verschillende soorten informerende, overtuigende en opiniërende teksten herkennen;
aangeven wat het verschil is tussen een betoog en een beschouwing;
aangeven wat je in de inleiding, het middenstuk en het slot van een betoog schrijft;
zelf een gedocumenteerde uiteenzetting, beschouwing en/of betoog of een recensie schrijven.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Uiteenzetting
Bekijk de video en lees de informatie over de uiteenzetting.
★ Aan de slag 1 + 2
Beantwoord de vragen over een tekst en schrijf zelf een uiteenzetting. Beoordeel elkaars werk.
Betoog
Lees hoe je een betoog opbouwt, welke structuur je gebruikt en hoe je de tekst indeelt.
★ Aan de slag 3
Schrijf een betoog. Beoordeel elkaars werk.
Beschouwing
Bestudeer het bouwplan en lees de uitleg over een beschouwing.
★ Aan de slag 4
Vul een bouwplan in. Schrijf een inleiding en slot.
Recensie
Lees de uitleg over recensies en de tips om zelf een recensie te schrijven.
★ Aan de slag 5
Beoordeel enkele boek-, film- of muziekrecensies. Schrijf zelf een recensie.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Samenvattend
Hier vind je de Kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht
Maak een keuze uit drie onderwerpen en schrijf zelf een beschouwing.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht staan ongeveer 6 SLU.
Aan de slag
Informerende teksten: Uiteenzetting
Een informerende tekst schrijf je om verslag te doen van je werkzaamheden of over iets wat er gebeurd is, om iets uit te leggen of om instructies te geven. Voor je schoolexamen moet je een gedocumenteerde uiteenzetting kunnen schrijven.
Op deze tekstsoort gaan we hier dan ook uitgebreid in.
Bekijk de video.
Een uiteenzetting is een tekst waarmee je iemand anders over iets informeert.
Het is een objectieve tekst waarmee je feiten en uitleg geeft over een onderwerp.
In een uiteenzetting geef je niet je mening. Je geeft feiten die waar en controleerbaar zijn. Meningen van anderen breng je neutraal, zonder je eigen mening erover te geven.
Een uiteenzetting heeft een vaste opbouw. In de inleiding introduceer je je onderwerp, in het middenstuk werk je dat uit en in het slot kom je met een samenvatting of conclusie.
Veel gebruikte tekststructuren voor een uiteenzetting zijn de
verklaringstructuur
verleden/heden/toekomststructuur
vraag – antwoordstructuur
Belangrijk bij het schrijven van een uiteenzetting is dat je:
je eerst afvraagt wat de lezer al van het onderwerp weet;
zorgt voor goede, betrouwbare informatie;
objectief uitlegt;
komt met voldoende goede voorbeelden.
Maak altijd eerst een Bouwplanvoordat je de tekst gaat schrijven.
Nederlandse van 14 op de catwalk. Is dat niet te jong?
Tijdens de modeweek van Milaan liep een veertienjarig model uit Nederland mee. Roos Abels besteeg de catwalk voor Prada en Giamba. Hoe jong mag een model zijn?
Het model uit Purmerend 'liep' hier voor het grote Italiaanse modehuis Prada en ook voor Giamba, de nieuwe lijn van modeontwerper Giambattista Valli.
Het slanke meisje trok de aandacht. Ze opende niet alleen de Pradashow, maar nam ook de sluiting voor haar rekening. Zij wordt meteen genoemd als model van de toekomst. In Milaan liep ook het Nederlandse topmodel Lara Stone mee.
Abels trok meteen de aandacht van de internationale pers. Niet alleen omdat Prada een reputatie heeft in het spotten van jong talent, vaak meisjes van dezelfde leeftijd als de Nederlandse, maar ook vanwege de vraag of hier sprake was van kinderarbeid. Is veertien jaar niet te jong om te worden ondergedompeld in de jachtige modewereld met zijn vele uitwassen?
School missen
Abels' managementbureau, het Italiaanse Brave Models, wijst die vraag van de hand.
