Veelvoorkomende taalfouten - h45

Veelvoorkomende taalfouten - h45

Veelvoorkomende taalfouten

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • de volgende veelvoorkomende taalfouten herkennen:
    • fouten met herhalingen, tautologie, pleonasme, contaminatie en pleonasme
    • fouten met verwijswoorden
    • fouten met congruentie
    • fouten in de dat-als-constructie
    • fouten in weglating
    • fouten in beknopte bijzin.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Dubbelop Lees wat wordt bedoeld met dubbelop: herhaling van hetzelfde woord.
★ Aan de slag 1 t/m 4 Maak de oefeningen.
Verwijswoorden Bestudeer de voorbeelden en fouten, die vaak worden gemaakt met verwijswoorden.
★ Aan de slag 5 t/m 7 Maak de oefeningen met verwijswoorden.
Congruentie Lees om welke fouten het gaat bij congruentie en bekijk de video.
★ Aan de slag 8 Maak de oefeningen.
Dat-als-constructie Bestudeer de fouten die te maken hebben met de dat-als-constructie en bekijk de video.
★ Aan de slag 9 Herschrijf zinnen met de dat-als-constructie.
Weglating Lees wanneer ik wel en wanneer ik niet een deel van de zin mag weglaten.
★ Aan de slag 10 Maak de oefeningen over weglatingen.
Beknopte bijzin Bestudeer het gebruik van een beknopte bijzin en bekijk de video.
★ Aan de slag 11 Verbeter de zinnen met een onjuiste beknopte bijzin.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Geen Kennisbankitems bij deze opdracht. Wel video's met veelvoorkomende fouten op een rijtje.
Eindopdracht Maak een toets voor een klasgenoot. Ik maak daarna de toets die mijn klasgenoot heeft voorbereid.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht staat ongeveer 4 SLU.

Aan de slag

Dubbelop

Dubbelop 1: Herhaling

Je kunt een of meer keren hetzelfde woord herhalen.
Als je dat doet, moet je je wel afvragen of de herhaling een functie heeft.

Goed is:

  • Geld, geld is het enige wat hem bezighoudt.

Fout is:

  • Na dat slecht gemaakte tentamen wilde zij over de gevolgen voor haar studie niets meer over zeggen.
    => tweede over weglaten
  • Aan dat gedrag van hem krijgen wij een steeds grotere hekel aan.
    => tweede aan weglaten

Bekijk de video.

 

Dubbelop 2: Tautologie

Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden zijn dus synoniemen en behoren tot dezelfde woordsoort.
Meestal noemen we een tautologie een taalfout maar je kunt een tautologie met opzet als stijlmiddel gebruiken.

Goed is:

  • De koning werd met pracht en praal begraven.
  • Het was in de kleedkamer alleen maar kommer en kwel na de nederlaag.

Fout is:

  • Het gebeurt soms ook wel eens dat hij helemaal niet komt.
    => soms of wel eens weglaten
  • Door de hevige sneeuwval kon je de weg haast bijna niet meer zien.
    => haast of bijna weglaten

Dubbelop 3: Pleonasme

Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.
Een pleonasme gebruik je om een eigenschap van iets te benadrukken (grijs beton, witte schimmel, groen gras etc.). Als je een pleonasme gebruikt, moet je je wel afvragen of dat een functie heeft.

Goed is:

  • Ik vind dat je een prachtige ronde cirkel hebt getekend.

Fout is:

  • Ze kregen eindelijk toestemming om hun huis te mogen gaan bouwen.
    => kregen toestemming te gaan bouwen, of: mochten gaan bouwen.
  • De wedstrijd zal naar een later tijdstip uitgesteld moeten worden.
    => Zal naar een later tijdstip verplaatst moeten worden, of: zal uitgesteld moeten worden.
  • In dat sprookje speelde een grote reus een belangrijke rol.
    => grote weglaten
  • We kregen bij de boodschappen een gratis cadeau.
    => gratis weglaten

Dubbelop 4: Contaminatie

Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie.

