je vraagt aan Kyle of hij pompoenen heeft gesneden voor Halloween en langs de deur is gegaan voor trick or treat.
- Vertel dat jij om Halloween te vieren horror films hebt gekeken (alleen of met iemand anders), maar verder heb je niet veel gedaan.
- Zeg dat je hem hoopt snel te spreken en sluit de brief af zoals je in de oefening gezien hebt.
New hobbies
Je schrijft aan jouw vriend Tom over welke nieuwe hobbies je nu hebt doordat je veel thuis bent door corona.
- Je opent de brief zoals in de oefening.
- Je vraagt hoe het met hem is.
- Je zegt dat je sinds corona een nieuwe hobby hebt, omdat je moest stoppen met (tennis, voetbal of een andere sport die jij beoefent).
- Je vertelt dat je op TikTok begonnen bent met het maken van filmpjes waarin je het hebt over enge verhalen. Dingen die echt gebeurd zijn en niet te verklaren zijn.
- Je zegt dat je dat soort verhalen eng en spannend vindt.
- Je hoopt snel weer van hem te horen.
- Sluit de brief af zoals in de oefening.
Padlet geef elkaar feedback
Ga daarna naar Padlet. Als je bij het tekstvak komt staat er een tekentje dat je kunt uploaden. Klik hierop en je kan jouw word bestand uploaden. Kies daarna 2 andere teksten om feedback op te geven. Vergeet niet jouw naam op de tekst te zetten.
Group 2
Today you're going to write a letter. You get to choose from three subjects. The letters are about something that happened. So use Past Simple ;) from the last lesson.
Lesson goal: at the end of this lesson you're able to write a letter in a friend about something you have done.
To see what a standard letter is supposed to look like you're going to do an excersize. What do you start with? How do you end it?
You're going to get expressions and vocab from me that will help you write your letter.
This letter you're going to write in Write and Improve. The program will indicate if you made any mistakes. Did you make mistakes? Fix them and hand in your text in Google Classroom and Padlet. Why Classroom and Padlet? The text in Classroom will be given feedback by me. The texts in Padlet will be given peerfeedback. More about Padlet later.
First we're going to look at the format of a standard letter. Do you remember what it looks like? Do the excersize and find out!
Oefening: Letter
Oefening: Letter
0%
Put the elements in the right order to create a good letter
You're going to choose one of the three subjects to write about. Then you're going to https://writeandimprove.com/ and write your letter.
The program will give you feedback. Based on the feedback fix any mistakes and hand it in on Google Classroom in the map 'schrijfopdracht les 3'. Don't forget your groupnumber and the titel of the subject you chose.
The subjects you can choose from are:
Covid19 is a party killer
You write a letter to your English friend Many, who you met before Covid19.
Follow the format of the standard letter and tell her:
- ask how she's doing.
- tell her that since september the Netherlands are in lockdown again.
- you tell her that you miss parties.
- you tell her about the last party you went to. Where was it? When was it? Who were you with?
- close your letter the way you have seen in the exercise.
What did you do for Halloween?
You write a letter to Kyle, an American friend. Halloween happened last weekend and you want to know if he had fun.
Follow the format of the letter and tell him:
- ask him how he's doing.
- you ask him if he had a nice/fun Halloween.
- you ask Kyle if hij pompoenen heeft gesneden voor Halloween en langs de deur is gegaan voor trick or treat.
- you tell him what you did for Halloween (if you did nothing, say what kind of film you watched).
- Tell him you hope to hear from him soon and close the letter.
New hobbies
You write to your friend Tom about which new hobbies you have now that you're home often because of corona.
- you open the letter (think back on the excersize)
- you ask how he's doing
- you tell him that you have a new hobby since covid19 because you had to stop playing (choose a sport)
- you tell him you started making TikToks in which you talk about scary stories. Dingen die echt gebeurd zijn en niet te verklaren zijn.
- Je zegt dat je dat soort verhalen eng en spannend vindt.
- Je hoopt snel weer van hem te horen.
- Close the letter the way you saw in the exercise.
Ga naar Padlet voor peerfeedback
Ga daarna naar Padlet. Als je bij het tekstvak komt staat er een tekentje dat je kunt uploaden. Klik hierop en je kan jouw word bestand uploaden. Kies daarna 2 andere teksten om feedback op te geven. Vergeet niet jouw naam op de tekst te zetten.
Group 3
Today you're going to write a letter. You get to choose from three subjects. The letters are about something that happened. So use Past Simple and the Past Continuous ;) from the last lesson.
Lesson goal: at the end of this lesson you're able to write a letter in a friend about something you have done.
To see what a standard letter is supposed to look like you're going to do an excersize. What do you start with? How do you end it?