Directeur Bruno Pauletta: 'Als een meisje van haar ouders en school toestemming krijgt om een of twee dagen les te missen, dan vinden wij dat geen groot probleem. Wij zien dat als iets heel anders dan fulltime modellenwerk.'
Roos werkte volgens Pauletta slechts een paar dagen voor Prada. 'En zo'n show duurde hooguit een kwartier. Trainingen hoefde ze niet te doen en haar make-up werd in hooguit anderhalf uur gedaan. Ieder modellenbureau ter wereld heeft kinderen in de leeftijd van vijftien tot en met zeventien jaar onder contract.'
Steeds meer weerstand
In de modewereld bestaat steeds meer weerstand tegen al te jeugdige modellen.
In Amerika schrijft The Council of Fashion Designers of America (CFDA) voor dat alleen modellen die minstens zestien jaar oud zijn, kleding mogen showen tijdens de New Yorkse modeweek.
In Engeland hebben de leden van de Association of Model Agents (AMA) zich gecommitteerd aan dezelfde belofte.
Voor de Milaanse modeweek, die van 17 tot 23 september plaatsvond, zijn er echter geen beperkende regels.
Renate Peters-Huisman, directeur van RPH Modelmanagement uit Amsterdam neemt liever geen modellen aan van onder de zestien jaar. 'Ik kan uit ervaring vertellen dat de meeste meisjes in dit vak sterker in hun schoenen staan op zestienjarige leeftijd dan wanneer ze veertien jaar zijn. Als ze zestien jaar zijn, hebben ze vaak nog maar één jaar school en kunnen ze hun carrière langzaam opbouwen. Alhoewel een bedrijf als Prada met jongere modellen blijft werken, zijn veel andere bureaus juist op zoek naar oudere modellen.'
Dat veel modellen al jong beginnen, werd in 2012 nog eens onderstreept door een onderzoek van The Model Alliance onder 85 modellen. Ruim de helft gaf aan vóór haar zestiende te zijn begonnen met een modellencarrière.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Kies een van de volgende onderwerpen. Zoek informatie.
Bedenk een hoofdgedachte en kies daarbij een passende tekststructuur.
Maak een bouwplan en bedenk minimaal drie deelonderwerpen.
Schrijf een uiteenzetting van 500 à 600 woorden.
Keuzeonderwerp 1
Alles is aan mode onderhevig. Zelfs de dood.
Vroeger was het voor iedereen duidelijk hoe en waar hij begraven zou worden.
Tegenwoordig staan de zaken rondom een begrafenis niet meer onomstotelijk vast.
Wat gebeurt er als iemand dood gaat?
Wat zijn de wettelijke voorschriften?
Wat is de rol van de uitvaartmaatschappij?
Zijn er nieuwe trends?
Bekijk de volgende video.
Keuzeonderwerp 2
In Nederland worden jaarlijks veel overvallen gepleegd op banken, tankstations, geldtransporten, maar ook op winkels, restaurants en gezinnen.
Om hoeveel overvallen gaat het precies?
Hoeveel misdadigers zijn er bij betrokken?
Is er een ontwikkeling in aantal, soort, buit en slachtoffers?
Welke methodes worden toegepast?
Welke verklaringen zijn er?
Wat kan er gedaan worden om overvallen te voorkomen?
Heb jij overvallen meegemaakt?
Bekijk de volgende video.
Keuzeonderwerp 3
Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld. Ruim 40% van de bevolking is ooit slachtoffer geweest. Een vrouw is gemiddeld twintig keer slachtoffer voordat ze naar de politie stapt. Afgelopen jaren zijn er landelijke publiekscampagnes tegen huiselijk geweld gevoerd. De campagnes richtten zich op slachtoffers, omstanders en plegers van huiselijk geweld en riepen op om hulp in te schakelen bij huiselijk geweld.
Hoe is de toename van het aantal meldingen te verklaren?
Hoe kun je er als politie mee omgaan?
Zijn er wel voldoende agenten om achter ieder gordijn te kijken?
Hoe kan zo’n situatie in een gezin tien jaar lang bestaan?
Waar kunnen slachtoffers van huiselijk geweld terecht?
Bekijk de volgende video.
