Bestudeer de verschillende drogredenen en bekijk de video.
★ Aan de slag 1
Oefen met het herkennen van drogredenen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbank van deze opdracht.
Eindopdracht
Toets drogredenen maken.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staat 2SLU.
Aan de slag
Drogredenen
Drogredenen
Foute argumentaties noemen we ook wel drogredenen.
Een drogreden lijkt op het eerste gezicht heel aannemelijk. Toch is een drogreden een voorbeeld van foutieve argumentatie. Het standpunt wordt namelijk niet of niet geldig onderbouwd.
We bespreken de volgende drogredenen:
De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.
Voorbeeld: Sinds het verboden is om te appen op de fiets, zijn er minder dodelijke verkeersongevallen geweest. Appen op de fiets zorgt dus voor veel doden.
Het kan ook toeval zijn dat er minder dodelijke verkeersongevallen zijn geweest. Het is niet bewezen dat appen op de fiets zorgt voor veel doden, dus dit is geen sterk argument.
De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar. Dit zijn dus zaken die eigenlijk niet te vergelijken zijn.
Voorbeeld: Geschiedenislessen zijn helemaal niet belangrijk. Oude kleren gooi je toch ook gewoon weg?
In dit voorbeeld worden geschiedenislessen vergeleken met oude kleren. Dit is geen sterk argument, omdat dit onlogische en geen relevantie zaken zijn om met elkaar te vergelijken.
De overhaaste generalisatie
Op grond van een enkel geval of situatie wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.
Voorbeeld: Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden. Alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.
Het feit dat één persoon toevallig jenever dronk en oud werd, is geen bewijs om te kunnen zeggen dat jenever gezond is. Misschien zou deze persoon wel 100 jaar zijn geworden als hij geen jenever had gedronken.
De cirkelredenering
Er wordt eigenlijk helemaal geen argument gegeven, maar het standpunt wordt in andere woorden herhaald. In een cirkelredenering wordt dus geen nieuwe informatie gegeven.
Voorbeeld: Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij vindt.
In dit voorbeeld wordt er twee keer hetzelfde gezegd. Je kunt de cirkelredenering omdraaien: Ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt, omdat ik vrijheid van meningsuiting belangrijk vindt.
De vraag blijft, waarom vindt deze persoon dit zo belangrijk? Er is dus geen onderbouwing van het standpunt, wat het een zwakke argumentatie maakt.
De persoonlijke aanval
Je valt de persoon ('tegenstander') aan en niet zijn of haar argument(en).
Voorbeeld: Jij weet helemaal niks over gezond en gevarieerd eten, je bent zelf veel te zwaar!
Door iemand persoonlijk aan te vallen, trek je zijn of haar geloofwaardigheid in twijfel, terwijl hier geen reden voor is. Iemand die zwaar is, kan best veel weten over gezond en gevarieerd eten. Er wordt hier op de man gespeeld in plaats van op de bal.
Het ontduiken van de bewijslast
E wordt niks bewezen; er wordt gedaan alsof er geen bewijs nodig is.
Voorbeeld: Die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie! Iedereen kent toch de regels van voetbal?
Soms wordt er bij het ontduiken van bewijslast ook geprobeerd om de ander het tegendeel te laten bewijzen. De bewijslast wordt dus omgedraaid.
Voorbeeld: Natuurlijk moeten we meer bewegen, geef me één goede reden om dit niet te doen.
Bij beide voorbeelden geldt dat de standpunten (resp.: die voetballer had rood moeten krijgen voor die actie en natuurlijk moeten we meer bewegen) niet worden onderbouwd. De bewijslast wordt dus ontdoken of verschoven.
Het vertekenen van een standpunt
Je legt de tegenpartij woorden in de mond die hij of zij helemaal niet zo bedoelde.
Voorbeeld: Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?
Misschien vindt de persoon het juist fijn, om niet mee te hoeven naar de wedstrijd en gaat hij of zij zich ook niet vervelen.
Het bespelen van het publiek
Er wordt iets beweerd waar je als publiek niet snel tegenin durft te gaan.
