Algemeen
Planning schooljaar 2019 - 2020
In havo 4 ga je 6 boeken lezen. Bij elk boek update je het leeslogboek
Hieronder vind je een schema met deadlines. Wanneer je dit schema volgt, weet je zeker dat je tijd genoeg hebt om alle boeken te lezen en je leeslogboek tijdig bij te werken. Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. Op deze momenten kun je feedback ontvangen over de gelezen boeken en over de inhoud van je leeslogboek.
Leeslogboek starten zorg dat je leeslogboek uiterlijk vrijdag 31 augustus gemaakt is
Boek 1 periode 1 - week 39 - 23 tm 29 september
Boek 2 periode 2 - week 46 - 11 tm 17 november
Boek 3 periode 2 - week 3 - 13 tm 19 januari
Boek 4 periode 3 - week 8 - 17 tm 23 februari
Boek 5 periode 3 - week 14 - 30 maart tm 5 april
Boek 6 periode 4 - week 20 - 11 tm 17 mei
Leeslogboek compleet periode 4 - week 25 - 19 juni
Voorwaarden boekkeuzes
In havo 4 lees je 6 boeken. Geef altijd aan je docent door welk boek je gaat lezen. Op deze manier kan de docent
tijdig adviseren om eventueel een ander boek te kiezen.
De boeken op je leeslijst moeten aan een aantal eisen voldoen:
- De boeken moeten oorspronkelijk in de Nederlandse taal zijn geschreven. Dus geen vertaalde werken.
- Je leeslijst mag 1 literaire thriller bevatten.
- Er moet een ontwikkeling zichtbaar zijn in het niveau van de boeken die je leest.
Gebruik hiervoor https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst.html
Lezen voor de lijst
Op de website Lezen voor de lijst vind je 6 verschillende leesniveaus (https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst/de-niveaus.html) Probeer te bepalen welk niveau bij de start van havo 4 het beste bij jou past. Probeer om in havo 4 in elk geval één boek van een hoger niveau te lezen. Bij het mondeling in havo 5 komt de ontwikkeling ook ter sprake. Wil je een boek lezen dat je niet terug kunt vinden op Lezen voor de lijst? Overleg dan met je docent over het niveau van het boek.
Instructie leeslogboek
Hoe ziet je leeslogboek eruit?
Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!
Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:
1. Zorg er eerst voor dat je een eigen leeslogboek aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad 'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek maak je vervolgens een verwerkingsopdracht bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'.
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar maak je de startopdracht en de eindopdracht.
Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal hij/zij letten op de volgende aspecten:
- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?
Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.
Een Wikiwijspagina maken
Je gaat je leeslogboek maken in je eigen Wikiwijspagina. Je hebt hiervoor deze Wikiwijspagina nodig. Deze ga je kopiëren naar je eigen Wikiwijsaccount. Daar kun je de pagina wijzigen door steeds je eigen verwerkingsopdrachten toe te voegen.
Hoe je deze Wikiwijspagina naar je eigen account kunt kopiëren, vind je hier
Verwerkingsopdrachten
In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.
Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.
Je mag bij elk boek kiezen uit onderstaande verwerkingsopdrachten:
Standaardverslag
Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.
Recensieopdracht
Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.
Opdracht van Lezen voor de Lijst
Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.
Juryrapport
Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!
Brief van de uitgever
Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geef je jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft 3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.
Brief aan de uitgeverij
Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.
Beoordeling
Algemeen
In havo 4 ben je verantwoordelijk voor het eerste deel van je leeslogboek. Aan het einde van het schooljaar moeten er 6 boeken terug te vinden zijn in je logboek. Je docent zal tussentijds aangeven wanneer zij de leeslogboeken bekijkt. In havo 5 vul je het leeslogboek aan met nog 4 boeken. Aan het einde van havo 5 vindt tot slot het mondeling plaats over de 10 gelezen boeken. Voor dit mondeling krijg je een cijfer. Het leeslogboek dat je in havo 4 hebt opgebouwd wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer is onderdeel van het PTA van Nederlands.
Tussentijdse 'beoordeling'
Wanneer je docent tussentijds je leeslogboek bekijkt, zal ze letten op de volgende aspecten:
- Kwaliteit: heb je de juiste opdrachten gekozen die passen bij jouw visie op het gelezen boek? Heb je ook niet altijd de makkelijkste weg gekozen?
- Ontwikkeling: is er in de gelezen boeken een ontwikkeling in niveau waar te nemen? Zoek je uitdaging en ontwikkeling in de boeken die je leest?
- Volledigheid: geeft je opdracht een volledig beeld van jouw visie op het gelezen boek?
- Taalgebruik: heb je niet te veel spel- en taalfouten gemaakt?
Je krijgt feedback van je docente zodat je eventueel de gemaakte opdrachten kunt aanpassen. Natuurlijk kun je de feedback altijd gebruiken bij de komende opdrachten.
Startopdracht
Wat is je startpositie?
Het is natuurlijk niet zo dat je pas in havo 4 begint met lezen. Jullie hebben allemaal al eerder boeken gelezen. De één misschien wat meer boeken dan de ander. De één leest alleen, omdat het moet, terwijl de ander ook voor zijn of haar ontspanning leest.
Eén van de doelen die we in havo 4 en 5 met lezen hebben, is dat je je ontwikkelt op het gebied van literatuur. Je gaat nog beter ontdekken welk type boek past bij jou en waarom. Aan het einde van havo 5 moet je een beargumenteerde mening kunnen geven over jouw gelezen boeken.
We hebben dus een doel in havo 5, maar om een doel te hebben, moet je ook weten waar je gestart bent. Daarom de volgende opdracht voor jullie:
1. Denk eens terug aan de boeken die je de afgelopen jaren gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom?
Beantwoord de vorige vragen en maak van je antwoorden een mooie tekst.
2. In de les maak je een opdracht die gaat over welk type lezer je bent. Wat voor type ben jij?
Verwerk de uitkomst van deze opdracht ook in je tekst.
Plan
Lees de tekst die je bij de startopdracht hebt gemaakt, nog eens goed door. Beantwoord de volgende vragen.
1. Welk soort boeken wil je gaan lezen dit jaar? Waaraan moet een leuk boek vooor jou voldoen?
2. Ga naar https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst.html en bekijk welke titel je aanspreken. Maak hieronder een overzicht van de boeken die je wel aardig lijken om te lezen.
3. Je moet 6 boeken lezen en het is verstandig je aan de planning van de docent te houden. Hoe ga je er voor zorgen dat je dit jaar op schema blijft?
Boeken
Boek 1 - havo 4
Een goede Dag voor de Ezel – Tim Krabbe
Samenvatting:
Het gaat over een moord die gepleegd is door Mischa Koreman op een scholier genaamd Bas Meeuwisse. Deze moord was eigenlijk bedoeld op zijn ex-vriendin Lydie.
Mischa Koreman schiet deze jongen neer vanwege een openbare belediging op Esther Fechter. Bas Meeuwisse deed mee bij een groepsverkrachting van een 15-meisje genaamd Esther Fechter. (dat weet Mischa trouwens niet hor) Ester Fechter houdt deze groepsverkrachting geheim, want ze durft het niet te vertellen aan haar vader Wybren Fechter. Wybren Fechter is alleenstaande vader (want zijn vrouw is overleden) en advocaat en ontdekt dat zijn dochter ‘Viskutje’ wordt genoemd. Uiteindelijk onthult Esther Fechter de groepsverkrachting en dat ze ‘Viskutje’ wordt genoemd. Wybren besluit een wereldreis te maken en voorgoed uit Zuiverloon te vertrekken met zijn dochter. Wybren wil deze graag vermoorden, maar doet het niet, want dat zou hij de gevangenis in moeten. Mische Koreman beseft wat hij gedaan heeft en vlucht naar Sydney waar hij Lynda ontmoet. Na een tijd wil Mische bekennen dat hij een moordenaar is, maar dit gebeurt niet, want hij ontmoet Esther Fecther in Sydney (die met haar vader op wereldreis is en langs Sydney komt). Als ze elkaar ontmoet delen ze hun verhaal en ervaring met elkaar uit. Mischa wordt bedankt voor de moord en zegt niks tegen Lynda. Esther is tevreden en weet het motief van de dader en bedankt hem voor de moord op Bas Meeuwisse.
Thema:
Evenals in Krabbes bekendste roman "Het gouden ei" draait het in deze roman om de motieven van een moordenaar. Raymond Le Morne in de eerste roman vraagt zich af of hij in staat is een moord en dan nog wel een perfecte moord te plegen. Toevallig was Saskia in de buurt en wordt zij het slachtoffer van zijn experiment.
Personages:
Mischa Koreman:
Mischa Koreman is de moordenaar. Hij wilde eerst zijn ex-geliefde Lydie doodschieten, omdat ze ontrouw was geweest. Mischa is eigenlijk een lafaard, want tijdens het oefenen van het schieten op een boom durft hij Lydie niet meer te vermoorden. En hij durft ook niets te zeggen tijdens de openbare belediging in de bus. Hij heeft Bas Meeuwisse eigenlijk vermoord in een soort trance. Pas als het gebeurt is, beseft hij wat hij heeft gedaan en vlucht dus naar Sydney. In Sydney ontmoet hij Lynda en trouwt met haar, maar durft niet te vertellen dat hij een scholier heeft vermoord, terwijl hij eigenlijk zijn ex-vriendin Lydie wilde vermoorden.
Wybren Fechter:
Wybren Fechter is een alleenstaande vader, zijn vrouw is overleden. Wybren is in mijn ogen een heel goede vader, hij wil zich niet te veel met zijn dochter Esther bemoeien. Hij geeft haar de ruimte en vertrouwt haar, maar hij is ondertussen heel bezorgd om haar. Hij leeft eigenlijk alleen nog voor Esther. Op een gegeven ontdekt hij dat zijn dochter ‘Viskutje’ wordt genoemd. Na een tijdje verteld Esther dat ze meerde malen verkracht is door Bas Meeuwisse en zijn vrienden. Wybren Fechter wil Bas Meeuwisse vermoorden, maar beseft dat Esther naast haar moeder ook haar vader zou verliezen. Hij zou de gevangenis in moet en zij zou naar en verpleeggezin moeten. Hij besluit met Esther een wereldreis te maken zodat zij deze groepsverkrachtingen kan vergeten en de pijn doen laten verdwijnen.
Esther Fechter:
Esther Fechter is een 15-jarige meisje die heel aantrekkelijk is. Ze wordt verliefd op Bas Meeuwisse en houdt ervan dat Bas Meeuwisse zoveel durf heeft en een hoge status op school heeft. Ze vrijt meerde malen met Bas. Maar Bas is onbetrouwbaar en laat mensen meekijken tijdens zijn vrijpartij met Esther. Esther is hier niet blij mee, maar ze is zo gek op Bas. Maar Esther wordt slachtoffer van een groepsverkrachting. Esther durft niks te doen, want ze zou op school uitgelachen worden. Haar vader ontdekt dat ze voor ‘Viskutje’ wordt uitgemaakt. Ze ontkent maar een tijdje bekent ze alles en laat haar pijn zien die ze voelt. Als ze een wereldreis maken en weet dat Bas dood is wordt ze het vrolijke meisje die haar vader altijd al wilde zien.
Bas Meeuwisse:
Bas Meeuwisse is een jongen met blond haar met een Duitse hakenkruis op zijn schooltas. Hij houdt van Esther en misbruikt haar, omdat hij zoveel lef heeft en alles ervoor over heeft om stoer over te komen op zijn vrienden. Hij is gewoon door en door slecht.
Perspectief:
De roman heeft een meervoudig perspectief. Er zijn twee personale vertellers (hij-vertellers).
In hoofdstuk 1, 3 en 5 is het Mischa Koreman.
In hoofdstuk 1 is de moordenaar Mischa Koreman, op weg om te oefenen voor een moord op zijn ex-geliefde Lydie een situatie meemaakt, waarna hij het vuur opent op een scholier, die een meisje in het openbaar kwetst.
In hoofdstuk 3 is die moordenaar naar Sydney gevlucht en vraagt hij zich af of hij de moord moet opbiechten aan zijn nieuwe vriendin Lynda met wie hij een huwelijk wil beginnen en kinderen wil krijgen.
In hoofdstuk 5 vertelt hij toch niet aan zijn vrouw, om deze reden hij ontmoet Esther die hem bedankt voor de moord.
In de hoofdstukken 2 en 4 is Wybren Fechter aan het woord.
In hoofdstuk 2 is hij advocaat en de vader van het meisje Esther dat het slachtoffer is geworden van een groepsverkrachting. Hij wil de dader vermoorden.
In hoofdstuk 4 neemt hij zijn dochter mee op een wereldreis en in Sydney ontmoet Esther Mischa Koreman.
Beide vertellers vertellen in de o.v.t. (achterafvertellers) en hun ervaringen, gevoelens worden van binnenuit beschreven.
Plaats
Het decor wordt duidelijk genoemd. In het oosten van het land (dicht bij de Duitse grens) liggen de twin city's Zuiverloon en IJperloo (fictieve namen). Dichtbij is het Doemsterveen, (symbolische naam) waar de moord op Bas wordt gepleegd.
Hoofdstuk 3, 4 en 5 spelen in de wereldstad Sydney waarheen Mischa is gevlucht en Wybren en zijn dochter als toeristen komen.
Tijd
Wat de tijd betreft zijn er niet zulke directe aanwijzingen te vinden. Het verhaal speelt zich waarschijnlijk wel af in de laatste jaren van de vorige eeuw of in de beginjaren van deze eeuw, maar er zijn geen concrete gegevens voor data te vinden. Slechts op bladzijde 56 staat als tijdgegeven vermeld dat Esther en Bas wellicht computerspelletjes op zolder hadden gespeeld.
Met de onduidelijkheid van plaats (fictieve namen) en tijd kan Krabbe wellicht willen benadrukken dat het niet zozeer om de moord zelf als wel om de motieven van de dader erachter gaat.
Schrijver
Hans Maarten Timotheus is eigenlijk de echte naam van Tim Krabbé (1943), maar zijn roepnaam is gewoon Tim Krabbé. Hij is dus geboren in de oorlog en werd vooral bekend als schrijver en schaker.
Al van jongs af aan houdt Tim ervan om records te verbreken. Zo begon hij op zijn derde al cijfers op de typmachine van zijn ouders te typen die steeds langer werden. In de jaren daarna raakte Tim gefascineerd door wielrennen en is hij begonnen met voetballen en schaken. Ook daarin wilde hij zichzelf continu verbeteren. Een quote uit het binnenhof waar zijn passie voor wielrennen en schaken duidelijk wordt: ‘Wielrennen is zonder enige twijfel de mooiste sport die ik ken, en schaken het mooiste spel’.
Toen Tim ouder werd is hij journalist geworden voor onder andere Vrij Nederland. Daarna is hij boeken gaan schrijven en hiervoor werd hij geïnspireerd door de literaire werken van Willem Frederik Hermans. In meerdere boeken van Tim is dan ook de stijl van Hermans terug te vinden. Naast de stijl van Hermans is er ook nog veel uit het verleden van Tim Krabbé in zijn boeken terug te vinden: namelijk zijn passie voor schaken en wielrennen.
En wat Tim vroeger graag deed, namelijk zichzelf continu verbeteren, is nu nog te zien: hij heeft inmiddels al vele boeken geschreven en heeft voor deze boeken al verschillende prijzen ontvangen. In 2009 mocht hij zelfs het Boekenweekgeschenk schrijven.