Voorbeelden:

  • Zijn opa rookte als een ketting.
    => kettingroker en rookte als een ketter
  • Na die lastige vraag haalde ik alles door de war.
    => haalde door elkaar of: raakte in de war
  • De secretaris neemt tijdens de jaarvergadering altijd het hoogste woord.
    => heeft het hoogste woord of: neemt het woord
  • De oorzaak van dat ongeval is te wijten aan zijn roekeloze rijgedrag.
    => de oorzaak is of: het ongeval is te wijten aan

Dubbelop 5: Dubbele ontkenning

Dubbele ontkenningen komen vaak voor in de spreektaal en dan hebben ze een versterkende functie. Dit gebruik wordt echter afgeraden (voorbeeld 1).
In zinnen met 'ontkennende' werkwoorden (voorbeelden 2 en 3) wordt soms ten onrechte een tweede ontkenning toegevoegd.

Voorbeelden:

  1. Ik gebruik nooit geen suiker in de koffie.
    => nooit of: geen
  2. De gemeente wil voorkomen dat er geen ongeregeldheden ontstaan.
    => voorkomen dat er ongeregeldheden ontstaan, of: wil dat er geen ongeregeldheden ontstaan
  3. De schoolleiding verbiedt de leerlingen geen vuurwerk af te steken.
    => verbiedt leerlingen vuurwerk af te steken, of: wil dat de leerlingen geen vuurwerk afsteken

★ Aan de slag 1

Herhaling

Herhalingen hebben soms een functie, maar soms hebben ze geen functie of zijn ze fout.
Maak de oefening.

Herhaling

Hebben de herhalingen in de volgende zinnen een functie of hebben ze geen functie/zijn ze fout?

Aan de lessen Frans van die leraar heb ik niets aan gehad. wel een functie geen functie/fout
O, als ik dood zal, dood zal zijn, kom dan en fluister, fluister iets zachts.
J.H. Leopold
wel een functie geen functie/fout
Ik heb geen geld en ik heb er ook geen zin in ook. wel een functie geen functie/fout
Niets, maar dan ook niets wil ik daar nog mee te maken hebben! wel een functie geen functie/fout
Kun je mij vertellen waarvan je komst vanaf hangt? wel een functie geen functie/fout
Waar, o waar heb ik dat bestand ook alweer opgeslagen? wel een functie geen functie/fout
Nee, nee en nog eens nee, riep haar moeder toen ze voor de zoveelste keer om een snoepje zeurde. wel een functie geen functie/fout

 

 

★ Aan de slag 2

Tautologie of pleonasme?

Maak de volgende oefening.

Pleonasme of tautologie

Bekijk de zinnen. Let op de vetgedrukte woorden.
Geef aan of het om tautologie of om pleonasme gaat.

Vanzelfsprekend ben ik natuurlijk bereid de consequenties daarvan te dragen. tautologie pleonasme
Hij veronderstelt dat zijn buurman het vermoedelijk heeft gedaan. tautologie pleonasme
In zijn brief van d.d. dato 3 januari 1963 voorspelt hij dat er een Elfstedentocht zal komen. tautologie pleonasme
De dader had het dode lijk in de tuin begraven. tautologie pleonasme
Hij kreeg die kaasschaaf gratis bij aankoop van een kilo kaas. tautologie pleonasme
Hij heeft die reactie opzettelijk uitgelokt met zijn opmerking. tautologie pleonasme

We hebben nog steeds geen rekening ontvangen, hoewel we de koelkast reeds twee weken al in huis hebben staan.

tautologie pleonasme
Na veel gedoe kreeg de asielzoeker alsnog toestemming om te mogen blijven. tautologie pleonasme
Voor onze fractie is de doodstraf nooit ofte nimmer aanvaardbaar. tautologie pleonasme

 

 

★ Aan de slag 3

Contaminaties

Maak de volgende twee oefeningen.

Contaminaties

Bekijk de zinnen. Welke woorden of uitdrukkingen zijn door elkaar gehaald?

