Microscopen en planten en hun plantenweefsel

Microscopen en planten en hun plantenweefsel

Doelstellingen

Beste Leerlingen,

Voor de komende lessen gaan we werken met wikiwijs. Misschien hebben jullie hier al eens mee gewerkt of misschien ook wel niet. Ga lekker stoeien met de opdrachten en teksten en leer er zo veel mogelijk van. 

Deze wikiwijs richt zich op twee onderdelen. Het eerste gedeelte zal gaan over de microscoop en zijn onderdelen en het tweede gedeelte zal gaan over planten en plantenweefsel. Volg de kopjes in deze wikiwijs en uiteindelijk zal er een korte toets worden gehouden, waarmee je kunt testen of je de inhoud van deze wiliwijs hebt begrepen en onthouden.

Voor deze wikiwijs zijn de volgende einddoelen opgesteld:

- Het herkennen en benoemen van de onderdelen van de microscoop.

- Het kunnen maken van een preparaat.

- Het herkennnen van de basisonderdelen van de plant.

- Het herkennen en benoemen van de onderdelen van het voortplantingsorgaan van de plant. 

- Het tekenen van een vergroting van een stuk plantenweefsel volgens de tekenregels. 

 

Wij wensen jullie allemaal heel veel plezier met het maken van deze wikiwijs.  

De microscoop

Waar worden microscopen in biologie voor gebruikt?

In biologie heb je niet alleen te maken met grote objecten, maar ook met hele kleine objecten. Een dier en een boom behoren tot de Biologie, maar een boom dier of mens bestaat ook uit een helebel kleine onderdelen die bij de biologie horen. Denk dan aan bacteriën, virussen en cellen die in het lichaam van plant mens en dier voorkomen.

Om deze allerkleinste cellen en delen van de natuur te kunnen bekijken moeten deze worden vergroot. Dit uitvergroten wordt gedaan met behulp van een microscoop. In deze informatie hieronder staan de benamingen van de microscoop en gaan we kijken naar hoe je met een microscoop moet werken.

De Microscoop en zijn benamingen.

Er zijn heel veel verschillende soorten microscopen. De meeste microscopen hebben echter 3 tot 5 objectieven (vergrootglazen). De objectieven kunnen de cellen vaak vergroten tussen de 4 en 100 keer. Om de vergroting te veranderen moeten de objectieven worden gedraaid. Dit gebeurd met de hulp van een revolver. Dit is een grote schijf waar de verschillende objectieven aan vast zitten. Om de vergrotingen te zien moet je door het oculair (kijkgat) kijken. Het oculair bevind zich aan de bovenkant bovenaan de tubus (buis).

microscoop met benamingen
Bron: Biodesk

De tubus, oculair, revolver en objectieven bevinden zich aan de bovenkant van de microscoop en zitten vast aan het statief dit is de verbinding tussen de boven en onderkant van de microscoop. Aan het statief is een Grove stelknop en een fijne stelknop te vinden. De grove stelknop gebruik je om de tafel grote stukken omhoog en laag te draaien om en de fijne stelknop helpt bij het scherpstellen van de vergroting. De tafel heeft daarnaast een preparaatklem. Wanneer je een preparaat maakt moet deze vastgezet worden aan de tafel van de microscoop, zodat het niet beweegt en je het preparaat goed kunt bekijken. Onder de tafel zijn de lamp en het diafragma te vinden de lamp heeft altijd dezelfde sterkte, maar door het diafragma te bewegen kun je het licht dus sterker of lichter laten worden. Al deze bovengenoemde onderdelen worden ondersteund door de voet. De voet draagt al het gewicht en zorgt voor de stabiliteit. Beantwoord de vraag hieronder, en ga daarna verder naar hoe maak ik een preparaat.

