Godsdienst Klas 1

Godsdienst Klas 1

Wie ben ik?

In dit blok gaan we kijken naar het vak Godsdienst. De vraag is: 'waarom krijgen we het vak godsdienst en wat kunnen we hier mee?'

Klik hier voor de lesson up

In deze lesson up nemen we je mee in de doelen van dit blok.

Les 2 - Karakter trekjes

Karakter  is de combinatie van vaste innerlijke eigenschappen of karaktertrekken van een persoon. Deze combinatie bepaalt hoe een persoon met bepaalde dingen omgaat. Met andere woorden, we hebben het over de persoonlijkheid van mensen.

Denk hierbij aan lief, zorgzaam, een zachte persoonlijkheid, opvliegerig, streng rechtvaardigheidsgevoel.

Ben je benieuwd naar jouw karakter? klik dan hier en doe de karaktertest.

Les 3  - Levensvragen

We willen kijken naar wat levensvragen zijn en hoe jij antwoord zou geven op deze vragen. Er zijn dus twee soorten vragen: gewone vragen en levensvragen. Gewone vragen zijn de vragen die we alle dag stellen. Levensvragen zijn vragen die over belangrijke dingen gaan. Levensvragen hebben een aantal kenmerken:

- Ze gaan dieper dan gewone vragen (ze zijn moeilijker).

- Ze hebben geen vast antwoord. Iedereen kan een ander antwoord geven.

- Het antwoord kan veranderen (bijvoorbeeld: als je ouder wordt).

De antwoorden die jij geeft op levensvragen zeggen iets over hoe jij naar het leven kijkt.

Hieronder staan enkele voorbeelden en verschillen tussen gewone vragen en levensvragen.

 

Godsdiensten om je heen

De Grote 5...

In totaal kennen we 5 grote wereldgodsdiensten. Al deze godsdiensten proberen antwoord te geven op de 5 levensvragen. Dit is dan ook de reden waarom mensen een aanhanger willen zijn van deze godsdiensten.

Als we praten over de 5 grote wereldgodsdiensten dan hebben we het over (van groot naar klein)

  1. Christendom
  2. Islam
  3. Hindoeísme
  4. Boeddhisme
  5. Jodendom

Volgens sommige mensen zijn deze godsdiensten allemaal het zelfde. De grote vraag is natuurlijk klopt dit? Een ding is zeker ze hebben alle 5, 5 pijlers die hetzelfde zijn. De vraag blijft of de invulling van de pijlers hetzelde is en of deze godsdiensten het zelfde geloven, beleven en of dezelfde regels hebben.

Al deze dingen samen, die de godsdienst tot de godsdienst maken bestuderen we in de wetenschap 'theologie'Dit betekent eigenlijk Godgeleerdheid, dus alles wat met de term God en geloven te maken heeft. Wanneer je theologie studeert en onderzoek doet naar een godsdienst, dan kijk je dus eigenlijk naar de vraag:

'Wie is de mens en hoe ziet die god, en wie is god en hoe ziet deze de mens'.

 

Oerverhalen

We hebben in de vorige periode gekeken naar de 5 wereldgodsdiensten. Je kunt dus ook concluderen dat het grote gedeelte van de mens zich gelovig of religieus noemt. Elk mens heeft zijn eigen reden om te geloven in een God of in een bepaalde levensovertuiging. Een van de belangrijkse redenen is het antwoord krijgen op de levensvragen. Als we het hebben over de levenvragen dan hebben we het over de 5 hoofdvragen:

  1. Wie ben ik
  2. Waar kom ik vandaag (hoe is het begonnen)
  3. Wat is mijn doel
  4. Waar ga ik heen als ik dood ben
  5. Waar komt het onrecht vandaan

In de Godsdienstige verhalen komen deze vragen aanbod en proberen de mensen hierop antwoord te krijgen. Verhalen spelen nog een andere hele belangrijke rol. In het allereerse begin kon de mens natuurlijk nog niet schrijven. Toch had men bepaalde wijsheid, lessen of belangrijke stukjes geschiedenis die ze aan de volgende generatie door wilde geven. Dit deden ze doormiddel van mondelinge tradititie. Het woord mondeling spreekt voor zich, het betekent dan men de mond als middel gebruikte. Ze vertelden elkaar verhalen om de traditie, dus gebruiken of lessen door te geven. Pas later toen de schriftelijke taal werd uigevonden veranderde het gebruik van de mondelinge traditie naar schriftelijke traditie. De verhalen die werden verteld waren vaak heel mooi en dat had een reden, want wanneer een verhaal heel mooi loopt, of er zit een goede lijn in dan kan je het verhaal veel beter onthouden. Op die manier is het dus ook makkelijker om het verhaal door te vertellen.

Bekende vormen zijn Mythen, Sage en Fabels. In het eerste hoofdstuk oerverhalen gaan we kijken naar deze vormen en wat ze inhouden.

Klik hier voor een site vol scheppingsmythen

Mythen

Een mythe is een verhaal waarin Goden, duivels of bovennatuurlijke wezens de hoofdpersoon zijn. Vaak geven mythen een verklaring voor natuurverschijnselen of andere dingen die men niet goed begreep. Mythen behoren in alle cultureren tot de oudste godsdienstige verhalen.

Een goed voorbeeld van zo'n mythe is het volgende verhaal uit het oude Egypte. Dit verhaal komt zo ongeveer uit 1500 v.Chr.

