Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je
- verschillende vormen van poëzie herkennen.
- aangeven wat wordt verstaan onder rijm en vijf rijmvormen noemen.
- de meest voorkomende rijmschema's herkennen.
- aangeven welk rijmschema hoort bij gepaard rijm, gekruist rijm en bij omarmend rijm.
- uitleggen wat wordt bedoeld met metrum.
- in een versregel zwak of sterk beklemtoonde lettergrepen onderscheiden.
- omschrijven hoe typografie een belangrijke rol kan spelen in de poëzie.
- uitleggen waarom stijlfiguren in de poëzie gebruikt worden en een paar voorbeelden noemen van stijlfiguren.
- omschrijven wat strofen in een gedicht zijn.
- enkele versvormen herkennen en opnoemen.