Beoordeling
Klaar? Wissel je tekst met een klasgenoot en beoordeel elkaars werk.
Let daarbij op de volgende punten:
Heeft de tekst een passende en pakkende titel?
Heeft de tekst een duidelijk indeling in inleiding, middenstuk en slot en staan er witregels tussen de delen?
Wordt in de inleiding duidelijk wat het onderwerp is en is de inleiding aantrekkelijk voor de lezer?
Worden er in het middenstuk minimaal drie deelonderwerpen besproken?
Zijn de alinea’s goed opgebouwd?
Zijn de tekstverbanden duidelijk herkenbaar door het gebruik van verbindingswoorden?
Is er een duidelijk slot en is er een uitsmijter gebruikt?
Is duidelijk welke tekstsoort is gebruikt?
Past de toon bij de tekstsoort en het publiek?
Is de tekst aantrekkelijk geschreven?
Worden er veel taal- en stijlfouten gemaakt?
Is de tekst overzichtelijk vormgegeven?
Schrijf na bestudering van het commentaar van je klasgenoot de definitieve versie.
Overtuigende teksten: Betoog
Een overtuigende tekst schijf je om iemand te overtuigen van jouw standpunt. Naast feiten spelen argumenten een belangrijke rol in zo’n tekst.
Voor je schoolexamen moet je een gedocumenteerd betoog kunnen schrijven. Deze tekstsoort zullen we hier dan ook uitgebreid behandelen.
Een betoog is niet de enige tekstsoort die overtuigend is, bijvoorbeeld een column of een weblog kunnen ook overtuigende teksten zijn.
Betoog
In een betoog probeert een schrijver zijn lezer te overtuigen van zijn mening.
Door middel van argumenten zal hij zijn standpunt onderbouwen.
Deze argumenten kunnen zowel feitelijk als niet-feitelijk zijn.
De hoofdgedachte van een betoog is de mening die schrijver heeft over een bepaald onderwerp.
Voorbeelden:
Catalonië moet onafhankelijk worden.
Supporters van Ajax hebben recht op kwaliteit.
Ilja Leonard Pfeijffer schreef de mooiste zin van het jaar.
Bij een betoog zal je in de inleiding een stelling over je onderwerp formuleren (= standpunt). Je standpunt kun je ook als een vraag formuleren.
In het middenstuk kom je met argumenten voor de stelling.
Behandel ieder hoofdargument in een nieuwe alinea. Voorbeelden en feiten verlevendigen je betoog.
Denk na over mogelijke tegenargumenten en weerleg ze in je betoog.
Hiermee versterk je je betoog.
In het slot herhaal je nadrukkelijk je stelling met je belangrijkste argumenten en geef je een korte samenvatting.
Als je nadelen hebt genoemd, kom je met een afweging en een conclusie.
In een betoog gebruikt men vaak de argumentatiestructuur en de voor- en nadelenstructuur.
Onderschikkende argumentatie
Argumentatie met voor- en nadelen
Inleiding
vraag/stelling over onderwerp
vraag/stelling over onderwerp
Middenstuk
argument met ondersteuning 1
voordeel 1
argument met ondersteuning 2
voordeel 2
tegenargument met weerlegging
nadeel
Slot
conclusie
afweging en conclusie
Maak altijd eerst een Bouwplan voordat je de tekst gaat schrijven.
★ Aan de slag 3
Schrijf een betoog
Kies een van de volgende onderwerpen. Zoek informatie.
Bedenk een hoofdgedachte en kies daarbij een passende tekststructuur.
Maak een bouwplan voor een betoog en bedenk minimaal drie (tegen)argumenten.
Schrijf een betoog van 500 à 600 woorden.
Keuzeonderwerp 1
Het kabinet Rutte wil het gokken op internet legaliseren. De verwachting is dat het kabinet een aantal licenties voor het aanbieden van gokken op internet gaat verkopen of, nog waarschijnlijker, gaat veilen.
Behalve de opbrengsten van deze licenties, die waarschijnlijk ook al aanzienlijk zullen zijn, verwacht het nieuwe kabinet met de belasting over de winst van de spelers ook een mooi bedrag in de schatkist te kunnen deponeren.
