Kleur vmbo234

Kleur vmbo234

Kleur

Inleiding

Isaac Newton (1643 – 1727)

Ik word gezien als een van de grootste wetenschappers aller tijden. Vooral omdat ik de beweging van het kleinste veertje en van de grootste planeet kon beschrijven in drie eenvoudige wetten. Maar ook vanwege mijn onderzoek naar licht.

In 1665 woedde de builenpest in Londen. Iedereen met een greintje verstand ontvluchtte de stad, en ik dus ook. Ik trok me terug in mijn ouderlijke huis en deed daar onderzoek naar licht. Om te kijken of kleur een illusie was die door het oog werd opgewekt, nam ik een botte houten naald en duwde die zo ver mogelijk tussen mijn oogbal en jukbeen, om deze vervolgens onder diverse omstandigheden wat heen en weer te wrikken. Het leverde allerlei effecten op, die me tot de conclusie brachten dat het oog niet veel anders is als een lens.

Ik raakte overtuigd dat licht en kleur niet door het oog werden opgewekt. Om dit verder te onderzoeken maakte ik een gaatje in het luik van mijn werkkamer waar een klein straaltje licht doorheen viel. Leidde ik die lichtbundel door een prisma, dan verscheen een langwerpig spectrum aan kleuren op de muur. Het prisma rafelde het licht op de een of andere manier uiteen. Voegde ik nóg een prisma toe, dan bleek de uiteengerafelde bundel weer samengebald te worden tot wit licht. Isoleerde je een enkele kleur uit het spectrum, dan hield het die kleur ongeacht wat je ermee uithaalde.

Dit was een enorme doorbraak. Kleur was niet een vervuiling van het licht of een illusie van het oog, maar een inherente eigenschap van licht. Een voorwerp had kleur omdat het zonlicht op een bepaalde manier reflecteerde.

Wat ga je leren?

Leerdoelen

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • beschrijven dat als licht op een prisma valt het wordt gebroken in het spectrum van wit licht.
  • beschrijven dat door het mengen van primaire lichtkleuren verschillende kleuren kunnen worden gemaakt.

Wat ga je doen?

Activiteiten

Aan de slag
  Activiteit
Waarnemen Je kijkt naar de kleurencirkel en beschrijft wat je ziet.
Verklaren Je geeft aan hoe je de kleuren oranje, violet en groen kunt krijgen.
Theorie Je bestudeert de theorie over breking, wit licht en (menging van) primaire lichtkleuren.
Verwerken Beantwoord de verwerkingsvragen.
Terugkijken Je kijkt terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 2 uur.

Aan de slag

Stap 1: Waarnemen

Verfkleuren

Hieronder zie je de kleurencirkel.

De kleurencirkel is een goed hulpmiddel bij het mengen van verfkleuren.
In het midden zie je drie primaire verfkleuren: blauw, rood en geel.

Kijk goed naar de cirkel en beschrijf een klasgenoot wat je uit de cirkel kunt afleiden.

 

Lichtkleuren

Rood, groen en blauw zijn de primaire lichtkleuren.

Met deze drie lichtkleuren kun je alle zichtbare kleuren maken.

Bekijk de afbeelding hiernaast. Vergelijk deze afbeelding met de kleurencirkel. Welke verschillen zie je?

Stap 2: Verklaren

Beantwoord de drie vragen.

Stap 3: Theorie

Als lichtstralen van een stof naar andere stof gaan treedt er op het grensvlak van de twee stoffen bijna altijd breking op: de lichtstralen gaan in een andere richting verder.
De oorzaak van de breking is dat de lichtsnelheid in beide stoffen verschilt.

Voorbeeld
Bekijk de figuur.
Een lichtstraal gaat van lucht naar glas.
Bij de overgang naar een dichtere stof is de breking 'naar de normaal' toe.
hoek i is groter dan hoek r.

Lichtstralen die loodrecht op het glas vallen worden niet gebroken.

Wit licht is een mengsel van kleuren. Dat zie je goed als je wit licht door een prisma ziet gaan. Er treedt dan breking op van de lichtstraal. Niet alle kleuren buigen echter hetzelfde af.
Het licht breekt dan uiteen in een spectrum van verschillende kleuren:

  • rood,
  • oranje,
  • geel,
  • groen,
  • blauw,
  • violet.

Een regenboog is ook 'uiteen gevallen' witlicht. Een regenboog ontstaat als wit licht weerkaatst wordt door een regendruppel. Een regenboog zie je dan ook alleen als de zon schijnt en als het geregend heeft.

Een gekleurd voorwerp weerkaatst alleen licht dat dezelfde kleur heeft. Een rood voorwerp weerkaatst dus alleen rood licht, de rest van het licht wordt geabsorbeerd.

Een wit voorwerp absorbeert geen enkele kleur. Alle kleuren worden weerkaatst.
Een zwart voorwerp absorbeert alle kleuren. Geen enkele kleur wordt weerkaatst.

Rood, groen en blauw worden de hoofdkleuren of primaire lichtkleuren genoemd. Het menselijk oog is alleen gevoelig voor deze drie lichtkleuren of mengsels daarvan. Met deze drie lichtkleuren kunnen alle zichtbare kleuren worden gemaakt.

Stap 4: Verwerken

Maak de volgende opdracht.

Stap 5: Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor de opdracht staat ongeveer 2 uur.
    Ben je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig geweest?
  • Waarnemen
    Had je al eens eerder een kleurencirkel gezien.
    Was het makkelijk om een klasgenoot te vertellen wat je ziet?
  • Theorie
    Is het je duidelijk geworden dat er een verschil is tussen primaire verfkleuren en primaire lichtkleuren?
  • Verwerken
    Ging het beantwoorden van de vragen goed?
    Moest je af en toe nog spieken bij de theorie?
  • Het arrangement Kleur vmbo234 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-02-01 14:36:21
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor NaSk voor vmbo leerjaar2/ 3/4. Dit is thema ’Licht en geluid'. Het onderwerp van deze les is: kleur. Je leert beschrijven dat als licht op een prisma valt het wordt gebroken in het spectrum van wit licht, beschrijven dat door het mengen van primaire lichtkleuren verschillende kleuren kunnen worden gemaakt.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    NaSk; Licht; Natuurkunde; Licht, geluid en straling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, lichtkleuren, nask, primaire lichtkleuren, prisma, spectrum, stercollectie, vmbo2/3/4