Eigen Mening
Ik vond het boek zeer leuk om te lezen. Ik ben zelf niet een fan van leesboeken, maar dit was een uitzondering. Het was een boek met weinig bladzijdes waarin veel gebeurde en er waren weinig saaie momenten. Het ging ook over verkrachting en moord wat het nog meer interessant maakte. Verder was het erg origineel, het was niet typisch moord en dan 300 bladzijdes onderzoeken, zoiets heb ik nog niet gelezen. Soms kon ik ook de emoties van de personen voelen, bijvoorbeeld van Esther. Ik vond het einde ook prettig, alles is voor Esther goed gekomen en het boek had een definitieve happy-end, wat het fantastisch maakte na al de gebeurtenissen.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-een-goede-dag-voor-de-ezel-door-tim-krabb-63913
https://www.scholieren.com/persoon/tim-krabbe
Boek 2 - havo 4
De grot – Tim Krabbe
Samenvatting
In de vakantie leert Egon Axel kennen. Een stevige jongen met een eigen willetje. Egon kijkt eigenlijk wel een beetje tegen hem op. Axel is bij iedereen populair, heeft tegen iedereen een grote mond en zet alles naar zijn hand.
Het gaat zelfs zo ver dat Axel hem overhaalt het met een meisje te doen. Egon weet ook niet of de meisjes die Axel en hij om den beurt pakten het wel leuk vonden wat ze deden.
Op vakantie in de Ardennen leerde hij een meisje kennen. Marjoke. Het was een stil meisje, ze viel niet zo op in de groep. Maar toch was er iets in Egon dat hem aantrok om naar haar toe te gaan en met haar te praten. Hij was op haar verliefd en zij op hem, maar Axel moest het weer verpesten. Toen ze in paren bosbessen gingen plukken liep hij naar Marjoke toe om met haar te gaan. Maar Axel duwde hem al naar de rondborstige Vera.
Een tijd later toen hij voor geoloog studeerde woonde hij in de Grim. Ook daar kwam hij Axel tegen, Axel heeft inmiddels een vriendin gekregen die Hildegonde heet.
De tijd in de Grim was een tijd van plezier en feest. Het was altijd gezellig.
Op een dag stond er een artikel in de krant over het verdwijnen van jongeren rondom de Grim. Het was Egon eigenlijk nooit zo opgevallen. Maar nu hij na ging denken realiseerde hij zich dat hij de vriendin van Axel, Hildegonde, en Frisco, een stille jongen met wie hij wel eens had gepraat, al een hele tijd niet meer had gezien.
Hij legde direct het verband met Axel. Die moest er iets mee te maken hebben dacht Egon.
Op een avond riep Axel hem. Axel stond in een hoekje met een Chinees meisje en vroeg hem of hij gewoon wilde verdwijnen. Voor fl.1200,- zal niemand iets meer van hem horen.
Maar hij weigerde. Hij wist inmiddels dat Axel zich bezig hield met ongure dingen.
Ongeveer acht jaar later werkte Egon als Geoloog. Hij gaf aardrijkskunde op een school en schreef voor een aantal vakbladen over geologie.
Hij had ook een vriendin gekregen. Adriënne. Zij was de dochter van de eigenaar van een heleboel restaurants in Nederland en Spanje. Hij kon in het bedrijf van haar vader komen werken. Maar hij weigerde. Hij was geoloog, zijn wens. Adriënne moest hem maar zo nemen als hij was.
Op een komt hij Axel tegen, Axel reed hem naar België en hebben daar samen een hoop oude herinneringen opgehaald.
Toen Egon terug was van de expeditie zag hij een artikel in de krant over een expeditie in Amerika. Maar die was veel te duur. Zo veel geld had hij nooit.
Hij wilde perse op de expeditie. Het was zijn droom. Hij moest ergens geld vandaan halen.
Egon ging drugs smokkelen. En wel naar Ratanakiri. Daar was niet zo lang geleden een Nederlander onthoofdt omdat hij drugs het land had in gesmokkeld. En nu ging Egon dat doen. In Ratanakiri huurt hij een kamer in een hotel en bereid zich geheel voor op de overhandiging. Na een bezoek aan een disco laat hij een gehandicapte jongen op z’n auto passen.
Daarna was hij zijn koffer gaan halen en naar de plaats van de overhandiging gereden. Hij moest wachten. Hij was te vroeg.
Er stopte een auto een eindje van de zijne en er kwam een vrouw uit. Ze vroeg hem om een wachtwoord. Waarna hij had gereageerd zei zij haar wachtwoord. Ze gingen samen naar de auto van de vrouw en gingen samen op de achterbank liggen.
De volgende ochtend werden ze beide dood aangetroffen.
De schrijver van het artikel over de verdwijning van studenten rondom de Grim was Michiel Polak. Hij was direct op de moord in Ratanakiri af gegaan.
Er was al een dader aangewezen. Oum Phen, de gehandicapte bij de disco. Maar Michiel geloofde niet dat hij de dader was en ging zelf op onderzoek uit. Hij ondervraagt verschillende mensen. Zelfs de dictator van Ratanakiri, generaal Sophal.
Hij komt erachter dat de twee vermoordde mensen niet door één gehandicapte vermoord kunnen zijn. Zelfs niet door één niet gehandicapte. Het blijft onzeker wat er vlak voor de moord is gebeurd.
Niet lang nadat Marjoke met de groep naar de Ardennen was geweest, emigreerde ze samen met haar ouders naar Amerika. Omdat haar vader daar werk had.
In de loop der tijd kreeg ze een man. Haar grote hobby was het verzamelen en bestuderen van stenen. Ze was er helemaal gek van. Ze had haar naam laten veranderen in Marcie en noemde haar stenenwinkeltje dan ook Marcie’s Gems. De opbrengsten waren laag, en de kosten waren hoog. De eerste twee jaar betaalde haar goed verdienende vriend de huur.
Maar toen hij dat niet meer deed moest ze het geld ergens anders vandaan halen.
Op een dag vertelde ze tegen haar vriend David dat ze weer naar een stenenbeurs ging. Maar dit keer bleef ze veel langer weg als normaal. Ze was drugs gaan smokkelen naar Ratanakiri.
Daar ontmoette ze Egon bij de overdracht. Daarna zijn ze alle twee vermoord.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-de-grot-door-tim-krabb-45586
Personages
Egon Wagter
Egon Wagter is het belangrijkste personage in het boek en vanuit hem beleef je ook het meest. In het boek ontwikkelt hij zich van veertienjarige, als hij op kamp in de Ardennen is, tot een volwassen man van drieënveertig, als hij drugs smokkelt naar Ratanak.
Egon studeerde geologie, iets wat hij al van kinds af aan wilde, en werd later aardrijkskundeleraar op een middelbare school.
Egon is erg onzeker en laat zich snel door iemand beïnvloeden. In het boek gebeurd dit meerdere keren, vooral door Axel, een oude vriend van het jeugdkamp in de Ardennen. Vaak heeft Egon wel spijt dat hij zich weer heeft laten beïnvloeden door Axel en iets heeft gedaan of gaat doen wat hij eigenlijk niet wilt. Uiteindelijk gaat het beïnvloeden van Axel zo ver, dat Egon drugskoerier wordt en hierbij wordt vermoord. Dat Egon erg onzeker is blijkt ook als hij zo veel mogelijk zijn best doet om te doen als een echte toerist.
Axel de Graaf
Axel is al sinds zijn veertiende, het moment dat Egon hem ontmoet op het jeugdkamp, een vervelende jongen, die altijd zijn zin wilt doordrijven.
Hij speelt graag de baas en is erg zeker over zichzelf. Vaak commandeert/beïnvloed hij zijn ‘vriend’ Egon, die hij vanaf het moment op het station heeft ‘gebombardeerd’ tot slachtoffer van zijn plannetjes.
Axel heeft ook een bepaalde charme. Hij kan iedereen doen overtuigen van zijn ideeën en iedereen laat zich ook overbluffen door hem. Ook alle meisjes zijn door hem gecharmeerd en hij heeft dan ook vele vriendinnetjes. Iedereen kent Axel en als Axel er is, is er altijd feest.
Als hij twintig jaar is, gaat Axel in de drugs. Hij gaat om met de verkeerde vriendinnen en zit in de mensensmokkel. Uiteindelijk wordt Axel een ‘beroepscrimineel’ en beland zelfs in de gevangenis.
Ook is Axel in zijn latere leven best jaloers op Egon. Hij lijdt namelijk een normaal leven en Axel zelf niet, maar Axel zit nou zo diep in de criminaliteit dat hij niet meer terug kan.
De relatie tussen Egon en Axel begint op het jeugdkamp, waar Axel meteen een tent wil delen met Egon en Egon ook bedenkt bij zijn niet zo legale plannetjes. Axel en Egon blijven vrienden, maar na een tijdje, rond de studietijd van Egon, verwatert dit. Toch vergeten ze elkaar niet, ook al zou Egon dit soms toch liever willen, en iedere keer als ze elkaar weer ontmoeten bloeit de hele vriendschap weer op. Tot het moment dat Axel Egon ook in de drugs haalt en Egon hierdoor vermoord wordt.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-de-grot-door-tim-krabbe-79371
Thema
Het thema van het boek is: hoe veel je ook reist, hoe lang je elkaar ook niet ziet, echte vrienden blijven vrienden. Egon en Axel zien elkaar telkens voor langere tijd niet en soms gaat een van de twee ook op reis, maar als ze elkaar dan weer zien, zijn het weer hechte vrienden. Daarom is dit het thema van het boek.
Perspectief
De verteller in dit verhaal is en personale verteller, die steeds van verteller en situatie verandert. Dan gaat over Egon op het zomerkamp in de Ardennen of in zijn eigen huis. En vervolgens lees je weer over de gedachtes van Michiel Polak. Zo wisselt de personale verteller dus steeds van persoon naar persoon.
Tijd
Historische tijd
Het verhaal speelt zich af in de 20e eeuw. Nederland (Axel) heeft een groot aandeel in de drugshandel en er zijn al verder ontwikkelde fotocamera’s.
Verteltijd
Het boek heeft 181 pagina’s, die verdeeld zijn in vijf hoofdstukken.
Vertelde tijd
In het verhaal verloopt ongeveer 29 jaar. Het vroegste moment in het verhaal is als Egon veertien is op het jeugdkamp en het laatste moment is als Egon 43 jaar oud is en hij op drugssmokkel gaat naar Ratanak.
Tijdsverloop
Er zitten verschillende prospecties in het verhaal, een daarvan is op blz. 143 te vinden.
Arthur blikt vooruit op hoe hij zich later zal gaan voelen over de huidige situatie.
In het boek waren niet echt fragment, waarvan je kon zeggen dat het retrospecties, flashbacks of flashforward waren.
Tijdsvolgorde
Het verhaal is alles behalve chronologisch. Het gaat van het verleden naar het heden en wisselt ook erg vaak van personage, deze personages zitten dan ook vaak weer in een andere tijd dan het vorige personage.
Schrijver
Hans Maarten Timotheus is eigenlijk de echte naam van Tim Krabbé (1943), maar zijn roepnaam is gewoon Tim Krabbé. Hij is dus geboren in de oorlog en werd vooral bekend als schrijver en schaker.
Al van jongs af aan houdt Tim ervan om records te verbreken. Zo begon hij op zijn derde al cijfers op de typmachine van zijn ouders te typen die steeds langer werden. In de jaren daarna raakte Tim gefascineerd door wielrennen en is hij begonnen met voetballen en schaken. Ook daarin wilde hij zichzelf continu verbeteren. Een quote uit het binnenhof waar zijn passie voor wielrennen en schaken duidelijk wordt: ‘Wielrennen is zonder enige twijfel de mooiste sport die ik ken, en schaken het mooiste spel’.
Toen Tim ouder werd is hij journalist geworden voor onder andere Vrij Nederland. Daarna is hij boeken gaan schrijven en hiervoor werd hij geïnspireerd door de literaire werken van Willem Frederik Hermans. In meerdere boeken van Tim is dan ook de stijl van Hermans terug te vinden. Naast de stijl van Hermans is er ook nog veel uit het verleden van Tim Krabbé in zijn boeken terug te vinden: namelijk zijn passie voor schaken en wielrennen.
En wat Tim vroeger graag deed, namelijk zichzelf continu verbeteren, is nu nog te zien: hij heeft inmiddels al vele boeken geschreven en heeft voor deze boeken al verschillende prijzen ontvangen. In 2009 mocht hij zelfs het Boekenweekgeschenk schrijven.
Bron: https://www.scholieren.com/persoon/tim-krabbe
Eigen mening
Ik vond het boek SUPER leuk. Het was echt geweldig. Ik heb besloten om na mijn eerste boek van Tim Krabbe (een goede dag voor de Ezel) nog een boek van Tim Krabbe te lezen omdat hij echt goed boeken kan schrijven. En ik had gelijk. Het boek bevatte genres die bij mij pasten, het boek was best kort, er waren weinig saaie momenten… de dingen die Egon meemaakte raakten mij soms.
Het beste wat ik tijdens het lezen van het boek vond, is hoe Egon is veranderd door Axel. Hij is van een rustige jongen naar een klootzak veranderd, die uiteindelijk drugs smokkelde en vermoord werd. Het is duidelijk wat Tim Krabbe met zijn boek probeerde te vertellen; je moet namelijk op zulke mensen opletten. Ik zal het boek gemakkelijk 5 sterren geven en weet ik nu dat ik meer boeken van Tim Krabbe moet lezen. En dat ga ik ook doen, tenzij ik een andere boek vind.
Boek 3 - havo 4
Onder ijsbergen – J. Bernlef
Samenvatting
Jakob Olsen, lid van het Hooggerechtshof, gaat als waarnemer naar Groenland om daar een onderzoek in te stellen naar Jón Eira, die zijn grootmoeder vermoorde. Jón Eira kreeg 7 jaar cel maar na 2 jaar hing hij zich op in zijn cel. De Inuit (eskimo's) waren zeer verontwaardigd, zij vonden dat Jón Eira niet alleen aansprakelijk kon worden gesteld voor deze moord omdat ze met z'n allen besloten hadden Karin Esbjerg te doden en hem er voor aangewezen hadden. Maar aangezien de Deense rechtspraak geen regels kent voor collectieve schuld werd hij alleen veroordeeld tot gevangenisstraf.
In het vliegtuig ontmoet hij Nick Morello, New Yorker van Italiaanse afkomst, die in hetzelfde hotel als waar Olsen heen gaat, pianist wordt Als Olsen naar huis belt vertelt zijn vrouw hem dat zijn vader, die ernstig ziek was en in het ziekenhuis lag, overleden is. De volgende morgen kijkt hij het dossier nog eens goed na om zeker te weten dat alle kleinigheden in zijn hoofd zitten. Hij moet vandaag allerlei bezoeken afleggen, o.a. aan Åke Tass, die hem het hele verhaal vertelt. Hij vertelt dat de grootmoeder van Eira krankzinnig was geworden en daarom naar een eiland was verbannen. Toen later het eten dat naar het eiland werd gebracht wel steeds weg was maar Karin Esbjerg nooit meer at dachten de Inuit dat de boze geest in haar het opat en dat nu toch het moment wel was gekomen om haar van haar geest te bevrijden. Zodoende zou haar naam ook weer vrij komen. De Inuit geloofden namelijk dat wanneer er iemand stierf, zijn naam zolang in de lucht bleef hangen tot er weer een baby'tje geboren werd. Die kreeg dan de naam.Andere bezoeken legt Olsen af aan de gevangenisdirecteur, de burgemeester en de politiecommissaris.!