Aan de andere kant kan gokken ook uit de hand lopen.
Je kunt al snel in de problemen komen omdat je in één keer veel geld kan verliezen.
Veel mensen raken dan ook verslaafd en raken in de problemen.
Bekijk de volgende video.
Schrijf een betoog voor of tegen het legaliseren van gokken op internet.
Keuzeonderwerp 2
Wil jij donor worden? Donor worden moet iedereen voor zichzelf uitmaken.
Het is belangrijk om erover na te denken en er over te praten met mensen uit je omgeving.
Mensen vinden het vaak moeilijk om over de eigen dood na te denken en te praten.
Maar als je gaat nadenken of je donor wilt worden, moet dat toch.
Want je moet eerst overlijden, voordat je weefsels en/of organen kan geven.
Bekijk de volgende video.
Schrijf een betoog over hoe volgens jou het donorschap in Nederland geregeld moet worden.
Keuzeonderwerp 3
Regelmatig lees je berichten over wrakke schepen met honderden vluchtelingen aan boord die kapseizen.
Tot nu toe is het vooral een probleem van Zuid-Europese landen als Italië, Griekenland en Malta. Die landen luiden nu de noodklok en dringen aan op meer Europese solidariteit.
Het is tenslotte een Europees probleem zeggen zij. Europa telt 28 lidstaten.
Is het een goed idee om de opvang van vluchtelingen eerlijk over alle landen te verdelen?
Of is Europa op dit moment te zwak om gezamenlijk het probleem met de bootvluchtelingen op te lossen?
Bekijk de video.
Schrijf een betoog waarin je stelling neemt voor of tegen het eerlijk opnemen van de vluchtelingen over alle landen van Europa.
Beoordeling
Klaar?
Wissel je tekst met een klasgenoot en beoordeel elkaars werk en let daarbij op de volgende punten:
Heeft de tekst een passende en pakkende titel?
Heeft de tekst een duidelijk indeling in inleiding, middenstuk en slot en staan er witregels tussen de delen?
Wordt in de inleiding duidelijk wat het onderwerp is en is de inleiding aantrekkelijk voor de lezer?
Worden er in het middenstuk minimaal drie (tegen)argumenten besproken?
Zijn de alinea’s goed opgebouwd?
Zijn de tekstverbanden duidelijk herkenbaar door het gebruik van verbindingswoorden?
Is er een duidelijk slot en is er een uitsmijter gebruikt?
Is duidelijk welke tekstsoort is gebruikt?
Past de toon bij de tekstsoort en het publiek?
Is de tekst aantrekkelijk geschreven?
Worden er veel taal- en stijlfouten gemaakt?
Is de tekst overzichtelijk vormgegeven?
Schrijf na bestudering van het commentaar van je klasgenoot de definitieve versie.
Opiniërende teksten: Beschouwing
Een overtuigende tekst schijf je om iemand te overtuigen van jouw standpunt.
Naast feiten spelen argumenten een belangrijke rol in zo’n tekst.
Voor je schoolexamen moet je een gedocumenteerde beschouwing kunnen schrijven.
Naast deze tekstsoort zullen we hier ook uitgebreid aandacht besteden aan het schrijven van een recensie.
Beschouwing
Een beschouwing wil de lezer een mening laten vormen, aan het denken zetten.
In een beschouwing wordt een onderwerp van verschillende kanten belicht.
Zo kunnen van een probleem verschillende oorzaken, oplossingen en voor- en nadelen besproken worden.
De lezer krijgt zo een goed beeld van het onderwerp en kan zich daarover een mening vormen.
Aan de ene kant is een beschouwing een beetje informatief (zij geeft informatie over een onderwerp) en aan de andere kant een beetje overtuigend (je geeft wel jouw mening), maar je wil de lezer niet van je mening van overtuigen.
Je laat het oordeel aan de lezer over. De lezer krijgt verschillende meningen te horen en kan daaruit zijn eigen standpunt bepalen.