  1. Heb je je wel beseft wat dat voor ons inkomen gaat betekenen?
  2. Ik vrees dat ik die deur overnieuw moet schilderen.
  3. Waarom vertel je dat niet tegen je ouders?
  4. Op vakantie lees ik het nieuws op de iPad om op de hoogte te blijven met de actualiteit in Nederland.
  5. Volgens mijn mening zal de zwartepietendiscussie vanzelf overgaan.

 
Contaminaties

Bekijk de zinnen. Welke woorden of uitdrukkingen zijn door elkaar gehaald?

  1. Robben zal zijn ploeg wel eens flink de pan uitvegen.
  2. Als kind zijnde gingen we altijd naar Zeeland op vakantie.
  3. Toen het niet doorging viel er een pak van mijn hart.
  4. Van die onzin die hij je opschotelt moet je niets geloven.
  5. Gelukkig lieten de spelers van Oranje de moed niet in hun schoenen zinken.

 

★ Aan de slag 4

Dubbele ontkenning/contaminatie

Maak de volgende twee oefeningen.

Dubbele ontkenning/contaminatie

Wat is de fout in deze zinnen: dubbele ontkenning of contaminatie?

Ik kan je verbieden om dat niet te doen. dubbele ontkenning contaminatie
Het Nederlands hockeyelftal kreeg ongenadeloos op zijn kop van Australië. dubbele ontkenning contaminatie
Ik heb er nooit geen zin in om naar fitness te gaan. dubbele ontkenning contaminatie
De mentor zou wel even nachecken op de cijfers goed waren ingevuld. dubbele ontkenning contaminatie
Wanneer gaan jullie overswitchen naar zonne-energie? dubbele ontkenning contaminatie
De politie zal meer patrouilleren om te voorkomen dat er niet nog een keer wordt ingebroken. dubbele ontkenning contaminatie
In korte tijd hadden ze alles opgeconsumeerd. dubbele ontkenning contaminatie
Hij dacht dat hij die auto makkelijk kon voorbij passeren. dubbele ontkenning contaminatie
Mijn vader gelooft er niets niemendal van. dubbele ontkenning contaminatie
In die werkkampen werden de gevangenen onmeedogenloos behandeld. dubbele ontkenning contaminatie

 

 
Dubbele ontkenning/contaminatie

Bekijk de zinnen nogmaals.
Welk woord/woorddeel moet je weglaten om een goede zin te krijgen?

  1. Ik kan je verbieden om dat niet te doen.
  2. Het Nederlands hockeyelftal kreeg ongenadeloos op zijn kop van Australië.
  3. Ik heb er nooit geen zin in om naar fitness te gaan.
  4. De mentor zou wel even nachecken op de cijfers goed waren ingevuld.
  5. Wanneer gaan jullie overswitchen naar zonne-energie?
  6. De politie zal meer patrouilleren om te voorkomen dat er niet nog een keer wordt ingebroken.
  7. In korte tijd hadden ze alles opgeconsumeerd.
  8. Hij dacht dat hij die back makkelijk kon voorbij passeren.
  9. Mijn vader gelooft er niets niemendal van.
  10. In die werkkampen werden de gevangenen onmeedogenloos behandeld.

 

Verwijswoorden

Verwijswoorden wijzen vooruit of terug naar woorden, woordgroepen of zinnen.
Het antecedent (datgene waarnaar verwezen wordt) bepaalt welk verwijswoord je moet gebruiken. Bij woordgroepen wordt dat bepaald door het kernwoord.

Bekijk de video.


Bij verwijzingen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden maken we onderscheid tussen mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden (het-woorden).

  • hij en zijn verwijzen naar mannelijke (m) woorden
  • zij en haar verwijzen naar vrouwelijke (v) woorden
  • het en zijn naar onzijdige (o) woorden

Die en deze verwijzen naar de-woorden en dat en dit naar het-woorden.

Voorbeelden:
Hij kende de weg goed omdat hij die/deze al vaak had gereden.
Als je het fornuis wil verkopen moet je dat/dit maar op Marktplaats zetten.