Olsen krijgt Lina Krog als tolk toegewezen. Lina Krog was vroeger de schooljuffrouw in Jakobshavn en leidt nu de plaatselijke toneelvereniging.
's Avonds komt Lina Jakob afhalen in het hotel, waar ze Nick Morello ontmoet van wie ze dacht dat hij in New York was. Van die tijd kennen ze elkaar ook. Nadat ze in een restaurant gegeten hebben gaat Olsen nog even met Lina mee naar huis. Als hij weg is draait ze een plaat die ze van Nick heeft gekregen en ze denkt aan hem hoe ze hem voor het eerst ontmoet heeft.
Olsen gaat terug naar het hotel waar hij met Nick nog even wat drinkt. Voor het eerst in al die dagen zitten ze even in de schemering, het wordt daar namelijk niet donker. Nick vertelt dat hij heimwee heeft naar New York.
De volgende dag zal Marius Sivertsen (rechter-commissaris) bij hem op bezoek komen. Hij denkt nog even aan hoe deze de eskimo's verhoord heeft, maar daar kwam niet veel uit. "Ik weet niet" en "misschien" waren veel gebruikte woorden van de Inuit. Uitgebreide beschrijvingen over het weer e.d. maar zodra de moord ter sprake kwam werd het allemaal vaag.
Olsen zoek Lina Krog op bij haar repetitie. Ze gaan koffiedrinken waarbij Olsen Lina wat nuttige suggesties geeft voor het toneelstuk. Daarna gaan ze naar Nystrup (de garnalenfabriek) waar de meeste Inuit nu werken. Lina zal dan proberen een afspraak te maken. Dat lukt: de volgende avond. Als Lina thuiskomt is Nick daar ook. Hij wil met haar naar bed, maar ze wil niet. Hij heeft zoveel gedronken dat hij dan ook direct in slaap valt. Dan gaat ze toch maar naast hem liggen. Olsen gaat de hele zaak nog eens na met Sivertsen maar daar komt hij niks verder mee.
Als hij 's avonds weer op zijn kamer is schrijft hij zijn brief aan Inge (zijn vrouw) af. Als Olsen enveloppen gaat kopen wordt hij op de terugweg meegesleurd door een oud vrouwtje. Hij koopt een beeldje met een grote symbolische waarde van haar, het is wel twee keer zo duur als in de winkel.
Uit de ontmoeting die Olsen en Lina met de mensen uit Eqe (stad waar Jón Eira woonde) hebben komt niets. 't Enige wat ze doen is bier drinken. Hij spreekt af dat hij de volgende dag met een Inuit meegaat naar Eqe, om de plaats te zien waar het allemaal begonnen is. De Inuit wonen niet meer in Eqe omdat de temperatuur van het zeewater gestegen is en zodoende een groot deel van hun woonplaats ondergelopen is. Eén van de Inuit spreekt redelijk goed Deens, dus Lina hoeft deze keer niet mee.
De volgende dag gaat Olsen eerst naar Eqe, daarna naar het eiland waar Karin Esbjerg naar verbannen was. Hier steekt Umanatsiaq hem dood (een Inuit).
Als Lina die avond het cassettebandje met het gesprek met de Inuit naar Olsen wil brengen ontmoet ze daar politiemannen die haar vertellen dat Olsen vermoord is. Ze vindt een niet afgeschreven brief van Jakob Olsen aan zijn vrouw Inge, waaruit blijkt dat hij speciale gevoelens voor Lina had.
Het toneelstuk waar ze gedurende Jakob Olsens aanwezigheid het grootste gedeelte van gerepeteerd had was een groot succes en het slot werd door iedereen uiterst verrassend genoemd. Olsen had meegewerkt aan dit slot.
Thema
Het thema vond ik cultuurbarriëre, omdat daar het verhaal om draait, daarom moest Jakob Olsen ook naar Groenland toe, anders was er nooit onduidelijkheid ontstaan in de zaak Jón Eira.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-onder-ijsbergen-door-j-bernlef-41022
Personages
De hoofdpersoon van dit boek is Jakob Olsen. Hij is een tamelijk oude rechter uit Denemarken. Hij komt naar Groenland als waarnemer, niet om te oordelen. Hij is formeel en afstandelijk. In het begin van het boek is hij nog zelfverzekerd en energiek, later, vooral nadat hij gehoord heeft dat zijn 93 jaar oude vader overleden is, wordt hij onzeker en weifelmoedig. Dan gaat hij over zijn eigen leven nadenken en komt hij er achter dat hij zijn hele leven bang is geweest voor zijn vader. Jakob wilde eigenlijk liever economie studeren, maar zijn vader (die zelf ook rechter was) had hem gedwongen rechten te studeren. Jakob heeft nooit een liefdevolle relatie met zijn vader gehad, ook tussen hen was er een grote formele afstand. Toch moet hij tot de conclusie komen, dat hij in veel opzichten erg veel op zijn vader lijkt, meer dan hij eigenlijk wil. Ook Jakobs leven verloopt koel en zakelijk met een tik op het eind. Olsen raakt verstrikt in de zaak Jón Eira en daarmee ook in zijn eigen levensvragen. Zijn zekerheden wankelen, hij vraagt zich af wie hij nu eigenlijk is en wat er van hem overblijft zonder zijn macht en gezag. Ook hij is dan alleen nog maar eenzaam. Hij is niet in staat om door te dringen in de wereld van de Inuit met zijn mythen en tradities, maar zijn eigen wereld kent hij ook niet. Hijzelf, de mensen uit zijn omgeving, de wereld zelf, het zijn allemaal ijsbergen: het grootste stuk kun je niet zien en daardoor ook niet kennen.
Lina Krog is een vrouw van een jaar of veertig. Zij kwam uit Denemarken en heeft een tijdje in New York gewoond samen met haar vriend Jim. Het werk in de seksclub leek haar eerst minderwaardig, totdat ze begreep dat je in deze stad alles kon doen omdat iedereen elkaar allang alleen had gelaten. Eerst dacht ze dat het volkomen schaamteloos was, het opgeven van iedere trots om zoiets intiems in het openbaar met een wildvreemde te doen. Tot ze begreep dat je in deze stad alles onder ieders ogen kon doen omdat iedereen elkaar al lang gelaten had en de stad niets anders was dan een kleurrijk en chaotisch decor voor ieders tocht naar de rand of de bodem van het vuilnisvat. Als Jim haar verlaat, gaat ze terug naar haar oom in Kopenhagen. Ze vindt een baan als onderwijzeres in Jakobshavn en haar ideaal wordt de Inuit-cultuur en de westerse techniek te verenigen. Maar ze neemt ontslag omdat het onmogelijk is om een cirkel in een vierkant te veranderen: het Deense onderwijs gaat aan de Eskimo-kinderen voorbij. Ze wordt tolk en leidt een eenzaam leven. Ze neigt er steeds meer toe om de Groenlandse cultuur te aanvaarden en de westerse matschappij te verwerpen (zie bijv. het toneelstuk). Als Olsen vermoord is, zegt ze tegen Morello dat ze zeker weet dat ze hier weg wil. Nick morello is voor haar eigenlijk een surrogaat voor Jim. Aan het eind van het boek lezen we dat ze zonder Nick naar Denemarken is teruggegaan om weer les te geven.
Nick Morello is een min of meer mislukte jazzpianist, die alleen nog maar platgespeelde nummers speelt. Hij is op zoek naar 'de echte melodie', maar vindt deze niet. Daarom zoekt hij troost in de drank.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-onder-ijsbergen-door-j-bernlef-50033
Tijd
De gebeurtenissen in het verhaal spelen zich in het verleden af.
De vertelde tijd is van woensdag 2 juli tot zondag 6 juli 1974, dus vijf dagen. Onder ijsbergen is een chronologisch verhaal, de kloktijd in het verhaal wordt nergens onderbroken door een flashback of door een flashforward.
Er zijn geen opvallende zaken m.b.t. de tijd, de verteltijd blijft het hele verhaal bijna gelijk.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-onder-ijsbergen-door-j-bernlef-41022
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in het vliegtuig van Denemarken naar Groenland, in de helikopter van het vliegveld naar Jakobshavn, Jakobshavn zelf waaronder het hotel, het huis van Lina Krog en Nystrup. Het speelde zich ook nog af in Eqe, op de vissersboot.
Jakob Olsen zelf behoort waarschijnlijk tot de hogere sociale klasse, omdat hij lid is van het hooggerechtshof. Het verhaal zelf speelt zich niet af in een bepaald milieu, Jakob Olsen komt met verschillende mensen in aanraking, van een visser tot een politiecommissaris, van een oud-lerares tot een pianist.
De plaats van handeling heeft zeker invloed op de gebeurtenissen, doordat het zich op Groenland afspeelt voelt Jakob Olsen zich eenzaam, hij spreekt de taal niet wat op zich hinderlijk is, hoewel hij wel een goede tolk heeft en de cultuur van de Inuit is zo verschillend met de Deense cultuur dat de rechtspraak ook niet van toepassing is op de Inuit. Als de Deense rechtspraak wel op de Inuit toegepast kon worden dan was de moord duidelijk en hoefde Jakob Olsen er niet eens heengezonden te worden.
Er is in het verhaal sprake van een symbolische ruimte. Het feit dat Jakob Olsen in Groenland zit is al symbolisch, zo'n leeg land waar de mensen hem niet begrijpen en waar hij de mensen ook niet begrijpt. Het komt overeen met hoe hij zich voelt, beetje eenzaam en heimwee.
Wat ook symbolisch is als hij voor die ijsbergen staat en niet uit de auto gaat, omdat hij ze zo ook wel zien kan. Hij voelt zich daar klein en nietig vergeleken bij die enorme ijsbergen. Het feit dat het daar altijd licht is kun je ook in verband leggen met de zaak Jón Eira, hij schiet niets op.
Schrijver
1 Biografie:
Henk Jan Marsman is op 14 januari 1937 geboren in Sint –Pancras. Zijn pseudoniem is J. Bernlef. Zijn jeugd bracht hij door in Amsterdam-West, in 1949 verhuisde het gezin Marsman naar Haarlem. Terug in Amsterdam in 1954 kreeg de jonge Henk op de HBS Nederlands van de schrijver Rob Nieuwenhuys die hem en zijn vrienden Gerard Stigter en Gerard Bron (de latere K. Schippers en Gerard Brands) in contact bracht met het werk van schrijvers als Nescio. Na zijn eindexamen in 1955 studeerde hij zes maanden aan de faculteit voor politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en werkte daarna bij een boekhandel en een uitgeverij. In het 1956, vlak voor de Hongaarse opstand, moest hij in dienst. In 1957 verbleef hij drie maanden in het militair hospitaal Austerlitz. In deze periode debuteerde hij met het onder zijn eigen naam geschreven verhaal 'Mijn zusje Olga' dat later verscheen in het blad 'Hoos'. Na zijn diensttijd trok hij in 1958 naar Zweden. Tot 1960 pendelde hij tussen Nederland en Zweden heen en weer. Toen hij terug in Amsterdam was werkte hij tot 1965, daarna besloot hij van schrijven zijn beroep te maken, bij een grote importeur van boeken. In 1977 was hij betrokken bij de heroprichting van 'Raster', een blad waarvan hij tijdje redacteur was. Als criticus schreef hij ook af en toe stukken voor kranten en tijdschriften, zoals 'De Groene Amsterdammer'. Hij heeft voor het pseudoniem Bernlef gekozen, een blinde Friese dichter uit de achtste eeuw, om verwarring te voorkomen met de in 1940 overleden H. Marsman. Hij vond de naam Bernlef alleen was pompeus dus plaatste hij de letter J. ervoor.
2 Belangrijke titels:
Bernlef heeft 73 boeken op zijn naam staan, dit zijn enkele belangrijke en recente op chronologische volgorde:
Kokkels 1960
De dood van een regisseur 1968
Sneeuw 1973
Meeuwen 1975
Onder ijsbergen 1981
Hersenschimmen 1984
Publiek geheim 1987
Vallende ster 1989
Eclips 1993
Vreemde wil 1994
Cellojaren 1995
Boy 2000
( zie bijlage voor complete lijst van boeken van J. Bernlef.)
3 Thematiek
De thema’s die J. Bernlef in velen van zijn boeken heeft gebruikt zijn: Vergeten, verdwijnen, zwijgen, waarnemen en toe-eigening. Deze thema’s gebruikte hij ondermeer in romans, poëzie, kort verhaal, toneel en essay. Hij heeft waarschijnlijk deze thema’s gekozen omdat hij op deze manier de geest van de nieuwe cultuur in tradities van Musil, Valery, Borges en Nabokov kon vereren. De thema’s hebben ook betrekking tot zijn dagelijks leven. Bernlef vind namelijk dat mensen veel dingen uit hun verleden vergeten. Hij vindt dat het leven betekent langzaam in een gat vallen. Hiermee wil hij zeggen dat je dingen uit je verleden vergeet, en die moet je doormiddel van foto’s weer zien terug te halen.
4 Stijl
De stijl van Bernlef is nuchter, maar hiermee word niet bedoelt dat hij een koude schrijver is. Bernlef geeft juist een opvallend levendige voorstelling van het leven. Hierbij gaat hij ook op een spelende manier in details over het onderwerp dat aan de orde komt in zijn boek. Hij gebruikt daarbij geen theorie of filosofische bronnen uit het leven, maar liever hoe hij er zelf over denkt.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/biografie-nederlands-j-bernlef-32702
Eigen mening
Het boek werd mij aanbevolen door een klasgenoot, dus dacht ik; ‘’ waarom niet? ‘’. Maar ik denk dat het een fout was, het boek vond ik erg moeilijk om uit te lezen vanwege veel saaie momenten waarin niet echt iets gebeurde. Ik vond de stijl van het boek wel origineel, Eskimo’s en moord. Maar ik vond het wel jammer dat grotendeels het boek ook over liefde ging. Dat is helemaal niet mijn genre, al helemaal als het boek best veel bladzijdes heeft. Ik denk dat ik het boek maximaal 2 sterren zal geven, het was voor mij echt behoorlijk moeilijk om uit te lezen en het duurde het langst van alle boeken omdat ik gewoon geen zin in had. Het boek was kortom saai.
Boek 4 - havo 4
Mama Tandoori - Ernest van der Kwast
Samenvatting
Het verhaal speelt zich 10-15 jaar geleden af toen Erenst nog jong was. Het verhaal heeft 10 hoofdstukken en elke hoofdstuk heeft ongeveer een ander verhaal.
Twee koffers
In dit hoofdstuk wordt er verteld hoe de moeder van Ernest van der Kwast, Mama Tandoori, met twee koffers uit India naar Nederland kwam. In de koffers zaten sieraden en de koffers werden geruild voor huizen.
De laatste mond
In dit hoofdstuk wordt er verteld over de drie voorpagina’s van kranten waar de moeder van Ernest op staat, er is een goeie voorpagina en twee slechte. De trotse voorpagina is de pagina uit de Times of India waar zij naast het sterfbed van een bekende filmster stond, als verpleegkundige. Een van de slechte voorpagina’s komt uit het NRC handelsblad en was dat zij in rare kleding zwaaiend met de donderdagkrant in haar hand aan tafel zat in het restaurant Popocatepet. De laatste voorpagina, komt uit de krant De Ster van Kralingen, in het voorstukje stond dat de moeder van Ernest al meer dan twintig jaar boodschappen deed bij Den Toom en dat ze graag de allerlaatste klant had willen zijn, maar dat iemand anders haar voor was.
