Begeleidingsmethodieken
In dit thema gaan jullie je verdiepen in het ontstaan van en het werken met begeleidingsmethodieken in de zorg.
Wat is een methodiek, hoe komt deze tot stand, welke zijn er en hoe werk je ermee.
Door middel van oriëntatieopdrachten en casussen gaan jullie je hierin bekwamen.
De opdrachten lever je in via Itslearning indie niet anders aangegeven. Doe dat zoveel mogelijk in je eigen woorden, dus geen knip en plak toestanden.
Meer informatie over begeleidingsmethodieken:
Maatschappelijke Zorg Thema’s 6,7,9,10,11,12
Thema 6: Methodieken en methoden
Thema 7: Specifieke methoden
Thema 9: Gespecialiseerde zorg
Thema 10: Gespecialiseerde begeleiding
Thema 11: Structuur en inactiviteit
Thema 12: Seksualiteit

1. Oriëntatie
Een methodiek is een samenhangende verzameling van methodes, procedures en richtlijnen, gericht op het behalen van een bepaald resultaat.
Vandaag gaan jullie je verdiepen in de criteria waaraan een begeleidingsmethodiek moet voldoen.
Daarvoor ga je op onderzoek uit in je eigen werkveld.
- Onderzoek welke methodieken binnen jouw werkveld worden gebruikt gericht op het thema: zelfredzaamheid.
- Onderzoek daarnaast aan welke criteria de begeleidingsmethodiek moet voldoen
De keuze voor een bepaalde methodiek, bijvoorbeeld in een zorginstelling, hangt af van de visie die de instelling hanteert.
8 fasenmodel
Triple C
Belevingsgerichte Zorg
Kijk naar deze video over een begeleidingsmethodiek bij Visio.
Kun je uit deze video halen welke visie Visio hanteert en hoe deze werkwijze daarbij aansluit?
Kijk daarvoor ook op de website van Visio. Beschrijf je conclusie en lever deze in op Itslearning.
Zoek op internet en/of in je boeken minimaal 3 begeleidingsmethodieken die gebruikt worden in de (maatschappelijke) zorg en beschrijf welke visie erbij hoort en welke doelgroep ze voor bestemd zijn. Lever je bevindingen in via Itslearning.

2. Toepassen
Toepassen begeleidingsmethodiek (2 bijeenkomsten).
Een bekende en veel toegepaste begeleidingsmethodiek is Oplossingsgericht werken.
Voor we daar dieper op ingaan vraag ik jullie een Wordcloud te maken waarin je alle termen die je associeert met de methode in te voeren. via deze link kun je eenvoudig een woordwolk maken: www.woordwolk.nl
Maak een printscreen en lever deze in via Itslearning.
Ga daarna op zoek op internet of in je boeken naar de basisprincipes van Oplossingsgericht werken. Maak een (eenvoudige) beschrijving van de methode en wat daarin belangrijk is.
Oefen dit aan de hand van een casus, maak een keuze uit de voorbeelden hieronder of breng een eigen casus in.
Film dit gesprek, wissel van rollen zodat iedereen aan de beurt komt. Evalueer met elkaar:
- wat zijn de sterke en minder sterke punten van deze methode
- hoe vind je het om met deze methode te werken
- Kun je dit toepassen in je eigen werk.
Lever beschrijving, film en evaluatie in via Itslearning.


3. Eigen praktijk
In deze opdracht gaat ieder van jullie groep op zoek naar de begeleidinsmethodiek die in je eigen instelling / bedrijf wordt gebruikt.
Zoek de kenmerken van deze methode op en beschrijf deze aan je groepsleden. Benoem de sterke en minder sterke kanten van deze methode en hoe jij het vind om er mee te werken.
Zoek ook op, en beschrijf dit aan je groepsleden, hoe deze methodiek zich verhoudt tot de visie van jouw organisatie.
Soms zijn deze zaken niet beschreven of moeilijk vindbaar of gebruikt je organisatie geen methodiek. Bedenk dan op basis van de kennis die je hebt verworven in voorgaande opdrachten welke methodiek passend zou zijn bij jouw doelgroep.
Maak een kort verslag van deze opdrachten en lever deze in via Itslearning
4. Oplossingsgericht oefenen
In de laatste bijeenkomst gaan we live oefenen met een oplossingsgerichte casus.
Iedereen mag en kan actief meedoen.

Casus 1:
Dieter is een 17-jarige jongen met een lichte verstandelijke handicap. Hij is erg beïnvloedbaar en emotioneel en verstandelijk jonger dan zijn kalenderleeftijd.
Hij woont al vijf jaar in een instelling voor minderjarigen met een lichte verstandelijke handicap, in een groep met een zeer strikte gedragsmatige aanpak.
Vorige week is het tot een ernstig incident gekomen. Daarbij is de politie gekomen omdat Dieter bedreigingen uitte en in zijn woedeaanval enkele meubels heeft stukgeslagen.
Vader heeft het ouderlijke gezag toegewezen gekregen, waardoor hij alle beslissingen moest nemen over zijn zoon. Hij is echter veel in het buitenland.
De begeleiders van de instelling hebben de indruk dat vader van zijn zoon af wil en niet in de problemen betrokken wil worden. Wat moeten de begeleiders doen? Vader is niet bereikbaar voor een overleg, Dieter loopt continu erg geprikkeld rond.
Casus 2:
Hans (50) heeft een licht verstandelijke beperking en vanaf het moment dat de relatie met zijn vriendin, met wie hij samenwoont, wordt verbroken, wordt het leven erg ingewikkeld voor hem. Werken lukt niet, het huishouden laat hij links liggen en op een gegeven moment kan hij zelfs niets anders meer dan op zijn bed blijven liggen.
Als hij verhuist naar een instellingsterrein, lijkt het even beter met hem te gaan. Hij werkt op de boerderij, vindt aansluiting bij de groep, kan ondeugend zijn en heeft humor. Dit duurt helaas maar een paar maanden. Hij wordt onrustig, schreeuwt en jammert. In een ander appartement en met één-op-één begeleiding gaat het ook niet beter. Hij wil dood.
De begeleiders voelen zich ontredderd. Ze weten nauwelijks nog wat te doen.