You're going to get expressions and vocab from me that will help you write your letter.
This letter you're going to write in Write and Improve. The program will indicate if you made any mistakes. Did you make mistakes? Fix them and hand in your text in Google Classroom and Padlet. Why Classroom and Padlet? The text in Classroom will be given feedback by me. The texts in Padlet will be given peerfeedback. More about Padlet later.
First we're going to look at the format of a standard letter. Do you remember what it looks like? Do the excersize and find out!
Oefening: Letter
Oefening: Letter
0%
Put the elements in the right order to create a correct letter
You're going to choose one of the three subjects to write about. Then you're going to https://writeandimprove.com/ and write your letter.
The program will give you feedback. Based on the feedback fix any mistakes and hand it in on Google Classroom in the map 'schrijfopdracht les 3'. Don't forget your groupnumber and the titel of the subject you chose.
The subjects you can choose from are:
Covid19 is a party killer
You write a letter to your English friend Many, who you met before Covid19.
Follow the format of the standard letter and tell her:
- ask how she's doing.
- tell her that since september the Netherlands are in lockdown again.
- you tell her that you miss parties. what do you miss about parties?
- you tell her about the last party you went to. Where was it? When was it? Who were you with?
- close your letter the way you have seen in the exercise.
What did you do for Halloween?
You write a letter to Kyle, an American friend. Halloween happened last weekend and you want to know if he had fun.
Follow the format of the letter and tell him:
- ask him how he's doing.
- you ask him if he had a nice/fun Halloween.
- you ask Kyle if hij pompoenen heeft gesneden voor Halloween en langs de deur is gegaan voor trick or treat.
- you tell him what you did for Halloween (if you did nothing, say what kind of film you watched).
- Tell him you hope to hear from him soon and close the letter.
New hobbies
You write to your friend Tom about which new hobbies you have now that you're home often because of corona.
- you open the letter (think back on the excersize)
- you ask how he's doing
- you tell him that you have a new hobby since covid19 because you had to stop playing (choose a sport)
- you tell him you started making TikToks in which you talk about scary stories. Dingen die echt gebeurd zijn en niet te verklaren zijn.
- Je zegt dat je dat soort verhalen eng en spannend vindt.
- Je hoopt snel weer van hem te horen.
- Close the letter the way you saw in the exercise.
Go to Padlet for peerfeedback
Go to Padlet and upload your word document with your name and the title of which text you chose. You can do that by clicking on the 'uploaden' button and selecting your text. Then choose 2 texts you want to give feedback on.
Peerfeedback
Toets: Peerfeedback
0%
Hier zetten jullie de Peerfeedback in van de teksten in Padlet
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
To complete the Wikiwijs for this week. You will need to take one last test to see what you have learned from the past few lessons. Good luck and I'll see you next week!
Toets: Afsluit toets
Toets: Afsluit toets
0%
De afsluit toets laat zien wat je allemaal geleerd hebt. Doe je het nu beter dan bij de instaptoets? Daar hebben we de volste vertrouwen in. Succes!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tijdens mijn stage heb ik te maken met een havo-atheneum klas (HA2A). Volgens de methode Alright, moeten de leerlingen op A2 niveau zitten voor de meeste vaardigheden. Er zitten ook een aantal Cambridge Track leerlingen in de klas die wel wat meer uitdaging zouden willen. Deze leerlingen hebben als uitdaging gekregen om twee verleden tijden te leren in de grammatica les. Terwijl de andere groepen maar aan de slag hoeven met één. Om ruimte voor uitdaging te bieden zonder andere leerlingen te benadelen heb ik besloten verschillende groepen te maken gebaseerd op niveau. Groep 1 is voor de leerlingen die Engels erg lastig vinden en niet makkelijk meekomen met DOVO. De instructies voor de groep worden daarom iedere les (met uitzondering reading) in het Nederlands gegeven. Groep 1 heeft wel dezelfde leerdoelen als groep 2 omdat uiteindelijk de klas A2 niveau moet behalen. Hier zijn de leerdoelen op afgestemd. Groep 2 zijn de leerlingen die goed meekomen in de les, maar nog niet toe zijn aan een stap hoger. Hun lessen worden wel in het Engels gegeven omdat ze dit qua niveau aankunnen.
Voor mijn leerarrangement heb ik gekozen voor een leesles, grammatica les en een schrijfles omdat dit afwisseling biedt en leerlingen niet het idee krijgen steeds met hetzelfde bezig te zijn. Dit zou demotiverend kunnen werken.