Geschenk van God
Het begint met hoe de moeder van Ernest de kapitein Rajesh Mudgal verzorgde, die na een operatie niet meer op zee kon. De moeder van Ernest werd verliefd op Rajesh Mudgal. De vader van Rajesh Mudgal was niet blij over dat zij samen waren en verjaagde haar met het bericht dat ze niet meer terug moest komen. De moeder van Ernest komt ook niet meer terug voor Rajesh, want ze was al getrouwd met de vader van Ernest. Al snel was het eerste kindje geboren, Ashirwad. Helaas kreeg Ashirwad een epilepsieaanval die zijn leven veranderde, Ashirwad was gehandicapt geworden. De moeder van Ernest gaf de hoop nooit op dat hij beter zou worden. Aan het einde vertelde Ernest dat hij een verhaal over Ashirwad in zijn boek schreef, de moeder zij dat hij alles mocht vertellen en veranderen maar niet dat zij de hoop opgaf, maar dat deed ze nooit.
Gratis is goed Ernest ging met zijn broertje en zijn moeder naar Frankrijk toe om Ashirwad weer normaal te maken. Het verhaal begint dat ze gaan reizen. De moeder van Ernest wil dat zo goedkoop mogelijk doen. Toen ze in Lourdes waren had de moeder van Ernest een tactiek bedacht dat ze eerder voor in de rij konden staan. De moeder van Ernest had een rolstoel gestolen en zetten Ashirwad in de rolstoel. Het plannetje was gelukt en ze stonde voor in de rij. Het plannetje was gelukt en toen de moeder van Ernest de muur aan raakte sprak ze een aantal indiaanse spreuken uit, Ashirwad werd nieuwsgierig en probeerde haar na te doen. Er begonnen heel veel mensen te klappen omdat ze dachten dat Ashirwad beter was geworden. Maar helaas had Ashirwad niks aan zijn benen maar in zijn hoofd het was niet gelukt. Ze gingen dus maar weer terug naar Nederland.
De Superintendent
Het hoofdstuk begint met een stukje over Ernest’s zijn geboorte en over de jaren als kleuter. Ernest ging een dagje op bezoek bij oom Abhimanyu Sharma. Daarna gaat het verhaal over de jeugd van oom Sharma wat hij allemaal had gedaan. Oom Sharma, wilde acteur worden. Abhimanyu ging na zijn moeilijke jeugd naar Bombay toen hij zeventien jaar oud was, om acteur te worden. Het was niet echt iets geworden maar hij speelde wel wat rollen in een paar films. Abhimanyu Sharma overlijden toen hij met zijn dochter naar een theatervoorstelling ging met acteurs uit Bombay. Aan het einde van de voorstelling dacht zijn dochter dat hij aan het slapen was maar hij was overleden.
De Indiase droom
Toen Ernest een kind was vroeg hij zich hij zich af waarom er zeven bekers op zijn moeders nachtkastje lagen. Dat kwam doordat zijn moeder veel talent had in rennen. Ernest had ook een groot talent voor atletiek. Toen Ernest in 5-gymnasium zat kwam hij elk weekend thuis met een beker of een medaille van een atletiek wedstrijd.
Toen hij een kans kreeg om India te vertegenwoordigen in internationale competities. Toen de kans aangeboden door een vertegenwoordiger van de Athletics Federation of India te worden stuurde de moeder van Ernest hem weg met een deegroller. Zij wilde dat hij studeerde in plaats van atletiek op topniveau.
Bij de dood van oma Voorst
Johanna van der Kwast, is de omar van Ernest en ze is dement. Zoals in de titel staat gaat oma Voorst dood. De moeder van Ernest is van te voren al aan het speuren naar de erfenis en laat een document tekenen waardoor de moeder van Ernest recht heeft op de keuken van oma Voorst. Soms ziet oma Voorst haar echtenoot, Albrecht van der Kwast, in de vorm van een raaf, die af en toen op het balkon komt. De familie van der Kwast is geen hechte familie. Het hoofdstuk sluit eindigt met de begrafenis van oma Voorst, waar de moeder van Ernest nog opa Luxemburg zier en verteld dat zij recht heeft op de keuken van oma Voorst.
Bij de dood van oma Voorst
Johanna van der Kwast, is de omar van Ernest en ze is dement. Zoals in de titel staat gaat oma Voorst dood. De moeder van Ernest is van te voren al aan het speuren naar de erfenis en laat een document tekenen waardoor de moeder van Ernest recht heeft op de keuken van oma Voorst. Soms ziet oma Voorst haar echtenoot, Albrecht van der Kwast, in de vorm van een raaf, die af en toen op het balkon komt. De familie van der Kwast is geen hechte familie. Het hoofdstuk sluit eindigt met de begrafenis van oma Voorst, waar de moeder van Ernest nog opa Luxemburg zier en verteld dat zij recht heeft op de keuken van oma Voorst.
In India
Dit hoofdstuk gaat over de reis van Ernest naar India, hij gaat op bezoek bij twee tantes. De eerste tante die hij bezoekt is tante Sitara, zij is net iets minder erg dan zijn moeder. Ernest ziet een hele armoedige kant van India. De tantes lijken veel op zijn eigen moeder. Ernest was in het verhaal al bezig met dit boek.
In Italie
Dit hoofdstuk is het slot en schrijft het aan zijn zoon van zeventien maanden oud. Zijn vriendin en zoon wonen in Italië en Ernest woont in Nederland. In de laatste pagina vertelt hij dat de moeder van Ernest op bezoek komt, met de vliegtuig en dan lopend omdat de taxi te duur is.
Thema
Mama tandoori gaat over Ernest die moet worstelen om met zijn moeder moet leven.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-mama-tandoori-door-ernest-van-der-kwast-74184
Personages:
Personages:
Mama Tandoori: Komt uit India, hamstert veel, heeft drie zoons, atleet geweest.
Rajesh Mudgal: Werd verzorgd door Mama Tandoori, was op Arabische zee ziek geworden (bulten op zijn hele lichaam), komt uit rijke een erg rijke familie, was verliefd op Mama Tandoori.
Theo van der Kwast: Getrouwd met Mama Tandoori, patholoog analoog, ergert zich soms aan het hamsterende gedrag van Mama Tandoori.
Ashirwad van der Kwast: Eerst geboren zoon van Mama Tandoori en Theo (trots van de familie), verstandelijk gehandicapt.
Johan van der Kwast: Tweede geboren zoon van Mama Tandoori en Theo.
Zuster Johanna: Hielp pelgrims het heilige water in bij de heilige Maria van Bernadette Soubirous in de grot in Lourdes.
Ernest van der Kwast: Derde geboren zoon van Mama Tandoori en Ernest, geboren in het Jagjivan Ram Railway Hospital in Bombay, ik-persoon.
Oom Sharma: Rookte en Ashirwad, Johan en Ernest mochten niet in zijn buurt komen daardoor, speelde als bollywoodster in meer dan tweehonderd films.
Mister Kumar: Vertegenwoordiger van Athletics Federaion of India.
Johanna van der Kwast: Oma van Ashirwad, Johan en Ernest, woont in Voorst, daarom word ze Oma Voorst genoemd, ziet haar man Albrecht soms als een zwarte raaf op het balkon.
Opa Luxemburg: De grote concurrent van Mama Tandoori, hij heeft net als Mama Tandoori recht op erfenis.
Albrecht van der Kwast: De dode echtgenoot van Johanna (oma Voorst), word door haar gezien als een zwarte raaf op het balkon.
Helbert van der Kwast: De oom van Ernest, vertrok ineens naar Canada om miljonair door de landbouw te gaan worden, eindigde later als technische analist in een laboratorium in Ottawa.
Willem van der Kwast: Ander familielid uit Nederland, keek in iedere stad of er mensen waren met dezelfde achternaam, om zo Helbert te kunnen vinden, in Vancouver vond hij Helbert.
De vrouw van Johan: Johan kwam haar tegen toen hij onderzoek deed in Marokko, ze was moslims.
Tante Sitara: De milde versie van Mama Tandoori, heeft haar zoon verloren.
Tante Jasleen: De moeilijkere versie van Mama Tandoori.
De zoon van Ernest: 17 maanden, laatste hoofdstuk gaat over hem.
De vrouw van Ernest: Woont in Italië.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-mama-tandoori-door-ernest-van-der-kwast-73203
Vertelperspectief
Je beleeft het verhaal door de ogen van Ernest, die tevens ook de schrijver van het boek is.
Omdat het boek gebaseerd is op de waarheid kan er moeilijk een alwetende verteller zijn,
want je kunt nooit weten hoe iemand anders dan de Ernest (door wie zijn ogen je het verhaal
beleeft) anders over de gebeurtenissen denkt. Het is daarom ook een Ik-verteller. Die vanuit
zichzelf spreekt.
Bron: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-mama-tandoori-door-ernest-van-der-kwast-82071
TIjd en ruimte:
Tijd en ruimte
Het verhaal speelt zich af in de periode van de 70-er jaren tot 2010, en het teruggrijpen in fragmenten naar de jeugd van de moeder in de 50-er jaren. Het start met de
ontmoeting van de vader en moeder in de bibliotheek van de universiteit en het eindigt in de
huidige tijd. Dat blijkt uit dat Ernest een kind heeft en in Italië woont.
De vertelde tijd is ongeveer 40 jaar.
Het verhaal begon in de 70-er jaren en het eindigde in 2010.
Eigen mening:
Eerlijk gezegd vond ik Mama Tandoori een grappig boek. Sommige momenten daarin waren hilarisch. Het boek heeft mij grappige verhalen aangeraden, maar ik weet zeker dat ik die niet ga lezen. Er waren mooie momenten in het boek, maar het boek zelf vond ik niet best. Het boek heeft mij aangesproken omdat het best origineel was, en ik zulke boek niet had verwacht. Definitief een leuk boek!
Boek 5 - havo 4
Het diner – Herman Koch
Samenvatting:
Paul Lohman, zijn broer Serge en hun vrouwen Claire en Babette zitten aan een diner in een chic restaurant. Serge is de lijsttrekker van een grote partij en is de grote kanshebber voor het presidentschap. Ze hebben het over allerlei onderwerpen, maar eigenlijk zouden ze het maar over een ding mogen hebben. Hun zoons Michel en Rick hebben een zwerfster vermoord. Daarna zijn ze op Opsporing Verzocht geweest en hun ouders hebben hen herkend. Ook Beau, Rick ’s adoptiebroer, weet dat hun het gedaan hebben en wil €3000, - van hen zodat hij zwijgt. Serge wil zich niet meer verkiesbaar laten stellen zodat zijn zoon kan bekennen. Paul en Claire zijn daar fel tegen, omdat de toekomst van hun zoon er dan aangaat. Als Serge een persconferentie wil houden slaat Claire een glas wijn tegen zijn gezicht. Hierdoor raakt hij gewond en hij gaat door voor het presidentschap. Deze wint hij echter niet. Op dezelfde avond vermoordt Michel Beau om hem tot zwijgen te brengen.
Thema:
De thema’s zijn familie en moord. Familie omdat Paul veel van zijn zoon Michel houdt, maar hij een beetje een hekel heeft aan zijn broer Serge. Paul heeft veel over voor zijn zoon en hij wil alles verbergen zodat Michel zijn toekomst niet verpest wordt. Serge heeft ook veel over voor zijn zoon, hij wil aftreden zodat zijn zoon kan opbiechten wat ze hebben gedaan.
Hoe ver ga je om je familie te beschermen voor wat ze hebben gedaan en wat doe je als je het niet met ze eens bent?
Moord omdat Michel en Rick een zwerfster hebben vermoord, en alles in het verhaal daar om draait, als ze de zwerfster niet hadden vermoord, zouden ze nooit hoeven te dineren, en zou ook Beau niet vermoord hoeven te worden.
Personen:
Paul Lohman is getrouwd met Claire en heeft met haar een zoon, Michel. Paul heeft een ziekte/aandoening/stoornis die hij niet bij naam noemt. [De psycholoog had een naam genoemd. Een Duits klinkende naam. (Pagina 192)]
Om deze reden is hij ook ontslagen van zijn beroep als geschiedenisleraar op een school waar hij ook de naam niet van geeft, dit doet hij bij nog meer dingen, zoals het restaurant en het station. Hij zegt dit soort dingen niet omdat hij het niet nodig vind. Paul kan agressief worden als het over Michel gaat of over mensen die dingen van hem weten waarvan hij niet wilt dat ze die dingen weten. Hij denkt erg veel na over dingen en hij heeft een sterke mening.
Paul mag zijn broer Serge niet zo erg. Hij vindt het irritant dat Serge doet alsof hij bij de gewone mensen hoort, terwijl iedereen hem kent en iedereen anders tegen hem doet.
Serge Lohman is getrouwd met Babette en ze hebben drie kinderen, twee biologische, Rick en Valerie en een geadopteerde zoon uit Burkina Faso, Beau. Hij is de broer van Paul. Hij is een bekende politicus en een kanshebber voor het minister-presidentschap. Als Serge iets wil, dan wil hij dat gelijk. [‘Maar ik heb nú honger,’ zegt Serge. ‘Ik moet nú iets eten.’ (Pagina 59)]
Nadat Claire een glas wijn in zijn gezicht heeft kapotgeslagen heeft hij een aantal littekens opgelopen. Hierdoor had hij een tijdje een baard laten staan. Volgens Paul is dit de reden dat Serge de verkiezingen niet gewonnen heeft. Je weet niet van Serge of hij Paul wel mag, volgens mij is mag Serge Paul wel, alleen vindt hij hem soms raar doen.
Michel Lohman is de zoon van Paul en Claire en hij is vijftien jaar oud. Samen met zijn neef Rick heeft hij een zwerfster vermoord, hij was de leider en Rick de volgeling. [Michel was de leider van de twee, Michel deelde de lakens uit, Rick was het volgzame watje. (Pagina 163)]
Michel lijkt op zijn vader en hij is net als hem agressief, want hij heeft de zwerfster en Beau vermoord. Het kan zijn dat Michel dezelfde ziekte als zijn vader heeft, dit staat in het rapport van de vruchtwaterpunctie, alleen heeft Paul dat rapport niet verder door gelezen waardoor hij niet weet of zijn zoon die ziekte ook heeft.
Bij zijn geboorte is Michel bijna doodgegaan, en daardoor zijn ze erg voorzichtig met hem en beschermen ze hem zo veel mogelijk. Zijn ouders hebben alles voor hem over.
Perspectief:
Het standpunt is vanuit ik- verteller. Dit is Paul Lohman. Daardoor kom je er ook pas een stuk later achter hoe hij heet, terwijl je veel andere namen al weet. Het is wel zo dat je veel meer over hem weet, dan over alle andere personages en dat je zijn mening over alles weet. Als het vanuit een ander standpunt was geweest, dan had het veel verschil gemaakt. Nu kom je alles in de loop van het verhaal te weten en anders was het waarschijnlijk zo geweest dat ze daarmee begonnen waren. Door dit vertelstandpunt ben je nieuwsgierig naar wat er nou precies gebeurd is.
Tijd + ruimte:
In het grootste deel van het verhaal zitten ze in het restaurant, te dineren. Dit restaurant heeft geen naam. Het begint in een café en er zijn een aantal flashbacks naar het huis van Paul en Claire huis, het pinhokje, het station en de omgeving eromheen waar de moord heeft plaatsgevonden, deze plaatsen zijn allemaal in Amsterdam. Ook zijn er een aantal flashbacks van het vakantiehuis van Serge en Babette in Frankrijk. Tegenwoordig zijn er overal camera’s aanwezig en wordt alles gefilmd, zo ook wat Michel en Rick hebben gedaan bij het pinhokje, later wordt verteld dat dit te zien was in Opsporing Verzocht.
