Inleiding
In de komende periode behandelen wij de bouw en functie van planten. Om een beter beeld te krijgen van de bouw en functie van een plant gaan jullie gedurende de komende lessen een 3d model ontwerpen van een plant.
Les 1 + 2 = theorie wortel en uitleg 3d model+ maken verwerkingsopdracht en start 3d model
Les 3 + 4 = theorie stengel + practicum en verder met 3d model
Les 5 + 6 = theorie blad + buitenopdracht en afronden 3d model
Les 7= theorie transport in de plant en bespreken de verschillende 3d modellen
Les 8= diagnostische toets
Wortel
In deze les behandelen we de bouw en functie van wortels.
Bij de meeste planten bevinden de wortels zich in de grond en groeien ze naar beneden. Alle wortels van een plant samen heet het wortelstelsel.
3 typen wortelstelsels:
- penwortel: een sterke hoofdwortel met weinig tot geen zijwortels, welke recht naar beneden groeit.
Een penwortel heeft verschillende functie zoals er voor zorgen dat een plant rechtop in de grond blijft staan en opslag van reservevoedsel. De vorm kan verschillen van kort tot zeer lang van rond tot cilindervormig. Er zijn een aantal penwortels die wij als voedsel gebruiken zoals de bospeen.
- hoofdwortel met zijwortels: bij deze planten heeft de penwortel kleinere zijwortels. De zijwortels zorgen samen met de hoofdwortel ervoor dat de plant stevig in de grond staat. Wortelharen zijn kleine vertakkingen van de zijwortels. Het opnemen van water en mineralen gebeurt voor het grootste gedeelte via de wortelharen.
- bijwortels: zijn allemaal even dik en lang. Het gebeurt wel eens dat de eerste wortel na ontkieming afsterft. De taak van een wortel wordt dan overgenomen door bijwortels.

nanopdf.com
De wortels van planten die in droge gebieden staan kunnen heel lang zijn om het water te kunnen bereiken. Ze kunnen naar de diepte groeien of juist een heel breed oppervlak innemen.
Functies van wortels:
1. het vastzetten van een plant in de grond,
2. het opnemen van water + voedingsstoffen uit de grond,
3. opslaan van reservevoedsel
Toets: verwerkingsopdracht
Start
Stengel
In deze les behandelen we de stengel van een plant.

Bron: studiobiologie.nl
Onderdelen van een stengel:
Eindknop: een plant groeit bij de eindknoppen ieder jaar verder omhoog.
Okselknop: maken nieuwe zijtakken met bladeren.
Bladoksel: hoek tussen stengel en blad.
Lid: stengel tussen 2 knopen.
Knoop: verdikte plaats op een stengel.
Functie van een stengel:
- Transport: er lopen vaatbundels door een stengel van wortel naar bladeren. De transport wordt in les 6 uitgebreidt behaneld.
- lengte en diktegroei: Lengtegroei vindt in de top van een stengel plaats door middel van celdeling. Bomen groeien niet alleen in de lengte maar ook in de breedte. Dit wordt diktegroei genoemd. Bij diktegroei van een plant neemt de omvang van de stengel in de breedte toe. Dit komt door een speciaal laagje waar vermeerdering en vergroting van het aantal cellen plaatsvindt. Een boom wordt dikker in het voorjaar en zomer. Dit is duidelijk te zien aan de jaarringen. Diktegroei vergroot de stevigheid en transportcapaciteit voor water en voedingsstoffen.

Bron: ecopedia.be
Oefening: practicum
Start
Blad
In deze les gaan we kijken naar de bladeren van de plant. Je leert of een plant enkelvoudige bladeren of samengestelde bladeren heeft. En uit welke onderdelen een blad bestaat.
Elk blad heeft de volgende onderdelen:
- Bladoksel
- Okselknop
- Bladsteel
- Bladschijf
- Hoofdnerf
- zijnerf

bron: biologielessen.nl
Enkelvoudig of samengesteld blad.

bron: biologielessen.nl
Een blad bestaat uit een bladsteel en een bladschijf. Met de bladsteel zit het blad aan de stengel vast. Het platte gedeelte van het blad heet de bladschijf. De vaatbundels van de stengel lopen via de bladsteel door tot in de bladschijf. De vaatbundels liggen in de nerven van het blad.
De hoofdnerf loopt meestal in het midden van het blad. De aftakkingen van de hoofdnerf heten zijnerven. Deze vertakken zich tot steeds kleinere nerven. De nerven zorgen voor de stevigheid van het blad en voor het transport van water en voedingsstoffen. De meeste bladeren hebben huidmondjes aan de onderkant. Hier vindt uitwisseling van stoffen plaats
Al het materiaal dat tussen de nerven ligt, noemen we het bladmoes. In bladmoes vindt fotosynthese plaats. Bij fotosynthese wordt glucose gemaakt met behulp van licht. Glucose is een belangrijke stof voor planten
Een blad waar geen bladmoes meer in zit, noemen we een bladskelet.Een bladskelet bestaat alleen uit nerven.
transport
In deze les komt het transport van stoffen in een plant aan de orde.
Een plant neemt water + mineralen op uit de bodem via de wortels. Deze stoffen maken een reis door de plant van de wortels tot aan de bladeren. En omgekeerd wordt vanuit de bladeren de geproduceerde glucose bij fotosynthese vervoert naar de wortels. Dit stoffentransport vindt plaats in de vaatbundels van planten.
Houtvaten (H van omhoog) vervoeren water en mineralen naar de bladeren en bastvaten (B van beneden) brengen glucose naar de wortels.

bron: biologielessen.nl
Watermoleculen in de houtvaten van de boom of plant hebben aantrekkingskracht tot elkaar. Dit wordt met een moeilijk woord cohesie genoemd. In de bladeren worden watermoleculen die vlakbij de huidmondjes zitten verdampt. Nabij gelegen watermoleculen worden hierdoor ook naar buiten getrokken. Zo komt er een waterstroom op gang van wortel naar blad, want door de cohesie hebben de watermoleculen een lange ketting gemaakt tot aan de wortels.

bron: biologielessen.nl
Naast dat watermoleculen elkaar aantrekken ziten ze ook min of meer vast aan andere stoffen. Dit heet adhesie. Door adhesie kruipen watermoleculen omhoog via de wanden van de houtvaten. Dit heeft ook invloed op het transport van wortel naar blad.
Maar hoe komen water en mineralen via de wortels de plant binnen. De wortels nemen actief mineralen op uit de grond. Doordat er mineralen de wortels in gaan wordt de osmotische waarde van de wortelcellen hoger dan die van de bodem waarin de plant staat. Door deze hogere waarde zal water de cellen van de wortels instromen. Hoe meer opgeloste mineralen de wortels opnemen hoe meer water de cellen in zullen stromen. We noemen dit worteldruk.
In de bladeren vindt fotosynthese plaats. Hierbij wordt glucose gevormd. Deze glucose wordt door de bastvaten vanuit de bladeren naar andere delen van de plant gebracht zoals wortels en vruchten.
Bastvaten zitten aan de buitenkant van de stengel en houtvaten aan de binnenkant.
Test: diagnostische toets
Start