Er wordt gestart met een leesles, omdat leerlingen al bekend zijn met ReadTheory waar ze in gaan werken. Dit is voor de leerlingen een wat rustigere manier om Wikiwijs te introduceren. Om rekening te houden met het tempo en niveau van alle leerlingen gebruiken we dit leesprogramma, omdat ReadTheory zich automatisch volledig aanpast aan deze aspecten van het leren. Hier zijn dan ook geen groepen voor nodig, omdat het programma zich al richt op het individu. Er is gekozen voor het leerdoel: leerlingen moeten een niveau hoger behalen aan het einde van deze les dan waar ze mee begonnen zijn, om leerlingen te motiveren hun best te doen en zo veel mogelijk te oefenen. Alleen door veel oefenen van teksten komen ze uiteindelijk op een beheersingsgraad van de stof waarbij ze minder afhankelijk zijn van woordenboeken en makkelijker door een tekst komen.
Het leerarrangement is zo opgebouwd dat leerlingen eerst de grammatica van de Past Simple aanleren en oefenen, voordat ze een schrijfopdracht gaan maken waar ze dit ook gaan toepassen. De lesdoelen voor deze twee lessen sluiten dan ook op elkaar aan en worden hierdoor meer betekenisvol. Iedere les bestaat uit een algemene instructie die bestaat uit wat is het onderwerp van deze les en in welke groep kan ik instructies en opdrachten vinden. Inhoudelijke instructies staan apart onder de groep kopjes om ook te kunnen differentiëren in instructie.
Naar mijn visie komen leerlingen meer tot hun recht als er gedifferentieerd wordt op verschillende niveaus. In mijn leerarrangement heb ik daarom op leertijd en op leervoorkeur gedifferentieerd. Volgens het boek Differentiëren kan je leren (2018) is het niet wetenschappelijk bewezen dat er vaste leervoorkeuren zijn. Wel geloof ik dat deze bestaan en iedere leerlingen een andere voorkeur kan hebben. De instructie voor de grammatica is daarom op verschillende manieren gegeven: met een kennisclip, geschreven tekst en afbeeldingen. De leerling krijgt zelf de keuze welke hij wil gebruiken, gebaseerd op wat hij het fijnste vindt. In de schrijfles komt dit terug in de mogelijkheid om zelf een onderwerp te kiezen uit drie mogelijkheden. De leerling heeft hier autonomie in. Voor de effectiviteit van de les is het ook belangrijk dat leerlingen gemotiveerd zijn om mee te doen. Een keuzemogelijkheid kan hierbij helpen. Vermunt combineert leerstijlen met de motivatie van leerlingen om te leren (Berben, 2018). De differentiatie in leertijd zit vooral in de hoeveelheid beschikbaar oefenmateriaal voor leerlingen in de grammatica en de keuze om het schrijfstuk te herzien. Leerlingen zijn niet verplicht al het oefenmateriaal voor de Past Simple te gebruiken, de online games zijn er ter ondersteuning als zij meer oefening willen. Ze hebben de autonomie om dit te doen of niet te doen. Het schrijfstuk mogen ze zo vaak mogelijk in Write and Improve herschrijven voordat ze het inleveren.
Zoals benoemd worden de online spelletjes met de Past Simple gebruikt als ondersteunend oefenmateriaal mochten leerlingen hier behoefte aan hebben. De kennisclip en Youtube filmpjes zijn ingezet voor leerlingen die het fijn vinden om een video te bekijken. Het biedt in beide gevallen een verrijking voor de stof door het aan te vullen of op een andere manier aan te bieden wat meer bij de voorkeur van leerlingen kan passen.
Om succes, zelfreflectie en een gevoel van competentie te stimuleren heb ik duidelijke leerdoelen opgesteld voor de leerlingen. Hier zijn uit zijn ook formatieve toetsen en oefeningen gekomen, zodat de leerling en leraar kunnen zien hoe de leerling het doet. De instaptoets geeft aan op welk niveau de leerling start, de afsluittoets laat zien hoe goed leerlingen het aan het einde doen. De competentie uit het CAR-model kan alleen bereikt worden als leerlingen kunnen reflecteren op hun doen en kunnen zien dat ze het goed doen. CAR: competentie, autonomie en relatie (Emile, sd). Autonomie zit in de keuzes die ze mogen maken. De relatie wordt gestimuleerd door positieve aanmoedigingen van de leraar in instructie video’s en de formatieve toetsing. Het CAR-model vind ik belangrijk omdat het kan helpen met het zelfvertrouwen en de motivatie van leerlingen.