Opmerking: Namen van landen en steden zijn onzijdig.

Als je twijfelt over het geslacht van een woord, kun je een woordenboek raadplegen of gebruikmaken van de website: http://www.inventio.nl/genus/

Hierna vind je uitleg en voorbeelden:

  • over het gebruik van dat of wat;
  • over het gebruik van wie of waar;
  • over het gebruik van hun, hen of ze;
  • over onjuiste en slordige verwijswoorden.

Dat of wat?

Dat gebruik je als je verwijst naar het-woorden.
Voorbeeld:
Het werk achter de kassa dat zij regelmatig doet, levert haar niet veel op.

Wat gebruik je:

  • na onbepaalde voornaamwoorden als veel, niets, iets, alles en het enige;
  • na de overtreffende trap: het beste wat, het eerste wat, het liefste wat;
  • als je wat kunt vervangen door datgene wat: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet;
  • als wat verwijst naar een hele zin: Zij zat telkens te lachen, wat de leraar irriteerde.

Wie of waar?

Verwijzen naar personen: voorzetsel + wie
Voorbeeld:
De jongen met wie ik op vakantie ga.

Verwijzen naar zaken/dingen: waar + voorzetsel
Voorbeeld:
Het probleem waarover wij debatteerden.

Hun, hen of ze?

Hun gebruik je als:

  • bezittelijk voornaamwoord meervoud:
    Hun oma woont bij mij om de hoek.
  • als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel:
    Je moet hun vragen of ze ook komen.

Hen gebruik je als:

  • als lijdend voorwerp:
    Ik zie hen al van verre aankomen.
  • na een voorzetsel:
    Wij zouden dat ook van hen krijgen.

Opmerkingen:
Hun mag je nooit als onderwerp gebruiken.
Als je niet zeker weet of je hun of hen moet gebruiken kun je altijd ze gebruiken.

Onjuiste of slordige verwijswoorden

Taalfouten kunnen ontstaan bij het gebruiken van verwijswoorden.
We maken onderscheid tussen onjuiste en slordige verwijswoorden.

Voorbeelden van onjuiste verwijswoorden:

  • Hem werd een contract aangeboden die nogal wat onduidelijkheden bevatte. Die moet zijn dat want het is het contract (o).
  • De scholier stelde de staatssecretaris voor een probleem wat ze niet direct kon oplossen. Wat moet zijn dat want het is het probleem (o).
  • De Nederlandse scholierenbevolking heeft zijn stem laten horen. Zijn moet zijn haar want bevolking is een vrouwelijk woord (v).
  • Dat is het beste dat ik ooit gedaan heb. Dat moet zijn wat want na de overtreffende trap gebruik je wat.
  • Ze doen waar hun zin in hebben. Hun moet zijn ze. Hun mag je niet als onderwerp gebruiken.

Voorbeelden van slordige verwijswoorden:

  • Het moet altijd duidelijk zijn waarnaar een verwijswoord verwijst. Wat niet mag, is dat een verwijswoord verwijst naar iets wat niet in de tekst staat.
    Voorbeeld:
    Literatuur in 4 havo is vaak lastig. Ze zijn niet voor elke leerling leuk om te lezen
    (ze verwijst iets wat niet in de tekst staat namelijk naar boeken).
  • Het moet altijd duidelijk zijn waarnaar wordt verwezen, kortom het moet duidelijk zijn wat het antecedent is.
    Voorbeeld:
    Er ontstonden toch enkele relletjes ondanks de goede organisatie. Daarvoor moet men waardering hebben (daarvoor is dat het feit dat er rellen ontstonden of de goede organisatie).
  • Een verwijswoord mag niet naar een deel van een woord verwijzen.
    Voorbeeld:
    Er is niet veel belangstelling in Nederland voor wat de waterpoloërs op dat gebied internationaal presteren (op dat gebied verwijst naar waterpolo).

★ Aan de slag 5

Maak de twee oefeningen. Kies steeds het juiste verwijswoord.