 

Het maken van een preparaat

Stappenplan voor het maken van een preparaat:

 

Benodigdheden:

- Voorwerpglas

- Dekglaasje

- Het object wat je wil bekijken onder de microscoop

- Gedestileerd water of kleurstof

- Pincet en/of een prepareernaald

 

Stap 1: Pak een schoon voorwerpglas

Stap 2: Leg 1 druppel gedestileerd water of kleurstof of het voorwerpglas

Stap 3: Leg hier het object in

Stap 4: Leg met met een pincet of een prepareernaald voorzichtig het dekglaasje er op (zie afbeelding)

 

Tekenregels

Er zijn twee manieren waarop je een tekening van een preparaat kan maken, namelijk schematisch en natuurgetrouw.

Bij zowel een schematische als een natuurgetrouwe tekening teken je wat je ziet (dus niet schetsen). Het verschil is dat bij een natuurgetrouwe tekening je het object dat je tekent ook inkleurt.

Wanneer je een tekening van een preparaat maakt is de eerste stap dus

1. bedenk of het een schematische of een natuurgetrouwe tekening is.

Wanneer je dit bepaald hebt kan je verder. Tekenen doe je altijd op wit papier, dus geen lijntjes of ruitjes.

Een biologische tekening heeft een indeling die altijd hetzelfde is. Hieronder zie je daar een voorbeeld van:

 

Werken met de microscoop

Werken met een microscoop.

Als eerste hebben jullie kennis gemaakt met de microscoop en de benamingen van de onderdelen van een microscoop. Daarna hebben jullie gezien en uitgeprobeerd om zelf een preparaat te maken. Wat we in dit onderdeel gaan doen is het bij elkaar brengen van de microscoop en het zelf gemaakte preparaat, zodat we de cellen die op het preparaat zijn geplaatst kunnen uitvergroten en bekijken. 

 

 

Bron: Youtube. Werken met de microscoop

Nu we het filmpje hebben bekeken gaan we beginnen met onze eigen proeven. Om dit eerst te oefenen gaan we gebruik maken van ons eigen wangslijm. Maak het preparaat klaar zoals eerder is uitgelegd en leg dit onder de microscoop. Voer daarna de opdracht uit die onder de tekenregels staat vermeld.

Bron: Radboud universiteit Nijmegen. Plantenweefsel ui
Bron: Radboud universiteit Nijmegen. Plantenweefsel ui

Planten en hun onderdelen.

Planten en hun onderdelen.

De planten bestaan uit drie hoofdonderdelen. Deze drie onderdelen zijn de wortels, de stengel en de bladeren/bloemen. De bloem die een plant al dan niet kan hebben behoord tot het onderdeel blad. De wortels van een plant zie je meestal niet boven de grond. De stengel van de plant zorgt voor de stevigheid en het blad zorgt voor fotosynthese en de bloemen zorgen voor de voortplanting. In de volgende teksten worden de drie hoofdonderdelen van de plant apart besproken en als laatste zal de voortplanting van de plant worden besproken.  

 

 

De wortels.

De wortels van een plant bestaan uit drie onderdelen dit zijn de hoofdwortel, bijwortel en de wortelhaartjes. De wortels zorgen dat de plant verankerd wordt aan de grond en daarnaast nemen ze water en voedingsstoffen op voor de plant. De hoofd- en zijwortels kunnen verhouten wanneer zij zich verankeren in de grond. Dit verhouten zorgt er echter niet voor dat de vaatbundels waar het water en de voedingsstoffen doorheen worden geleid afsterven. Deze vaatbundels hebben namelijk een hele belangrijke rol bij de transport van de voedingsstoffen en het water van de wortel naar de rest van de planten. De haarwortels zijn de delen van de wortel die dankzij een uitwisseling van stoffen door een dunne celwand voedingsstoffen en water uit de grond halen. De wortelhaartjes groeien altijd aan het einde van de wortel

Wanneer een zaadje ontkiemd kan de wortel op verschillende manieren groeien. In het plaatje hierboven aan de linkerkant zijn de drie manieren te zien. Er zijn planten die alleen een hoofdwortel hebben, denk hierbij bijvoorbeeld aan wortels. Je hebt echter ook planten waar verschillende wortels te gelijktijdig groeien. Wanneer dit gebeurd dan hebben we het alleen over bijwortels. Als laatste heb je dan ook nog een zaadje waar dan één wortel begint te groeien en dan groeien de andere wortels uit die eerste wortels. Dan heb je een plant met een hoofdwortel en bijwortels.