Eigen mening:
Ik vond het boek eerlijk gezegd een van de saaiste boeken die ik ooit heb gelezen. Ik was meer op zoek naar ‘’detective’’ genres, en dit boek werd mij aangeraden. Dan zei mij instinct tegen mij dat ik juist deze boek moest hebben, omdat het mij interessant bleek. Maar de plot van het boek was niet origineel, makkelijk te verwachten en het boek draaide heel langzaam. Ik wist wat er in het boek zou gebeuren, ik wist hoe de personen in het boek zich zouden gedragen, en ik wist hoe het boek af zou lopen. Daarnaast waren er veel onrealistische momenten in het boek, zoals het gedrag van Michael en zijn werkwijze. Ik geef het boek 1 van de 5 sterren, en ik zou het boek aan niemand aanraden.
BRON: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-het-diner-door-herman-koch-74078
Boek 6 - havo 4
De tweeling – Tessa de Loo
Samenvatting:
Deel 1: Interbellum
De tweeling gaat over een tweeling die op hun zesde van elkaar gescheiden wordt, nadat hun vader overleden was. Lotte wordt ondergebracht bij de familie Rockanje in Nederland en Anna gaat naar haar oom Heinrich aan de rand van het Duitse Teutoburgerwald. Lotte’s oom heeft sterk socialistische sympathieën terwijl Anna’s oom boers en streng katholiek is.
Na 70 jaar van elkaar gescheiden te zijn, waarin ze elkaar nauwelijks hebben gezien, ontmoeten ze elkaar weer in het Thermaal Instituut Spa. Daar vertellen ze elkaar hoe ze de oorlog beleefd hebben.
Anna vertelt dat ze hard moest werken op de boerderij van haar oom, geterroriseerd door haar stiefmoeder, Martha Hohnekop. Op een gegeven greep de kinderbescherming in en werd ze in een klein clarissenklooster geplaatst waar ze erg gelukkig was. Na een tijd keerde ze terug en hielp de plaatselijke pastoor om de BDM (Bund Deutscher Mädel) te ontbinden. Toen stuurde de pastoor haar naar de huishoudschool, waarna ze in dienst werd genomen door Frau Stolz. Frau Stolz ontdekte dat Anna nog nooit ongesteld was geweest en ze nam haar mee naar een dokter. Die ontdekte dat haar baarmoeder gekanteld was door het zware boerderijwerk. Haar baarmoeder werd rechtgezet en ze kreeg pillen waardoor ze vruchtbaar werd. Anna had inmiddels ruzie met haar oom en tante, omdat haar oom jarenlang op de voogdijakte had ingevuld dat ze zwakzinnig was.
Lotte vertelt hoe haar vader geobsedeerd was door de perfecte geluidsinstallatie. Hij kocht platen bij het leven, wat in huis vaak leidde tot ruzies. Lotte kon erg goed zingen en mocht solo zingen op de radio, wat bij haar vader tot jaloezie leidde. Op een gegeven moment kreeg Lotte’s vader een ongeluk waarna hij ernstig ziek werd.
Deel 2: Oorlog
Anna vertelde dat ze wegging bij Frau Stolz en ging werken bij Frau von Garlitz. Ze verloofde zich met Martin, een Duitse soldaat. Inmiddels was de familie von Garlitz drie keer gevlucht. Ook hoorde ze hoe een aantal militairen het idee hadden om Hitler te doden, maar dit plan faalde. Toen Martin opnieuw verlof kreeg trouwden ze in de Karlskirche waarna ze een poosje gelukkig waren. Toen Martin in de oorlog stierf ging Anna als Rode Kruiszuster in een lazaret werken.
Lotte vertelt dat ze bijna verloofd was geweest met David, een liedjeszanger, maar hij was Joods en werd opgepakt en weggevoerd. Daarna was het met Lottes zangcarrière gedaan. Er kwamen een aantal onderduikers in huis, terwijl er steeds minder eten was. Lotte ging op weg naar Deventer om graan te halen.
Deel 3:Vrede
Hitler was dood en de oorlog was bijna voorbij. Anna werd overgeplaatst naar een ander lazaret waar weinig te eten was en ze gevangen gehouden werd door de Amerikanen. Toen ze vrij gelaten werd ging ze naar het graf van Martin.
Lotte’s adoptiemoeder werd opgenomen, omdat haar zenuwen zich eindelijk konden ontspannen na jaren van oorlog en Lotte volgde een opleiding tot sociaal werkster.
Aan het eind van het verhaal sterft Anna liggend in het veenturfbad.
Thema:
Een tweeling die gescheiden wordt door oorlog en die ondanks zeer verschillende opvattingen elkaar toch weer weten te vinden.
Het eten laat de oorlog zien, waardoor tegenstellingen zijn ontstaan tussen een tweeling, maar uiteindelijk vindt de tweeling elkaar toch weer.
Personages:
Anna Grosalie (voorheen Bamberg)
Over het uiterlijk van Anna wordt in het boek niet veel gezegd. In het begin wordt gezegd dat ze als klein kind donker haar had. Als ze bejaard is heeft Anna dit haar kortgeknipt, maar het is niet duidelijk of het nog steeds zwart is, of dat het inmiddels grijs geworden is. Anna heeft lichtblauwe ogen. In het begin van het boek is Anna zes jaar oud en op het einde, als ze overlijdt, 74 jaar. In het begin moet Anna werken op de boerderij van haar oom. Later volgt ze een opleiding tot huishoudster en werkt bij Frau Stolz en later bij Frau von Garlitz. Als haar man, Martin, overlijdt gaat ze werken in een lazaret als Rode Kruiszuster. Dit moest ze van hem doen, omdat hij bang was dat ze anders uit verdriet een eind aan haar leven zou maken. Als ze anderen hielp zou dat volgens hem niet gebeuren.
Anna heeft een nogal dominant karakter, ze wil graag haar zin doordrijven en iets te zeggen hebben. In het begin komt deze karaktertrek nog niet zo tot uiting, omdat die onderdrukt wordt door achtereenvolgens haar tante en Frau Stolz. Ze is wel intelligent en wil erg graag leren, maar ook dat staat haar tante in het begin niet toe. Deze karaktertrek komt vooral tot uiting als ze boeken mag gaan lezen van de man van Frau Stolz.
Er is sprake van een round character, omdat Anna in het verhaal meerdere karaktertrekken heeft en ook een aantal karakterveranderingen ondergaat.
Citaat 1:
“Ze begon haar schort uit te trekken. ‘Maakt u zich geen zorgen, Frau Stolz, uw vensterbank, uw cactussen, uw plinten, ik zal ze met geen vinger meer aanraken, ik beloof het u.’ ‘Je moet toch een beetje kritiek kunnen verdragen,’ zei Frau Stolz. Anna keek naar de cactussen – inventariseerde de hele kamer, alle voorwerpen die door haar handen waren gegaan en die, nu het erop aankwam, partij kozen voor Frau Stolz. ‘Ik kan zo niet werken,’ zei ze toonloos, ‘deze kleingeestige orde, het Pruisische plichtsgevoel, er is voor mij geen plaats hier. Zet me midden in de woestijn en ik leg een prachtige tuin voor u aan… maar wel op mijn manier.’ ‘Ah…’ Frau Stolz ging een licht op, ‘je wilt hier de lakens uitdelen!’ Anna bekeek haar, ineens van een duizelingwekkende afstand. Voor het eerst en voor het laatst bekeek ze haar goed, Frau Stolz, zoals ze daar stond, een forse rechthoekige vrouw. Daar stond ze, precies zoals ze was, in haar schokkende beperktheid. De vrouw dacht koortsachtig na; het bedenken van een toepasselijke genadeslag, die haar in staat zou stellen haar waardigheid te handhaven, kostte haar veel moeite. ‘Weet je wat ’t is met jou: je hebt het te hoog in je bol…’ ze rukte het schort uit Anna’s handen, ‘jij zult niet rusten voordat je bij Bayer in de banketzaal door twee knechten bediend wordt.’” (blz. 157-158)
Aan dit citaat kun ze zien dat Anna een erg dominant karakter heeft en niet gemakkelijk onder iemand kan werken als ze dat niet op haar eigen manier mag.
Citaat 2:
“Over de rand van haar borduurwerk heen had ze al tientallen malen naar de notehouten boekenkast geloerd, waarin boek als kleinoden achter glas werden bewaard. Ze kon de verleiding niet langer weerstaan: ‘Herr Stolz, Entschuldigung, zou ik…?’ met haar borduurnaald wees ze in de richting van het heiligdom, ‘…zou ik eens een boek mogen lezen?’” (blz. 132)
Hier lees je dat Anna graag wil leren en erg intelligent is.
Citaat 3:
“Elke spier in Lottes lichaam zette zich schrap. Nu ook nog bekeken te worden! Die familiariteit wekte haar weerzin – ze werd ergens ingezogen en miste de kracht tegen die zuiging in te gaan. Maar vierenzeventig jaar geleden vrijwel tegelijkertijd uit dezelfde moeder geboren te zijn was iets waarvoor ze niet weg kon lopen, hoe geraffineerd het verdringingsmechanisme dat ze in de loop van een halve eeuw had ontwikkeld ook functioneerde. Twee schrandere, lichtblauwe ogen keken haar nieuwsgierig en een beetje ironisch aan. ‘Je bent een echte dame geworden,’ stelde Anna vast. ‘Nog altijd zo slank en met dat opgestoken haar… sehr schön, muss ich sagen.’ Lotte keek gereserveerd naar Anna’s weelderige gestalte en naar het kortgeknipte haar, dat haar iets jongs en tegendraads gaf.” (blz. 29)
Hier lees je dat Anna lichtblauwe ogen heeft en dat ze 74 jaar oud is. Ook zie je dat ze kortgeknipt haar heeft en dat hier niet gezegd wordt welke kleur dat haar heeft.
Lotte Goudriaan (voorheen Bamberg)
Qua uiterlijk weten we ook over Lotte niet veel. Net als bij Anna wordt terloops genoemd dat ze blond haar heeft en wat molliger is dan Anna. Ze heeft dezelfde leeftijd als Anna, wat logisch is bij een tweeling, en is in het begin van het boek 6 jaar oud en aan het einde 74 jaar oud. Lotte komt terecht bij haar Nederlandse oom. Ze wordt in het begin onderdrukt door hem, maar mag van haar pleegmoeder in een koortje zingen. Aan het einde van het verhaal volgt Lotte een opleiding tot maatschappelijk werkster. Lotte was bijna getrouwd met David, een liedjeszanger, maar hij werd opgepakt en afgevoerd.
Lotte heeft veel doorzettingsvermogen en als ze eenmaal iets aan het doen is zet ze ook echt door. Zo gaat ze op reis om eten te halen en als ze het eenmaal heeft beschermt ze het eten met haar leven. Ze is ook erg muzikaal, want ze heeft een prachtige stem en mag soms zelfs solo zingen voor de radio. Nadat David opgepakt is, is het door de schok echter met haar zangcarrière gedaan. Als Lotte Anna in Spa ontmoet wordt ze steeds vijandiger tegen haar, omdat Anna volgens haar probeert om de daden van de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog goed te praten.
Er is bij Lotte sprake van een round character, omdat ze meerdere karaktertrekken heeft en een karakterverandering ondergaat.
Citaat 1:
“De brug werd zwaar onder vuur genomen, hij kreunde dwars door het helse kabaal heen. Vanuit een ooghoek zag ze dat een van haar zakken geraakt werd, als een kolonne mieren begon het graan eruit te stromen. Haar adem stokte: terwijl de granaten in het rond vlogen kroop de Duitser ernaar toe om, met een zorgzaamheid alsof hij een gewonde soldaat verbond, het gat met een touwtje dicht te knopen. De Spitfires cirkelden nog eens over de brug en verdween, een naargeestige stilte achterlatend. Onder de brug stroomde de IJssel onaangedaan verder. Verfomfaaid krabbelde Lotte overeind – ze leefde nog en alles ging gewoon verder. De Duitser hevelde het graan over naar de fietstassen. Zijn behulpzaamheid bracht haar zo in verwarring dat ze hem in zijn eigen taal bedankte. ‘U doet me aan mijn vrouw denken,’ zei hij weemoedig, ‘we hebben twee kleine kinderen… Ik kijk met verlangen en angst uit naar het eind van de oorlog… Hamburg is zwaar gebombardeerd, ik weet niet of ze nog leven… ‘Het graan, het graan… alleen het graan was van belang. Ze zette haar tocht voort. Langs de weg van Apeldoorn naar Amersfoort vlamden tussen het eeuwige groen van de dennen de loofbomen oranje en geel op.” (blz. 325)
Hier lees je dat Lotte, zelfs nadat ze bijna gebombardeerd is, toch doorzet om het graan naar huis me te nemen en dus erg veel doorzettingsvermogen heeft.
Citaat 2:
“Geleidelijk verdrong de zang het stotteren; het genot van het zingen was groter dan de angst voor de eerste letter. Haar lichaam groeide en haar stem groeide mee – eigenlijk was haar stem altijd iets ouder dan zijzelf. Toen ze werd toegelaten tot een befaamd bakvissen koor hoorde alleen haar stem daarin thuis. Het koor stond onder leiding van Catharine Metz, een donkere, melancholieke vrouw met een donzig snorretje dat ze soms afschoor maar vaker, uit onverschilligheid, liet staan – de tere haartjes trilden mee op haar vibrato. Er waren nog vergeelde kranteartikelen over haar zangcarrière, waaraan een abrupt einde was gekomen door de ziekte van haar vader.” (blz. 82-83)
Hier lees je dat Lotte erg muzikaal was.
Citaat 3:
“Lottes ogen fonkelden. ‘Je draait de zaak mooi om, Anna,’ zei ze met een vijandig lachje, ‘dit is wel het fraaiste argument dat ik ooit heb gehoord om de Duitsers vrij te pleiten.’ Driftig stond ze op. ‘Laat mij maar afreken,’ zei ze uit de hoogte. Ze tilde haar jas van de stoelleuning en liep onvast op de juffrouw bij de kassa af. Ai, de wandeling had zich lelijk vastgezet in haar kuiten. Anna stond in paniek op. Waarom was Lotte ineens zo gepikeerd? In alle oprechtheid had ze haar ideeën ontvouwd. Die waren niet zomaar, klakkeloos, tot stand gekomen: over de stapel boeken die ze gelezen had om al die lugubere patronen te doorgronden zou je niet heen kunnen kijken. Het was twijfelachtig of Lotte zich ooit de moeite gegeven had zich zo grondig te documenteren. ‘Lotte,’ riep ze, ‘wacht even…’ ‘Ik ben moe,’ zei haar zuster over haar schouder. Ineens zag ze er heel oud en fragiel uit. ‘Ik geloof dat ik werkelijk heel erg moe ben.’” (blz. 147)
Hier zie je dat Lotte nogal vijandig wordt van Anna’s pogingen om de Duitsers vrij te pleitten.
Perspectief:
Bij de tweeling is sprake van een meervoudig perspectief en er is ook sprake van twee verschillende soorten vertellers. In het gedeelte waar Anna en Lotte elkaar ontmoeten in Spa (1) is sprake van een auctoriale verteller. Dit kun je zien, omdat de verteller op de hoogte is van de gedachtes van alle personages, in dit geval Lotte en Anna. Ook is het verhaal verteld in de derde persoon enkelvoud.