 

Lessonup mythen

Sagen

Een sage is een volksverhaal, een traditioneel volksverhaal. Dit betekent dat het een verhaal is dat men al eeuwen of generaties lang aan elkaar door verteld. Uiteindelijk maakt zo'n verhaal dan deel uit van de tradititie van de cultuur.

 

Het verhaal speelt zich af op een bekent moment en een bepaalde tijd en kent een historische kern. Dus zo’n verhaal verteld iets over de geschiedenis van het land. Zo kan een sage bijvoorbeeld een korte vertelling zijn van een sprookje en behandelt het een bepaalde vorm van volksgeloof. Sagen maken veel gebruik van bovennatuurlijke elementen daardoor komen er vaak heksen, tovenaars, spoken, weerwolven, reuzen, kabouters, duivels en dit soort sprookachtige figuren voor in de verhalen. Sagen kunnen ook het verhaal van een moedige en sterke helden vertellen. Denk aan verhalen over geduchte rovers, verborgen schatten en bodemloze putten. Deze verhalen werden vroeger als waarheid aan elkaar doorverteld en het publiek en verteller zagen dit dan ook als non-fictie.

 

Het is dus verzonnen, maar het verhaal kende wel een kern van waarheid. Door middel van een sage wordt een bepaald verschijnsel of belangrijke gebeurtenis op verhalende manier verklaard. Deze manier noem je narratieve verklaring.

Sagen kun je onderverdelen in twee soorten:

  • Historische Sagen -- deze zijn verbonden aan gebouwen, historische gebeurtenissen of personen. Denk bijvoorbeeld aan kastelen, kerken of bepaalde oorlogen, Vorsten of rovers
  • Geloofssagen --Deze zijn sterk verbonden aan de magische elementen in de religieuze volkscultuur. Vroeger werd deze categorie nog weer onderverdeeld in:
    • Demonensagen
    • Toversagen
    • Duivelssagen

In de laatste categorie was de ‘satan’ ook wel de duivel, continu in de weer om met de mens allerlei dealtjes te sluiten. De mens kreeg hiervoor allerlei magische krachten terug. De sagen hadden vooral een pessimistische toon. Dit maakt het dan ook anders dan een sprookje die vooral voor vermaak werden vertelt en vrolijk waren van karakter. De Sprookjes hebben bijvoorbeeld altijd een happy end, maar dat hebben de sagen bijna nooit. Sagen konden ook als lied aan elkaar door worden verteld, hierin waren de rondtrekkende muzikanten belangrijk. Dit noemen wij ook wel de troubadours.

Lessonup Sagen

Fabels

Wat men vroeger ook veel gebruikte om verhalen door te geven was het gebruik van een fabel. In onze taal betekent dat een verhaal wat niet echt is gebeurt, maar een fabel betekent eigenlijk een verhaal wat vertelt hoe mensen met elkaar om moeten gaan. In een fabel zijn het vaak dieren die de hoofdrol krijgen, maar de boodschap is zeker voor mensen bedoeld.

Een bekend voorbeeld van zo'n fabel is bijvoorbeeld de haas en de schildpad

Fabel

Opdracht

Schrijf een verhaal van ongeveer 400 woorden die voldoet aan de eisen van een fabel. Dus de hoofdrol spelers zijn dieren en de les die je wilt doorgeven is bedoeld voor mensen.

Stap 1: welke les wil je doorgeven

Stap 2: Welke dieren ga je hiervoor gebruiken (bedenk goed dat de Haas en de schildpad heel bewust zijn gekozen)

Stap 3: Schrijven maar!

In de volgende les gaan we deze aan elkaar presenteren en kijken we of de andere leerlingen jou belangrijke les uit het verhaal kunnen halen.

In den Beginne....

Een van de levensvragen is 'hoe is alles begonnen' of 'Waar kom ik vandaan als mens'. Het houdt ons bezig omdat we willen weten hoe het heelal en de aarde is ontstaan! Het verteld ons ook iets over onszelf. De vraag waar komen we vandaan is niet los te zien van de vraag Wat is ons doel als mens! Als we als ongelukje zouden zijn ontstaan, geeft het namelijk de vraag of we wel uberhaupt een doel hebben in ons leven? Of moeten we misschien zelf een doel creeëren in ons leven. Om antwoord te geven op dit soort vragen heeft de mens elkaar altijd scheppingsverhalen verteld. In deze paragraaf gaan we kijken naar verschillende scheppingsverhalen en kijken we wat de verschillen en overeenkomsten zijn. Kunnen wij nog iets met deze verhalen of is het gewoon vermaak en klinkt het als een sprookje. Volgens sommigen is het scheppingsverhaal van de bijbel gewoon een mythe of een sage omdat de kenmerken van deze genres terug te vinden zijn in het scheppingsverhaal van de Bijbel. Wij gaan onderzoeken of deze vooronderstelling terecht is en aan het einde van dit blok neem je stelling in.

Doelen -- Aan het einde van deze paragraag

  • Hebben jullie inzicht in verschillende scheppingsverhalen
  • Kunnen jullie scheppingsverhalen anaylseren en de boodschap vertellen
  • Kun je het veschil aantonen tussen de verschillende verhalen en het ontstaan ervan.

Lessonup Wolven van Ymir

Het scheppingsverhaal uit de Bijbel