 

De Stengel

 

Er zijn twee verschillende categoriën stengels, dit zijn de kruidachtige stengels en de houtachtige stengels. Elke plant valt in 1 van deze categoriën en heeft voor elke plant dezelfde functie het bieden van stevigheid. De stengel van de draagt namelijk alle andere onderdelen van de plant zoals de bladeren, bloemen en/of vruchten. De stengel speelt ook een belangrijke rol bij het vervoeren van de voedingsstoffen en het water van de wortels naar de rest van de plant. Dit vervoeren gebeurd via de houtvaten (Xylem) die het water door de hele plant afleveren, maar vooral naar de plekken waar verdamping en koolzuurassimilatie plaatsvind. De voedingsstoffen die dan vrij komen tijdens de koolzuurassimilatie worden daarna verplaatst via de bast/zeefvaten (Phloem). Een verstoring van 1 van deze twee vaatstelsels kan een hele grote invloed hebben op de groei en de productie van een plant.

De stengels zien er daarnaast niet allemaal hetzelfde uit. Elke plant heeft zijn eigen vorm van de stengel. De stengel van een klimplant, zoals klimop zal er van buiten en van binnen anders uitzien dan de stengel van de bloem. Niet alleen zal de buitenkant er anders uitzien, maar ook de stand van de stengel kan anders zijn. De ene stengel kan recht omhoog groeien, terwijl een andere stengel juist met een bocht zal gaan.

 

Het Blad

Het blad bestaat uit een groene plaat of schijf. Het heeft een zachtweefsel van cellen met dunne wanden die bij elkaar worden gehouden door nerven. Een belangrijke functie van planten is het maken van koolhydraten door middel van koolzuurassimilatie (fotosynthese). De bladeren zijn ook belangrijk voor de ademhaling van een plant en voor de warmteregulatie. De ademhaling wordt geregeld door de huidmondjes die zich aan de onderkant van het blad bevinden. De bladeren zorgen er ook voor dat er een constante stroom van vocht door de plant heen gaat waardoor de levensfuncties blijven werken.

Een blad kan verschillende vormen hebben, maar bij de meeste planten vormt het blad wel 1 geheel. Dit worden ook wel enkelvoudige bladeren genoemd en zitten met een bladsteel vast aan de stengel. Het gedeelte waarmee de stengel en de bladsteel aan elkaar vast zitten wordt ook wel de okselknoop genoemd. Een blad bestaat net als de wortels uit 3 onderdelen dat zijn de bladsteel, de bladschede en bladschede. De vaatbundels die door de stengel heen lopen komen via de bladsteel tot in de diepste punten van de bladschijf. De vaatbundels in de bladschijf worden nerven genoemd. De nerven in een blad kunnen vertellen wat voor een soort plant het is bijvoorbeeld eenzaadlobbig of meerzaadlobbigen.

 

 

Voortplanting plant.

De bloem en voortplanting van een plant.

In dit deel gaan we kijken naar de onderdelen van de bloem en hoe de voortplanting in zijn werk gaat. Als eerste zullen we kijken naar de onderdelen waaruit een bloem is opgebouwd. Als we deze hebben doorgenomen, gaan we kijken naar de soorten voortplanting en het voortplantingsorgaan.

 

De bloem.