Bij de geschiedenis over de Tweede Wereldoorlog (2) is zowel bij Anna als bij Lotte sprake van een personale verteller. De verteller kent bij Lottes verhaal alleen de gedachtes van Lotte en bij Anna’s verhaal alleen de gedachtes van Anna. Bij de verhalen over de Tweede Wereldoorlog wordt ook gesproken in de derde persoon enkelvoud.
Tijd + ruimte:
Historische tijd:
Het grootste gedeelte van dit boek speelt zich af vlak voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Dit kun je zien doordat het boek is opgedeeld in drie verschillende delen; Interbellum, Oorlog en Vrede. Hieraan kun je zien dat het boek zich afspeelt in de oorlog. Je weet dat het gaat om de Tweede Wereldoorlog, omdat Adolf Hitler in dit boek genoemd wordt. Een klein gedeelte van het boek speelt zich af in het jaar 1990. Lotte en Anna werden in 1922 gescheiden, ongeveer op hun zesde. Ze zijn op het moment van vertellen 74 jaar oud, dus de ontmoeting in Spa speelt zich af in 1990.
Ruimte:
Een belangrijke ruimte voor zowel Anna en Lotte is het voormalig casino waar zij woonden voordat ze gescheiden werden. Dit casino stond in Keulen, hun geboortestad. Het casino heeft een grote bibliotheek waar in gotische letters ‘kennis is macht’ boven staat. Verder zijn de gangen groot en van marmer en zijn er grote zuilen. De hal is rond en er is een groot glas-in-loodraam. Ook is er een foyer met een buffet met koperen kranen en kristallen kroonluchters.
Buiten is een witte gevel met een dubbele, gelakte deur met een koperen deurbel en betraliede ramen. Vroeger was buiten een straat met keien maar later is de straat geasfalteerd.
Eigen mening:
Het was een super interessant, indrukwekkend en spannend boek. Het ging over oorlog, een genre dat ik waardeer en dat ik zeer interessant vind. De gebeurtenissen in het boek gaven echt aan hoe slecht de situatie in de oorlog was, en hoe ‘’brainwashed’’ mensen waren. Anna en Lotte, 2 vriendinnen, waren daarvan een voorbeeld – doordat Anna relatie had met een SS’er, had ze haar beste vriendin, Lotte, verloren. Anna was daar niet mee eens en deed haar best om het contact opnieuw op te bouwen, zelfs tijdens de oorlog. Het raakte mij echt, wat de personen in staat waren om te doen om de vriendschap te behouden. Het einde was super verdrietig en ik had het niet verwacht. Het boek wekte veel emoties op. Verdriet, blijdschap of nieuwsgierigheid waren daarvan een deel. Een superleuk boek, ik geef het boek 4 van de 5 sterren.
Boek 7 - havo 5
Sonny Boy – Annejet van der Zijl
Samenvatting
In 1911 trouwt Rika een rooms-katholieke vrouw met Willem een protestant. De familie is hier fel op tegen, omdat het in die tijd niet normaal was dat twee mensen van een verschillend geloof met elkaar trouwden. Toch trouwden ze en al snel zijn ze samen gaan wonen in Den Bosch en hadden ze vier kinderen. Maar wanneer Willem moet verhuizen naar Goerree voor zijn werk, word de sfeer in de relatie meteen een stuk minder. Rika mist de grote stad meteen en verveelt zich in het kleine dorpje Goerree. Op een gegeven moment kan Willem zich niet meer beheersen en hij slaat Rika steeds vaker. Toen Rika het zat was verhuisde ze naar Den Haag en nam haar kinderen mee. Ze heeft het erg lastig, omdat ze nu in haar ééntje voor vier kinderen moet zorgen. Ondanks dat ze het moeilijk heeft besluit ze Waldemar, een immigrant uit Suriname in huis te nemen. De twee worden ondanks het grote leeftijdsverschil toch verliefd op elkaar en Rika is al snel zwanger. De twee oudste kinderen, Wim en Jan vinden het grote nieuws niet zo leuk en gaan terug naar hun vader. Toen Willem dit van Wim en Jan hoorde werd hij jaloers. De andere kinderen waren ook niet erg blij met het nieuws en toen de rest uit het dorp wist dat ze zwanger was werd ze niet meer geaccepteerd. Ze laat haar andere twee kinderen, Bertha en Henk, ook naar hun vader gaan. Een tijdje hierna wordt hun zoontje Waldy geboren. Ze besluiten te verhuizen naar Scheveningen. Rika heeft het er best moeilijk mee dat ze hun andere kinderen niet meer ziet. Wanneer Rika en Waldemar trouwden, kwam langzaam het contact met haar kinderen weer terug. Maar dan barst de tweede wereldoorlog uit. Rika sluit zich aan bij het verzet, maar in 1944 wordt haar gezin veraden. Rika, Waldemar en Waldy worden opgesloten in de gevangenis. Waldy komt al snel vrij en word opgevangen door mensen uit andere gezinnen. Rika wordt tijdens haar verblijf in het Oranjehotel sterk mishandeld door ondervragers, ze is eigenwijs en bleef zich verzetten. Waldemar wordt al snel naar het werkkamp in Vught gestuurd en later wanneer Rika besefte dat het verzetten geen zin meer heef wordt ze ook naar het werkkamp gestuurd. Daarna worden ze allebei naar een concentratiekamp gestuurd. Waldemar toonde hier zijn taalvaardigheden, werd hierdoor beter behandeld en kreeg een baantje in het kamp. Rika overleed vlak hierna al aan dysenterie, omdat ze fysiek niet in staat was om te overleven. Wanneer er in 1945 een bevrijdingsactie werd gehouden, lukte het Waldemar om door een bombardement naar de kust te zwemmen. Maar eenmaal op de kust aangekomen werd hij doodgeschoten door Duitse soldaten.
Thema:
De liefde die blijft voortbestaan in een moeilijke periode, de oorlog. Dit heb ik als thema gekozen, omdat hun liefde voor elkaar lang vol blijft houden terwijl er zulke moeilijke situaties voorkomen. Niet alleen omdat ze niet geaccepteerd werden in het dorp, maar ook omdat ze onderduikers in hun huis hielden.
Personages:
Rika – een huisvrouw, best nieuwsgierig maar ook naïef ,
Willem – de man van Rika, met een asociale karakter ,
Waldermar – een immigrant uit Suriname die Rika en Willem hadden besloten in huis te nemen
Perspectief:
Het verhaal is verteld vanuit een alwetende verteller, hij weet namelijk wat iedereen denkt en voelt.
Tijd + ruimte:
De plaatsen waar het verhaal zich afspeelde zijn Suriname, waar in het begin iets over Waldemar werd verteld. In Nederland in de plaatsen Den Bosch, Goerree, Den Haag, Vught en Scheveningen. En verder speelt het boek zich ook nog af in Duitsland. Het verhaal speelt zich af in 1923 en eindigt in 1945.
Mijn mening:
Ik vond het boek eerlijk gezegd erg saai. Voordat de oorlog in het boek uitkwam, was je al halverwege en had je niet echt heel veel zin om meer te lezen. Nadat de oorlog uitkwam, was het boek veel meer interessant geworden, maar dat was niet echt iets wat ik voor mijn vrienden zal aanraden. Ik geef het boek 2 van de 5 sterren.
BRON: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-sonny-boy-door-annejet-van-der-zijl-73858
Boek 8 - havo 5
De aanslag – Harry Mulisch
Samenvatting
Het verhaal is in 5 episodes geschreven.
Eerste episode:
In Januari 1945 zat de 12-jarige Anton Steenwijk met zijn familie een spelletje te doen. Plotseling hoorden ze zes schoten. Anton ging snel naar het raam en zag iemand liggen. Dat was de NSB’er Ploeg die voor het huis van Korteweg doodlag. Meneer Korteweg en Karin legden het lijk voor Antons huis neer. Peter ging snel naar buiten om het lijk weer te verleggen. Toen de Duitsers eraan kwamen, pakte hij het pistool van Ploeg en vluchtte. De Duitsers onderzochten het huis van de familie Steenwijk, zette ze hun in de auto en staken het huis daarna in brand. Anton werd in Heemstede in een cel gestopt bij een gewond meisje, dat hem troostte en met hem praatte over donker en licht. Na enkele uren werd Anton weer teruggebracht naar Haarlem en vandaar uit ging hij met een konvooi naar Amsterdam. In Amsterdam kwam zijn oom het halen en Anton verbleef daar.
Tweede episode:
Na de bevrijding ging zijn oom naar Haarlem om te vragen wat er met Anton’s ouders en broer Peter was. Het bleek dat de ouders van Anton en zijn broer Peter op de avond van de aanslag waren neergeschoten. Anton bleef bij zijn oom en tante wonen. Hij dacht niet vaak aan de aanslag, hij had het gebeurde diep in zichzelf helemaal afgesloten. In 1952 ging hij naar zijn vriend, want die had een feestje in Haarlem. Hij ging daar op bezoek bij de familie Beumer(dat waren zijn oude buren). Van mevrouw Beumer hoorde hij dat er aan het einde van de kade een monument was opgericht. Anton ging daar kijken en zag ook de namen van Antons ouders, maar niet van Peter. Anton wilde nooit meer in Haarlem terugkomen.
Derde episode:
Na dat hij examen had gedaan in medicijnen ging Anton op kamers wonen en ging werken bij verschillende ziekenhuizen. Hij las veel, behalve over de oorlog en de politiek. In 1956 kwam zijn vroegere vriendje/klasgenootje Fake Ploeg tegen in een razende meute die alles wat met het communisme te maken had vernielde naar de aanleiding van de Russische inval in Hongarije. Anton nodigde Fake uit om binnen te komen, om over de avond te praten. Fake verdedigde zijn vader hevig en zei dat de communisten verantwoordelijk waren voor de dood van zijn ouders en broer Peter. Anton probeerde hem ervan te overtuigen dat zijn vader wel fout was geweest.
Vierde episode:
Nadat Anton zijn artsenexamen haalde trouwde hij in 1961 met Saskia de Graaff, die bij hem in het ziekenhuis werkte. In 1962 werd hun eerste dochtertje Sandra geboren. Op een begrafenis van een oude vriend van Saskia ontmoette Anton een oude-verzetsstrijder. Het was Takes, de man die Ploeg doodgeschoten had. Hij had dat samen gedaan met zijn vriendin Truus Coster. Zij was het die Anton in de cel had ontmoet. Anton ging de volgende dag naar het huis van Takes, om te praten over de aanslag, en daar zag hij een foto van Truus.
Vijfde/ laatste episode:
Anton was gescheiden van Saskia en hertrouwd met Liesbeth. Hij kocht huizen in Gelderland en Toscane. Toen Sandra 16 jaar was ging hij met haar naar het monument in Haarlem en de duinen waar Truus Coster geëxecuteerd was. In november 1981 liep hij mee omdat hij kiespijn had en de tandarts wou alleen helpen als hij meeliep met een vredesdemonstratie samen met zijn zoon Peter(uit zijn tweede huwelijk). Daar kwam hij Karin Korteweg tegen, die het lijk voor hun huis had gelegd. Ze vertelde dat ze geëmigreerd waren naar Nieuw-Zeeland, omdat ze bang waren dat hij wraak zou nemen. In 1948 had haar vader zelfmoord gepleegd Ze hadden het lijk van Ploeg verplaatst om de hagedissen van meneer Korteweg te sparen, want die wou meneer Korteweg niet kwijt. Ze hadden Ploeg nier bij de familie Aarts, de andere buren, neergelegd, omdat zij joden in hun huis hadden verstopt. Anton vroeg zich af of iedereen tegelijk schuldig en onschuldig was. Hij had zichzelf weer snel in de hand, het was of al die duizenden mensen hem hielpen. Anton was één van de laatsten die de oorlog had meegemaakt.
Thema:
Het thema van dit boek is de schuldvraag die rijst bij de hoofdpersonen, zowel bij Anton Steenwijk als bij Cor Takes en ook bij Fake Ploeg(zoon). Wie heeft er nou schuld aan de oorlog en wie is er nou slachtoffer en wie dader. Alle drie de personen verloren dierbaren, Anton zijn broer en ouders, Cor zijn vriendin Truus en Fake zijn vader. Dus ze zijn alle drie slachtoffers, maar Cor en Fake’s vader zijn ook daders. Aanvankelijk lijkt het de schuld van de Duitsers te zijn, maar later in het boek verandert dat beeld
Personages:
Peter Steenwijk: Broer van Anton. Op de avond van de aanslag verlegt hij het lijk, maar hij wordt betrapt en vermoord. Het was een heel moedige actie, dus hij zal wel erg moedig zijn. De enige karaktereigenschap die je van hem te weten komt, is dat hij veel waarde hecht aan het leven van hemzelf en de andere Steenwijks. Hij sleept namelijk het lijk van Fake Ploeg verder naar de buren.
Mijnheer Steenwijk: Vader van Anton. Op de avond van de aanslag wordt hij geëlimineerd. Het enige van zijn karakter wat je te weten komt is dat hij niet goed tegen druk kan. Hij kon namelijk niet achter Peter aangaan.
Mevrouw Steenwijk: Moeder van Anton. Op de avond van de aanslag wordt ook zij geëlimineerd. Het enige dat je van haar te weten komt is dat zij veel om haar kinderen geeft. Dit is te zien aan dat zij in paniek raakt op het moment dat zij door heeft dat er op Peter wordt geschoten.
Saskia Steenwijk: Anton's eerste vrouw. Zij lijkt erg op de vrouw waarmee hij in de cel zat. Na hun scheiding blijven ze erg goede vrienden.
Sandra Steenwijk: Dochter uit zijn eerste huwelijk. Ze kan erg goed met haar vader opschieten en is een typische jongere uit die tijd. Ze doet mee aan allerlei demonstraties en heeft een kraker als vriend.
Liesbeth Steenwijk: Tweede vrouw van Anton, verder kom je niks over haar te weten
Peter Steenwijk: Anton's zoon uit zijn tweede huwelijk. Hij is vernoemd naar zijn broer uit de oorlog.
Truus Coster: de vrouw die bij Anton in de cel zat. Hij heeft haar nooit gezien, maar hij herkent haar wel op een foto. Zij was één van de daders van de aanslag. Zij bepaalt zijn gehele leven, zelfs de keuze van zijn vrouw.
Cor Takes: Anton ontmoet hem toevallig op een begrafenis. Cor vertelt hem alles over de aanslag. Ook nodigt hij hem uit bij hem thuis om een foto van Truus te bekijken, hij ziet dan gelijk dat zij dezelfde uitstraling als Saskia heeft. Hij kan nog altijd van de oorlog loskomen. Takes rookt en drinkt veel. Vroeger was hij wiskundeleraar. Hij had sombere, donkerbruine ogen waarvan het linker anders was dan het rechter.
Fake Ploeg(vader): de NSB'er die doodgeschoten werd omdat hij samenwerkte met de Duitsers en anders nog veel meer had vermoord.
Fake Ploeg(zoon): zoon van Fake Ploeg. Hij beschermt zijn vader steeds, waardoor Anton inziet dat ook Fake slachtoffer is.
Perspectief:
Het boek is in de “alwetende verteller” perspectief geschreven – hij weet namelijk wat iedereen voelt, denkt en wilt doen, daarnaast heb je meerdere perspectieven in het boek van verschillende zijdes, wat nog meer de keuze beargumenteert.
