In de inleiding van elk hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan een wetenschapper die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het onderwerp van het hoofdstuk. Zo is bij het hoofdstuk ‘licht’ de Nederlander Antoni van Leeuwenhoek in de schijnwerper geplaatst vanwege zijn uitvinding van de microscoop. En in het hoofdstuk over kleur was dat de wereldberoemde wetenschapper Isaac Newton, die baanbrekend onderzoek deed naar licht.
In dit hoofdstuk over geluid sta je zelf in de schijnwerper. Je bent in dit hoofdstuk namelijk zelf de onderzoeker.
Wat ga je leren?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
beschrijven dat geluidsbronnen verschillende soorten geluidstrillingen maken, die door een trillende tussenstof worden verplaatst en vervolgens worden opgevangen door een ontvanger.
het verband tussen frequentie, het aantal trillingen per seconde en de toonhoogte beschrijven.
beschrijven dat geluidssterkte wordt gemeten met een decibel-meter of met een oscilloscoop.
beschrijven dat gehoorschade op kan treden bij een geluid harder dan 80 dB en je kunt bij een situatiebeschrijving van geluidshinder een tweetal maatregelen noemen ter voorkoming ervan.
Wat ga je doen?
Activiteiten
Aan de slag
Activiteit
Waarnemen
Je kijkt hoe je geluid kunt onderzoeken.
Verklaren
Je beschrijft wat geluid is.
Theorie
Je bestudeert de theorie over geluid.
Verwerken
Je beantwoordt de verwerkingsvragen.
Terugkijken
Je kijkt terug op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 4 uur.
Aan de slag
Stap 1: Waarnemen
Je gaat een onderzoek doen naar geluid.
Hieronder zie je vier uitspraken over geluid.
Geluid is een trilling.
Geluid heb je in verschillende soorten.
Geluid kan zich door water verplaatsen.
Geluid kun je versterken.
Kies één van de uitspraken uit.
Bedenk een onderzoeksopzet waarmee je je uitspraak zichtbaar kunt maken.
Voer het onderzoek uit.
Schrijf in het logboek het onderzoeksverslag.
Je hebt onderzoek gedaan naar geluid. Door dit onderzoek te doen ben je iets meer te weten gekomen over geluid.
Je klasgenoten hebben ook onderzoek gedaan. Wellicht heb je mee kunnen kijken en ook kunnen leren van het werk van anderen.
Vat samen wat je geleerd hebt. Beschrijf zo goed mogelijk wat geluid is en hoe het komt dat wij iets horen.
Maak gebruik van zoveel mogelijk van de volgende woorden:
geluidsbron
tussenstof
trilling
ontvanger
geluidsgolf
frequentie
trillingstijd
amplitude
toonhoogte
geluidssterkte
Stap 3: Theorie
Geluid komt van een geluidsbron. Voorbeelden van geluidsbronnen zijn je stem, een luidspreker of een muziekinstrument.
De geluidsbronnen geven geluidstrillingen af die via een tussenstof
van de geluidsbron naar je oor gaan. De oorschelp vangt het geluid op.
In het slakkenhuis worden de geluidstrillingen omgezet in elektrische
stroompjes die via de gehoorzenuw naar je hersenen gaan.
Je hersenen vertalen de stroompjes: je hoort iets.
Geluid plant zich voort in de vorm van golven.
Met een oscilloscoop kun je geluidsgolven zichtbaar maken.
Een geluidsgolf van een enkele zuivere toon geeft een gelijkmatige golfbeweging te zien:
De golflengte van een geluidsgolf bepaalt de toonhoogte van het geluid.
Hoe meer golven (trillingen) per seconde, hoe hoger het geluid.
De uitwijking of amplitude van een geluidsgolf bepaalt de geluidssterkte.
Hoe groter de amplitude, hoe harder het geluid.
Het aantal trillingen per seconde wordt de frequentie genoemd.
Het symbool voor frequentie is f.
De eenheid van frequentie is hertz (Hz).
Een frequentie van 75 Hz betekent dus 75 trillingen per seconde.
De tijd van één trilling wordt de trillingstijd genoemd.
Het symbool voor trillingstijd is T.
De eenheid van trillingstijd is seconde (s).
Er is een verband tussen de frequentie en de trillingstijd:
\(\text{Trillingstijd}= \frac{1}{\text{frequentie}}\) of \(T = \frac{1}{f}\)
Een frequentie van 20 Hz betekent 20 trillingen per seconde.
Eén trilling duurt dan 0,05 seconde. Ga dat na!
De sterkte van het geluid wordt gemeten in decibel(dB).
De geluidssterkte kun je meten met een decibelmeter.
Een geluid met een geluidsniveau van minder dan 80 dB wordt gezien als een veilig geluid. Geluid met een geluidsniveau boven de 80 dB is hinderlijk en kan leiden tot blijvende gehoorbeschadiging. Er is dan sprake van geluidshinder.
Om geluidsoverlast tegen te gaan kunnen er verschillende maatregelen genomen worden. Je kunt maatregelen tegen geluidsoverlast nemen die werken bij de ontvanger.
Voorbeelden zijn:
gehoorbeschermers dragen als je in een lawaaierige omgeving werkt;
geluidsschermen plaatsen langs snelwegen;
geluidsisolatie in muren en ramen.
Je kunt ook maatregelen tegen geluidsoverlast nemen die werken bij de geluidsbron.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Hoeveel tijd je met deze opdracht bezig bent geweest, hangt af van het onderzoek dat je gedaan hebt bij 'Waarnemen'.
Hoe lang ben je ongeveer met de opdracht bezig geweest?
Waarnemen
Was het gemakkelijk om een onderzoekje te bedenken?
Heb je hulp gehad aan de ideeën van betavakken?
Verklaren
Hebben jullie de verschillende onderzoekjes met elkaar besproken?
Verwerken
Ging het beantwoorden van de vragen goed?
Moest je af en toe nog spieken bij de theorie?
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor NaSk voor vmbo leerjaar2/ 3/4. Dit is thema ’Licht en geluid'. Het onderwerp van deze les is: geluid.
Je leert beschrijven dat geluidsbronnen verschillende soorten geluidstrillingen maken, die door een trillende tussenstof worden verplaatst en vervolgens worden opgevangen door een ontvanger, het verband tussen frequentie, het aantal trillingen per seconde en de toonhoogte beschrijven, beschrijven dat geluidssterkte wordt gemeten met een decibel-meter of met een oscilloscoop, beschrijven dat gehoorschade op kan treden bij een geluid harder dan 80 dB en je kunt bij een situatiebeschrijving van geluidshinder een tweetal maatregelen noemen ter voorkoming ervan.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor NaSk voor vmbo leerjaar2/ 3/4. Dit is thema ’Licht en geluid'. Het onderwerp van deze les is: geluid.
Je leert beschrijven dat geluidsbronnen verschillende soorten geluidstrillingen maken, die door een trillende tussenstof worden verplaatst en vervolgens worden opgevangen door een ontvanger, het verband tussen frequentie, het aantal trillingen per seconde en de toonhoogte beschrijven, beschrijven dat geluidssterkte wordt gemeten met een decibel-meter of met een oscilloscoop, beschrijven dat gehoorschade op kan treden bij een geluid harder dan 80 dB en je kunt bij een situatiebeschrijving van geluidshinder een tweetal maatregelen noemen ter voorkoming ervan.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Geluid
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.