De bloem van een plant kan er heel verschillend uit zien. Toch zijn alle bloemen opgebouwd uit de zelfde onderdelen. Ze hebben kelkbladeren deze zitten aan de onderkant van de bloem en kunnen los van elkaar zitten, maar ook aan elkaar vast. Wanneer de kelkbladeren aan elkaar zitten worden dit ook wel vergroeide kelkbladeren genoemd. De kelkbladeren beschermen de rest van de bloem tegen uitdroging wanneer de bloem nog in de knop zit. Zodra de knop uitkomt vallen de kelkbladeren van de bloem eraf, in sommige planten kan dit enige tijd duren, maar in de meeste planten gebeurd dit meteen. Wanneer de bloem uit de knop komt heb je te maken met de bloemkroon. Deze bestaan uit kroonbladeren. Deze kroonbladeren zijn vaak groot en hebben opvallende kleuren waarmee ze insecten aan kunnen trekken. Niet alle planten hebben die opvallende kroonbladeren bij grassen zijn de kroonbladeren maar heel klein en vallen bijna niet op. Als we dan meer naar het midden van de plant kijken dan zien we daar de meeldraden en de stamper dit zijn de voortplantingsorganen van een plant. Hierna gaan we iets dieper in op dit voortplantingsorgaan.

 

Voortplanting van planten.

Bij planten zijn er twee soorten manieren van voortplanting. Dit zijn geslachtelijke voortplanting en ongeslachtelijke voortplant.

Geslachtelijke voortplanting houdt in dat er 1 nieuw individu ontstaat vanuit twee ouders, dus je hebt hier twee voortplantingscellen voor nodig. Het individu wat hieruit groeit heeft zijn eigen set aan erfelijke eigenschappen die een combinatie vormen van de erfelijke eigenschappen van de ouders. Deze voortplanting ontstaat door de verspreiding van sporen, het verspreiden van zaden en de verspreiding die door mens en dier wordt uitgevoerd wanneer zaadjes aan vacht of kleren blijven hangen.

Ongeslachtelijke voortplanting houdt in dat er een nieuw individu ontstaat uit 1 ouder plant. Een deel van de ouder plant groeit uit tot een nieuw individu met precies het zelfde erfelijke materiaal. Je kunt in dit geval zeggen dat het om een kloon van de ouder plant gaat. Deze ongeslachtelijke voortplanting kan op verschillende manieren plaatsvinden. Enkele voorbeelden hiervan zijn gewone celdeling, knopvorming of afsnoering, wrtelstokken, uitlopers, zoals aardbeien en stekken bij zaadplanten, er zijn nog meer manieren van ongeslachtelijke voortplanting, maar dit zijn een paar veel voorkomende.

 

Het voortplantingsorgaan van de plant.

Bij het stukje over de bloem hebben we het al gehad over de kelkbladen en de kroonbladen. Nu gaan we kijken naar wat zich in het midden van de bloem bevind. Het voortplantingsorgaan van een plant bevind zich in het midden van de bloem en wordt beschermd door de kroonbladen. Het voortplantingsorgaan bestaat uit een mannelijk en een vrouwelijk gedeelte. Het mannelijke gedeelte zijn de meeldraden, deze meeldraden staan in een kring en zitten vast net een klein stukje van de aanhechting van de kroonbladeren. De meedraad is opgebouwd uit een helmdraad, en een helmknop die het stuifmeel van de plant bevatten. De helmknop bevat helmhokjes waarin de stuifmeelkorrels of pollenkorrels rijpen. Uit deze stuifmeelkorrels ontstaat dan de voortplantingscel of zaadcel. Een bloem heeft daarnaast ook een vrouwelijk gedeelte dat is de stamper. De stamper staat altijd centraal op de bloembodem, in sommige bloemen zitten meer dan 1 stamper. De stampers hebben in de meeste gevallen de vorm van een wijnfles en bestaat uit een vruchtbeginsel, een stijl en een stempel. In elk vruchtbeginsel bevinden zich 1 of meer zaadbeginsels en elk zaadbeginsel draagt een eicel.