De volgende tekststructuren zijn vooral geschikt voor het schrijven van een beschouwing:
Tatoeages in alle vormen en kleuren zijn haast niet meer uit het straatbeeld weg te denken.
Vroeger werd je al snel a-sociaal genoemd met een tatoeage, maar tegenwoordig is het al bijna zo ver dat je er niet bij hoort als je er niet ergens ééntje op je lichaam hebt.
Maak een bouwplan voor een beschouwing over dit verschijnsel.
Vul daarvoor het volgende formulier in.
Schrijf een inleiding van ongeveer 100 woorden. Schrijf een slot van ongeveer 50 woorden.
Beoordeling
Laat inleiding en en slot nakijken door een klasgenoot met behulp van de volgende aandachtspunten:
Wordt in de inleiding duidelijk wat het onderwerp is en is de inleiding aantrekkelijk voor de lezer?
Zijn de alinea’s goed opgebouwd?
Is er een duidelijk slot en is er een uitsmijter gebruikt?
In veel kranten, tijdschriften en op websites vind je recensies.
Een recensie is een tekst waarin de recensent een boek, film, toneelstuk, tv-programma, concert, cd, game of expositie beoordeelt.
Het is de bedoeling dat de lezer door de recensie zich een oordeel kan vormen over het werk.
Het is de bedoeling dat je als lezer informatie over het werk krijgt en daarbij zal de recensent zeker ook zijn mening geven. Dat oordeel zal hij onderbouwen met argumenten.
In eerste instantie is een recensie opiniërend bedoeld, maar heel vaak zal hij ook overtuigend en zelfs activerend (koop dit boek (niet)!) geschreven zijn.
In een recensie vind je:
informatie over de inhoud van het werk;
informatie over de maker;
enkele citaten, voorbeelden uit het werk;
een oordeel met argumentatie over het werk.
Hoe schrijf je zelf een recensie
Maak meteen na het lezen, zien of luisteren, een paar aantekeningen:
Wat vond je leuk, belangrijk, niet goed ... (noteer bladzijden, om later iets weer op te zoeken).
Wacht enkele dagen met het schrijven, dan kun je er nog eens over nadenken.
Begin niet met “ik”.
Mensen die je recensie lezen, kennen het boek (nog) niet. Noem titel en naam van de schrijver.
Begin je recensie bijvoorbeeld met in een paar zinnen te vertellen waar het boek over gaat. Je kan ook een aantal zinnen of fragmenten citeren en daarna iets vertellen over de inhoud.
Geef daarna je mening. Schrijf op waarom je het boek goed/matig/slecht vindt, geef daarbij argumenten en kom met voorbeelden uit het werk.
Schrijf nu zelf een recensie. Hoe je dat aanpakt, zie je in de Gereedschapskist hieronder.
Kies uit een van de volgende mogelijkheden:
Het laatste boek dat je hebt gelezen voor je lijst bij Nederlands.
Een film die je onlangs hebt gezien.
De beste of slechtste band die je onlangs hebt gezien op een festival dat je hebt bezocht.
Laat je recensie lezen aan een klasgenoot. Vraag om commentaar.
Natuurlijk lees je ook haar of zijn recensie en geef je elkaar op een goede manier feedback.
Kies een van de volgende onderwerpen. Zoek informatie erover.
Bedenk een hoofdgedachte en kies daarbij een passende tekststructuur.
Maak een bouwplan voor een beschouwing en bedenk minimaal drie deelonderwerpen.
Schrijf een beschouwing van 500 à 600 woorden.
Keuzeonderwerp 1
Het tv-programma ‘Ik vertrek’ heeft een enorme populariteit.
Het programma gaat over gewone Nederlanders zoals jij en ik, die hun alledaagse huisje-boompje-beestje-bestaan verruilen voor een avontuurlijk leven in den vreemde.
Bekijk ook het videofragment.
Schrijf een beschouwing over het verschijnsel dat mensen naar een ander land willen vertrekken.
Wat beweegt deze mensen?
Waar gaan ze naar toe en hoe vergaat het ze?
Zie jij jezelf ook vertrekken?
Keuzeonderwerp 2
Sinds 1 januari 2014 mag je alcohol kopen als je achttien jaar of ouder bent.