Niet alles aan het constructivisme spreekt mij aan maar zelf onderzoeken bij het leren spreekt mij wel erg aan. Dit is ook een reden geweest waarom ik op leervoorkeur gedifferentieerd heb. Voor grammatica krijgen leerlingen veel soorten informatie aangeboden maar zij moeten zelf zoeken naar wat voor hen relevant is. Wat hebben zij nodig om een poster te maken? Zelf moeten ze de juiste informatie vinden. Hiermee heb ik leerlingen geprobeerd meer actief bezig te zijn met het leerarrangement. Met de oefening over de brief, waar leerlingen interactief de juiste volgorde moeten vinden, heb ik voorkennis geactiveerd. Leerlingen kunnen actief aan de slag met interactieve spelletjes om grammatica te oefenen.
Als laatste is de leerstof betekenisvol gemaakt, door het te koppelen aan de belevingswereld van leerlingen. Voor de grammatica poster moeten zij vier zinnen bedenken die voor hun betekenisvol zijn. Waardoor gaan zij de Past Simple onthouden? Verder gaan de schrijfopdrachten over corona feestjes, Halloween en TikTok. Onderwerpen waar hun leeftijdsgroep veel mee bezig is en waardoor het schrijven van zo’n opdracht meer betekenis krijgt voor de leerlingen. Het wordt iets wat ze echt zouden kunnen schrijven naar een vriend. Die motiveert en activeert leerlingen meer omdat het onderdeel is van hun belevingswereld.
Bibliografie
Berben, M. (2018). Differentiëren kan je leren. Amersfoort: CPS.
Emile. (sd). Luc Stevens en het CAR model. Opgehaald van OABDekkers: https://oabdekkers.nl/2017/12/12/car-model/
Evaluatie
Bekend
Tot welke inzichten ben je gekomen als het gaat om vormgeven van leren en lesgeven met ICT?
Met name door het TPACK model ben ik tot het inzicht gekomen dat de online tools in mijn lessen meerwaarde moeten hebben voor het onderwerp van de les. Kahoot doen omdat het leuk is heeft geen meerwaarde dus kan het beter uit de les gelaten worden. Wel ben ik tot het inzicht gekomen dat kennisclips, programma’s als ReadTheory en grammatica oefeningen in spelvorm wel meerwaarde hebben en goed gebruikt kunnen worden voor verrijking van mijn lessen en een uitkomst zijn om te kunnen differentiëren.
Tot welke inzichten ben je gekomen als het gaat om differentiatie?
Differentiatie is ook een goed middel om leerlingen meer te motiveren. Je hoeft het niet altijd groot uit te pakken om te differentiëren. Leerlingen keuze mogelijkheden geven is ook al een vorm van differentiëren.
Bewaard
In welke digitale toepassingen, werkvormen, tools zie jij meerwaarde voor jouw onderwijs en hoe zou je dit toepassen?
Websites als ReadTheory en Write and Improve zijn digitale toepassingen/tools die er voor mij uitspringen. Met deze online tools kunnen leerlingen op eigen niveau zelfstandig werken aan taalvaardigheden. ReadTheory beslaat leestechnieken en verschillende soorten teksten die zich ten alle tijden aanpassen op het niveau van leerlingen en leerlingen uitdagen één niveau hoger te proberen om vooruitgang te boeken. Dit biedt veel ruimte voor differentiatie, gebaseerd op niveau van het individu. Write and Improve biedt de mogelijkheid aan leerlingen om meteen feedback te ontvangen op hun schrijfopdrachten. Waardoor ze kunnen evalueren hoe ze het doen. Dit reflectie moment is erg belangrijk voor leerlingen, omdat zij zo inzicht kunnen krijgen op hun eigen leerproces en hun schrijfvaardigheid hierdoor verbetert. Het programma kijkt ook naar het schrijfniveau van de leerling en past de feedback hier op aan. Waardoor ruimte is voor differentiatie. In de lessen werken leerlingen zelfstandig achter Chrome books met dit programma.
Benieuwd
Welke leerdoelen zie jij voor jezelf op het gebied van leren en lesgeven met ICT?
Het doel voor het volgende leerjaar wordt dat ik onderzoek en tot inzichten kom over welke tools het meest efficiënt zijn om te gebruiken in de les, met name of er één of twee tools zijn waar leerlingen opdrachten met elkaar kunnen delen en van feedback kunnen voorzien. (Nu moeten ze van hot naar her met Padlet, Classroom en Wikiwijs. Dit kan verwarrend zijn).
Voor het einde van dit jaar wil ik leren kennisclips te maken in het Engels voor mijn leerlingen, zodat ik komend jaar dit aan kan bieden over de te behandelen grammatica onderwerpen.
Het arrangement Didactiek Visie Leer arrangement Tessa van Vliet is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Tessa van Vliet
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-11-05 20:28:32
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Instaptoets
Brief volgorde
Letter
Letter
Peerfeedback
Peerfeedback
Afsluit toets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.