Oefening: De of het?

Introductie

Introductie

De oefening is een meerkeuzeoefening.
Je krijgt 12 vragen over het gebruik van verwijswoorden 'de' of 'het'.
Na het beantwoorden van de vragen krijg je je score te zien.
Ben je ontevreden maak dan de oefening opnieuw. Je krijgt dan weer 12 vragen.
Dat zijn vaak andere vragen, maar je kunt ook dezelfde vragen nogmaals tegenkomen.

Algemene informatie
Titel
De of het?
Aantal vragen
12
Maximaal te behalen punten
12
Punten nodig om te slagen
10
Start

Wat is juist: Het lunch of de lunch?

Wat is juist: Het tafel of de tafel?

Wat is juist: Het tafellaken of de tafellaken?

Wat is juist: Het theeservies of de theeservies?

Wat is juist: Het dak of de dak?

Wat is juist: Het dakkapel of de dakkapel?

Wat is juist: Het deurslot of de deurslot?

Wat is juist: Het raam of de raam?

Wat is juist: Het straat of de straat?

Wat is juist: Het busstation of de busstation?

Wat is juist: Het ontbijt of de ontbijt?

Wat is juist: Het puber of de puber?

Oefening: Deze, die, dat of dit?

Introductie

Introductie

Algemene informatie
Titel
Deze, die, dat of dit?
Aantal vragen
10
Maximaal te behalen punten
10
Punten nodig om te slagen
8
Start

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Het schilderij je hebt opgehangen, hangt scheef.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Het slechte weer we verwachtten, viel mee.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

De hond ik vond, jankte heel zielig.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

poster vind ik nog wel aardig maar vind ik afschuwelijk.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Mijn vader heeft een iPhone voor mij meegebracht maar werkt niet goed.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Er wordt actie tegen de maatregel gevoerd en vind ik prima.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Informatie je aanvraagt krijg per e-mail toegezonden.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

computer vind ik goed, maar grote vind ik niets.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Het meisje dat zei, kan ik niet meer vinden.

Reset antwoord

Vul het juiste voornaamwoord in: deze, die, dat of dit.

Let op! Bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Zij is het mooiste meisje ik ken.

Reset antwoord

★ Aan de slag 6

Maak de twee oefeningen.

Oefening: Verwijswoorden

Introductie

Introductie

Algemene informatie
Titel
Verwijswoorden
Aantal vragen
9
Maximaal te behalen punten
9
Punten nodig om te slagen
8
Start

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Kies de zin met het juiste verwijswoord.

Verwijswoorden

Herschrijf de drie zinnen en verbeter de onjuiste verwijswoorden.

  1. Franse kazen zijn populair en daar wordt dan ook enorm veel kaas geproduceerd.
  2. De schoolleiding heeft de leraren gemaild dat ze morgen een studiedag hebben.
  3. De golfleraar vroeg mijn vader nog even te zoeken naar de golfclub die hij vergeten was.

 

★ Aan de slag 7

Maak ook de volgende twee oefeningen.

Oefening: Hen of hun?

Introductie

Introductie

Algemene informatie
Titel
Hen of hun?
Aantal vragen
12
Maximaal te behalen punten
12
Punten nodig om te slagen
10
Start

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

Ik beval het boek van Tommy Wieringa aan.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

De kok bediende zelf.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

Tot voor kort coachte Louis van Gaal .

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

Dat gegooi werd niet in dank afgenomen.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

Ik ben hun erkentelijk voor mooie woorden.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

De burgemeester feliciteerde met lintje.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

Er is veel aan gelegen toch te komen.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

Mijn dochter hield een tijdje gezelschap.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

De leraar peperde het in.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

Het is niet allemaal komen aanwaaien.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

Zijn taalgebruik irriteerde wel vaker.

Reset antwoord

Wat is juist: hen of hun? Vul in.

De subsidie heeft uit de brand geholpen.

Reset antwoord

Oefening: Dat, wat, wie, waarop, etc.

