aangeven wat wordt verstaan onder rijm en vijf rijmvormen noemen.
de meest voorkomende rijmschema's herkennen.
aangeven welk rijmschema hoort bij gepaard rijm, gekruist rijm en bij omarmend rijm.
uitleggen wat wordt bedoeld met metrum.
in een versregel zwak of sterk beklemtoonde lettergrepen onderscheiden.
omschrijven hoe typografie een belangrijke rol kan spelen in de poëzie.
uitleggen waarom stijlfiguren in de poëzie gebruikt worden en een paar voorbeelden noemen van stijlfiguren.
omschrijven wat strofen in een gedicht zijn.
enkele versvormen herkennen en opnoemen.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Poëzie en rijm
Lees in de Kennisbank over poëzie en rijm en bekijk de video's.
★ Aan de slag 1
Maak de oefeningen over alliteratie.
Rijmschema's
Bestudeer de verschillende rijmschema's en bekijk de video.
★ Aan de slag 2 + 3
Maak de beide oefeningen over rijmschema's.
Metrum
Lees in de Kennisbank over de betekenis van metrum en bekijk de voorbeelden in de video's.
★ Aan de slag 4
Maak de oefening.
Typografie
Lees waarom typografie een belangrijke rol speelt in de poëzie.
★ Aan de slag 5
Schrijf een gedicht waarbij de typografie belangrijk is. Je klasgenoten of docent zullen je gedicht beoordelen.
Zinsopbouw en stijlfiguren
Bestudeer de Kennisbank 'Stijlfiguren'.
★ Aan de slag 6
Maak de oefening met een klasgenoot.
Strofebouw en versvormen
Lees over strofebouw en versvormen. Bekijk de video's.
★ Aan de slag 7
Maak de oefening samen met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A+B+C
Maak de drie onderdelen van de eindopdracht.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staan ongeveer 3 à 4 SLU.
Aan de slag
Poëzie
Poëzie verschilt van proza. Belangrijk is het feit dat gedichten korter zijn. In het onderdeel Poëzie zullen we verschillende vormen en soorten beschrijven.
Rijm betekent in de ruimste zin van het woord: herhaling van klanken. Meestal bedoelt men daarmee herhaling van klank aan het eind van een regel (eindrijm).
Als je rijm ordent naar plaats en klank onderscheidt men verschillende soorten rijm.
Bestudeer de Kennisbank over rijmsoorten.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk de video 'Kinder Lyck' van dichter Joost van den Vondel.
★ Aan de slag 2
Maak de volgende oefening.
★ Aan de slag 3
Maak rijmschema's bij de volgende gedichten.
Metrum
Metrum
In taaluitingen zit ritme. Ritme komt tot stand door afwisseling van meer of minder beklemtoonde lettergrepen.
Als dat ritme een bepaalde regelmaat heeft, spreekt men van metrum.
Bekijk eventueel ook de leestafelsite met gedichten van Rutger Kopland: Poëzie leestafel
★ Aan de slag 4
Maak de oefeningen.
Typografie
De typografie speelt in poëzie een belangrijke rol. Door het gebruik van versregels en strofen staat er veel wit op een pagina. De regels wisselen bovendien van lengte.
Bekijk in de Kennisbank het onderdeel over typografie.
Schrijf zelf een gedicht waarbij de typografie belangrijk is.
Gebruik géén rijm en metrum, gebruik verschillende lettertypen en zorg dat de tekst door de opmaak extra opvalt.
Een gedicht wordt vaak gebruikt om een mening over een onderwerp over te brengen. Dit kan op verschillende manieren en de zinnen hoeven niet altijd precies te rijmen. Een gedicht kun je presenteren op een poster, maar bijvoorbeeld ook op een ansichtkaart.
Zinsopbouw en stijlfiguren
Door het gebruik van stijlfiguren (hyperbool, understatement, tegenstelling, paradox, (anti-)climax, ironie e.a.), beeldspraak en ambigue (dubbelzinnige) woorden kan een dichter zijn tekst indringender maken.
Ambiguïteit (of dubbelzinnigheid) betreft de mogelijkheid om aan een tekst uiteenlopende betekenissen toe te kennen.
Voorbeeld:
De man slaat de hond met de stok.
(met de stok heeft betrekking op slaan, maar kan ook betekenen dat de hond een stok heeft.
Alle stijlfiguren worden besproken in deze Kennisbank.
Ademloos
Toen je auto de tunnel indook
hielden we onze adem in
dat hadden we zo afgesproken
nog voor ik het licht aan het einde zag
had ik al opgegeven en driemaal mijn longen gevuld
maar zonder jouw adem naast mij
voelde het alsof ze werden gevuld met natte aarde.
Ademloos bereiken we de parking
van een vijandige meubelketen
waar je gerookte zalm op Zweeds brood kan eten
terwijl je kinderen of die van een ander
verdrinken in een bad van ballen
of simpelweg worden meegelokt.