Tijd + Ruimte:
Haarlem - daar gebeurde de aanslag = duistere sfeer.
Apollolaan in Amsterdam - hij woonde na de aanslag bij zijn oom en tante = zonnige sfeer.
Op kamers in 1953.
Toscane - vakantiehuis, gekocht in 1969.
De donkere cel - hij had hier met Truus Coster in gezeten = duister en isolement na de aanslag.
Het huis van Cor Takes - het souterrain leek op een ondergronds hoofdkwartier.
Tijd
Het verhaal speelt zich in 5 tijdperiodes:
De eerste episode: 1945
De tweede episode: 1952
De derde episode: 1956
De vierde episode: 1966
De laatste episode: 1981
Mijn mening:
Het boek is zeer spannend, het is uit het niets begonnen toen meneer Ploeg werd doodgeschoten. Ik hou van ‘’detective’’ genre, dus ik dacht meteen dat dit een boek voor mij zou zijn. Het is superhard begonnen, met vele geheimen en met veel flashbacks, maar is met de tijd wat saaier geworden. Het boek was wel leuk om te lezen, de einde van het boek was onverwacht en wat minder leuk, maar het boek heeft wel emoties opgewekt en is definitief veel beter dan Sonny Boy die ik gelezen had. Ik geef het boek 4 van de 5 sterren.
BRON: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-de-aanslag-harry-mulisch-74999
Boek 9 - havo 5
Hersenschimmen – J. Bernlef
Samenvatting:
Het begint allemaal op een zondagmiddag in de winter. Maarten Klein staat zoals altijd voor het raam te wachten tot de schoolkinderen zich verzamelen bij de bushalte voor het huis. Maar de kinderen komen niet, en pas wanner Vera hem corrigeert, herinnert hij dat het zondag is. Hij wacht tot de lente komt. Het is niet de eerste keer die dag dat hij iets vergeet. Het is ook niet de laatste keer. Tot zijn verwondering bevindt hij zich ineens in het washok, hij kan zich niet meer herinneren wie er in ‘The heart of matter’ aan het lezen is, en wanneer Vera later met een verscheurde krant van de wc komt, zegt hij dat Robert dat gedaan heeft. Toch bezorgt iets binnenin hem een gevoel van schaamte. Hij slaapt die nacht slecht. ‘s Ochtends maakt hij een nieuwe vergissing: hij geeft Vera suiker in haar koffie, terwijl ze dat al tien jaar niet meer doet. Na het ontbijt gaat hij met Robert wandelen. Hardop in zichzelf pratend loopt hij naar het dorp. Ook in de taverne achtervolgt de verwarring hem: hij ziet het meisje achter de bar, Susan, aan voor Karen, zijn jeugdvriendinnetje. Later in het plaatselijke antiquariaat vraagt Philip Maarten hoe ‘The heart of matter’ bevallen is. Die vraag verwart hem en daarom antwoordt hij ontwijkend. Weer buiten stopt er een auto vlak voor hem. Het is Vera, die hem doodongerust vraagt waar hij de halve dag heeft uitgehangen. Bovendien heeft hij onderweg de hond vergeten. En aan vergissingen komt die dag voorlopig nog geen eind. Maarten besluit die avond vroeg naar bed te gaan. Maar de volgende dag neemt de verwarring eerder toe dan af. Het begint al als hij wakker wordt en meent dat de muren van de kamer verkeerd om heen staan. Als hij beneden niemand aantreft, gaat hij ervan uit dat Vera naar de bibliotheek is waar ze werkt als vrijwilliger. Hij ontbijt zeer ´gezond´ met een halve koude kip, ananas, leverpastei en cookies, waarna hij naar zijn werk wil gaan. De deur zit echter Op slot en de sleutels zijn onvindbaar en daarom forceert hij de deur met een schroevendraaier. Buiten loopt hij naar het zomerhuis waar de IMCO zal vergaderen. Ook hier blijkt deur Op slot te zitten en wederom verschaft Maarten zich de toegang met de schroevendraaier. Binnen is er niemand, ineens wordt hij misselijk en nadat hij buiten heeft overgegeven realiseert hij zich waar hij is. Hij haast zich naar huis, Vera is ondertussen ook thuisgekomen. Ze is bij dr. Eardly geweest, om Maartens toestand te bespreken. Die is zich echter van geen kwaad bewust, totdat Vera hem duidelijk maakt dat er vanochtend toch wel wat dingen zijn misgegaan. Op advies van de huisarts probeert Vera Maartens geheugen weer op te frissen met oude foto’s, maar haar inspanningen hebben weinig succes. Laat in de middag komt dr. Eardly nog eens langs, maar omdat Maarten hem niet herkent, is hij meteen op zijn hoede. De hele avond is hij bezig met het probleem van herinneren en vergeten, maar als ze naar bed gaan is zijn ongerustheid grotendeels verdwenen. Als hij de volgende ochtend opstaat, weet hij nog wel dat er iets met hem aan de hand is, maar hij ziet de ernst van de situatie niet in. Intussen komt zijn afnemend oriëntatievermogen steeds meer naar buiten. Als hij ‘s middags ziet hoe Robert vergeefse pogingen doet het huis binnen te komen, pakt Maarten een stoel en gooit die door de ruit. Dr. Eardly komt voor de derde keer langs en opnieuw voelt Maarten zich door hem bedreigt, nu is de methode Simic geboden. Karl Simic was een van Maartens collega’s bij de IMCO, die hem op een dag vertelde hoe je ‘onzichtbaar’ kon worden. Ten eerste: herhaal met beleefde glimlach de woorden van je gesprekspartner terwijl je ter ondersteuning vriendelijk met het hoofd knikt. Ten tweede: begin met alles te bevestigen, maar ontneem door veelvuldige herhaling meteen het bevestigende karakter aan wat je zegt. Loop tenslotte zonder omhaal de kamer uit, waardoor je je tegenstander in de opperste verwarring achterlaat. Het vervreemdingsproces zet door: op een dag verwart hij Vera met zijn moeder, en Phil Taylor, het meisje dat hen komt helpen leert hij al helemaal niet meer kennen. De volgende dag blijkt hij zich in bed bevuild te hebben. Hij verwijt het de twee vrouwen, zij hadden hem immers niet vast moeten binden. Naarmate de tijd verloopt, maakt Maartens denken steeds meer en vaker plaats voor simpel registreren van zintuiglijke waarnemingen. En dan zit er soms plotseling weer verband in de dingen, en is hij, korte tijd, weer in staat een normaal gesprek te voeren met anderen. Maar zijn verleden dringt steeds meer binnen in het heden, en op een van die momenten ontsnapt hij uit huis. Zonder hond echter komt ervan wandelen weinig of niks en dwalend door de duinen wordt hij opgepikt door de vuurtorenwachter en naar huis gebracht. Voor Vera is de maat vol, ze kan het niet meer aan. En op advies van dr. Eardly beland Maarten definitief thuis en in bed. Tenslotte wordt hij afgevoerd naar een kliniek, waar het vooral wit is, wit. Denken is er dan voor Maarten eigenlijk niet meer bij, hij kan slechts nog waarnemen. Steeds groter wordt de desoriëntatie, en alle verband verdwijnt tussen Maartens gedachten. Tenslotte blijft er niets over van de man zoal we die in het begin van het verhaal zagen. Aan het eind van de dag wordt hij uitgekleed en krijgt hij een pyjama aan en een slaappil. Helemaal aan het eind is Vera bij hem op bezoek en vertelt ze dat het lente wordt, maar dat is voor Maarten al te laat.
Thema:
Het hoofdthema van ‘Hersenschimmen’ is dementie. In het boek wordt het proces van dementie beschreven. Maarten voelt zich verward en onzeker. Hij verliest de greep op de werkelijkheid achter de feiten en lijdt aan geheugenverlies. Ook vervreemdt hij meer en meer van zijn vrouw, met wie hij al jaren getrouwd is. Het winterse landschap maakt dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen dingen. Alles lijkt op elkaar en vervaagt. Maarten heeft dan ook een hekel aan de winter.
Personages:
- Maarten Klein. We leren Maarten pas echt kennen door de gesprekken van zijn vrouw met anderen. Hierdoor ontwikkelt Maarten zich tot een rond karakter. Maarten Klein is de hoofdpersoon. Hij is een man van 71 jaar, die sinds vijftien jaar met zijn vrouw Vera in de Verenigde Staten woont. Samen hebben zij twee kinderen, Kitty en Fred, en een hond, Robert. Maarten heeft rechten gestudeerd. Vóór zijn pensionering werkte hij als secretaris bij de Intergovernmental Maritime Consultative Organisation in Boston. Maarten is een gesloten en verlegen persoonlijkheid. In Hersenschimmen dementeert Maarten snel, waardoor hij aan het einde van het verhaal alleen nog flarden van herinneringen heeft. Maarten heeft zich ontwikkeld van een hardwerkende man tot een ‘hoopje mens’, volledig afhankelijk van andere mensen. Hij is een round character.
- Vera Klein is de vrouw van Maarten. Vera deed vroeger veel vrijwilligerswerk in de bibliotheek. Door de dementie van Maarten heeft ze zich ontwikkeld tot een sympathieke en zorgzame vrouw. Ze doet er alles aan om Maarten te helpen en neemt uiteindelijk de zware beslissing om haar man te laten opnemen in een inrichting. Zij is een round character.
- Kitty en Fred Klein zijn de kinderen van Maarten en Vera Klein. Zij zijn flat characters. Zij leiden hun eigen leven en hebben vrijwel geen contact meer met hun ouders. Er wordt niet gezegd wat ze doen of waar ze wonen, alleen dat ze 'overkwamen' toen Maarten en Vera veertig jaar getrouwd waren; ze zouden dus in Nederland kunnen wonen.
- Karl Simic is een oud collega van Maarten. Nog altijd voelt Maarten zich schuldig vanwege het feit dat Simic kort na een bezoek van Maarten zelfmoord pleegde. Chauvas, Bähr en Johnson waren zijn andere collega’s. Deze zijn allen flat characters.
- Dokter Nick Eardly is het type van de wat naïeve plattelands-dokter. Hij meent Maartens bewustzijn weer te doen opflakkeren door hem rust en medicijnen voor te schrijven. Vera heeft wel vertrouwen in hem, maar Maarten lapt zijn adviezen aan zijn laars. Hij is een flat character.
- De gezinshulp Phil Toylor, met haar oergezonde fysiek en motoriek en haar oernuchtere boerenverstand, treedt te laat Maartens leven binnen om voor hem nog een rol van belang te kunnen spelen. Voor haar is Maartens bewustzijn inmiddels gesloten: hij kan haar naam niet onthouden, vraagt zich voortdurend af wie zij is en verwart haar met Karen, zijn dochter Kitty en met Greet Laarmans. Als Phil niet een van deze drie is, is ze voor Maarten 'dat blonde meisje' of 'die jonge vrouw' van wie hij de naam niet weet.
- Robert is de hond van Maarten en Vera Klein.
- Ellen Robbins is een goede kennis van Maarten en Vera. Weduwe van Jack Robbins. Zij is een flat character.
Perspectief:
In het boek is sprake van het ik-perspectief; we beleven alles vanuit Maartens gezichtspunt. De lezer zit als het ware in Maartens gedachten.
Hierdoor weet de lezer zelf vaak minder goed wat er aan de hand is, omdat de informatie die hij krijgt beperkt is. Ook geeft dit meer een gevoel dat de lezer zelf Maarten is. Zo kan de lezer zijn gedachtes beter begrijpen.
Tijd + ruimte:
Hersenschimmen’ speelt zich hoofdzakelijk af in de Amerikaanse stad Gloucester. Daarnaast keert Maarten in gedachten terug naar Nederland (o.a. Alkmaar).
Het feit dat Maarten in Amerika woont is belangrijk voor het verhaal. Allereerst zijn zijn kinderen ver van hem verwijderd, die wonen namelijk nog in Nederland. Ten tweede is de taal belangrijk: op een gegeven moment heeft Maarten moeite met Engels praten, terwijl hij al 15 jaar in Amerika woont. Deze twee belangrijke dingen hadden niet zo gekund als Maarten nog in Nederland had gewoond.
Tijd
Het verhaal speelt zich af in 1982. Zijn herinneringen gaan echter zo’n 60 jaar terug. De precieze tijd wanneer het verhaal zich afspeelt is niet zo belangrijk, het had goed een paar jaar eerder of laten plaats kunnen vinden. Wel van belang is dat het zich in de tweede helft van de twintigste eeuw afspeelt.
Mijn mening:
Het boek was zeer interessant om te lezen, maar heeft mij emotioneel geraakt. Ik had een oma die dementie had, en het was echt verdrietig om haar voor de laatste momenten te zien. Het boek gaf me inzicht in wat mijn oma had meegemaakt en hoe dementie ongeveer werkt. Dat mensen die dementie hebben, vaak hun ‘’awareness’’ verliezen en niet weten wat er rondom hen gebeurt. Het boek was niet saai, maar had verschillende redenen om niet verder te lezen – ik moest denken aan mijn oma die was overleden. Ik heb het boek gelezen, wel met moeite. Ik geef het boek 3 van de 5 sterren.
BRON: https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-hersenschimmen-door-j-bernlef-75959
Boek 10 - havo 5
Cel – Charles den Tex
Samenvatting:
Michael Bellicher is op weg naar een afspraak als de auto voor hem een zwaar ongeluk krijgt. De twee inzittenden zijn op slag dood. Michael belt 112 en hulpdiensten zijn onderweg. Hij pakt een pen op die bij het ongeluk ligt. De politie stelt hem steeds dezelfde vragen (omdat hij de enige getuige was) en als ze zijn naam opzoeken, blijkt dat Michael wordt gezocht. Hij wordt naar het politiebureau gebracht in Monster, maar hij weet nog steeds niet waarom. Eenmaal daar aangekomen, beweert de politie dat een BMW 5 die op Michael’s naam stond, een fietser heeft aangereden en overleed. Michael zegt dat hij in Den Haag was op weg naar Binnenlandse Zaken. Als de rechercheur vraagt of hij dat kan bewijzen, is dat niet het geval. De afspraak waar hij naartoe ging, werd op het allerlaatste moment afgezegd, waardoor niemand hem daar daadwerkelijk had gezien. Hij krijgt een advocate, Guusje van Donnee. Michael zit twee nachten in de cel en wanneer hij vrijkomt, krijgt hij te hore dat Bas Hoogeman en zijn chauffeur in de auto zaten. Bas Hoogeman kwam vaak op tv en was een publiekstrekker. Hij had ook vijanden en het ongeluk is waarschijnlijk een misdrijf. Michael gaat ook naar de politie om aangifte te doen van identiteitsfraude. Michael’s compagnon, Gijs, geeft hem een hele goede advocaat, Klasman. Gijs zorgt er ook voor dat er altijd iemand bij Michael is, om voor een alibi te zorgen. Deze persoon wordt Richard, Gijs’ neefje.
Vervolgens wordt Michael verdacht van een ramkraak in een Santa Fe. De auto stond weer op Michael’s naam, terwijl hij de auto nog nooit gezien had. Richard is zijn alibi en ze beweren dat hij de hele nacht naast hem heeft geslapen.