Introductie

Introductie

Algemene informatie
Titel
Dat, wat, wie, waarop, etc.
Aantal vragen
10
Maximaal te behalen punten
10
Punten nodig om te slagen
8
Start

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

De leerling ................. ik altijd samenwerk, is vandaag ziek.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

Het doel .......................... hij spaart, is een vakantie naar Noorwegen.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

Iets ..................... je zelf niet wilt, kun je ook niet van een ander verlangen.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

Het eerste .................. je moet doen als je thuis bent, is naar de dokter gaan.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

Het meningsverschil ........ zij het steeds hadden, is bijgelegd.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

Het boek ................... ik heb geleend, heb ik bij mijn zus laten liggen.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

We moesten in Parijs om elf uur op de kamer zijn, .................. we niet pikten.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

Wij hebben een hond nodig ................ we kunnen vertrouwen.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

De resultaten van Jan de Jonge .................... niet veel verwacht werd, zijn dit jaar buitengewoon goed.

Wat moet je invullen? Kies uit: van wie, met wie, waarvoor, wat, waarover, dat, waarop

De resultaten ................ we het laatst hadden, zijn buitengewoon tegengevallen.

Congruentie

Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal.
Als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn.
Als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn.
Gelijkheid in getal noemen we congruentie.

Fout is:

  • Een groot aantal mensen (o) zijn (pv) tegen het plan van de gemeente.
    Zijn moet zijn: is (aantal is enkelvoudig)
  • De waarheid van de verslagen over de gebeurtenissen (o) konden (pv) niet makkelijk worden aangetoond.
    konden moet zijn: kon (waarheid is enkelvoudig)
  • Volgens Van Gaal heeft (pv) de media (o) er weer niets van begrepen.

Goed is:
de media hebben. (media is het meervoud van medium)

Bekijk de video.

 

★ Aan de slag 8

Congruentie

Maak de volgende twee oefeningen.

Congruentie

In de volgende zinnen staan fouten in de congruentie.
Herschrijf de zinnen.

  1. Het nieuwe virus is een groot gevaar dat de zeehonden bedreigen.
  2. De serie columns die Hanna Bervoets in de Volkskrant schrijft, zijn erg leuk om te lezen.
  3. Na vreselijke dingen te hebben meegemaakt, kwamen de groep vluchtelingen aan bij de grens met Turkije.
  4. Dit soort opmerkingen komen de relatie niet ten goede.
  5. Een aantal van de demonstranten wilden de actie nog niet opgeven.

 

 
Congruentie

In de volgende zinnen staan fouten in de congruentie.
Herschrijf de zinnen.

  1. Ik denk dat het merendeel van de leerlingen daar niet blij mee zijn.
  2. De berichten over het vertrek van de jongen zorgde voor veel onrust in de familie.
  3. Alle aanwezigen worden een bijdrage gevraagd.
  4. Er kwamen een massa fans af op het bezoek van de groep aan Nederland.
  5. De kosten die dat bezoek met zich meebrengen, worden door de firma betaald.

 

Dat - als

Dat/als-constructie

In de volgende zinnen geven de gecursiveerde delen een voorwaarde aan.
Je kunt zo'n voorwaarde beter achteraan in de zin zetten. Een aparte zin ervan maken mag ook. Als je van 'ik denk' of 'ik vind' 'volgens mij' maakt, kun je het probleem vermijden.

Fout is:

  • Er is een grote kans, dat als het gemeentebestuur niets doet tegen de vuurwerkoverlast, burgers het heft in handen gaan nemen.
  • Koop nu een energiezuinige koelkast, zodat als de energieprijzen weer stijgen, jij goedkoop kan koelen.

Goed is:

  • Er is een grote kans, dat burgers het heft in handen gaan nemen, als het gemeentebestuur niets doet tegen de vuurwerkoverlast.
  • Koop nu een energiezuinige koelkast, zodat jij goedkoop kan koelen, als de energieprijzen weer stijgen.


Bekijk de video.

 

★ Aan de slag 9

Dat/als-constructie

Maak de twee oefeningen.