Je kocht een sofa voor je dochter
die alle mysterie uit haar leven heeft gebannen
en dus werkt aan winsten op varkenskoteletten
het werd een beige sofa met rode spikkels
waar je geen aanstoot aan kan nemen.
Op de terugweg werden we bevangen
door smog en weemoed
jij door smog
ik door beide
Delphine Lecompte
Maak de oefening.
Strofebouw en versvormen
Gedichten bestaan uit één of meer strofen. Deze worden gescheiden door een witregel. Strofen onderscheiden we op grond van het aantal versregels.
Als je let op het hele gedicht onderscheiden we verschillende versvormen.
Bestudeer de Kennisbank over strofebouw en versvormen.
In het gedicht beschrijft Dèr Mouw zijn kinderwereld.
Bekijk eerst de video en lees dan het gedicht.
‘t Is lang geleden
God's wijze liefde had 't heelal geschapen:
Vol lente, net als de appelbomen bloeien;
Weldadig-groen liet voor het vee Hij groeien
Het gras, voor ons doperwtjes en knolrapen,
'T varken om spek en ham, om wol de schapen,
Om boter, kaas, melk, leer, vlees, been de koeien;
Waar steden zijn, liet hij rivieren vloeien;
Het zonlicht spaarde Hij uit, als wij toch slapen.
De sterren schiep Hij, om de weg te wijzen
Aan brave kooplui op stoutmoed'ge reizen;
Hij schiep kaneel, kruidnagels, appelsientjes,
Het ijzer voor de ploeg, het hout voor huizen,
Hij schiep het zink voor waterleidingbuizen,
En 't goud voor ringen, horloges en tientjes.
Johan Andreas Dèr Mouw (1863-1919)
Maak de oefening.
Afronding
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbanken die horen bij deze opdracht.
Weggaan
Weggaan is iets anders
dan het huis uit sluipen
zacht de deur dichttrekken
achter je bestaan en niet
terugkeren. Je blijft
iemand op wie wordt gewacht.
Weggaan kun je beschrijven als
een soort van blijven. Niemand
wacht want je bent er nog.
Niemand neemt afscheid
want je gaat niet weg.
Rutger Kopland (1924 -2012)
Uit: Geluk is gevaarlijk (1999)
Video 'Weggaan'
Eindopdracht deel B
Eindopdracht deel B: Gedicht 'Oerknal'
Bekijk het filmpje, waarin Lieke Marsman o.a. Oerknal voorleest.
Lees het gedicht Oerknal van Lieke Marsman (1990).
Oerknal
’s Avonds zegt een natuurkundige op televisie
dat het ook mogelijk is dat het heelal op een dag
niet langer zal groeien, maar langzaam, sneller
dan het licht, ineen zal klappen. In dat geval
zouden er na ons nog triljoenen heelallen
kunnen ontstaan en hangen we nu slechts
onder aan een stamboom van universa.
Stel je voor dat je jezelf enkel voort kunt planten
door niet meer te bestaan.
’s Ochtends, wanneer ik bij de start
van een dag zie hoe ik opnieuw ben gaan
ademhalen, vergelijk ik dit heen en weer
gegooi van sterren met mijn op en neer
gaande borsten, met de antenne van
een radio, die je doelloos in en uit
kunt blijven schuiven en vervolgens,
vooralsnog mijn meest geslaagde poging,
met een zeeanemoon.
Lieke Marsman (1990) Uit: Wat ik mijzelf graag voorhoud (2010)
Bekijk de video.
Eindopdracht deel C
Eindopdracht - deel C
Beantwoord de theorievragen.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je rijmvormen en rijmschema's herkennen in een gedicht? Kun je ook herkennen of en zo ja welke stijlfiguren worden gebruikt in de poëzie?
Hoe ging het?
Inhoud
Wist je al veel over verschillende vormen van rijm?
Kende je twee meest voorkomende vormen van metrum al? Kun je die op een bestaand gedicht toepassen?
Eindopdracht
Heb je alle delen van de eindopdracht gedaan?
Vond je het lastig om rijmschema, stijlmiddel en/of strofenbouw in de gedichten te herkennen?
Wist je ook een antwoord op de theorievragen?
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij de module 'Verhaalanalyse', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. In deze opdracht ga je in de verschillende Kennisbanken lezen over poëzie en rijm, de betekenis van metrum, typografie, stijlfiguren, strofebouw en versvormen. Uiteindelijk rond je de opdracht af door het maken van een eindopdracht.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Nederlands;
Begrijpen;
Interpreteren;
Literatuur;
Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands);
Tekstkenmerken;
Deze opdracht hoort bij de module 'Verhaalanalyse', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. In deze opdracht ga je in de verschillende Kennisbanken lezen over poëzie en rijm, de betekenis van metrum, typografie, stijlfiguren, strofebouw en versvormen. Uiteindelijk rond je de opdracht af door het maken van een eindopdracht.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Alliteratie
Alliteratie
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.