Voorbeeld: U bent natuurlijk slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
Hier zal je niet snel tegenin durven gaan, omdat je dan indirect zegt dat je niet slim bent. Toch is het juist wél slim om te vragen naar een onderbouwing van het standpunt, omdat deze ontbreekt.
Een onjuist beroep op autoriteit
Er wordt een bekend persoon aangehaald om het standpunt mee te onderbouwen, maar deze persoon heeft weinig te maken met de zaak.
Voorbeeld: De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!
Het feit dat Gordon dit heeft gezegd op tv, wil niet zeggen dat het dan ook waar is. Gordon is immers een zanger en geen econoom.
Een onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
Er wordt extra nadruk gelegd op minder relevante kenmerken of eigenschappen, terwijl wél relevante kenmerken of eigenschappen juist worden genegeerd.
Voorbeeld: Dat meisje draagt alleen maar grijze kleren, zij is vast totaal niet creatief.
Bij dit voorbeeld wordt er nadruk gelegd op de grijze kleren van het meisje, terwijl het veel relevanter is om bijvoorbeeld na te gaan of dit meisje goed kan tekenen, schrijven of schilderen.
Het overdrijven van de voor- of nadelen
De voordelen van een kwestie worden overdreven en de nadelen worden juist niet genoemd, of andersom. Voorbeeld: Scholen zouden een uur eerder moeten beginnen, omdat zowel de leerlingen als de docenten dan langer van hun middag kunnen genieten, meer tijd hebben voor huiswerk of het nakijken van toetsen en een gezond ochtendritme ontwikkelen.
Bij dit voorbeeld worden meerdere voordelen gegeven van het vroeger beginnen van scholen. Nadelen (niet iedereen is een ochtendmens, leerlingen en docenten voelen zich niet uitgeslapen, et cetera) worden genegeerd.
Een vals dilemma
Er wordt gedaan alsof er slechts een keuze is tussen twee mogelijkheden, terwijl er in werkelijkheid veel meer mogelijkheden zijn.
Voorbeeld: De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van buitenaardse wezens.
Omdat de wetenschap het ontstaan van graancirkels niet goed kan verklaren, wordt er slechts één andere optie opgedrongen, namelijk dat graancirkels het werk zijn van buitenaardse wezen. Toch zijn dit niet de enige opties. Misschien is de wetenschap momenteel nog niet ver genoeg om graancirkels te verklaren, maar weten we over tien jaar precies hoe dit fenomeen tot stand komt.
Bekijk de video over drogredenen.
Het beoordelen van argumentaties
Als je een overtuigende of activerende tekst leest, moet je op enkele zaken letten.
Zijn de argumenten waar en geldig?
Zijn er drogredenen gebruikt?
Zijn de argumenten niet tegenstrijdig?
Is de argumentatie volledig?
Zijn de belangrijkste tegenargumenten weerlegd?
★ Aan de slag 1
Drogredenen
Maak de oefening. Geef per uitspraak aan van welke drogreden er sprake is.
Na het maken van de oefening vergelijk je je antwoorden met die van een klasgenoot.
Bespreek samen waarom je voor een bepaald antwoord hebt gekozen en waarom de andere antwoorden, volgens jullie, fout zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij de module 'Spreken', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. Je begint deze opdracht met het bestuderen van de verschillende drogredenen en het bekijken van de video. Daarna oefen je met het herkennen van drogredenen. Uiteindelijk sluit je deze opdracht af met het maken van de eindopdracht, waarbij je een toets over drogredenen maakt.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Nederlands;
Begrijpen;
Interpreteren;
Literatuur;
Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands);
Tekstkenmerken;
Deze opdracht hoort bij de module 'Spreken', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. Je begint deze opdracht met het bestuderen van de verschillende drogredenen en het bekijken van de video. Daarna oefen je met het herkennen van drogredenen. Uiteindelijk sluit je deze opdracht af met het maken van de eindopdracht, waarbij je een toets over drogredenen maakt.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Drogredenen
Drogredenen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.