Geluid vmbo234

Geluid vmbo234

Geluid

Inleiding

Jij

In de inleiding van elk hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan een wetenschapper die een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het onderwerp van het hoofdstuk. Zo is bij het hoofdstuk ‘licht’ de Nederlander Antoni van Leeuwenhoek in de schijnwerper geplaatst vanwege zijn uitvinding van de microscoop. En in het hoofdstuk over kleur was dat de wereldberoemde wetenschapper Isaac Newton, die baanbrekend onderzoek deed naar licht.

In dit hoofdstuk over geluid sta je zelf in de schijnwerper. Je bent in dit hoofdstuk namelijk zelf de onderzoeker.

Wat ga je leren?

Leerdoelen

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven dat geluidsbronnen verschillende soorten geluidstrillingen maken, die door een trillende tussenstof worden verplaatst en vervolgens worden opgevangen door een ontvanger.
  • het verband tussen frequentie, het aantal trillingen per seconde en de toonhoogte beschrijven.
  • beschrijven dat geluidssterkte wordt gemeten met een decibel-meter of met een oscilloscoop.
  • beschrijven dat gehoorschade op kan treden bij een geluid harder dan 80 dB en je kunt bij een situatiebeschrijving van geluidshinder een tweetal maatregelen noemen ter voorkoming ervan.

Wat ga je doen?

Activiteiten

Aan de slag
  Activiteit
Waarnemen Je kijkt hoe je geluid kunt onderzoeken.
Verklaren Je beschrijft wat geluid is.
Theorie Je bestudeert de theorie over geluid.
Verwerken Je beantwoordt de verwerkingsvragen.
Terugkijken Je kijkt terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 4 uur.

Aan de slag

Stap 1: Waarnemen

Je gaat een onderzoek doen naar geluid.

Hieronder zie je vier uitspraken over geluid.

  • Geluid is een trilling.
  • Geluid heb je in verschillende soorten.
  • Geluid kan zich door water verplaatsen.
  • Geluid kun je versterken.

Kies één van de uitspraken uit.
Bedenk een onderzoeksopzet waarmee je je uitspraak zichtbaar kunt maken.
Voer het onderzoek uit.
Schrijf in het logboek het onderzoeksverslag.

Ideeën nodig?
Kijk hier: Pratica geluid van betavakken

Stap 2: Verklaren

Je hebt onderzoek gedaan naar geluid. Door dit onderzoek te doen ben je iets meer te weten gekomen over geluid. 

Je klasgenoten hebben ook onderzoek gedaan. Wellicht heb je mee kunnen kijken en ook kunnen leren van het werk van anderen.

Vat samen wat je geleerd hebt. Beschrijf zo goed mogelijk wat geluid is en hoe het komt dat wij iets horen.

Maak gebruik van zoveel mogelijk van de volgende woorden:

  • geluidsbron
  • tussenstof
  • trilling
  • ontvanger
  • geluidsgolf
  • frequentie
  • trillingstijd
  • amplitude
  • toonhoogte
  • geluidssterkte

Stap 3: Theorie

Geluid komt van een geluidsbron. Voorbeelden van geluidsbronnen zijn je stem, een luidspreker of een muziekinstrument.

De geluidsbronnen geven geluidstrillingen af die via een tussenstof
van de geluidsbron naar je oor gaan. De oorschelp vangt het geluid op.
In het slakkenhuis worden de geluidstrillingen omgezet in elektrische
stroompjes die via de gehoorzenuw naar je hersenen gaan.
Je hersenen vertalen de stroompjes: je hoort iets.

Geluid plant zich voort in de vorm van golven.
Met een oscilloscoop kun je geluidsgolven zichtbaar maken.
Een geluidsgolf van een enkele zuivere toon geeft een gelijkmatige golfbeweging te zien:

De golflengte van een geluidsgolf bepaalt de toonhoogte van het geluid.
Hoe meer golven (trillingen) per seconde, hoe hoger het geluid.

De uitwijking of amplitude van een geluidsgolf bepaalt de geluidssterkte.
Hoe groter de amplitude, hoe harder het geluid.

Het aantal trillingen per seconde wordt de frequentie genoemd.
Het symbool voor frequentie is f.
De eenheid van frequentie is hertz (Hz).
Een frequentie van 75 Hz betekent dus 75 trillingen per seconde.

De tijd van één trilling wordt de trillingstijd genoemd.
Het symbool voor trillingstijd is T.
De eenheid van trillingstijd is seconde (s).

Er is een verband tussen de frequentie en de trillingstijd:

\(\text{Trillingstijd}= \frac{1}{\text{frequentie}}\)  of  \(T = \frac{1}{f}\)

Een frequentie van 20 Hz betekent 20 trillingen per seconde.
Eén trilling duurt dan 0,05 seconde. Ga dat na!

De sterkte van het geluid wordt gemeten in decibel(dB).
De geluidssterkte kun je meten met een decibelmeter.

Een geluid met een geluidsniveau van minder dan 80 dB wordt gezien als een veilig geluid. Geluid met een geluidsniveau boven de 80 dB is hinderlijk en kan leiden tot blijvende gehoorbeschadiging. Er is dan sprake van geluidshinder.

Om geluidsoverlast tegen te gaan kunnen er verschillende maatregelen genomen worden. Je kunt maatregelen tegen geluidsoverlast nemen die werken bij de ontvanger.

Voorbeelden zijn:

  • gehoorbeschermers dragen als je in een lawaaierige omgeving werkt;
  • geluidsschermen plaatsen langs snelwegen;
  • geluidsisolatie in muren en ramen.

Je kunt ook maatregelen tegen geluidsoverlast nemen die werken bij de geluidsbron.

Voorbeelden zijn:

  • geluidsarme motoren ontwikkelen;
  • maximumsnelheid van auto's verlagen;

Stap 4: Verwerken

Maak de volgende opdracht.

Stap 5: Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Hoeveel tijd je met deze opdracht bezig bent geweest, hangt af van het onderzoek dat je gedaan hebt bij 'Waarnemen'.
    Hoe lang ben je ongeveer met de opdracht bezig geweest?
  • Waarnemen
    Was het gemakkelijk om een onderzoekje te bedenken?
    Heb je hulp gehad aan de ideeën van betavakken?
  • Verklaren
    Hebben jullie de verschillende onderzoekjes met elkaar besproken?
  • Verwerken
    Ging het beantwoorden van de vragen goed?
    Moest je af en toe nog spieken bij de theorie?
  • Het arrangement Geluid vmbo234 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-02-02 10:10:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor NaSk voor vmbo leerjaar2/ 3/4. Dit is thema ’Licht en geluid'. Het onderwerp van deze les is: geluid. Je leert beschrijven dat geluidsbronnen verschillende soorten geluidstrillingen maken, die door een trillende tussenstof worden verplaatst en vervolgens worden opgevangen door een ontvanger, het verband tussen frequentie, het aantal trillingen per seconde en de toonhoogte beschrijven, beschrijven dat geluidssterkte wordt gemeten met een decibel-meter of met een oscilloscoop, beschrijven dat gehoorschade op kan treden bij een geluid harder dan 80 dB en je kunt bij een situatiebeschrijving van geluidshinder een tweetal maatregelen noemen ter voorkoming ervan.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    NaSk; Geluid; Natuurkunde; Licht, geluid en straling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, frequentie, gehoordschade, geluid, geluidsbronnen, geluidstrillingen, nask, stercollectie, toonhoogte, vmbo 2/3/4