Een paar dagen later wordt Michael gebeld door de bank. Hij zou een huis van 3 miljoen euro hebben gekocht in Monster een paar maanden eerder. Hij heeft nu dus een schuld bij de bank en moet twee hypotheken afbetalen omdat hij zelf ook gaat verhuizen, maar dan binnen Amsterdam. Richard en Michael gaan naar Monster om te kijken wat hij zogenaamd gekocht zou hebben. Ze gaan eerst ergens even een broodje eten. Als ze naar buiten willen gaan, ziet Richard een auto aankomen die recht op de zaak afkomt en brengt Michael in veiligheid. Ze rennen naar buiten naar hun auto via een achteruitgang. De twee mannen die in de auto achtervolgen hen. Het wordt duidelijk dat ze iets van Michael willen. Door Richard’s behendig rijden (hij is formule 3 coureur), raken ze de achtervolgers kwijt.
Klasman weet ondertussen wie de BMW 5 heeft verkocht en ze gaan daar naartoe. Hij geeft de naam voor 750 euro. Hij had de BMW 5 aan Danny Zwaal verkocht. Toen Michael en Richard thuiskwamen, wachtte Kirsten hen thuis op. Kirsten was Michael’s zus, zij was vroeger zijn broer. Aangezien er nu alsnog een alibi zou zijn, ging Richard naar Zandvoort om te racen. Vervolgens belde iemand van ‘Post’ aan. Michael bedacht zich ineens dat er geen ‘Post’ meer bestond, maar dat TNT of Select altijd bezorgde. Kirsten hielp Michael zich te vermommen in een vrouw en even later liepen ze naar buiten en gingen ze naar Klasman. De mannen van ‘Post’ waren er de volgende dag nog steeds dus bedacht Richard dat Michael en hij naar de mannen toe zou gaan en Richard de banden leeg zou prikken terwijl Michael de mannen ging vragen waarom ze hem moesten hebben. Zo konden ze ook niet achter de verhuiswagen rijden en wisten ze dus niet waar Michael naartoe zou verhuizen. Michael mag bij van Donnee verblijven.. Vervolgens gaan ze naar Danny Zwaal. Als ze daar aankomen wordt duidelijk dat Danny verstandelijk gehandicapt is. Als ze beginnen over de auto’s, wordt Danny gewelddadig en komen zijn twee broers, Stef en Ruud. Michael en Richard worden in een hoek verdreven maar uiteindelijk lukt ’t ze om Danny in de auto mee te nemen. Ze nemen hem mee naar het huis die Danny onder Michael’s naam zette. Ze binden hem daar vast en dwingen hem te praten. Na een paar keer geweld te hebben gebruikt, begint Danny te praten. Michael en Richard hebben op een gegeven moment alleen niet door dat Stef, Ruud en een paar van hun vrienden achter hen staan. Er volgt een achtervolging, maar door het behendig rijden van Richard ontkomen ze weer.
De volgende dag gaat Michael naar een lotgenotengroep van mensen waarvan hun identiteit ook gestolen is. Wanneer hij weer naar buiten gaat en op Richard wacht. Komen de twee mannen die zich vorige keer als medewerkers van ‘Post’ voordeden. Er volgt een achtervolging tussen de twee mannen en Michael. Hij wordt steeds verder in het nauw gedreven en uiteindelijk rijdt Richard door de muur heen en red Michael. Ondertussen begint er ook iets te bloeien tussen
Michael en Guusje van Donnee.
Als Michael met de trein naar Amsterdam gaat, is er een terreurdreiging en wordt de trein ontruimt. Michael wordt als verdachte aangehouden omdat er dus zware misdaden op zijn naam staan. Hij wordt nummer 17 genoemd. Bij de ondervraging bljikt dat de pen die hij oppakte bij het ongeluk, geen gewone pen is, maar een USB-stick, waar allemaal belangrijke informatie opstaat. Daarom werd hij dus steeds achtervolgt. Michael maakt een deal met Defensie en hij zal ze helpen de zaak van Bas Hoogeman op te lossen.
Karl, een vriend van Michael, weet ondertussen hoe hij z’n identiteit is kwijtgeraakt. Via Second Life is hij in een Hotel Geweest geweest en daardoor hebben ze z’n gegevens te pakken gekregen. Ruud Zwaal heeft daarvoor gezorgd. Karl en zijn team zorgen ervoor dat zij in bezit komen van het virtuele Hotel en ondertussen wordt Danny opgepakt. Met een beetje druk, bekent Ruud en ruilen ze Danny in voor Ruud op het politiebureau. Ruud heeft identiteiten gestolen om voor zijn familie te kunnen onderhouden, aangezien Danny niet kan werken en ze na de dood van hun vader in de problemen kwamen. Guusje van Donnee heeft blijkbaar de hypotheken rond het 3 miljoen huis opgezet en is er dus in betrokken geweest. Michael voelt zich natuurlijk bedrogen. Nog niet alles is echter opgelost, ze zorgen ervoor dat Stef en Danny nog vijf identiteiten aan de vermoedelijke tussenpersonen verkoopt. Richard en Michael achtervolgen de tussenpersonen. Op een gegeven moment stapt de blonde man uit en koopt een treinkaartje. Michael blijft hem achtervolgen en Richard achtervolgt de auto. Richard belt uiteindelijk de Defensie en ze halen de tussenpersoon in de auto op. In de trein loopt ’t echter niet zo goed. Er komen nog drie mannen in de trein en met z’n vieren sleuren ze Michael in een wc-hokje. Ze slaan hem in elkaar, op het eindstation ontsnapt Michael en rent zo hard hij kan. Hij belt Richard op en hij wacht hem bij een achteruitgang op. Als Michael daar uiteindelijk aankomt, ziet hij Richard niet staan. Wanneer hij zich omdraait, ziet hij de vier mannen maar daarachter politie en militairen. De vier mannen worden opgepakt en ze hebben het hele gebeuren ontrafelt. Ruud verkocht Michael’s identiteit aan de tussenpersonen en zij gaven het weer aan illegale mensen die misdaden begingen.
Thema:
Identiteits fraude. De identiteit van de hoofdpersoon is letterlijk gestolen door iemand anders, waardoor de hoofdpersoon problemen krijgt en zijn leven uit elkaar begint te vallen.
Personages:
Micheal Bellicher: hoofdpersoon
Gijs: compagnon van Micheal
Richard: neefje van Gijs en “bodyguard” van Micheal
Guusje van Donee: Advocate
Klasman: Advocaat
fam. Zwaal: 3 broers die problemen veroorzaken bij Micheal
Perspectief:
De verteller vertelt uit de ik-persoon. Hierdoor krijg je beter het idee waarom Michael bepaalde dingen doet. Je krijgt ook een beetje medeleven voor hem.
Tijd en ruimte:
Het eerste hoofdstuk speelt zich af in de buurt van Staphorst, maar de rest van het verhaal is voornamelijk gesitueerd in het Westland. In het dorp Monster wordt Michael vastgezet en ook daarna zijn veel personages afkomstig uit de bekendste groente -en bloemenstreek van Nederland. Hij woont en werkt in Amsterdam.
Aangezien Michael Bellicher in zijn weblog schrijft, is het goed bij te houden wanneer het verhaal zich afspeelt. Hij begint daarin op 20 juli 2006 en het eindigt op 5 oktober 2006. In een periode van ruim twee maanden maakt Michael heel veel mee: vooral beschuldigingen van zaken die hij zou hebben gepleegd omdat in de virtuele wereld zijn identiteit gestolen is.
Mijn mening:
Ik vond het boek echt geweldig. Het leek me origineel, daarom heb ik het uitgekozen – en dat was het ook. Het is hard begonnen, iets wat ik echt waardeer. Het boek had amper tot geen saaie momenten, waardoor het makkelijk was om door te lezen. De originaliteit van dit boek zorgde ervoor dat het niet makkelijk was om te verwachten hoe het boek af zou lopen, waardoor het einde echt een verrassing was. Ik vond het superieur in wat voor situatie Michael zat, en wat hij moest meemaken door vrijwel niks. Praten met advocaten, rechters, politieagenten... en dat was alleen het begin! Het boek was echt superleuk en ik geef het boek 5 van de 5 sterren. Ik zal in de toekomst meer naar de boeken van Charles den Tex kijken.
Eindopdracht havo 4
Boekenoverzicht en boekenplan
In havo 5 rond je het onderdeel literatuur af met een presentatie over 10 gelezen boeken. Bij deze presentatie is het vooral de bedoeling dat je je mening geeft over de boeken en dat je laat zien dat je als lezer gegroeid bent. Dit kan betekenen dat je in leesniveaus gestegen bent, maar ook dat je beter ontdekt hebt welke boeken bij je passen.
Om daar vast bewust over na te denken, maken jullie de volgende opdracht.
Wat moet je doen?
Je maakt een overzicht van de boeken die je gelezen hebt in havo 4. Het overzicht eindigt bij je plan voor de boeken die je nog gaat lezen in H5. Dus: op basis van wat je gelezen hebt en hoe je boeken gekozen hebt, maak je een plan voor de boeken die je nog gaat lezen in havo 5.
Hoe moet je het doen?
Maak een mindmap of schema van de gelezen boeken.
Werk zoveel mogelijk met afbeeldingen en kleuren en zo min mogelijk met woorden. Gebruik altijd alleen maar steekwoorden! Je mag de mindmap digitaal maken, je mag ook op papier werken en de opdracht inscannen.
In de mindmap moeten de volgende onderdelen terugkomen:
Per boek
- Hoe / waarom heb je dit boek gekozen?
- Waarom heb je op deze manier het boek gekozen?
- Wat vond je na het lezen van het boek?
- Wat leerde dit boek je over de volgende boeken die je ging lezen? Wil je bijvoorbeeld juist wel/niet meer boeken lezen over het onderwerp van dit boek? Zou je nog een boek van deze schrijver willen lezen? Waarom wel / niet?
Totaal over alle boeken
- Valt je iets op als je naar de gelezen boeken kijkt? Hebben ze overeenkomsten of zijn ze juist erg verschillend? (dit kun je met kleuren gemakkelijk aangeven in je mindmap)
Slotvraag
Het is belangrijk dat je boeken kiest die bij je passen en niet zomaar boeken die ‘iedereen leest’. Dus:
- Hoe ga je je boeken volgend jaar kiezen?
- Waar wil je nog graag over lezen?
- Probeer een omschrijving te geven van de boeken die erg goed bij jou passen.
Sla het resultaat van deze opdracht op in je leeslogboek.
Sla de opdracht op in je leeslogboek. Indien je op papier gewerkt hebt, lever je de papieren versie in en sla je een foto van het werk op in het leeslogboek.
Eindopdracht havo 5
-
Dat de literaire boeken meestal saai zijn en dat jongeren daar tegenwoordig geen interesse in hebben.
-
1. Letters, uitgebreide woordenschat, context
-
1. De opinie van de lezers 2. Reputatie van de schrijver 3. De inhoud en context
-
Die zijn wel heel anders. Het is veranderd na het lezen van de mening van Bourdieu
-
Hij heeft de Nobelprijs verdient voor het creëren van nieuwe poëtische uitdrukkingen binnen de Amerikaanse songtradities. Willems heeft als argumenten gebruikt dat de poëzie die Dylan gebruikt, de standaard woorden in een verrassende context brengt wat een ‘next-level’ is.
-
Ze wilde weten hoe mensen de romans beoordelen op hun “literaire kwaliteit”, oftewel ze wou weten of mensen wisten wat het eigenlijk betekende.
-
De reputatie van Saskia Noort was toen veel slechter, en gaven mensen haar ook slechtere recensies. De reputatie is belangrijk als we de gaan kijken naar de literaire kwaliteit.
-
Dat de romans vanuit een andere perspectief worden gezien door de maker.
-
Een literair niveau wordt hoger als we te maken hebben met cultuur en uitgebreide kennis, zodat maar weinig mensen het kunnen begrijpen.
-
‘Wat is literatuur’ is een hele algemene vraag, en het is moeilijk om in een keer te beantwoorden. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, heb ik vooral bronnen en de meningen/definities van mensen nodig. Het is daarnaast heel erg slim om deze vraag te beantwoorden, zodat de andere mensen potentieel sneller te weten kunnen komen over wat literatuur is. Deze vraag is namelijk sinds jaren niet 100% beantwoord, omdat er tot de dag van vandaag discussies zijn over het antwoord. Ik heb de correcte betekenis van “literatuur” daarnaast ook nodig om mijn volgende opdracht te maken.
-
De stelling die ik kies, is: “Wat we als literatuur beschouwen heeft minder met de teksten zelf te maken dan met mensen die erover moeten oordelen.”
Over het begrip “literatuur” is al heel veel discussie. Er zijn mensen die als ze ‘literatuur’ horen, alleen aan ‘tekst’ denken. Dit zijn meestal mensen die weinig tot geen contact hadden met het begrip. Eerlijk gezegd was ik een van deze mensen – ik dacht dat literatuur niks anders was dan gewoon een tekst in een boek of krant. Maar nu dat ik al een beetje een idee heb over wat ‘literatuur’ is, kan ik mijn eigen mening formuleren of een tekst echt literair is of niet.
Naast mij zijn er ook veel andere mensen die een idee hebben wat literatuur is. En op basis van de mening van juist deze mensen kan men zeggen of een tekst literair is of niet. Als je een tekst hebt die niet veel mensen begrijpen, is het moeilijk om hem echt literair te noemen. We kunnen hier dus gebruik maken van het literaire veld, waarbij mensen met elkaar in discussie gaan over de tekst. Ze bespreken dan of het wel literair is, of het geschikt is voor mensen etc. Er zijn zelfs mensen die dat doen voor hun werk en daar geld mee verdienen. De mening van de mensen is kortom heel erg belangrijk als we moeten gaan nadenken over bijvoorbeeld het niveau van een tekst en te beslissen of het literair is of niet.
Nu dat we weten dat de tekst echt beoordeeld moet worden door andere mensen om een ‘literair’ etiketje te kunnen krijgen, moeten we ons meer in de mensen indiepen. De mensen die als het ware de ‘leiders’ van het literaire veld zijn, oftewel de poortwachters, moeten dus echt uitgekozen worden en de andere laten zien dat ze competent genoeg zijn daarvoor. Als je symbolisch kapitaal groot is, heb je dan ook veel zeggenschap over een tekst. Volgens de theorie van Bourdieu, beargumenteerd met feiten en de gebeurtenissen op het literaire veld, kijken de wetenschappers niet naar de teksten zelf, maar juist naar de acties op het literaire veld om te beslissen of een tekst als literair kan worden beschouwd of juist niet.
Op de grote ‘marktplein’ van literatuur, heeft iedere schrijver, redacteur of uitgever een taak, maar ook een belang. Zonder hun toestemming en/of recensie, kan een literair boek helemaal niet als literair worden beschouwd, en zullen er discussies ontstaan daarover. Het klinkt dus heel raar, maar de mensen beslissen of iets literair is of niet.
Kortom, de stelling dat de mensen oordelen over de literaire kwaliteit van de tekst is waar en kan beschouwd worden als correct. Mensen zijn inderdaad de grootste factor als het gaat om het bepalen of de tekst literair is of niet.
Visie op literatuur
Je hebt 10 boeken gelezen. In de les heb je geleerd wat literatuur is en wat niet. Ook heb je gemerkt dat er binnen de literatuur nog veel verschillen zijn. En dat er verschillend gedacht wordt over wat literatuur is.
In de volgende link vind je een proef: je onderzoekt wie of wat bepaalt wat literatuur is. Maak deze proef: https://litlab.nl/proef/literaire-kwaliteit/.
Wanneer je klaar bent met het maken van deze proef voeg je je antwoorden hier toe. Vervolgens beantwoord je de volgende vragen.
Wat is volgens jou literatuur? Wanneer mag je een boek literair noemen volgens jou?