De verkoop van alcohol aan personen onder de achttien jaar is verboden.
Ook ben je sinds 1 januari 2014 zelf strafbaar als je nog geen achttien jaar bent en in het openbaar alcohol bij je hebt.
Openbare plekken zijn bijvoorbeeld het café, de sportkantine, het park of op straat.
Waarom wil de overheid dit?
Wat vinden je ouders en je vrienden en zijn er nog andere meningen?
Bekijk het videofragment.
Schrijf een beschouwing over het veranderen van de leeftijdsgrens bij het gebruik van alcohol door jongeren.
Keuzeonderwerp 3
Jonge mensen kunnen zich amper een leven voorstellen zonder smartphone.
De helft van de jongeren tussen de acht en achttien jaar zegt zelfs niet zonder telefoon te kunnen, zo bleek uit een enquête van Mijn Kind Online van vorig jaar.
Opvallend was dat driekwart van de ondervraagde kinderen zei dat hun eigen generatie verslaafd is aan zijn mobiel.
Hoe erg is dit verschijnsel?
Kan jij nog wel zonder je telefoon?
Moet er wat tegen gedaan worden, en zo ja wat en hoe?
Bekijk de video.
Schrijf een beschouwing over dit verschijnsel.
Beoordeling
Wissel je tekst met een klasgenoot en beoordeel elkaars werk.
Let bij het beoordelen van de beschouwing op de volgende punten.
Heeft de tekst een passende en pakkende titel?
Heeft de tekst een duidelijk indeling in inleiding, middenstuk en slot en staan er witregels tussen de delen?
Wordt in de inleiding duidelijk wat het onderwerp is en is de inleiding aantrekkelijk voor de lezer?
Worden er in het middenstuk minimaal drie (tegen)argumenten besproken?
Zijn de alinea’s goed opgebouwd?
Zijn de tekstverbanden duidelijk herkenbaar door het gebruik van verbindingswoorden?
Is er een duidelijk slot en is er een uitsmijter gebruikt?
Is duidelijk welke tekstsoort is gebruikt?
Past de toon bij de tekstsoort en het publiek?
Is de tekst aantrekkelijk geschreven?
Worden er veel taal- en stijlfouten gemaakt?
Is de tekst overzichtelijk vormgegeven?
Schrijf na bestudering van het commentaar van je klasgenoot de definitieve versie.
Van je docent hoor je hoe de beschouwing beoordeeld wordt.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je voorbeelden noemen van informerende en opiniërende teksten?
Hoe ging het?
Tijd
Bij 'Wat ga ik doen?' staat dat je ongeveer zes lesuren voor de opdracht nodig hebt. Klopte dat? Als het niet klopt, schrijf dan op waarom je meer of minder tijd nodig had.
Eindopdracht
Bij de eindopdracht had je de keuze uit drie onderwerpen.
Welk onderwerp heb je gekozen? Op grond waarvan heb je voor dat onderwerp gekozen? Ben je tevreden over het resultaat?
Het arrangement Soorten teksten - h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij de module 'Schrijven', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van Stercollecties voor Nederlands voor hv45. In deze opdracht bekijk en lees je verschillende informatie over een uiteenzetting, een betoog, een beschouwing en een recensie, zodat je genoeg informatie en kennis hebt opgedaan om deze soorten teksten zelf te kunnen schrijven. Uiteindelijk sluit je deze opdracht ook af met het schrijven van een beschouwing over één van de drie onderwerpen.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
Nederlands;
Begrijpen;
Interpreteren;
Literatuur;
Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands);
Tekstkenmerken;
Deze opdracht hoort bij de module 'Schrijven', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van Stercollecties voor Nederlands voor hv45. In deze opdracht bekijk en lees je verschillende informatie over een uiteenzetting, een betoog, een beschouwing en een recensie, zodat je genoeg informatie en kennis hebt opgedaan om deze soorten teksten zelf te kunnen schrijven. Uiteindelijk sluit je deze opdracht ook af met het schrijven van een beschouwing over één van de drie onderwerpen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Op de catwalk
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.