Dat/als-constructie

De dat/als-constructie in de volgende zinnen is niet goed.
Herschrijf de zinnen.

  1. De westerse landen moeten beter samenwerken, zodat wanneer er weer een crisis in Oost-Europa dreigt, ze beter voorbereid zijn.
  2. Ze wilden nog geen kaartjes voor Lowlands kopen, omdat als het slecht weer wordt, ze nog iets anders kunnen gaan doen.
  3. Hij zegt al jaren dat als hij het wat rustiger aan kan doen, hij veel meer tijd voor zijn hobby zou hebben.

 

 
Dat/als-constructie

De dat/als-constructie in de volgende zinnen is niet goed.
Herschrijf de zinnen.

  1. Ik denk dat als je succes wilt hebben, je eerst goed moet trainen.
  2. Iedereen weet inmiddels wel dat wanneer je minder kans op een hartaanval wilt hebben, je meer moet bewegen en vers fruit moet eten.
  3. Je ziet bij het Engels dat, omdat spelling en uitspraak zo verschillen, het bijna onmogelijk is om de spelling goed te leren.

 

Weglating

Weglating (samentrekking)

In zinnen die verbonden zijn door en of maar kun je soms een of meer zinsdelen weglaten. Dat noemen we samentrekken.
Weglating mag alleen als de woorden die je weglaat in beide zinnen:

  • dezelfde grammaticale functie hebben (onderwerp, meewerkend voorwerp, koppelwerkwoord etc.)
    Fout is:
    De smartphone van de HEMA kost nog geen 170 euro en vind ik mooi.
    ('de smartphone' is in de eerste zin onderwerp en de tweede zin lijdend voorwerp)
  • dezelfde grammaticale vorm hebben (enkelvoud of meervoud)
    Fout is:
    Er wordt een verkeersdrempel aangelegd en huizen gebouwd.
    (na 'en' moet 'worden' ingevoegd worden)
  • dezelfde betekenis hebben
    Fout is:
    De bokser trok zijn badjas uit en zich niets van het publiek aan.
    (trekken is in uittrekken letterlijk en in zich aantrekken van figuurlijk gebruikt.


Bekijk de video.

 

★ Aan de slag 10

Weglating

Maak de twee oefeningen.

Weglating

De volgende zinnen bevatten foutieve samentrekkingen. Verbeter de zinnen.

  1. Hier werd veel gespeeld en muren met graffiti bespoten.
  2. De schaatser stond op het bordes van het stadhuis en werd een erepenning overhandigd.
  3. Godelief maakte eerst het logeerbed op en vervolgens zichzelf.
  4. Ben is een grote liefhebber van de natuur en dan ook veel buiten.

 

 

 

 
Weglating

De volgende zinnen bevatten foutieve samentrekkingen. Verbeter de zinnen.

  1. Deze wasmachine is deze week honderd euro goedkoper en heeft mijn vrouw daarom gekocht.
  2. De prijzen zijn wel wat hoger, maar de service ook veel beter.
  3. Deze tweet is beledigend van toon en zal ik dan ook niet beantwoorden.
  4. Angela smeerde haar gezicht in en hem daarna snel naar het strand.

 

Beknopte bijzin

In een beknopte bijzin staat geen onderwerp (het zogenaamde verzwegen onderwerp). Als je er een gewone bijzin van maakt, moet het onderwerp uit die bijzin verwijzen naar dezelfde persoon/ zaak als het onderwerp uit de hoofdzin.

Fout:
Slapend bracht mijn vader mij naar mijn bed.
(Mijn vader (onderwerp) slaapt niet, maar ik.)
Goed:
Terwijl ik sliep, bracht mijn vader mij naar mijn bed.

Fout:
Na de garagedeur te hebben geschilderd, barstte er een onweer los.
(Onweer (onderwerp) is niet degene die geschilderd heeft.)
Goed:
Nadat ik de garagedeur had geschilderd, barstte er een onweer los.