Bij de geslachtelijke voortplanting worden de stuifmeelkorrels bijvoorbeeld meegenomen door bijen of andere insecten die zich van plant naar plant verplaatsen. De stuifmeelkorrels komen dan op de stempel terecht die de korrels opnemen. Ze worden dan door de stijl vervoerd naar de vruchtbeginsels en daar begint de samensmelting van de zaadcel en de eicel, om uiteindelijk een zaadje te maken wat ervoor zorgt dat er het volgende jaar nieuwe individuen bij komen.

Houtvaten en zeef/bastvaten.

De houtvaten en de bastvaten spelen een belangrijke rol in een plant, omdat zij de kanalen zijn waarlangs de voedingsstoffen en het water zich door de hele plant verplaatsen. De houtvaten en de bastvaten worden ook wel Xyleem en Phloem genoemd. In dit onderdeel gaan we een betere kijk nemen naar de houtvaten en de bastvaten. 

 

Xyleem (houtvaten)

Bron: Radboud universiteit Nijmegen. Hier zie je de xyleem herkenbaar aan de x-vorm in het midden, dit kun je vinden in de wortel van een plant
Bron: Radboud universiteit Nijmegen. Hier zie je de xyleem herkenbaar aan de x-vorm in het midden, dit kun je vinden in de wortel van een plant

Het xyleem is een van de twee manieren waarop een plant zijn voedingsstoffen en water door de plant vervoerd. De transport die plaatsvind via het Xyleem is een richting verkeer van beneden naar boven. In de wortels van de plant kun je het xyleem herkennen aan de ster vorm in het midden van het preparaat. De transport van water met opgeloste mineralen worden met onderdruk door het xyleem, dit wordt geregeld door de transpiratie in de bladeren van de plant.

De xyleem bestaat uit houtvaten en de trachiëden die een belangrijke functie hebben bij het transport van het water. Dit komt, omdat er veel druk op de celwanden wordt uitgeoefend. De houtvaten en de trachiëden hebben echter een hele stevige secundaire celwand, waardoor het water zonder probleem kan worden vervoerd. Beide cellen hebben gaatjes in de celwand waardoor zij hun levende weefsel verliezen en dus alleen de stevige celwand overblijft. Het Xyleem maakt de celverlenging mee, wat mogelijk wordt gemaakt door de verdikking van de celwand. 

 

Phloem (bast/zeefvaten)

Hierboven is een doorsnede van een vlasvezel te zien. De Phloem is te zien bij nummer 4. De Phloem zijn de bast en zeefvaten. De Phloem speelt een belangrijke rol bij de transport van de assimilaten die zijn aangemaakt tijdens de fotosynthese. Via de Phloem worden deze door de hele plant heen verspreid. De transport van deze assimilaten kan, zowel van boven naar beneden als van beneden naar boven. Dit komt, omdat een deel van de suikers die worden aangemaakt bij fotosynthese worden opgeslagen in andere delen van de plant. De primaire Phloem ligt bij enkelzaadlobbigen door de hele cel heen en bij de dubbelzaadlobbigen liggen ze vaak in een ring vorm of ander patroon. De secundaire Phloem is de bast. 

Toets

Hieronder zien jullie een toets. Klik deze aan en heel veel succes

Toets: Microscoop en planten en hun weefsel.

Start

  • Het arrangement Microscopen en planten en hun plantenweefsel is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Suzanne Heeren Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2020-10-08 20:17:07
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Bronvermelding:

    Radboud universiteit Nijmegen ©

    Youtube

    Biodesk

    Liemers college biologie

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij deze wikiwijs gaan we kennis maken met microscopen, hierbij leren wij de namen kennen van de onderdelen van de microscoop en zullen we gaan kijken hoe een microscopische opdracht stapgewijs kan worden uitgevoerd.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Bron: Youtube. Werken met de microscoop
    https://youtu.be/WbtgXQ6XpeA
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Microscoop en planten en hun weefsel.

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.