Fout:
Wandelend in het park ging de zon al snel onder.
(De zon (onderwerp) wandelt niet).
Goed:
Terwijl ik in het park wandelde, ging de zon al snel onder.

Er zijn drie soorten beknopte bijzinnen:

  • met te + infinitief
    Voorbeeld: Na de garagedeur te geschilderd te hebben, begon ik met de voordeur.
  • met een voltooid deelwoord
    Voorbeeld: Slapend werd ik door mijn vader naar mijn bed gebracht.
  • met een onvoltooid deelwoord
    Voorbeeld: Wandelend in het park zag ik dat de zon al snel onder ging.


Bekijk de video.

 

★ Aan de slag 11

De beknopte bijzin

Maak de volgende twee oefeningen.

De beknopte bijzin

De volgende zinnen bevatten een onjuiste beknopte bijzin. Verbeter de zinnen.

  1. Te laat op school komend, was de klas al bezig met het proefwerk.
  2. Na de opgave geprint te hebben, bleek de inkt alweer op te zijn.
  3. Na de koffie gedronken te hebben, kwam de ober met onze rekening.
  4. Spelend in de tuin, kwam de bal op het dak van de buren.
  5. Fietsend langs het kanaal, kwam de regen plots met bakken uit de lucht vallen.

 

 

 

 
De beknopte bijzin

De volgende zinnen bevatten een onjuiste beknopte bijzin. Verbeter de zinnen.

  1. Mijn ouders hebben me geleerd met mes en vork te eten.
  2. Bij de bushalte aangekomen, reed de bus naar Utrecht net weg.
  3. Liggend onder de boom, viel de appel bijna op mijn gezicht.
  4. Na te zijn overleden, brachten wij onze vader naar zijn laatste rustplaats.
  5. Zonder zich iets aan te trekken van de protesten van de studenten, zagen we de minister het podium verlaten.

 

Afronding

Samenvattend

Geen Kennisbankitems bij deze opdracht.
Bekijk eventueel nogmaals de video's van Arnold Kuijpers.

Eindopdracht

Eindproduct: Toets maken

Deze opdracht sluit je af met het maken van een toets voor een klasgenoot.
De toets moet uit tien zinnen bestaan.
Acht van de tien zinnen bevatten een veelvoorkomende taalfout; een taalfout die je in deze opdracht bent tegengekomen. Zorg voor verschillende soorten taalfouten.
Natuurlijk kun je de zinnen zelf verzinnen, maar als je twijfelt, gebruik dan internet om zinnen te zoeken.

Als je toets klaar is, maakt je klasgenoot de toets. Natuurlijk maak jij zijn of haar toets.
Jullie kijken elkaars werk na en bespreken het resultaat.

Beoordeling

Vraag aan je docent hoe het eindproduct beoordeeld wordt.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je meerdere veelvoorkomende taalfouten herkennen en verbeteren?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In deze opdracht heel veel oefeningen. Hebben deze oefeningen je geholpen?
  • Eindopdracht
    Heb je een toets voor een klasgenoot gemaakt? Was het gemakkelijk om 10 zinnen te vinden/te bedenken met foutmeldingen?
    Had jij geen moeite met de toets van je klasgenoot?
  • Het arrangement Veelvoorkomende taalfouten - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-01-26 11:14:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij de module 'Formuleren', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor hv45. In deze opdracht ga je aan de slag met herhaling van dezelfde woorden, verwijswoorden, congruentie, dat-als constructie, weglating en beknopte bijzin. Uiteindelijk sluit je de opdracht af met het maken van een toets voor een klasgenoot. Jullie maken elkaars toetsen om de stof te oefenen.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Begrijpen; Interpreteren; Literatuur; Lezen van fictionele teksten en literaire teksten (Nederlands); Tekstkenmerken;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, formuleren, hv45, nederlands, stercollectie, veelvoorkomende taalfouten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    De of het?

    Deze, die, dat of dit?

    Verwijswoorden

    Hen of hun?

    Dat, wat, wie, waarop, etc.

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.